-
Zoek juiste omgangDe Wachttoren 1960 | 15 mei
-
-
19. In welke andere opzichten zal men erop toezien slechte omgang te mijden en goede omgang te zoeken, en waarom?
19 Ten slotte komen wij op het zeer belangrijke punt van omgang door middel van wat wij lezen, waarnaar wij kijken of luisteren of waarover wij denken. Ook in dit opzicht hebben wij deel aan de gedachten van anderen, en wanneer wij alleen zijn en geheel in ons leesmateriaal opgaan, is de geest zeer ontvankelijk voor indrukken. Wanneer men geen omgang wenst met goddeloze bespotters van Gods Woord of met immorele, ontaarde personen, dient men ook niet in het verborgene in hun gedachten of daden te delen door erover te lezen. Als van ’hoererij en allerlei onreinheid onder u zelfs geen sprake mag zijn’, dient men er ook niet naar te luisteren (Ef. 5:3, 12). Als zulke dingen ’schandelijk zijn om te noemen’, zijn ze ook schandelijk om erover te schrijven of te lezen. Door zulke verslagen in kranten, tijdschriften of boeken te lezen, of in bioscopen te zien hoe er gesuggereerd wordt dat er immoraliteit wordt bedreven, heeft men deelgenootschap met de immorele personen wier handelingen worden beschreven of degene die het verhaal heeft opgesteld. Iemand die zich hieraan schuldig maakt, kan zijn geest en verlangens beslist niet in overeenstemming met de Heilige bewaren. Wanneer men leest, naar de radio luistert of naar de televisie of een film in een bioscoop kijkt, dient men er derhalve op toe te zien dat men in goed gezelschap verkeert, zodat men goede omgang zoekt. De inlichtingen kunnen opvoedkundig en informatief, of wellicht humoristisch zijn, maar ze dienen altijd opbouwend te zijn. De geest kan niet zowel Gods gedachten — zoals die in zijn Woord staan opgetekend — bevatten en terzelfder tijd in de gedachten van goddeloze, vleselijk gezinde, immorele personen delen. — 1 Petr. 1:13-16; Jak. 3:11; 4:8.
20. Welke hoop koesteren zij die met de oprechten omgaan?
20 Ja, de weg der wijsheid is slechte omgang te mijden en juiste omgang te zoeken. „Wanneer er wijsheid in uw hart komt . . . zal het vermogen om te denken over u waken . . . om u van het slechte pad te redden, van de man die verdorven dingen zegt, van hen die de paden der oprechtheid verlaten om op wegen der duisternis te gaan wandelen, van hen die er behagen in scheppen het slechte te doen, die zich verblijden over de verdorvenheid van slechte dingen; van hen wier paden krom zijn en wier handelwijze over het algemeen slinks is . . . Het doel is dat gij de weg van goede mensen bewandelt en de paden der rechtvaardigen bewaart. Want de oprechten zullen op de aarde wonen, en de onberispelijken zullen erop overblijven” (Spr. 2:10-22, NW). De denkwijze van deze wereld betekent de dood. De gedachten van God betekenen leven. „De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie den wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 2:17). Wanneer u verkeerde omgang zoekt, zult u hier slechts kort van kunnen genieten. Juiste omgang zal altijd blijven bestaan. Zoek juiste omgang en blijf er eeuwig van genieten.
-
-
Mijn doel in het leven nastrevenDe Wachttoren 1960 | 1 december
-
-
Mijn doel in het leven nastreven
Zoals H.A. Morris dit heeft verteld
EEN jongen van achttien jaar zit nog vol ambities die hij op de een of andere dag hoopt te kunnen verwezenlijken. Hij heeft het leven nog voor zich. Ouderdom, zwakte en de dood komen nog niet in zijn gedachten op. Hij vindt zich vaak veel verstandiger dan hij in werkelijkheid is. Tenzij hij zich bewust is van zijn geestelijke nooddruft, is het erg onwaarschijnlijk dat hij acht zal slaan op de wijze raad van koning Salomo: „Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren.” Ik behoorde tot degenen die niet bij deze raad stilstonden. Hoewel ik in een christelijk huisgezin was grootgebracht, was ik in geestelijk opzicht toch veel tekort gekomen.
Terwijl mijn klasgenoten eindexamen aan een middelbare school deden, lag ik in het ziekenhuis wegens een acute blindedarmontsteking. Ik heb daar een maand voor in het ziekenhuis gelegen en daarna nog een maand thuis om weer helemaal te herstellen. Daar het voor mij niet mogelijk was dat najaar weer naar school te gaan, ben ik maar in een andere plaats begonnen te werken. Hier kwam ik in contact met een van Jehovah’s getuigen en begon over Jehovah’s wonderbaarlijke voornemen om een aards paradijs te herstellen, te leren. Ik ging herhaaldelijk bij hem op bezoek om meer kennis betreffende de wonderbaarlijke waarheden uit Gods Woord in te drinken. Deze kennis gaf mij een doel in het leven dat de moeite waard is om na te streven.
Op een avond nodigde de Getuige mij uit met hem mee te gaan naar de Wachttoren-studie. Ik nam onmiddellijk zijn uitnodiging aan. Daar ik gewend was geregeld de kerkdiensten bij te wonen, deed de eerste Wachttoren-studie mij vreemd aan. Men kon echter duidelijk zien dat al degenen die hier aanwezig waren, bijbelstudenten waren. Hun oprechtheid en vriendelijkheid waren anders dan ik ooit daarvoor had meegemaakt. Na de studie trof de gemeente regelingen om naar een zonevergadering te gaan die twee weken later in Indianapolis gehouden zou worden. Deze vergadering maakte een diepe indruk op mij. Nog nooit tevoren had ik zoveel blijde en attente mensen bij elkaar gezien. Hierdoor werd ik ervan overtuigd dat zij Jehovah’s volk waren. Op de volgende zonevergadering, zes maanden later, deed ik een belangrijke stap voorwaarts in het nastreven van mijn levensdoel door mij te laten dopen.
-