-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1991 | 15 februari
-
-
Toen het ernaar uitzag dat Job zou sterven, beoordeelde Elihu Jobs hachelijke situatie en legde een basis voor hoop door te zeggen: „Zijn vlees teert weg en verdwijnt uit het gezicht . . . En zijn ziel komt de kuil nabij, en zijn leven degenen die de dood toebrengen. Indien er voor hem een bode bestaat, een woordvoerder, één uit duizend, om de mens zijn oprechtheid te vertellen, dan bewijst hij hem gunst en zegt: ’Laat hem niet in de kuil afdalen! Ik heb een losprijs gevonden! Zijn vlees worde frisser dan in de jeugd.’” — Job 33:21-25.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1991 | 15 februari
-
-
Dat gebeurde ook. Job ’had berouw in stof en as’. Wat was toen het gevolg? „Jehovah zelf bracht een keer in de toestand van gevangenschap van Job . . . Wat Jehovah betreft, hij zegende het einde van Job daarna meer dan zijn begin . . . En Job leefde daarna nog honderd veertig jaar en kreeg zijn zonen en zijn kleinzonen te zien — vier geslachten.” Het is waar dat die losprijs Job niet vrijmaakte van zonde, zodat hij mettertijd toch stierf. Maar de verlenging van zijn leven bewijst dat in feite ’zijn vlees frisser werd dan in de jeugd, en hij terugkeerde tot de dagen van zijn jeugdige kracht’. — Job 33:25; 42:6, 10-17.
-