Volg hun geloof na
Een bijzondere vrouw
RUTH zat op haar knieën bij de stapel gersthalmen die ze die dag had verzameld. De avond begon te vallen, en veel werkers waren al vanuit de velden op weg naar de poort van Bethlehem, een stadje boven op een nabijgelegen heuvel. Ruths spieren moeten flink geprotesteerd hebben na zo’n zware dag, want ze was al sinds de ochtend aan één stuk door aan het werk. Toch bleef ze met een kleine stok of dorsvlegel op de halmen slaan om de graankorrels los te maken. Het was al met al een goede dag geweest, beter dan ze had durven hopen.
Begon het er eindelijk beter uit te zien voor deze jonge weduwe? Ze had besloten met haar schoonmoeder, Naomi, mee te gaan en had beloofd bij haar te blijven en Naomi’s God, Jehovah, tot haar God te maken. De twee rouwende vrouwen waren vanuit Moab naar Bethlehem gekomen, en de Moabitische Ruth was er al snel achter gekomen dat Jehovah’s Wet waardige, praktische regelingen had voor de armen in Israël, ook voor buitenlanders.a En nu werd ze getroost en diep geraakt door de goede daden en geestelijke instelling van sommige Israëlieten, die onder die Wet stonden en erin grootgebracht waren.
Een van die personen was Boaz, de rijke oudere man die haar op zijn velden liet verzamelen wat was achtergebleven. Hij had vandaag op een vaderlijke manier belangstelling voor haar getoond. De vriendelijke woorden waarmee hij haar had geprezen omdat ze voor de bejaarde Naomi zorgde en toevlucht had gezocht bij de ware God, Jehovah, hadden haar echt goed gedaan (Ruth 2:11-13).
Toch kan Ruth zich zorgen hebben gemaakt over de toekomst. Hoe kon ze als arme buitenlandse zonder man of kinderen voor zichzelf en Naomi blijven zorgen? Zou ze het redden met graan verzamelen? En wie zou voor haar zorgen als ze oud werd? Het is begrijpelijk dat ze daar misschien over piekerde. Ook in deze financieel moeilijke tijd maken veel mensen zich zorgen. We kunnen veel leren van de manier waarop Ruth door haar geloof geholpen werd.
Wat houdt een gezin in?
Toen Ruth klaar was met dorsen en alle gerst bij elkaar had verzameld, zag ze dat ze ongeveer een efa (22 liter) had. Dat kan wel 14 kilo hebben gewogen! Waarschijnlijk deed ze de gerst in een doek en tilde ze die op haar hoofd. Vervolgens liep ze er in het schemerdonker mee terug naar Bethlehem (Ruth 2:17).
Naomi was blij haar schoondochter weer te zien, en misschien was ze wel stomverbaasd toen ze zag hoeveel gerst Ruth bij zich had. Ruth had ook wat restjes meegebracht van de maaltijd die Boaz voor de werkers had geregeld, en de twee konden samen een eenvoudige maaltijd eten. Naomi vroeg: „Waar hebt gij vandaag aren gelezen, en waar hebt gij gewerkt? Moge degene die notitie van u heeft genomen, gezegend worden” (Ruth 2:19). Naomi was een slimme vrouw; ze concludeerde uit alles wat Ruth bij zich had dat iemand de jonge weduwe had opgemerkt en goed voor haar was geweest.
Ruth begon Naomi te vertellen over wat Boaz allemaal voor haar had gedaan. Ontroerd zei Naomi daarop: „Gezegend zij hij door Jehovah, die zijn liefderijke goedheid jegens de levenden en de doden niet achterwege heeft gelaten” (Ruth 2:19, 20). Ze zag de goedheid van Boaz als goedheid van Jehovah, die zijn aanbidders ertoe aanzet gul te zijn en belooft ze te belonen voor hun goede daden (Spreuken 19:17).b
Naomi vond dat Ruth op Boaz’ aanbod in moest gaan en op zijn velden graan moest blijven verzamelen, dicht bij de jonge vrouwen die voor hem werkten, zodat ze niet door de oogsters lastiggevallen zou worden. Ruth volgde haar raad op. En ze „bleef bij haar schoonmoeder wonen” (Ruth 2:22, 23). Daaruit blijkt opnieuw Ruths meest opvallende eigenschap: loyale liefde. Haar voorbeeld kan ons aan het denken zetten: vinden wij ons gezin belangrijk, en steunen en helpen we elkaar als dat nodig is? Jehovah zal zo’n loyale liefde altijd zien.
