Vragen van lezers
◼ Heeft de jonge joodse vrouw Esther immorele seks met de Perzische koning gehad om zijn gunst te winnen en aldus voordelen te verwerven?
Sommigen concluderen dit misschien op grond van wereldlijke verslagen, maar deze veronderstelling wordt door het betrouwbare bericht in de bijbel weerlegd.
De joodse geschiedschrijver Flavius Josephus biedt een wereldlijk verslag waaruit blijkt dat de Perzische koningin Vasthi weigerde voor haar man, Ahasveros, te verschijnen. De koning, kennelijk Xerxes I uit de vijfde eeuw v.G.T., werd toen zo woedend dat hij Vasthi afzette en ermee instemde in heel zijn rijk naar een nieuwe koningin te zoeken. Mooie jonge maagden werden bijeengebracht en kregen een langdurige schoonheidsbehandeling.
„Toen de meisjes zoolang deze behandeling ondergaan hadden, oordeelde de gesnedene [de eunuch van de koning], dat zij waardig waren om het bed des konings te deelen, en zond daarop iederen dag tot dat doel een harer tot zijnen heer. De koning zond ze echter iederen dag tot den gesnedene terug, totdat Esther kwam. Zoodra hij dit meisje zag, vatte hij eene groote liefde voor haar op, verhief haar tot zijne wettige echtgenoote en huwde haar.” — De joodse geschiedenis, XI, vi, 2.
Op grond van dit wereldlijke verslag zou men kunnen denken dat de maagden immorele seks met de koning hadden en dat het enige verschil in het geval van Esther was dat haar immoraliteit tot gevolg had dat zij tot vrouw werd genomen en koningin werd. De bijbel verschaft ons echter nauwkeuriger en bevredigender inlichtingen.
Na de schoonheidsbehandelingen beschreven te hebben, zegt de bijbel: „Dan kwam op deze voorwaarden [elke] jonge vrouw zelf tot de koning. . . . ’s Avonds kwam zijzelf binnen en ’s morgens keerde zijzelf terug naar het tweede vrouwenhuis, onder toezicht van Saäsgaz, de eunuch van de koning, de bewaker van de bijvrouwen. Dan kwam zij niet meer bij de koning, tenzij de koning behagen in haar had gevonden en zij bij name geroepen was.” — Esther 2:13, 14.
Wij lezen in de Schrift dat Esther voor de langdurige, voorgeschreven schoonheidsbehandeling naar ’het vrouwenhuis werd gebracht’: „Toen werd Esther naar koning Ahasveros gebracht . . . En de koning kreeg Esther meer lief dan alle andere vrouwen, zodat zij meer gunst en liefderijke goedheid voor zijn aangezicht verwierf dan alle andere maagden. En hij zette haar voorts de koninklijke hoofdtooi op het hoofd en maakte haar koningin in de plaats van Vasthi.” — Esther 2:8, 9, 16, 17.
Hebt u in het bijbelse verslag opgemerkt waar de vrouwen naar toe werden gebracht nadat zij de nacht bij de koning hadden doorgebracht? ’Naar het tweede vrouwenhuis, onder toezicht van de bewaker van de bijvrouwen.’ Zij waren dus bijvrouwen geworden. Mordechai, de schrijver van het bijbelboek Esther, was een Hebreeër, en onder zijn volk had een bijvrouw destijds de maatschappelijke status van een tweede vrouw. In de goddelijke wet waren voorzieningen getroffen op grond waarvan een Israëlitische man zich een tijdens de oorlog gevangengenomen buitenlands meisje tot bijvrouw of tweede vrouw kon nemen. Zij genoot rechten en wettelijke bescherming (Deuteronomium 21:10-17; vergelijk Exodus 21:7-11). De kinderen die aan zo’n wettige bijvrouw werden geboren, waren dan ook wettig en hadden erfrecht. Jakobs twaalf zonen, de voorvaders van de twaalf stammen van Israël, waren de nakomelingen van zijn vrouwen en wettige bijvrouwen. — Genesis 30:3-13.
De procedure was dat de maagden, nadat zij bij de Perzische koning waren geweest, naar het huis van de bijvrouwen gingen. Hieruit blijkt dat zij tot de categorie van zijn bijvrouwen werden gerekend.
Wat valt er over Esther te zeggen? De bijbel zegt niet dat zij bij de koning sliep en aldus zijn gunst verwierf. Ook wordt er niet gezegd dat zij naar het huis van de bijvrouwen werd gebracht, maar er staat eenvoudig: „Toen werd Esther naar koning Ahasveros gebracht in zijn koninklijke huis . . . En de koning kreeg Esther meer lief dan alle andere vrouwen.” Bedenk dat zij eerder, zonder haar deugdzaamheid en maagdelijke staat op enigerlei wijze in seksueel opzicht te compromitteren, de „liefderijke goedheid” verwierf van „Hegai, de bewaker der vrouwen”. Bovendien lezen wij: „Al die tijd verwierf Esther voortdurend gunst in de ogen van iedereen die haar zag” (Esther 2:8, 9, 15-17). Esther maakte dus duidelijk indruk op de koning en verwierf zijn respect, evenals zij het respect van anderen had verworven.
Wat kunnen wij dankbaar zijn dat wij over de feiten en het inzicht beschikken die de bijbel ons verschaft! Hoewel de gebeurtenissen zich duizenden jaren geleden hebben voorgedaan, kunnen wij dus terecht het vertrouwen hebben dat Esther met ware deugdzaamheid en in overeenstemming met goddelijke beginselen heeft gehandeld.