Een zuivere taal voor alle natiën
„Dan zal ik volken tot een zuivere taal doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen, ten einde hem schouder aan schouder te dienen.” — ZEFANJA 3:9.
1, 2. (a) Wat is Jehovah als vervulling van Zefanja 3:9 in onze tijd aan het doen? (b) Welke vragen moeten beantwoord worden om te begrijpen hoe de profetie van Zefanja op ons van invloed is?
JEHOVAH GOD brengt in onze dagen een werk tot stand dat werkelijk wonderbaarlijk is. Mensen uit alle natiën worden door hem in eenheid samengebracht. Zoals hij lang geleden in zijn heilig Woord heeft voorzegd, doet hij dit door hun een nieuwe taal te leren. — Zefanja 3:9.
2 Wat is die taal? Waarom is ze nodig? Wat wordt er van ons persoonlijk vereist om de nieuwe taal te leren?
De gave van spraak
3. (a) Welke schitterende gave had Adam ontvangen? (b) Wat was de taal die Adam sprak?
3 Het vermogen om door middel van spraak te communiceren, is een gave van God die de mensheid onderscheidt van de hele dierlijke schepping. De eerste mens, Adam, werd geschapen met een geest die tot intelligent denken in staat was. Hij werd begiftigd met stembanden, een tong en lippen die gebruikt konden worden om te spreken, en hij kreeg een woordenschat mee, alsook het vermogen om nieuwe woorden te maken. Adam kon begrijpen wat Jehovah tot hem sprak, en op zijn beurt kon hij zijn gedachten onder woorden brengen (Genesis 1:28-30; 2:16, 17, 19-23). De taal die aan Adam gegeven werd, was klaarblijkelijk de taal die later bekend kwam te staan als het Hebreeuws. Gedurende ten minste de eerste 1757 jaar van ’s mensen bestaan bleef de gehele mensheid kennelijk die ene taal spreken. — Genesis 11:1.
4. Hoe beïnvloedden gebeurtenissen in de tijd van Nimrod de menselijke taal?
4 Vervolgens verwarde Jehovah in de dagen van Nimrod de taal van allen die zich hadden laten organiseren om mee te bouwen aan de toren van Babel en verijdelde aldus de krachtsinspanningen van goddeloze mensen (Genesis 11:3-9). Het schijnt dat Jehovah eerst iedere herinnering aan hun vroegere gemeenschappelijke taal uitwiste en vervolgens nieuwe talen in hun geest prentte. Hierbij ging het niet alleen om nieuwe woorden, maar ook om nieuwe grammatica’s en nieuwe denkpatronen. Uit de talen die Jehovah in Babel tot bestaan bracht, zijn geleidelijk andere voortgekomen tot er thans, volgens taalacademies, op de gehele aarde zo’n 3000 talen worden gesproken.
5. Hoe kunnen wij vaststellen wat ’het overgaan tot een zuivere taal’ inhoudt?
5 Wat zou het voor mensen die deze talen spreken, betekenen wanneer God ’hen tot een zuivere taal doet overgaan’? Zou het vereisen dat zij hun moedertaal laten varen en de oorspronkelijke taal leren die God aan Adam gaf? Een beschouwing van de omstandigheden waaronder de profetie werd uitgesproken, zal ons helpen die vraag te beantwoorden.
De noodzaak voor een zuivere taal
6-8. (a) Welke religieuze situatie had zich in Juda ontwikkeld voordat de profetie van Zefanja 3:9 werd uitgesproken? (b) Welke houding overheerste in de natiën rondom Juda?
6 Het koninkrijk Juda was tot voor kort geregeerd door Manasse en na hem Amon, die altaren voor Baäl hadden opgericht, zich van waarzeggerij hadden bediend en spiritistische praktijken hadden bevorderd (2 Koningen 21:1-6; 2 Kronieken 33:21-23). Dientengevolge gaf Jehovah tijdens de regering van Amons zoon en opvolger, Josia, zijn profeet Zefanja de opdracht te waarschuwen dat er een goddelijk oordeel aan het land voltrokken zou worden. — Zefanja 1:1, 2.
7 Hoewel de Judeeërs uit hun eigen geschiedenis en uit de geïnspireerde geschriften wisten dat Jehovah de ware God is, gaven zij zich over aan de immorele riten van de Baälaanbidding. Zij bogen zich neer voor de zon, de maan en de sterrenbeelden van de dierenriem, hetgeen een regelrechte schending van Gods wet was (Deuteronomium 4:19; 2 Koningen 23:5). En alsof dat nog niet erg genoeg was, hadden zij deel aan een vorm van intergeloof, omdat zij het deden voorkomen dat alle religies hetzelfde waren, door niet alleen aan Jehovah, maar ook in de naam van de valse god Malkam gezworen eden te doen. Hun opvatting was dat ’Jehovah geen goed zal doen en geen kwaad zal doen’ (Zefanja 1:4-6, 12). Wat de natiën rondom Juda aangaat, alle hadden een bericht van oppositie tegen Jehovah en zijn volk opgebouwd, dus ook aan die natiën moest goddelijke gerechtigheid voltrokken worden. — Zefanja 2:4-15.
8 Tegen die achtergrond van gebeurtenissen voorzei Jehovah dat hij ’volken tot een zuivere taal zou doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen, ten einde hem schouder aan schouder te dienen’ (Zefanja 3:9). Wat is die zuivere taal dan?
9. (a) Waarom is de zuivere taal niet Hebreeuws of eenvoudig het geschreven Woord van God? (b) Wat is die zuivere taal, en hoe beïnvloedt ze het leven van degenen die haar spreken?
