‘Groot is zijn goedheid!’

1, 2. Wie hebben voordeel van Gods goedheid, en wat zegt de Bijbel over die eigenschap?

TERWIJL de zon ondergaat, zitten een paar goede vrienden buiten te genieten van een heerlijke maaltijd. Ze lachen en praten terwijl ze vol bewondering naar de kleurrijke zonsondergang kijken. Ver daarvandaan kijkt een landbouwer uit over zijn akkers en glimlacht tevreden omdat donkere wolken zich hebben samengepakt en de eerste druppels regen op zijn dorstige gewassen vallen. Weer ergens anders kijken een man en een vrouw trots naar hun kind dat zijn eerste wankele stapjes zet.

² Of ze het nu beseffen of niet, al die mensen ervaren de voordelen van Jehovah’s goedheid. Sommige gelovige mensen zeggen vaak: ‘God is goed.’ Maar de Bijbel gebruikt nog sterkere bewoordingen: ‘Groot is zijn goedheid!’ (Zacharia 9:17) Toch lijkt het erop dat weinig mensen in deze tijd echt begrijpen wat die woorden betekenen. Wat houdt de goedheid van Jehovah eigenlijk in, en wat heb je daar persoonlijk aan?

3, 4. Wat is goedheid, en waarom kunnen we zeggen dat Jehovah’s goedheid vooral een uiting van zijn liefde is?

³ In veel moderne talen is de betekenis van het woord goedheid heel ruim en vaag. Maar zoals het woord in de Bijbel wordt gebruikt, is het helemaal niet vaag. Goedheid duidt in de Bijbel voornamelijk op deugd en morele uitnemendheid. We zouden dus kunnen zeggen dat Jehovah vervuld is van goedheid. Al zijn eigenschappen — waaronder zijn macht, zijn gerechtigheid en zijn wijsheid — zijn door en door goed. Toch kunnen we zeggen dat goedheid vooral een uiting van Jehovah’s liefde is. Waarom?

⁴ Goedheid is een actieve, motiverende eigenschap. Paulus schreef dat bij mensen deze eigenschap nog aantrekkelijker is dan rechtvaardigheid (Romeinen 5:7). Van een rechtvaardig mens kun je verwachten dat hij zich trouw aan de wet houdt, maar een goed mens doet meer. Hij neemt het initiatief en zoekt actief naar manieren om anderen te helpen. Zoals we zullen zien, kunnen we absoluut zeggen dat Jehovah in dat opzicht goed is. Het is duidelijk dat Jehovah’s goedheid voortkomt uit zijn grenzeloze liefde.

5-7. Waarom wilde Jezus geen ‘Goede Meester’ genoemd worden, en welke belangrijke waarheid bevestigde hij daarmee?

⁵ Jehovah’s goedheid is uniek. Jezus maakte dat duidelijk toen er een keer een man naar hem toe kwam en hem aansprak met ‘Goede Meester’. Jezus zei tegen hem: ‘Waarom noem je mij goed? Niemand is goed, behalve één, God’ (Markus 10:17, 18). Die reactie verbaast je misschien. Jezus was echt wel een ‘Goede Meester’, dus waarom corrigeerde hij de man dan?

⁶ Blijkbaar gebruikte de man de woorden ‘Goede Meester’ als een vleiende titel. Maar Jezus was bescheiden en wilde die eer aan zijn hemelse Vader geven, want Jehovah’s goedheid is met die van niemand te vergelijken (Spreuken 11:2). Tegelijkertijd bevestigde Jezus ook een belangrijke waarheid. Alleen Jehovah is de norm voor wat goed is. Als Soeverein heeft hij het recht te bepalen wat goed en fout is. Adam en Eva wilden zich dat recht toe-eigenen door tegen Gods gebod in te gaan en van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten. In tegenstelling tot hen laat Jezus het vaststellen van die normen nederig aan zijn Vader over.

⁷ Bovendien wist Jezus dat alle goede dingen van Jehovah komen. Hij is de Gever van ‘elke goede gave en elk volmaakt geschenk’ (Jakobus 1:17). We gaan bekijken hoe Jehovah’s goedheid blijkt uit zijn vrijgevigheid.

