Jongeren die Jehovah’s hart verblijden
„Verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” — SPREUKEN 27:11.
1. Hoe is de wijze waarop wij leven, van invloed op onze ouders en onze Schepper?
OF JE het nu beseft of niet, het maakt wel degelijk wat uit hoe je leeft. Het maakt bijvoorbeeld wat uit voor je ouders. „Een wijze zoon is hij die een vader verheugt,” verklaart de bijbel, „en een verstandeloze zoon is de droefheid van zijn moeder” (Spreuken 10:1; 23:24, 25). Maar wat nog belangrijker is, de wijze waarop je leeft, kan onze Schepper, Jehovah God, hetzij verblijden of bedroefd maken. „Wees wijs, mijn zoon,” luidt Jehovah’s aansporing, „en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” — Spreuken 27:11.
2. Welke uiterst belangrijke strijdvraag werd door Satan opgeworpen, en hoe zijn wij erbij betrokken?
2 Degene die Jehovah hoont, is natuurlijk Satan de Duivel. In de hof van Eden wierp Satan een uiterst belangrijke strijdvraag op die om een antwoord van Gods zijde vroeg. De feiten geven te kennen dat toen de Duivel Eva en vervolgens Adam er klaarblijkelijk met gemak toe had kunnen brengen Gods wet te overtreden, hij Jehovah uitdaagde. In feite beweerde Satan: ’Geef mij enkel de kans en ik kan iedereen ervan afbrengen u te dienen’ (Job 1:6-12). Daarom deed Jehovah het bovenstaande hartverwarmende beroep op zijn zoon Hem „een antwoord” te verschaffen, opdat Hij Satans uitdaging zou kunnen beantwoorden.
3. Waarom richt Jehovah zich met zijn dringende verzoek in het bijzonder tot Jezus, en wie nog meer zullen Gods hart hebben verblijd?
3 Op wie in het bijzonder deed Jehovah echter dit hartverwarmende beroep door hem als „mijn zoon” aan te spreken? Jezus Christus is in unieke zin Gods zoon, daar hij zijn eniggeboren Zoon is (Johannes 1:14). Bovendien is Jezus, afgezien van Adam, die in gebreke bleef zijn Schepper te gehoorzamen, de enige volmaakte man die ooit op aarde heeft gewandeld en derhalve de enige man die in volledige zin kon bewijzen dat men God getrouw kan blijven (1 Korinthiërs 15:45). Daarom richt Jehovah zich met dit dringende verzoek in het bijzonder tot Jezus. En Jezus stelde zijn Vader niet teleur. Door zijn getrouwe loopbaan verschafte Jezus God een antwoord op Satans pocherige uitdaging dat mensen Hem onder beproeving niet trouw zouden dienen (Hebreeën 2:14; 12:2). Bovendien zullen ook allen die met Christus in de hemel zullen regeren, Jehovah’s hart hebben verblijd doordat zij God zelfs tot in de dood getrouw zijn gebleven. — Openbaring 2:10.
4. Welke uiterst belangrijke zaak dien je te beschouwen wanneer je gaat besluiten wat je met je leven zult doen?
4 Maar wat valt er te zeggen over ons in deze tijd, met inbegrip van jullie, jongeren? Zijn jullie betrokken bij deze strijdvraag die erom draait of mensen God al dan niet getrouw zullen zijn? Inderdaad! (Psalm 147:11; 148:12, 13) Misschien besef je het niet, maar door wat je met je leven doet, ondersteun je hetzij Gods zijde van de strijdvraag of Satans zijde. Het maakt hetzij Jehovah blij of Satan blij. Ja, Jehovah’s uitnodiging of dringende beroep kan ook opgevat worden als tot jou persoonlijk gericht: „Wees wijs, mijn zoon [of dochter], en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont” (Spreuken 27:11). Is het verblijden van het hart van je Schepper niet een voldoening schenkend doel dat je kunt hebben?
Waarom het wijs is
5. Waarom is het wijs Jehovah’s hart te verblijden?
5 Merk op dat Jehovah’s aanmoediging luidt: „Wees wijs.” Waarom doen wij er wijs aan Jehovah’s hart te verblijden? Welnu, omdat Jehovah een liefdevolle Vader is die alleen maar het beste met ons voorheeft, en alles wat hij van ons vraagt, is voor ons bestwil. Zoals Jesaja 48:17, 18 zegt: „Ik, Jehovah, ben uw God, Degene die u leer uzelf baat te verschaffen, Degene die u doe treden op de weg die gij dient te bewandelen. O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier, en uw rechtvaardigheid als de golven der zee.”
