-
„God worde waarachtig bevonden”De Wachttoren 1966 | 1 februari
-
-
21. (a) Welk vertrouwen dient het feit dat de Heilige Schrift door zulk een God is geïnspireerd, ons derhalve te schenken? (b) Van welk punt af is Gods geschreven Woord de waarheid?
21 Zo’n God nu heeft het optekenen van de Heilige Schrift geïnspireerd. Wat een vertrouwen dienen wij er derhalve in te stellen dat deze geschriften exclusief de waarheid zijn en zich hierdoor onderscheiden van alle andere religieuze boeken, die tot de religieuze stelsels van deze wereld, zowel de oude als de hedendaagse, behoren! De essentie of de wezenlijke inhoud van het geschreven Woord van God is waarheid, want zijn Woord is volledig in harmonie met de feiten en wijkt nooit af van gebeurtenissen die zich werkelijk hebben voorgedaan of van het succesvol ten uitvoer brengen van Gods glorierijke voornemen. Van het allereerste begin af is Gods geschreven Woord de waarheid, en deze waarheid bereikt via de zesenzestig bijbelboeken een grootse climax van waarheid betreffende Gods opgerichte koninkrijk tot eeuwige zegening van de mensheid.
22. Hoe is het waar dat de wezenlijke inhoud of de som van Gods Woord waarheid is?
22 Te zamen genomen, vormen de zesenzestig boeken van de bijbel een volledige, complete verklaring en uitdrukking van waarheid. Daarom hebben waarheidzoekers de bijbel zo lief. De psalmist bracht deze aangelegenheid prachtig onder woorden toen hij onder inspiratie vol waardering over God schreef: „O, zie dat ik uw bevelen heb liefgehad. O Jehovah, houd mij in leven, naar uw liefderijke goedheid. De wezenlijke inhoud [of, som] van uw woord is waarheid, en elke rechtvaardige rechterlijke beslissing van u is tot onbepaalde tijd.” — Ps. 119:159, 160, NW; voetnoot in de uitgave van 1957.
23. Waarom kon de psalmist zeggen dat Gods geboden waarheid zijn?
23 Al Gods geboden, zoals deze in zijn geschreven Woord staan opgetekend, hebben ten doel de waarheid te laten zegevieren. Ze zijn gegeven met het doel de gehoorzamen te helpen in harmonie met de waarheid te blijven. Zijn geboden worden uitgevaardigd ten einde personen en zaken te laten meewerken aan de verwezenlijking van Gods profetieën, zodat deze aldus in vervulling kunnen gaan. Soms komen personen die door hun losbandige gedragingen ver van Gods wet zijn afgeweken, dicht bij ons om ons schade te berokkenen; God is echter ook dicht bij ons wanneer wij liefdevol en loyaal zijn geboden houden. Het is zoals de psalmist deze aangelegenheid dankbaar onder woorden bracht: „Gij zijt nabij, o Jehovah, en al uw geboden zijn waarheid. Lang geleden heb ik enkele van uw vermaningen gekend, want tot onbepaalde tijd hebt gij ze vastgesteld” (Ps. 119:150-152, NW). Hoe wonderbaarlijk dat die vermaningen en getuigenissen, die God zo lang geleden heeft vastgesteld, tot op de huidige dag zijn blijven bestaan, ondanks alle krachtsinspanningen van de vijanden van waarheid om ze omver te werpen en te vernietigen door exemplaren van de bijbel te vernietigen en personen die geloof stellen in de bijbel, te verdelgen. Psalm 117:2 (NW) zegt echter dat „de waarachtigheid van Jehovah . . . tot onbepaalde tijd” is.
24. Waartoe zal strijden tegen de bijbelse waarheid stellig leiden, en welke handelwijze ten opzichte van de waarheid kunnen wij beter volgen?
24 Tegen de waarheid van de bijbel strijden, betekent tegen de „God der waarheid” strijden. Wij kunnen een dergelijke strijd nooit winnen, maar zullen stellig als leugenaars een nederlaag lijden en de dood vinden. Gods waarheid heeft altijd gezegevierd en zal altijd zegevieren. De apostel Paulus geeft ons een wijze vermaning wanneer hij schrijft: „Wij kunnen niets tegen de waarheid doen, maar alleen vóór de waarheid” (2 Kor. 13:8, NW). Om die reden dienen wij niet toe te laten dat de waarheid van God over ons zegeviert doordat wij een handelwijze volgen die in strijd is met Gods Woord. Willen wij Zijn zegen ontvangen, dan dienen wij een positieve handelwijze ten gunste en ter ondersteuning van Gods waarheid te volgen en deze waarheid tot Zijn heerlijkheid en lof alom bekend te maken.
-
-
De Waarheidspreker komt tussenbeide met een eedDe Wachttoren 1966 | 1 februari
-
-
De Waarheidspreker komt tussenbeide met een eed
1, 2. (a) Waarom kon de Gever van de tien geboden niet liegen? (b) Door welke toevoegingen te maken, zijn mensen leugenaars gebleken, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruik van beelden?
HET negende gebod van de tien geboden die Jehovah God door bemiddeling van zijn profeet Mozes uitvaardigde, luidt: „Gij moogt als getuige geen valse verklaring tegen uw naaste afleggen” (Ex. 20:16, NW). Door deze wet tegen het liegen, keert de grote Wetgever zich tegen leugenaars. Hij zou dus niet zelf een leugen kunnen vertellen en terzelfder tijd in harmonie zijn met zijn eigen wet (Rom. 1:21-25, NW). Hij haat liegen en is nog nooit de Vader van een leugen geweest. Zijn woord is als zuiver goud, gezuiverd en aldus van alle schuim ontdaan. Het is zoals de verstandigste man uit de oudheid vóór onze gewone tijdrekening zei: „Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. Doe niets aan zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt.” — Spr. 30:5, 6.
-