„Wijsheid is tot bescherming”
„HET verkrijgen van wijsheid — o hoeveel beter is het dan goud! En het verkrijgen van verstand is verkieslijker dan zilver”, zegt Spreuken 16:16. Waarom is wijsheid zo waardevol? „Wijsheid is tot bescherming evenals geld tot bescherming is; maar het voordeel van kennis is, dat de wíȷ́sheid haar bezitters in het leven houdt” (Prediker 7:12). Maar hoe houdt wijsheid haar bezitters in het leven?
Als we goddelijke wijsheid verwerven, dat wil zeggen nauwkeurige kennis opdoen uit Gods Woord, de Bijbel, en in harmonie daarmee handelen, helpt dat ons de weg te bewandelen die Jehovah goedkeurt (Spreuken 2:10-12). Koning Salomo van het oude Israël zegt: „De gebaande weg van de oprechten is, zich af te keren van het kwaad. Wie zijn weg beveiligt, behoudt zijn ziel” (Spreuken 16:17). Ja, wijsheid bevrijdt haar bezitters van slechte wegen en houdt hen in het leven! De bondige, wijze uitspraken in Spreuken 16:16-33 laten zien wat een positieve uitwerking goddelijke wijsheid kan hebben op onze instelling, spraak en daden.a
Wees „ootmoedig van geest”
De gepersonifieerde wijsheid zegt: „Zelfverheffing en trots . . . heb ik gehaat” (Spreuken 8:13). Trots en wijsheid staan lijnrecht tegenover elkaar. We moeten wijs handelen en oppassen dat we geen hoogmoedige of arrogante instelling ontwikkelen. We moeten vooral op onze hoede zijn als we op enkele terreinen van het leven succesvol zijn geweest of als ons in de christelijke gemeente een verantwoordelijke positie is toevertrouwd.
„Trots komt vóór een ineenstorting,” waarschuwt Spreuken 16:18, „en een hoogmoedige geest vóór struikeling.” Sta eens stil bij de grootste ineenstorting in het universum: de val van een volmaakte geestenzoon van God die zich tot Satan de Duivel maakte (Genesis 3:1-5; Openbaring 12:9). Heeft hij voor zijn val niet blijk gegeven van een hoogmoedige geest? De Bijbel wijst daarop door te zeggen dat een pasbekeerde niet in een ambt van opzicht in de christelijke gemeente aangesteld mag worden „opdat hij niet opgeblazen wordt van trots en in het oordeel valt dat over de Duivel werd geveld” (1 Timotheüs 3:1, 2, 6). Het is dan ook heel belangrijk om op te passen dat we niet de trots van anderen voeden maar dat we ook niet toelaten dat er zich in ons trots ontwikkelt!
„Beter is het ootmoedig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan buit te delen met wie zich verheffen”, zegt Spreuken 16:19. Dat dit een wijze vermaning is, blijkt in het geval van koning Nebukadnezar van het oude Babylon. Trots richtte hij in de vlakte van Dura een immens beeld op, dat misschien de koning zelf voorstelde. Het kan zijn dat het beeld op een heel hoge sokkel stond, zodat de totale hoogte 27 meter bedroeg (Daniël 3:1). Dit hoog oprijzende monument was bedoeld als een indrukwekkend symbool van Nebukadnezars rijk. Hoewel hoge en verheven dingen — zoals dat beeld, en ook obelisken, kerktorens en wolkenkrabbers — diepe indruk op mensen kunnen maken, is God er niet van onder de indruk. De psalmist zong: „Jehovah is hoog, en toch ziet hij de nederige; maar de hovaardige kent hij slechts van een afstand” (Psalm 138:6). In feite is „wat hoog is onder de mensen, . . . iets walgelijks in Gods ogen” (Lukas 16:15). Het is beter ons ’door de nederige dingen te laten meevoeren’ dan ’op hoge dingen te zinnen’. — Romeinen 12:16.
Spreek met „inzicht” en „overredingskracht”
Hoe is het verwerven van wijsheid van invloed op onze spraak? De wijze koning vertelt ons: „Hij die blijk geeft van inzicht in een zaak, zal het goede vinden, en gelukkig is hij die op Jehovah vertrouwt. Wie wijs van hart is, zal verstandig worden genoemd, en hij die zoet van lippen is, vermeerdert overredingskracht. Inzicht is voor wie het bezitten een bron van leven; en het strenge onderricht van de dwazen is dwaasheid. Het hart van de wijze maakt dat zijn mond blijk geeft van inzicht, en aan zijn lippen voegt het overredingskracht toe.” — Spreuken 16:20-23.
Wijsheid helpt ons met inzicht en overredingskracht te spreken. Waarom? Omdat iemand die wijs van hart is, probeert ’het goede in een zaak te vinden’ en „op Jehovah vertrouwt”. Als we ons best doen iets goeds in anderen te vinden, is de kans groter dat we lovend over hen spreken. In plaats van nors of ruzieachtig over te komen, zijn onze woorden vriendelijk en overredend. Inzicht in de omstandigheden van anderen helpt ons te begrijpen met wat een problemen ze misschien te kampen hebben en hoe ze ermee omgaan.
Ook bij onze Koninkrijksprediking en het maken van discipelen is het belangrijk dat onze spraak van wijsheid getuigt. Als we Gods Woord aan anderen onderwijzen, willen we niet alleen Bijbelse informatie overdragen. Het is ons doel het hart van mensen te bereiken. Daarvoor moeten we ’overredingskracht aan onze lippen toevoegen’. De apostel Paulus was bijzonder bekwaam in het overreden van anderen (Handelingen 18:4). Zelfs een van zijn tegenstanders, Demetrius, een zilversmid, erkende: ’Deze Paulus heeft niet alleen in Efeze maar in bijna het gehele district Asia een aanzienlijke schare overreed en hen tot een andere opvatting gebracht.’ — Handelingen 19:26.
Het Griekse woord voor ’overreden’ betekent „een verandering van geest teweegbrengen door de invloed van het denkvermogen of morele overwegingen”, zegt An Expository Dictionary of New Testament Words door W.E. Vine. Willen we overtuigende argumenten kunnen aanvoeren die tot een verandering van geest leiden bij de persoon die naar ons luistert, dan moeten we inzicht hebben in zijn of haar denkwijze, interesses, omstandigheden en achtergrond. Hoe kunnen we dat inzicht verwerven? De discipel Jakobus antwoordt: ’Wees vlug om te horen, langzaam om te spreken’ (Jakobus 1:19). Door iemand tot praten te brengen en aandachtig te luisteren naar wat hij zegt, kunnen we erachter komen wat er in hem leeft.
Eiste Paulus zelf de eer op voor zijn doeltreffendheid in het predikingswerk? Beslist niet. Hij beschouwde zijn prediking als „een tentoonspreiding van [Gods] geest en kracht” (1 Korinthiërs 2:4, 5). Ook wij worden geholpen door Jehovah’s heilige geest. Omdat we op Jehovah vertrouwen, rekenen we op zijn hulp bij ons streven om met inzicht en overredingskracht te spreken in onze bediening.
Geen wonder dat wie „wijs van hart” is, „intelligent” of „schrander” wordt genoemd! (Spreuken 16:21, An American Translation; New International Version) Inzicht is echt „een bron van leven” voor wie het bezitten. Maar hoe staat het met de dwazen? Die ’verachten wijsheid en streng onderricht’ (Spreuken 1:7). Wat oogsten ze door Jehovah’s strenge onderricht te verwerpen? Zoals boven opgemerkt, zegt Salomo: „Het strenge onderricht van de dwazen is dwaasheid” (Spreuken 16:22). Ze ontvangen een verdere vorm van streng onderricht, die vaak neerkomt op een zware straf. De dwazen kunnen ook moeilijkheden, schande, ziekte en zelfs een vroegtijdige dood over zich brengen.