6. (a) Waaruit blijkt dat Jehovah wil dat je van het leven geniet? (b) Welke gevolgen kun je niet vermijden?
6 Als een liefdevolle ouder wil Jehovah dat je ten volle van zijn kostbare gave van het leven geniet. Daarom zegt hij: „Verheug u, jongeman, in uw jeugd, en laat uw hart u goed doen in uw jongelingsdagen, en wandel in de wegen van uw hart en naar de dingen die uw ogen zien.” Nu houdt dit natuurlijk geen uitnodiging in om al het plezierigs te doen dat je maar wenst. Dit blijkt uit de volgende waarschuwing: „Maar weet dat de ware God u wegens dit alles in het gericht zal brengen” (Prediker 11:9). Ja, je kunt de gevolgen van je gedrag niet vermijden; God zal je rekenschap vragen van wat je doet. De regel staat vast: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten.” — Galáten 6:7.
7, 8. (a) Hoe kun je kommer verwijderen en rampspoed weren? (b) Wanneer zijn jeugd en de bloei des levens ijdelheid?
7 Daarom voegt Jehovah eraan toe: „Verwijder daarom kommer [of reden tot gepieker] uit uw hart, en weer rampspoed van uw vlees; want jeugd en de bloei des levens zijn ijdelheid” (Prediker 11:10). Het is stellig wijs om activiteiten die je naderhand kommervolle problemen zullen bezorgen, te vermijden. O ja, er zullen er zijn die zeggen dat je wat mist — dat je niet ’werkelijk geleefd’ hebt als je niet dronken bent geweest, geen ongeoorloofde seks hebt gehad of niet iets anders hebt gedaan wat „gedurfd” is. Maar hoe dwaas zijn zij! „Het was het beslist niet waard”, jammerde een jonge studente onder tranen na hoererij gepleegd te hebben. „Ik heb sindsdien alleen maar gepiekerd.”
8 Dus jongeren, wees wijs en sla acht op Gods raad om elke reden tot zorg of spijt, zoals die wordt ervaren door jongeren die een roekeloze of zelfzuchtige levenswijze nastreven, uit je hart te verwijderen. Een 17de-eeuwse schrijver van korte verhandelingen merkte op: „Het grootste deel van de mensheid gebruikt de eerste levensjaren om de laatste ellendig te maken.” Hoe droevig, maar waar! Wanneer een jongere zijn fysieke krachten en bekwaamheden verspilt op een wijze die het voor hem in zijn latere jaren als volwassene moeilijker maakt, kan er inderdaad worden gezegd dat zijn jeugd en de bloei des levens ijdelheid zijn! (Spreuken 22:3) Wees dus wijs! Geef gehoor aan de verdere vermaning: „Gedenk nu uw grootse Schepper in uw jongelingsdagen.” — Prediker 12:1.
9. Welke zegeningen zullen je ten deel vallen wanneer je Jehovah in je jeugd gedenkt?
9 Door Jehovah in je jeugd te gedenken, zul je jezelf werkelijk baat verschaffen. Je zult niet alleen kommer en rampspoedige moeilijkheden vermijden, maar je zult je nu reeds in een gelukkig, lonend leven verheugen door je grootse Schepper te dienen. Bovendien zul je er wijselijk mee bezig zijn schatten in de hemel te vergaren, die je in alle eeuwigheid tot zegen zullen strekken (Matthéüs 6:19-21). Indien je nu Jehovah gedenkt door zijn wil te doen, zal hij jou gedenken en je belonen door ’de beden van je hart’ te vervullen, ja, je voor eeuwig een gelukkig, rijkgevuld leven te schenken in het Paradijs! — Psalm 37:4; 133:3; Lukas 23:43; Openbaring 21:3, 4.
Hoe denk je over Jehovah?
10. (a) Waarom kan je besluit om God te dienen, niet eenvoudig een koele berekening zijn van wat wijs is? (b) Welk beroep doet Jehovah nog meer op je?