 8. Hoe toont Jehovah goedheid voor de hele mensheid?

⁸ Iedereen die ooit heeft geleefd, heeft voordeel gehad van Jehovah’s goedheid. Psalm 145:9 zegt: ‘Jehovah is goed voor iedereen.’ Hoe heeft hij die goedheid getoond? De Bijbel zegt: ‘Hij heeft duidelijk getuigenis van zichzelf gegeven door goed te doen: hij heeft jullie regen uit de hemel en vruchtbare seizoenen gegeven, hij heeft jullie voedsel in overvloed gegeven en een hart vol vrolijkheid’ (Handelingen 14:17). Kun jij ook heerlijk genieten van een lekkere maaltijd? Dat kan alleen omdat Jehovah de aarde zo mooi heeft ontworpen. Dankzij de waterkringloop die voor regen zorgt en de ‘vruchtbare seizoenen’ groeit er een overvloed aan voedsel. Jehovah toont die goedheid niet alleen voor mensen die van hem houden maar voor iedereen. Jezus zei: ‘Hij laat de zon op goede en op slechte mensen schijnen en hij laat het regenen op rechtvaardige en op onrechtvaardige mensen’ (Mattheüs 5:45).

 9. Hoe illustreert de appel Jehovah’s goedheid?

⁹ Veel mensen hebben geen waardering voor alle goede dingen waarvan ze dankzij de zon, de regen en de vruchtbare seizoenen kunnen genieten. Denk bijvoorbeeld eens aan de appel. In gebieden met een gematigd klimaat is dat een heel gewone vrucht. Toch is het een mooie vrucht, die lekker smaakt en vol verfrissend water en belangrijke voedingsstoffen zit. Wist je dat er wereldwijd zo’n 7500 soorten appels zijn, die in kleur variëren van rood tot goud tot geel tot groen en die in afmetingen variëren van iets groter dan een kers tot de grootte van een grapefruit? Als je een pitje van een appel in je hand hebt, lijkt het weinig voor te stellen. Maar uit dat pitje groeit een van de mooiste bomen (Hooglied 2:3). Elk voorjaar zit de appelboom vol prachtige bloesems en elk najaar levert hij vruchten op. Een gemiddelde appelboom produceert ieder jaar ongeveer 400 kilo appels. En dat zo’n 75 jaar lang!

10, 11. Hoe zijn de zintuigen een bewijs van Gods goedheid?

¹⁰ Vanwege zijn oneindige goedheid heeft Jehovah ons een lichaam gegeven dat ‘op een wonderbare manier is gemaakt’ (Psalm 139:14). Hij heeft ons zintuigen gegeven waardoor we over zijn schepping kunnen leren en ervan kunnen genieten. Denk nog eens aan de voorbeelden aan het begin van dit hoofdstuk. Van wat voor dingen kun je genieten dankzij je gezichtsvermogen? De rode wangen van een vrolijk kind, de zachte lenteregen die op de akkers neerdaalt en de rode, gouden en violette kleuren van een zonsondergang. Het menselijk oog is zo ontworpen dat het honderdduizenden en misschien zelfs miljoenen kleuren kan waarnemen! En ons gehoor vangt de klanknuances op van de stem van een dierbare, het gefluister van de wind door de bomen en het vrolijke gelach van een peuter. Hoe komt het dat we van zulke beelden en geluiden kunnen genieten? De Bijbel zegt: ‘Het horende oor en het ziende oog, Jehovah heeft beide gemaakt’ (Spreuken 20:12). En dat zijn nog maar twee zintuigen.

¹¹ De reukzin is nog een bewijs van Jehovah’s goedheid. Met onze neus kunnen we heel veel geuren onderscheiden. Schattingen lopen uiteen van duizenden tot wel een biljoen geuren. Denk bijvoorbeeld aan de geur van je lievelingsgerecht, bloemen, gevallen bladeren in het bos of een vleugje rook van een gezellig haardvuur. Dankzij je tastzin kun je de streling van een briesje langs je gezicht voelen, de geruststellende omarming van iemand van wie je houdt en de zachte schil van een stuk fruit in je hand. En als je een hap van dat fruit neemt, gaat je smaakzin een rol spelen. Je geniet van heerlijke aroma’s terwijl je smaakpapillen de subtiele verschillen opmerken die ontstaan door de ingewikkelde chemische samenstelling van de vrucht. We hebben echt alle reden om vol enthousiasme over Jehovah te zeggen: ‘Hoe overvloedig is uw goedheid! U hebt die weggelegd voor wie ontzag voor u heeft’ (Psalm 31:19). Wat betekent het dat Jehovah goedheid ‘heeft weggelegd’ voor mensen die ontzag voor hem hebben?

