RAMOTH-GILEAD
(Ra̱moth-Gi̱lead) [waarschijnlijk: Hoogten van Gilead].
Een strategisch gelegen stad in het gebied van Gad, ten O van de Jordaan. De stad werd ook wel naar de verkorte vorm Rama genoemd (2Kon 8:28, 29; 2Kr 22:5, 6). Het was een van de levietensteden aan die kant van de rivier (1Kr 6:80), en ze werd uitgekozen als een van de toevluchtssteden (De 4:43; Joz 20:8; 21:38). Salomo stelde een gevolmachtigde in Ramoth-Gilead aan die er zorg voor moest dragen dat er vanuit steden in Gilead en Basan voedsel voor de koning werd verschaft. — 1Kon 4:7, 13.
Toen Israël, na de splitsing van het koninkrijk, herhaaldelijk door Syrië werd aangevallen, speelde Ramoth-Gilead een belangrijke rol in de geschiedenis van Israël, daar het in het gebied ten O van de Jordaan kennelijk een soort sleutelpositie innam. Te eniger tijd veroverden de Syriërs de stad. Ondanks de belofte van Ben-Hadad II om de al eerder veroverde Israëlitische steden terug te geven, gebeurde dat blijkbaar niet met Ramoth-Gilead (1Kon 20:34). Vandaar dat Achab van Israël de stad met de hulp van koning Josafat van Juda probeerde te heroveren. Deze poging, die door Michaja was ontraden, had Achabs dood tot gevolg. — 1Kon 22:13-38.
Ook Achabs zoon Joram heeft, samen met Ahazia van Juda, bij Ramoth-Gilead tegen de Syriërs gestreden. In 2 Koningen 9:14 staat: „Joram zelf had juist de wacht gehouden bij Ramoth-Gilead . . . wegens Hazaël, de koning van Syrië.” Het kan dus zijn dat Joram de stad op een eerder tijdstip ingenomen had en op het moment dat Ahazia zich in de strijd tegen Hazaël bij hem aansloot, bezig was haar te verdedigen (niet aan te vallen). Joram raakte gewond in de strijd en trok zich naar Jizreël terug teneinde daar te herstellen. — 2Kon 8:25-29; 9:14, 15; 2Kr 22:5-8.
Te Ramoth-Gilead zalfde Elisa’s bediende de militaire overste Jehu tot de volgende koning. — 2Kon 9:1-14.
De precieze ligging van Ramoth-Gilead is onzeker. Een van de vele locaties die geopperd zijn, is Tell Ramith, ongeveer 45 km ten ZO van de Z-punt van de Zee van Galilea. De naam Ramith zou van de naam Ramoth-Gilead afgeleid kunnen zijn. Deze tell ligt op een heuvel vanwaar men over een vlakte kan uitzien, hetgeen in overeenstemming is met de waarschijnlijke betekenis van Ramoth (Hoogten; van een grondwoord dat „oprijzen” betekent). Het zou een ideale plek zijn voor een gevolmachtigde die voor Gilead en Basan verantwoordelijk was. — 1Kon 4:13.