10 Toch kan je besluit om Jehovah te dienen, niet eenvoudig een koele berekening zijn van wat wijs is. Satan is zo’n sluwe vijand dat indien je enkel aan je persoonlijke voordeel denkt, hij er ten slotte in zal slagen een beroep te doen op de een of andere zelfzuchtige neiging ten einde je van het dienen van Jehovah af te brengen. Daarom nodigt Jehovah je er niet eenvoudig toe uit wijs te zijn. Neen, maar hij doet ook een beroep op je om je persoonlijk aan hem op te dragen. Jezus zei: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart” (Matthéüs 22:37). Weet je wat het wil zeggen Jehovah lief te hebben met geheel je hart?
11. (a) Wat wil het zeggen Jehovah je hart te geven? (b) Hoe illustreert Jozefs ervaring dat een juiste motivatie van het hart ons ertoe kan bewegen Gods wil te doen?
11 Je hart heeft betrekking op je innerlijke persoon, je beweegredenen, je geesteshouding en je diepe emoties, in combinatie met je verstandelijke vermogens. Jehovah liefhebben met geheel je hart betekent derhalve dat je hem innig liefhebt en dat het boven al het andere in het leven je weloverwogen keus is zijn hart te verblijden door hem een antwoord te verschaffen op Satans gehoon. Dit innerlijke onderscheidingsvermogen en zulke diepe gevoelens van liefde en belangstelling voor God zullen je sterkste motivatie vormen voor het doen van zijn wil, hoe aanlokkelijk het ook moge schijnen om een andere weg te volgen. De jonge Jozef had zo’n liefde voor Jehovah, dus toen een vooraanstaande vrouw de uitnodiging deed: „Kom bij mij liggen”, antwoordde Jozef: „Hoe zou ik . . . deze grote slechtheid kunnen begaan en in werkelijkheid zondigen tegen God?” — Genesis 39:7-9.
12. (a) Hoe toon je dat je Jehovah je hart hebt gegeven? (b) Welke vragen dien je te beschouwen indien je Jehovah je hart nog niet hebt gegeven?
12 Je toont dat je Jehovah liefhebt met geheel je hart wanneer je in gebed tot hem gaat en hem vertelt dat je hem wilt toebehoren, dat je hem eeuwig wilt dienen. Op deze wijze draag je je aan Jehovah op. Heb je dit gedaan? Zo niet, waarom niet? Wat weerhoudt je ervan? Ben je oud genoeg om te beseffen dat er een belangrijke strijdvraag bestaat tussen Jehovah en Satan, en wat daar allemaal bij betrokken is? En wil je Jehovah’s hart verblijden? Satan wil stellig niet dat je Jehovah liefhebt met geheel je hart. Hij wil dat je zelfzuchtig je eigen zin doet, dat je jezelf behaagt. Wie zul je verblijden, Jehovah of Satan? Denk hier eens ernstig over na.
13. Indien je opgedragen en gedoopt bent, wat dien je je dan af te vragen?
13 Indien je je aan God hebt opgedragen en dit door de waterdoop hebt gesymboliseerd, blijkt dan uit je levenswandel dat je hart werkelijk aan God toebehoort? Waarop zijn je interesses, je genegenheden, gericht? Op het krijgen van een nieuwe auto? Op geld verdienen om kleren of andere persoonlijke dingen te kopen? Wiens belangen komen op de eerste plaats — je eigen belangen of die van Jehovah? Heb je werkelijk gehoor gegeven aan het beroep dat Jehovah op je doet om hem je hart te geven?
14. (a) Wat voor waardevols bezitten jongeren? (b) Waarom is het bedroevend wanneer een jongere zijn Schepper niet gedenkt?
14 Terwijl ouderen meer ervaring en gewoonlijk meer wijsheid hebben, bezitten jongeren ook iets waardevols dat zij kunnen gebruiken om God te behagen. „De luister der jongelingen is hun kracht”, zegt de bijbel (Spreuken 20:29). Gebruik die kracht nu dus. Gedenk je Schepper „voordat de rampspoedige dagen” van de ouderdom „gaan komen”, wanneer het lichaam verzwakt en de organen het begeven en niet meer juist functioneren. Wat is het bedroevend wanneer iemand in gebreke is gebleven zijn Schepper in zijn jeugd te gedenken en daarom in zijn ouderdom niets heeft om zich aan God aan te bevelen! Het is „de grootste ijdelheid!” (Prediker 12:1-8) Wees daarom wijs en gedenk je Schepper terwijl je nog kracht en energie bezit. Bouw een bericht op van getrouwe dienst voor God, die je zal gedenken met een gunstig oordeel, ja, met eeuwig leven. — Hebreeën 6:10-12; Prediker 12:13, 14.
Zij hebben Gods hart verblijd
15. Welke voorbeelden bevat de bijbel van jongeren die hun kracht in Gods dienst hebben gebruikt?
15 De bijbel staat vol met voorbeelden van jongeren die hun „luister” — hun kracht — in Gods dienst hebben gebruikt. Het waren snelle en behendige „jonge mannen” die het Beloofde Land verspiedden (Jozua 6:22, 23; 2:15, 16, 23). David, die zelf nog maar in de twintig was, zond „tien jonge mannen” erop uit om Nabal een gunst af te smeken (1 Samuël 25:4, 5). Door wie werd, toen de joden onder stadhouder Nehemía de muren van Jeruzalem herbouwden terwijl zij met een aanval werden bedreigd, het gevaarlijke, zware werk verricht? „De helft van mijn jonge mannen”, verklaarde Nehemía, ’was met het werk bezig en de helft van hen hield de lansen, de schilden en de bogen en de maliënkolders’ (Nehemía 4:16). En toen God Ananías en zijn vrouw Saffíra ter dood bracht omdat zij hadden gelogen, waren het ’jonge mannen’ die hen naar buiten droegen en begroeven. — Handelingen 5:5, 6, 10.
16. Aan welke geestelijke activiteit hebben jongeren in het verleden deelgenomen?
16 Het verblijdt Jehovah’s hart beslist wanneer jongeren zich beschikbaar stellen voor welke dienst maar ook die op een bepaald moment wordt vereist. Toch zijn jongeren betrokken geweest bij een geestelijke activiteit die meer dan fysieke kracht en uithoudingsvermogen vergde. „Ik ben jong van dagen”, erkende Elihu. Niettemin werd hij door Jehovah gebruikt om Job terecht te wijzen (Job 32:4-6). Samuël was nog maar „een jongen” toen hij dienst begon te verrichten in Jehovah’s tabernakel te Silo (1 Samuël 2:18). Het was „een klein meisje” dat, ook al was zij een slavin in Naämans huis, onbevreesd verkondigde wat Jehovah’s profeet kon doen (2 Koningen 5:2-4). Toen Jehovah Jeremia als profeet aanstelde, zei Jeremia: „Ik ben maar een jongen” (Jeremia 1:5, 6). „En wat deze kinderen, hun vieren, betreft” — Daniël en zijn drie Hebreeuwse metgezellen — wat een in het oog springende dienstknechten van Jehovah waren zij in Babylonische ballingschap! (Daniël hfdst. 1 en 3) Paulus’ neef, een „jongeman”, handelde moedig in het belang van zijn oom (Handelingen 23:16-22). Dan was er de knaap Timótheüs, die van kindsbeen af de heilige geschriften kende en zijn jeugd in Jehovah’s dienst gebruikte. — 2 Timótheüs 3:15; Filippenzen 2:19-23; 1 Korinthiërs 4:17.
Gods hart in deze tijd verblijden
17. Waarom mogen wij verwachten dat er in deze tijd jongeren zijn die Jehovah behagen, en zijn die er ook?
17 En niet alleen jongeren in het verleden hebben Gods hart verblijd door hun getrouwe dienst. „’In de laatste dagen’, zegt God, ’zal ik wat van mijn geest uitstorten op alle soorten van vlees, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren en uw jongemannen zullen visioenen zien’” (Handelingen 2:17; Joël 2:28). Wij mogen dus terecht verwachten dat er in deze laatste dagen vele jonge christenen zijn die Jehovah behagen. En die zijn er ook! Alhoewel jonge Getuigen niet zonder gebreken zijn, wat trouwens met niemand van ons het geval is, zijn velen voortreffelijke christenen. Zij bekommeren zich erom Jehovah’s hart te verblijden. — Spreuken 27:11; 3:1, 2.
18, 19. Welk werk moet thans verricht worden, en waarom zijn jongeren hier uitermate geschikt voor?
