-
Jehovah kent ons goed!De Wachttoren 1990 | 15 januari
-
-
Verschuilen onttrekt ons niet aan de waarneming van onze Schepper. David zei in dit verband: „Want gij zijt het die mijn nieren hebt voortgebracht; gij hebt mij afgeschermd gehouden in de buik van mijn moeder. Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt. Uw werken zijn wonderbaar, zoals mijn ziel zeer wel weet. Mijn beenderen waren voor u niet verborgen toen ik in het verborgene werd gemaakt, toen ik in de onderste delen der aarde werd geweven. Uw ogen zagen zelfs het embryo van mij, en in uw boek waren alle delen ervan beschreven, met betrekking tot de dagen dat ze [de lichaamsdelen] werden gevormd en nog niet één [afzonderlijk lichaamsdeel] onder ze er was.” — Psalm 139:13-16.
-
-
Jehovah kent ons goed!De Wachttoren 1990 | 15 januari
-
-
Verschuilen onttrekt ons niet aan de waarneming van onze Schepper. David zei in dit verband: „Want gij zijt het die mijn nieren hebt voortgebracht; gij hebt mij afgeschermd gehouden in de buik van mijn moeder. Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt. Uw werken zijn wonderbaar, zoals mijn ziel zeer wel weet. Mijn beenderen waren voor u niet verborgen toen ik in het verborgene werd gemaakt, toen ik in de onderste delen der aarde werd geweven. Uw ogen zagen zelfs het embryo van mij, en in uw boek waren alle delen ervan beschreven, met betrekking tot de dagen dat ze [de lichaamsdelen] werden gevormd en nog niet één [afzonderlijk lichaamsdeel] onder ze er was.” — Psalm 139:13-16.
-
-
Jehovah kent ons goed!De Wachttoren 1990 | 15 januari
-
-
Nog voordat Davids lichaamsdelen duidelijk in de schoot van zijn moeder te onderscheiden waren, wist God al hoe hij er uit zou zien. Waarom? Omdat de ontwikkeling van het embryo een specifiek patroon volgde, alsof er in een boek uiteengezette instructies werden opgevolgd. Wat vormt dit een bewijs van Jehovah’s wijsheid en zijn vermogen zelfs verborgen dingen te zien! Het dient ons ook met waardering te vervullen voor het feit dat God het mensdom heeft geschapen en verantwoordelijk is voor het wonderbare voortplantingsproces dat tot ons bestaan als afzonderlijke personen heeft geleid.
-