Waren Naomi en Ruth wel een echt gezin? In sommige culturen wordt er alleen van een gezin gesproken als er iemand is voor elke rol: man, vrouw, zoon, dochter, opa, oma, enzovoorts. Maar het voorbeeld van Naomi en Ruth laat zien dat aanbidders van Jehovah heel ruim van hart kunnen zijn zodat er zelfs in het kleinste gezin warmte, liefde en genegenheid kan bestaan. Zijn wij dankbaar voor het gezin dat we hebben? Jezus herinnerde zijn volgelingen eraan dat de christelijke gemeente voor iedereen, ook voor personen die alleen zijn, als familie kan zijn (Markus 10:29, 30).
„Hij is een van onze lossers”
Van de gerstoogst rond april tot de tarweoogst rond juni bleef Ruth in de velden van Boaz graan verzamelen. Weken gingen voorbij, en Naomi ging ongetwijfeld steeds meer nadenken over wat ze voor haar lieve schoondochter kon doen. Toen ze nog in Moab waren, was Naomi er zeker van dat ze Ruth nooit zou kunnen helpen een andere man te vinden (Ruth 1:11-13). Maar nu begon ze daar anders over te denken. Ze zei tegen Ruth: „Mijn dochter, behoor ik niet een rustplaats voor u te zoeken?” (Ruth 3:1) Het was in die tijd de gewoonte dat ouders een partner voor hun kinderen zochten, en Ruth was als een echte dochter voor Naomi geworden. Ze wilde „een rustplaats” voor Ruth zoeken, waarmee ze de geborgenheid en bescherming bedoelde die een man en een gezin konden bieden. Maar wat kon Naomi doen?
Toen Ruth Boaz voor het eerst had genoemd, had Naomi gezegd: „De man is aan ons verwant. Hij is een van onze lossers” (Ruth 2:20). Wat hield dat in? In Gods Wet voor Israël stonden liefdevolle regelingen voor gezinnen die het door armoede of een sterfgeval heel moeilijk hadden. Als een vrouw weduwe werd terwijl ze nog geen kinderen had, was de klap nog groter omdat de naam van haar man niet doorgegeven kon worden en zijn familielijn zou ophouden. Maar volgens de Wet mocht de broer van de man met de weduwe trouwen zodat ze een erfgenaam kon krijgen die de naam van haar overleden man kon dragen en voor het familiebezit kon zorgen (Deuteronomium 25:5-7).c
Naomi kwam met een plan. We kunnen ons voorstellen hoe de ogen van de jonge vrouw steeds groter werden toen haar schoonmoeder het plan uitlegde. Waarschijnlijk was de Wet van Israël nog nieuw voor Ruth en kende ze veel van de gebruiken nog niet. Maar ze had zo veel respect voor Naomi dat ze heel goed luisterde. Wat Naomi voorstelde kan vreemd of gênant hebben geleken, misschien zelfs vernederend, maar toch ging Ruth ermee akkoord. Ze zei nederig: „Alles wat gij tot mij zegt, zal ik doen” (Ruth 3:5).
Soms vinden jongeren het moeilijk om te luisteren naar de raad van iemand die ouder en meer ervaren is. Ze denken misschien gauw dat ouderen hun problemen niet echt begrijpen. Ruths nederige voorbeeld herinnert ons eraan dat het veel voordelen kan hebben om te luisteren naar de wijsheid van ouderen die van ons houden en het beste met ons voor hebben. Maar wat voor raad gaf Naomi, en was het echt in Ruths voordeel dat ze die raad opvolgde?
Op de dorsvloer
Die avond ging Ruth op weg naar de dorsvloer — een hard, vastgestampt stuk grond waar boeren hun graan kwamen dorsen en wannen. Meestal lag die ergens tegen of boven op een heuvel, waar in de late middag en vroege avond een sterke wind stond. Om de korrels los te maken van het kaf en de strohalmen, werd alles met een grote vork of schop in de lucht gegooid, zodat het lichtere kaf wegwaaide en de zwaardere korrels weer op de grond vielen.
Ruth keek onopvallend toe terwijl het op de dorsvloer steeds rustiger werd. Boaz hield toezicht op het wannen van zijn graan, dat ondertussen al een grote hoop was geworden. Na een stevige maaltijd ging hij naast het graan liggen. Dat was blijkbaar de gewoonte en werd misschien gedaan om de kostbare oogst te beschermen tegen dieven en plunderaars. Toen Ruth zag dat Boaz ging slapen, was het tijd om Naomi’s plan uit te voeren.
Ruth sloop dichterbij. Haar hart ging als een razende tekeer. Ze merkte dat Boaz in een diepe slaap was. Zoals Naomi had gezegd, sloeg ze de deken aan zijn voeten terug en ging ze daar liggen. Toen wachtte ze. De tijd ging voorbij. Voor Ruth moet het wel een eeuwigheid hebben geleken. Eindelijk, rond middernacht, begon Boaz te bewegen. Hij rilde van de kou en ging overeind zitten, waarschijnlijk om zijn voeten weer te bedekken. Maar hij merkte dat er iemand was. Het verslag zegt: „Zie! daar lag een vrouw aan zijn voeten!” — Ruth 3:8.
„Wie zijt gij?”, vroeg hij. Ruth antwoordde, misschien met trillende stem: „Ik ben Ruth, uw slavin, en gij moet de slip van uw kleed over uw slavin uitspreiden, want gij zijt een losser” (Ruth 3:9). Sommige Bijbelgeleerden suggereren dat wat Ruth zei en deed misschien wel een seksuele betekenis had, maar ze negeren dan twee simpele feiten. Ten eerste volgde Ruth de gewoonten van die tijd, waarvan wij er veel niet meer kennen. We krijgen een verdraaid beeld als we Ruths gedrag zouden beoordelen naar de lage morele normen van deze tijd. Ten tweede laat de reactie van Boaz duidelijk zien dat hij Ruths gedrag goedkeurde en als moreel rein zag.
De kalme en vriendelijke manier waarop Boaz reageerde, was vast een geruststelling voor Ruth. Hij zei: „Gezegend moogt gij zijn door Jehovah, mijn dochter. Gij hebt uw liefderijke goedheid in het laatste geval nog beter tot uitdrukking gebracht dan in het eerste geval, door niet de jonge mannen achterna te lopen, hetzij gering of rijk” (Ruth 3:10). Met „het eerste geval” bedoelde hij dat Ruth loyale liefde had getoond door met Naomi mee te gaan naar Israël en voor haar te zorgen. „Het laatste geval” was dit voorval. Boaz zei dat een jonge vrouw als Ruth makkelijk een jongere man had kunnen zoeken, rijk of arm. Maar ze wilde doen wat goed was voor Naomi, en ook voor Naomi’s overleden man, zodat zijn naam in zijn vaderland bewaard zou blijven. Het is logisch dat Boaz onder de indruk was van Ruths zelfopoffering.
Boaz zei verder: „Nu dan, mijn dochter, wees niet bevreesd. Alles wat gij zegt, zal ik voor u doen, want iedereen in de poort van mijn volk weet dat gij een voortreffelijke vrouw zijt” (Ruth 3:11). Hij wilde graag met Ruth trouwen. Misschien was het ook niet echt een verrassing dat ze hem vroeg haar losser te zijn. Maar Boaz was rechtvaardig, en hij ging niet alleen af op wat hij zelf wilde. Hij zei tegen Ruth dat er nog een losser was die nauwer verwant was aan Naomi’s overleden man. Hij zou eerst naar die man gaan en hem de kans geven met Ruth te trouwen.
Boaz zei tegen Ruth dat ze maar moest blijven liggen tot het ochtend werd, om dan ongemerkt weg te glippen. Hij wilde haar reputatie beschermen en ook de zijne, want sommigen zouden kunnen denken dat er immorele dingen waren gebeurd. Ruth ging weer aan zijn voeten liggen, misschien een stuk relaxter nu hij zo vriendelijk op haar verzoek had gereageerd. Later, toen het nog donker was, vulde Boaz haar omslagdoek met een grote hoeveelheid gerst, en ze ging weer naar Bethlehem.
Ruth zal zich heel gelukkig hebben gevoeld als ze dacht aan wat Boaz had gezegd: dat ze bij iedereen een goede reputatie had! Dat kwam ongetwijfeld doordat ze haar best deed om Jehovah beter te leren kennen en hem te dienen. Ze was ook heel goed voor Naomi en haar volk, en ze stond open voor gebruiken en gewoonten die ze vóór die tijd vast niet kende. Als we Ruths geloof navolgen, zullen we moeite doen om diep respect te hebben voor anderen en hun gewoonten. Dan kunnen ook wij een goede reputatie opbouwen.
