LUZ
[Amandelboom].
1. De vroegere naam van de stad Bethel, die er kennelijk door de Kanaänitische inwoners aan werd gegeven. Jakob paste de naam Bethel (wat „Huis van God” betekent) toe op de plaats waar hij een droom met een goddelijke openbaring had; een plaats waar Abraham voordien zijn kamp had opgeslagen (Ge 28:16-19; 35:6). Luz wordt geïdentificeerd met de ruïnes in de nabijheid van het dorp Beitin, ongeveer 17 km ten N van Jeruzalem. Het schijnt dat de naam Luz ten slotte door Bethel werd verdrongen, op zijn laatst toen de Israëlieten Kanaän veroverden (Re 1:22). Op grond van de weergave van Jozua 16:2 in de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Willibrordvertaling, waar over Efraïms grens wordt gezegd dat ze „van Bet[h]el naar Luz” liep, hebben sommigen aangenomen dat het hier om twee verschillende steden ging. Maar andere vertalingen zeggen hier: „Bethel-Luz” (LV), „Betel of Loez [Luz]” (PC) of „Bethel, behorend bij Luz” (NW). Na hoofdstuk 1 van het boek Rechters komt de naam Luz niet meer voor. — Zie BETHEL nr. 1.
Het Hebreeuwse woord (loez) dat met de naam van de stad overeenkomt, wordt ook in Genesis 30:37 gebruikt met betrekking tot de stokken van de amandelboom waarvan Jakob zich bediende.
2. De naam van een stad die door een man uit Bethel (Luz) in „het land der Hethieten” werd gebouwd nadat hij de Israëlitische strijders uit het huis van Jozef geholpen had Bethel in te nemen. Net als Rachab en haar familie liet men ook hem en zijn familie ongedeerd heengaan. In tegenstelling echter tot Rachab wilde de man zich niet bij de Israëlieten aansluiten, maar verkoos hij naar het land der Hethieten te gaan en daar een stad voor zichzelf te bouwen, die hij Luz noemde, ongetwijfeld ter herinnering aan zijn geboorteplaats. Hierdoor wordt misschien te kennen gegeven dat hij de Israëlieten niet uit oprechte vrees en waardering voor Jehovah, de God van Israël, een dienst bewees. Hem viel niet de eer te beurt om net als Rachab in de bijbel bij naam te worden genoemd (Re 1:23-26). Sommigen achten het aannemelijk dat de naam van de stad op zijn minst bewaard is gebleven in de ruïnes te el-Louaize, ongeveer 20 km ten OZO van Sidon.