12. Welke voorzieningen van Jehovah zijn het belangrijkst, en waarom?

¹² Jezus zei: ‘Er staat geschreven: “De mens moet niet alleen van brood leven, maar van elk woord dat uit Jehovah’s mond komt”’ (Mattheüs 4:4). Jehovah’s geestelijke voorzieningen zijn nog beter voor ons dan letterlijk voedsel, want ze leiden tot eeuwig leven. In hoofdstuk 8 van dit boek hebben we gezien dat Jehovah in deze laatste dagen zijn herstellende kracht heeft gebruikt om een geestelijk paradijs tot stand te brengen. Een belangrijk kenmerk van dat paradijs is de overvloed aan geestelijk voedsel.

13, 14. (a) Wat zag Ezechiël in een visioen, en wat betekent dat voor ons in deze tijd? (b) Welke levengevende geestelijke voorzieningen treft Jehovah voor zijn trouwe aanbidders?

¹³ In een van de herstellingsprofetieën kreeg de profeet Ezechiël een visioen van een prachtige, herstelde tempel. Vanuit die tempel vloeide een waterstroom die steeds breder en dieper werd, totdat hij een rivier was geworden. Overal waar die rivier stroomde, bracht hij zegeningen. Op de oevers groeiden bomen die in voedsel en in genezing voorzagen, en de rivier bracht zelfs leven en vruchtbaarheid in de zoute, levenloze Dode Zee! (Ezechiël 47:1-12) Maar wat betekende dat allemaal?

¹⁴ Het tempelvisioen betekende dat Jehovah de zuivere aanbidding zou herstellen. Die zou opnieuw aan zijn rechtvaardige normen voldoen. Net zoals de rivier uit het visioen steeds breder en dieper werd, zouden Jehovah’s voorzieningen voor leven steeds overvloediger naar zijn volk stromen. Sinds het herstel van de zuivere aanbidding in 1919 heeft Jehovah zijn volk met levengevende voorzieningen gezegend. Door middel van bijbels, Bijbelse publicaties, vergaderingen en congressen heeft hij miljoenen mensen belangrijke waarheden onderwezen, vooral over Christus’ loskoopoffer. Omdat Jezus voor ons is gestorven, kan iedereen die echt van Jehovah houdt en ontzag voor hem heeft, een rein geweten hebben en de hoop op eeuwig leven.a Terwijl mensen in de wereld geestelijk honger lijden, geniet Jehovah’s volk in deze laatste dagen constant van een geestelijk feestmaal (Jesaja 65:13).

15. Hoe zal Jehovah tijdens Christus’ duizendjarige regering goedheid tonen voor trouwe mensen?

¹⁵ Maar de rivier uit Ezechiëls visioen stopt niet met stromen wanneer er een eind komt aan dit tijdperk. Tijdens Christus’ duizendjarige regering zal de rivier nog overvloediger stromen. Jehovah zal dan door middel van het Messiaanse Koninkrijk de volledige waarde van Jezus’ slachtoffer gebruiken om trouwe mensen geleidelijk tot volmaaktheid te brengen. Dan zullen we juichen over Jehovah’s goedheid!

16. Hoe laat de Bijbel zien dat Jehovah’s goedheid ook andere eigenschappen omvat, en wat zijn enkele daarvan?

¹⁶ Jehovah’s goedheid houdt meer in dan vrijgevigheid. Hij zei tegen Mozes: ‘Ik zal al mijn goedheid voor je langs laten gaan, en ik zal de naam van Jehovah in jouw aanwezigheid uitroepen.’ Later zegt het verslag: ‘Jehovah ging voor hem langs en riep: “Jehovah, Jehovah, een God die barmhartig en meelevend is, die niet snel kwaad wordt en die vol loyale liefde en waarheid is”’ (Exodus 33:19; 34:6). Jehovah’s goedheid omvat dus meerdere mooie eigenschappen.

17. Hoe gaat Jehovah om met gewone, onvolmaakte mensen?

¹⁷ Deze tekst vertelt ons veel over de manier waarop Jehovah met anderen omgaat. Jehovah is niet nors, koel of tiranniek, zoals voor veel machthebbers geldt. Hij is juist zachtaardig en vriendelijk. Jehovah zei bijvoorbeeld tegen Abram: ‘Kijk alsjeblieft om je heen, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen’ (Genesis 13:14). Veel vertalingen laten het woord alsjeblieft weg. Maar volgens Bijbelgeleerden staat hier in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst geen bevel maar een beleefd verzoek. En daar zijn nog meer voorbeelden van (Genesis 15:5; Ezechiël 8:5). Stel je voor: de Soeverein van het universum zegt ‘alsjeblieft’ tegen gewone mensen! In een wereld waar zo veel mensen hard, brutaal en grof zijn, is het een verademing te zien hoe Jehovah met mensen omgaat.