9 Is het de Hebreeuwse taal? Nee, die had het volk van Juda al, maar wat zij zeiden en deden, was duidelijk niet zuiver en recht in Jehovah’s ogen. Evenmin is de zuivere taal eenvoudig het geschreven Woord van God. Dat hadden zij ook. Maar wat zij nodig hadden, was een juist begrip van de waarheid omtrent God en zijn voornemens, en alleen Jehovah kon daarin voorzien door middel van zijn geest. Wanneer zij die zuivere taal leerden spreken, zouden zowel hun denken als hun spraak en hun gedrag volledig afgestemd zijn op erkenning van het feit dat Jehovah de enige ware God is (Zefanja 2:3). Zij zouden hun vertrouwen op hem stellen en zijn soevereiniteit met hart en ziel steunen. Dit is van bijzonder belang voor ons in deze tijd. Waarom?
Degenen aan wie de zuivere taal wordt geschonken
10. Gedurende welke tijd moest de profetie van Zefanja 3:9 in vervulling gaan?
10 Wijzend op een vervulling van de profetie in een speciale tijdsperiode zegt Zefanja 3:9: „Want dan zal ik volken tot een zuivere taal doen overgaan.” Wanneer is dat? Vers 8 antwoordt dat Jehovah gedurende de tijd dat hij ’natiën vergadert’ en voordat hij ’zijn brandende toorn erover uitstort’, de zachtmoedigen der aarde tot een zuivere taal doet overgaan.
11. (a) Welke twee vervullingen had Zefanja 3:9 vóór de huidige tijd? (b) Waarin onderscheidt zich de vervulling ervan in onze tijd?
11 In de dagen van koning Josia, voordat Jehovah toeliet dat de Babylonische legers het oordeel voltrokken, keerden velen de valse aanbidding de rug toe en dienden in plaats daarvan Jehovah (2 Kronieken 34:3-33). En ook in de eerste eeuw G.T., voordat Jeruzalem door de Romeinen werd verwoest, leerden duizenden de waarheid omtrent God en zijn voornemen kennen en gingen hem verenigd dienen. In die tijd werd de taal van de waarheid buitengewoon verrijkt door de dingen die Jezus Christus als een vervulling van Jehovah’s voornemen deed. Maar in onze tijd gaat Zefanja’s profetie op wereldomvattende schaal in vervulling. Alle natiën worden nu vergaderd tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige te Armageddon (Openbaring 16:14, 16). Dat vergaderen is sinds de geboorte van het Koninkrijk in 1914 aan de gang. En gedurende deze zelfde tijdsperiode doet Jehovah als een vervulling van deze profetie volken wereldwijd tot een zuivere taal overgaan. Het is van levensbelang die taal te leren, omdat de overlevenden van de komende grote verdrukking mensen zullen zijn die deze zuivere taal werkelijk tot de hunne hebben gemaakt. — Joël 2:32.
12. (a) Wat heeft het in Jesaja 6 opgetekende visioen met de profetie over een zuivere taal te maken? (b) Waarom had het gezalfde overblijfsel hulp nodig om aanvaardbaar te kunnen blijven voor Jehovah’s dienst?
12 In overeenstemming hiermee begon Jehovah al vroeg in het tijdperk na de Eerste Wereldoorlog de ogen des verstands van zijn gezalfde dienstknechten te openen voor het prachtige visioen dat in Jesaja hoofdstuk 6 staat opgetekend (vers 1-4). Dit visioen beklemtoont hoe belangrijk het is dat wij reine lippen hebben om Jehovah op een aanvaardbare wijze te kunnen dienen. Er wordt door aangetoond dat Jehovah heilig is in de overtreffende trap. Zijn dienstknechten moeten die hoedanigheid eveneens weerspiegelen (1 Petrus 1:15, 16). Maar het gezalfde overblijfsel had hulp nodig op dit punt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden zij zich tot op zekere hoogte laten bevlekken door betrokken te raken bij de aangelegenheden van de wereld. „De vrees voor Jehovah is zuiver”, ofte wel rein, maar zij hadden toegelaten dat hun lippen door vrees voor mensen en voor menselijke organisaties werden beïnvloed, als gevolg waarvan hun bekendmaking van Gods Woord grotendeels tot zwijgen was gebracht (Psalm 19:9). Door hun contact met de christenheid was het overblijfsel nog steeds bezoedeld met enkele van haar overleveringen en praktijken.
13, 14. (a) Hoe legde het overblijfsel de juiste houding aan de dag, en wat deed Jehovah ten behoeve van hen? (b) Hoe gaf Jehovah het overblijfsel een zuivere taal?
13 Toen de leden van het overblijfsel zich realiseerden in welke situatie zij verkeerden, zeiden zij, net als de profeet Jesaja: „Wee mij! Want ik ben zo goed als tot zwijgen gebracht, want een man onrein van lippen ben ik, en te midden van een volk dat onrein van lippen is, woon ik; want mijn ogen hebben de Koning zelf, Jehovah der legerscharen, gezien!” (Jesaja 6:5) Zij erkenden dat hun toestand onaanvaardbaar was. Zij hielden niet uit zwakheid vast aan een verkeerde handelwijze, noch weigerden zij halsstarrig Jehovah’s terechtwijzing te aanvaarden. Zij sloten zich niet aan bij de geestelijken, toen die Gods koninkrijk louter lippendienst bewezen en vervolgens de Volkenbond goedkeurden alsof deze bond dat Koninkrijk was.
14 Wegens de berouwvolle houding van dat nederige overblijfsel ging Jehovah er in zijn onverdiende goedheid toe over hun lippen te reinigen. Jesaja 6:6, 7 vertelt ons: „Daarop vloog een der serafs naar mij toe, en in zijn hand was een gloeiende kool die hij met een tang van het altaar genomen had. En hij raakte vervolgens mijn mond aan en zei: ’Zie! