-
Hoe het hoofd te bieden aan de morele uitdaging van armoedeDe Wachttoren 1990 | 15 november
-
-
Tegenwoordig is het merendeel van de armen in de wereld het slachtoffer van omstandigheden die zij niet zelf in de hand hebben — misschien ontoereikend onderwijs, een zwakke plaatselijke economie of politieke omwentelingen. Velen zwoegen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en kunnen nauwelijks het hoofd boven water houden. Mogelijkheden om er langs oneerlijke wegen financieel op vooruit te gaan, kunnen derhalve aantrekkelijk of zelfs noodzakelijk schijnen. Sommigen redeneren misschien dat de bijbel in incidentele gevallen een misstap rechtvaardigt! Per slot van rekening wordt daarin gezegd: „Men veracht een dief niet louter omdat hij diefstal pleegt om zijn ziel te vullen als hij honger heeft.” En een wijze man bad: ’Laat mij niet tot armoede geraken en werkelijk stelen.’ — Spreuken 6:30; 30:8, 9.
-
-
Hoe het hoofd te bieden aan de morele uitdaging van armoedeDe Wachttoren 1990 | 15 november
-
-
Maar hoe staat het met het gebed van de wijze man? Hij vroeg of hij niet tot armoede mocht geraken en ’werkelijk zou stelen en zich vergrijpen aan de naam van zijn God’ (Spreuken 30:9). Ja, oneerlijkheid van de zijde van iemand die Jehovah beweert te dienen, kan smaad werpen op Gods naam en op de gemeente van Zijn volk. De apostel Paulus schreef: „Gij die predikt: ’Steel niet’, steelt gij?” Als enkele belijdende christenen stalen, kon dit tot gevolg hebben dat ’de naam van God onder de natiën werd gelasterd’. — Romeinen 2:21, 24.
-