18. Wat houdt het in dat Jehovah ‘vol waarheid’ is, en waarom zijn die woorden geruststellend?

¹⁸ Exodus 34:6 zegt ook dat Jehovah ‘vol waarheid’ is. Oneerlijkheid is in deze wereld heel normaal. Maar de Bijbel zegt: ‘God liegt niet, zoals mensen doen’ (Numeri 23:19). Titus 1:2 zegt zelfs dat ‘God niet kan liegen’. Dat komt omdat hij door en door goed is. Jehovah’s beloften zijn dus volledig betrouwbaar. Zijn woorden zullen altijd uitkomen. Hij wordt zelfs de ‘God van waarheid’ genoemd (Psalm 31:5). Jehovah doet niet geheimzinnig en houdt die waarheid niet voor zichzelf. Hij deelt geestelijk licht vrijgevig met zijn trouwe aanbidders vanuit zijn overvloed aan wijsheid.b Hij leert ze zelfs hoe ze voordeel kunnen hebben van zijn onderwijs, zodat ze ‘de weg van de waarheid blijven volgen’ (3 Johannes 3). Wat zou Jehovah’s goedheid met ons persoonlijk moeten doen?

19, 20. (a) Hoe probeerde Satan Eva’s vertrouwen in Jehovah’s goedheid te ondermijnen, en met welk gevolg? (b) Welke uitwerking moet Jehovah’s goedheid op je hebben, en waarom?

¹⁹ Toen Satan Eva in de tuin van Eden op de proef stelde, begon hij heel subtiel door haar te laten twijfelen aan Jehovah’s goedheid. Jehovah had tegen Adam gezegd: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten zo veel je wilt.’ Van de duizenden bomen die waarschijnlijk in de tuin stonden, was er maar één waar ze van Jehovah niet van mochten eten. Maar let op hoe Satan zijn eerste vraag aan Eva onder woorden bracht: ‘Heeft God echt gezegd dat jullie niet van alle bomen in de tuin mogen eten?’ (Genesis 2:9, 16; 3:1) Satan verdraaide Jehovah’s woorden om Eva te laten denken dat Jehovah iets goeds achterhield. Helaas werkte die tactiek. Eva begon, net als veel mannen en vrouwen na haar, te twijfelen aan de goedheid van God, die haar alles had gegeven wat ze had.

²⁰ We weten hoeveel leed en ellende die twijfels hebben veroorzaakt. We kunnen daarom iets leren van wat in Jeremia 31:12 staat: ‘Ze zullen stralen om de goedheid van Jehovah.’ Jehovah’s goedheid moet ons laten stralen van vreugde. Je hoeft nooit te twijfelen aan de motieven van onze God, die vol goedheid is. Je kunt volledig op hem vertrouwen, want hij wil alleen het beste voor mensen die van hem houden.

21, 22. (a) Wat zijn een paar manieren waarop je Jehovah’s goedheid zou willen beantwoorden? (b) Welke eigenschap zullen we in het volgende hoofdstuk bespreken, en hoe verschilt die van goedheid?

²¹ Het maakt ons ook heel gelukkig als we de kans krijgen om anderen over Gods goedheid te vertellen. Psalm 145:7 zegt over Jehovah’s volk: ‘Ze worden uitbundig als ze terugdenken aan uw overvloedige goedheid.’ Elke dag dat we leven hebben we op de een of andere manier voordeel van Jehovah’s goedheid. Maak er daarom een gewoonte van om Jehovah elke dag te bedanken voor zijn goedheid, en wees daarbij zo specifiek mogelijk. Als je nadenkt over Jehovah’s goedheid, hem er dagelijks voor bedankt en er met anderen over praat, zal dat je helpen Jehovah na te volgen. En als je net als Jehovah naar manieren zoekt om goed te doen, zul je steeds dichter tot hem naderen. De apostel Johannes schreef: ‘Lieve vriend, volg niet het slechte na, maar het goede. Wie het goede doet, komt uit God voort’ (3 Johannes 11).

²² Jehovah’s goedheid houdt ook verband met andere eigenschappen. God is bijvoorbeeld ‘vol loyale liefde’ (Exodus 34:6). Die eigenschap is uniek, want Jehovah toont die alleen voor zijn trouwe aanbidders. In het volgende hoofdstuk gaan we zien hoe hij dat doet.