De koning van Israël zegt vervolgens over de heilzame uitwerking die wijsheid op onze spraak heeft: „Aangename woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel en genezing voor de beenderen” (Spreuken 16:24). Net zoals honing zoet is en iemand die honger heeft er snel door wordt verkwikt, zijn aangename woorden aanmoedigend en verkwikkend. Honing heeft ook heilzame en geneeskrachtige eigenschappen en is goed voor een mens. Hetzelfde geldt voor aangename woorden; ze bevorderen de geestelijke gezondheid. — Spreuken 24:13, 14.
Pas op voor ’een weg die recht lijkt’
„Er bestaat een weg die recht is voor het aangezicht van een man,” zegt Salomo, „maar de wegen van de dood zijn er naderhand het einde van” (Spreuken 16:25). Dat is een waarschuwing tegen onjuiste redenaties en het volgen van een koers die indruist tegen Gods wet. Een bepaald pad kan vleselijk gezien juist lijken maar in werkelijkheid strijdig zijn met de rechtvaardige beginselen in Gods Woord. Bovendien kan Satan die misleiding bevorderen, zodat iemand vindt dat hij een bepaalde weg moet volgen die hij als juist beschouwt, terwijl die in feite naar de dood voert.
Er is geen betere bescherming tegen zelfmisleiding mogelijk dan een hart dat wijs en verstandig is en een geweten dat gevormd is door de kennis uit Gods Woord. Bij het nemen van beslissingen in het leven — of dat nu op het gebied van de moraal of de aanbidding of wat maar ook is — kunnen we het beste waken voor zelfmisleiding door ons te laten leiden door Gods maatstaven van goed en kwaad.
„De eetlust van de werkman werkt voor hem”
„De ziel van de harde werker heeft hard voor hem gewerkt,” vervolgt de wijze koning, „want zijn mond heeft hem ertoe geprest” (Spreuken 16:26). Salomo zegt dat het verlangen naar voedsel van een werker ’hard voor hem kan werken’ omdat zijn honger ’hem prest’ of motiveert. An American Translation luidt: „De eetlust van de werkman werkt voor hem; want zijn honger drijft hem voort.” Een normaal verlangen, zoals onze eetlust, kan ons ertoe motiveren productief te zijn. Zo’n verlangen is constructief. Maar als nu toegelaten wordt dat een juist verlangen zulke buitensporige vormen aanneemt dat het in hebzucht ontaardt? De gevolgen zijn te vergelijken met wat er gebeurt als een kampvuur waarop eten wordt gekookt, een regelrechte bosbrand wordt. Hebzucht is een onbeheerst verlangen en is destructief. In het besef van het gevaar houdt iemand die verstandig is zelfs zijn gezonde verlangens onder controle.
Bewandel geen „weg die niet goed is”
De woorden die uit onze mond komen, kunnen zo verwoestend zijn als een vlammend vuur. Salomo beschrijft wat het rampzalige gevolg is wanneer iemand achter de fouten van anderen komt en ze aan de grote klok hangt: „Een nietswaardig man graaft op wat kwaad is, en op zijn lippen is als het ware een verzengend vuur. Een man van slinkse streken blijft twist ontketenen, en een lasteraar scheidt hen die vertrouwelijk met elkaar omgaan.” — Spreuken 16:27, 28.
Iemand die de reputatie van zijn medemens probeert te ruïneren, is „nietswaardig”. We moeten naar het goede in anderen zoeken en dingen zeggen waardoor anderen respect voor hen krijgen. En wat te zeggen van het luisteren naar personen die schadelijke kletspraat verspreiden? Hun woorden kunnen makkelijk een ongegronde achterdocht wekken die scheiding brengt tussen vrienden en in de gemeente verdeeldheid veroorzaakt. Wijsheid zal ons ertoe bewegen niet naar hen te luisteren.
