-
„Mijn uitverkorene, die mijn ziel heeft goedgekeurd!”Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid II
-
-
13. Wat profeteert Jehovah over zijn Uitverkoren Knecht?
13 Jesaja vervolgt: „Dit heeft de ware God, Jehovah, gezegd, de Schepper van de hemelen en de Grootse Uitspanner ervan; die de aarde uitspreidde met al wat ze voortbrengt, die adem geeft aan het volk daarop, en geest aan hen die erop wandelen” (Jesaja 42:5). Wat een indrukwekkende beschrijving van Jehovah, de Schepper! Deze herinnering aan wat Jehovah vermag, verleent groot gewicht aan zijn uitspraak. Jehovah zegt: „Ikzelf, Jehovah, heb u in rechtvaardigheid geroepen en ik vatte u vervolgens bij de hand. En ik zal u beveiligen en u geven tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën, om de blinde ogen te openen, om de gevangene uit de kerker te leiden, uit het huis van bewaring hen die in duisternis zitten.” — Jesaja 42:6, 7.
-
-
„Mijn uitverkorene, die mijn ziel heeft goedgekeurd!”Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid II
-
-
15, 16. In welk opzicht diende Jezus als „een licht der natiën”?
15 Als „een licht der natiën” zal de beloofde Knecht „de blinde ogen” openen en „hen die in duisternis zitten” bevrijden. Dat deed Jezus. Door getuigenis af te leggen van de waarheid verheerlijkte Jezus de naam van zijn hemelse Vader (Johannes 17:4, 6). Hij stelde religieuze leugens aan de kaak, predikte het goede nieuws van het Koninkrijk en opende de deur naar geestelijke vrijheid voor degenen die in religieuze slavernij verkeerden (Mattheüs 15:3-9; Lukas 4:43; Johannes 18:37). Hij waarschuwde tegen het verrichten van werken die tot de duisternis behoren en ontmaskerde Satan als „de vader van de leugen” en „de heerser van deze wereld”. — Johannes 3:19-21; 8:44; 16:11.
16 Jezus zei: „Ik ben het licht der wereld” (Johannes 8:12). Hij bewees dat in een wel heel bijzondere zin te zijn toen hij zijn volmaakte menselijke leven offerde als een losprijs. Zo opende hij voor hen die geloof oefenen de weg voor het krijgen van vergeving van zonden, een goedgekeurde verhouding met God en het vooruitzicht op eeuwig leven (Mattheüs 20:28; Johannes 3:16). Door zijn leven lang van volmaakte godvruchtige toewijding blijk te geven, hield Jezus Jehovah’s soevereiniteit hoog en bewees hij dat de Duivel een leugenaar is. Jezus gaf de blinden werkelijk het gezichtsvermogen en bevrijdde degenen die in geestelijke duisternis gevangenzaten.
-