„Een rustplaats” voor Ruth
„Wie zijt gij, mijn dochter?”, vroeg Naomi toen Ruth thuiskwam. Misschien vroeg ze dat omdat het nog donker was, maar Naomi wilde ook weten of Ruth nog altijd ongebonden was of ondertussen het vooruitzicht had op een huwelijk. Ruth vertelde haar schoonmoeder snel alles wat er gebeurd was. Ze liet ook de grote hoeveelheid gerst zien die ze van Boaz aan Naomi moest geven (Ruth 3:16, 17).d
Naomi gaf Ruth de wijze raad die dag thuis rustig af te wachten in plaats van naar de velden te gaan om graan te verzamelen. Ze gaf Ruth de verzekering: „De man zal geen rust hebben tenzij hij de zaak vandaag tot een einde heeft gebracht” (Ruth 3:18).
En Naomi had gelijk. Boaz ging naar de stadspoort, waar de oudere mannen van de stad meestal samenkwamen, en wachtte tot de man die nauwer verwant was voorbijkwam. In het bijzijn van getuigen bood Boaz de man de gelegenheid om losser te worden en met Ruth te trouwen. Maar de man weigerde omdat hij bang was daardoor zijn eigen erfdeel te ruïneren. Toen zei Boaz, in het bijzijn van de getuigen in de stadspoort, dat hij losser zou zijn. Hij zou het bezit van Naomi’s overleden man, Elimelech, kopen en trouwen met Ruth, de weduwe van Elimelechs zoon Machlon. Boaz zei dat hij dat deed om „de naam van de gestorven man over zijn erfdeel te doen verrijzen” (Ruth 4:1-10). Hij was heel oprecht en dacht niet alleen aan zichzelf.
Boaz trouwde met Ruth. Daarna lezen we: „Jehovah dan schonk haar zwangerschap en zij baarde een zoon.” De vrouwen van Bethlehem zegenden Naomi en zeiden dat Ruth meer waard was dan zeven zoons. Later werd Ruths zoon een voorouder van de beroemde koning David (Ruth 4:11-22). En David werd een voorouder van Jezus Christus (Mattheüs 1:1).e
Ruth werd inderdaad gezegend, en Naomi ook. Zij hielp het kind op te voeden alsof het haar eigen kind was. Het leven van deze twee vrouwen laat mooi zien dat Jehovah God iedereen opmerkt die hard werkt om voor zijn gezin te zorgen en die hem samen met zijn ware aanbidders trouw dient. Hij beloont iedereen die net als Ruth een goede reputatie bij hem opbouwt.
a Zie het artikel „Volg hun geloof na: ’Waarheen gij gaat, zal ik gaan’” in de uitgave van 1 juli 2012.
b Jehovah is niet alleen goed voor de levenden maar zelfs voor de doden. Naomi had haar man en haar twee zoons verloren. Ruth had haar man verloren. Die mannen hadden alle drie heel veel voor deze vrouwen betekend. Als iemand voor Naomi en Ruth iets goeds deed, deed hij dat eigenlijk ook voor die mannen, die gewild zouden hebben dat er goed voor deze vrouwen werd gezorgd.
c Blijkbaar hadden eerst de broers van de overleden man het recht om met zo’n weduwe te trouwen en daarna de naaste mannelijke familieleden, net zoals dat bij het recht op het erfdeel het geval was (Numeri 27:5-11).
d Boaz gaf Ruth zes maten van een niet genoemde gewichtseenheid. Misschien wilde hij hiermee duidelijk maken dat net zoals er na zes werkdagen een sabbatsrust volgde, Ruths eigen dagen van hard werk als weduwe binnenkort gevolgd zouden worden door de ’rust’ en veiligheid die een man en een gezin konden bieden. Maar het kan ook zijn dat zes maten gerst — misschien zes scheppen — gewoon alles was wat Ruth kon dragen.
e Ruth is een van de vijf vrouwen die in de Bijbel in de afstammingslijn van Jezus worden genoemd. Een andere is Rachab, de moeder van Boaz (Mattheüs 1:3, 5, 6, 16). Ze was net als Ruth geen Israëlitische.