18 In deze laatste dagen is het Jehovah’s wil dat er een groot wereldomvattend getuigenis omtrent zijn koninkrijk wordt gegeven, hetgeen een enorme krachtsinspanning vergt (Matthéüs 24:14). Er moeten Koninkrijkszalen voor aanbidding worden gebouwd, alsook grotere gebouwen voor kringvergaderingen. In veel landen is meer drukkerijruimte voor het vervaardigen van bijbelse lectuur nodig en moet de woongelegenheid in Bethelhuizen worden uitgebreid. Om in deze nieuwe faciliteiten te voorzien, moeten er zware bouwwerkzaamheden worden verricht, en net als bij de bouw van de muur in Nehemía’s tijd, wordt veel van het werk verricht door jongeren, die over kracht en uithoudingsvermogen beschikken.
19 Zulke jongeren verrichten ook het leeuwedeel van het zware lichamelijke werk dat wordt vereist om jaarlijks duizenden tonnen bijbelse lectuur te drukken, te binden en te verzenden. Ja, er bevinden zich meer dan 1400 jongeren van 25 jaar en jonger op het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in New York en op de Watchtower Farms. En hun dienst is niet beperkt tot het lichamelijk veeleisende werk dat zij gedurende de week doen; op de weekeinden nemen zij samen met de plaatselijke gemeenten deel aan de van-huis-tot-huisprediking en bezoeken zij christelijke vergaderingen. Hoezeer verblijden zij Jehovah’s hart!
20. (a) Welk aandeel hebben jongeren aan de pioniersdienst? (b) Welke vragen dienen jongeren die niet in de volle-tijddienst zijn, zichzelf te stellen?
20 In de Verenigde Staten werken meer dan tienduizend anderen uit dezelfde leeftijdsgroep die als gewone pioniers dienst verrichten, schouder aan schouder met deze jongeren samen. In andere delen van de wereld zijn nog tienduizenden jongeren meer die eveneens pionieren. Indien jij een jongere bent die nog niet in de volle-tijddienst staat, kun je jezelf dan doeleinden stellen waardoor Jehovah op de eerste plaats in je leven zal komen, in plaats van je misschien eenvoudig ten doel te stellen een goed betaalde wereldse baan te krijgen, vervolgens te trouwen en een gezin te stichten? Begrijp je de grote universele strijdvraag? Verlang je er werkelijk naar te zien dat de naam van onze grootse Schepper van alle blaam gezuiverd wordt? Zo ja, is het dan niet passend dat je zoveel mogelijk in Jehovah’s dienst doet? En zou dat, althans voor velen meer van jullie, niet inhouden je vrijwillig aan te bieden om in Bethelhuizen te dienen of aan het pionierswerk deel te nemen?
21. (a) Aan welke uitnodiging van Jehovah dien je gehoor te geven, en op welke wijze? (b) Waarom kunnen wij het volste vertrouwen hebben dat nog veel meer jongeren net als Jesaja gehoor zullen geven aan Jehovah’s uitnodiging?
21 Luister! Jehovah richt tot jou de uitnodiging, ja, doet een krachtig beroep op je, hem een antwoord te verschaffen op Satans goddeloze gehoon. Kun je net als Jesaja horen hoe Jehovah vraagt: „Wie zal ik zenden, en wie zal voor ons gaan?” Waarom zou je niet zo wijs zijn om net zo te reageren als Jesaja: „Hier ben ik! Zend mij” (Jesaja 6:8). Wij hebben het volste vertrouwen dat nog velen meer van jullie, jongeren, gehoor zullen geven aan de uitnodiging, want Gods Woord bevat de belofte: „Uw volk zal zich gewillig aanbieden op de dag van uw strijdkracht. . . . Gij [hebt] uw gezelschap van jonge mannen [en vrouwen] net als dauwdruppels” (Psalm 110:3; 148:12, 13). En wanneer je gehoor geeft aan de uitnodiging, kun je de vreugde smaken te weten dat Jehovah je gadeslaat en goedkeurt — dat je inderdaad zijn hart verblijdt!
OVERZICHTSKADER
◻ Waarom is de wijze waarop wij leven, belangrijk voor Jehovah?
◻ Waarom is het wijs Jehovah’s hart te verblijden?
◻ Hoe kunnen wij tonen dat wij Jehovah ons hart hebben gegeven?
◻ Wie in het verleden hebben Jehovah’s hart verblijd, en hoe?
◻ Wie verblijden Jehovah’s hart in deze tijd, en op welke wijze?
[Inzet op blz. 17]
Wanneer jongeren Gods wetten overtreden, oogsten zij later de bittere gevolgen
[Illustratie op blz. 18]
Jongeren hebben Gods hart verblijd door mee te helpen aan de herbouw van de muren van Jeruzalem