Salomo waarschuwt voor een vorm van verleiding waardoor iemand een verkeerde weg zou gaan bewandelen als hij zegt: „Een man van geweld zal zijn naaste verleiden en doet hem stellig gaan op een weg die niet goed is. Hij knijpt zijn ogen toe om op slinkse streken te zinnen. Terwijl hij zijn lippen samenperst, brengt hij stellig kwaad tot voltooiing.” — Spreuken 16:29, 30.
Kan het geweld ware aanbidders door verleiding in zijn macht krijgen? We leven in een wereld waarin velen ertoe zijn verleid „op slinkse streken te zinnen”. Ze propageren of bedrijven gewelddadigheden. Misschien vinden we het niet moeilijk zo’n directe deelname aan geweld uit de weg te gaan. Maar als we er nu op subtiele manieren toe verlokt worden? Zijn niet miljoenen mensen ertoe verleid naar amusement of sporten te kijken waarin alles om geweld draait? De Bijbelse waarschuwing is duidelijk: „Hij die met wijzen wandelt, zal wijs worden, maar wie zich met de verstandelozen inlaat, zal het slecht vergaan” (Spreuken 13:20). Wat een bescherming biedt goddelijke wijsheid!
Wat valt er te zeggen over iemand die zijn hele leven in het gezelschap van wijsheid en inzicht heeft doorgebracht en ’niet een weg opgegaan is die niet goed is’? Een leven dat op de weg der rechtvaardigheid is doorgebracht, is prachtig in Gods ogen en verdient respect. „Grijsheid is een luisterrijke kroon wanneer ze op de weg der rechtvaardigheid wordt gevonden”, zegt Spreuken 16:31.
Er is echter niets moois aan onbeheerste woede. De eerstgeboren zoon van Adam en Eva, Kaïn, werd woedend op zijn broer Abel en ’viel hem aan en doodde hem’ (Genesis 4:1, 2, 5, 8). Hoewel het kan voorkomen dat we met recht kwaad zijn, moeten we oppassen dat we onze zelfbeheersing niet verliezen. Spreuken 16:32 zegt duidelijk: „Hij die langzaam tot toorn is, is beter dan een sterke man, en hij die zijn geest beheerst dan wie een stad inneemt.” Onbeheerste woede is geen teken van sterkte of van deugdzaamheid, maar een zwakte die iemand ’een weg kan doen opgaan die niet goed is’.
Als ’elke beslissing van Jehovah afkomstig is’
„In de schoot wordt het lot neergeworpen,” zegt de koning van Israël, „maar elke beslissing daardoor is van Jehovah afkomstig” (Spreuken 16:33). In het oude Israël maakte Jehovah soms gebruik van loten om zijn wil kenbaar te maken. Loten waren kiezelstenen of stukjes hout of steen. Eerst werd er een beroep op Jehovah gedaan om een zaak te beslissen. Daarna werden de loten in de plooien van een gewaad geworpen en er vervolgens uit gehaald. Het resultaat werd aanvaard als van God afkomstig.
Jehovah gebruikt geen loten meer om zijn volk te laten weten wat zijn bedoeling is. Hij heeft zijn wil onthuld in zijn Woord, de Bijbel. Nauwkeurige kennis van wat in de Bijbel staat, is van fundamenteel belang voor het verwerven van goddelijke wijsheid. Daarom moeten we geen dag voorbij laten gaan zonder in de geïnspireerde Schrift te lezen. — Psalm 1:1, 2; Mattheüs 4:4.
[Voetnoot]
a Zie voor een bespreking van Spreuken 16:1-15 De Wachttoren van 15 mei 2007, blz. 17-20.
[Illustratie op blz. 8]
Waarom is wijsheid veel beter dan goud?
[Illustratie op blz. 9]
Wat voegt overredingskracht aan je lippen toe als je in de velddienst bent?
[Illustratie op blz. 10]
„Een nietswaardig man graaft op wat kwaad is”
[Illustratie op blz. 11]
Door onbeheerste woede kan iemand ’een weg opgaan die niet goed is’
[Illustratie op blz. 12]
Geweld werkt aanstekelijk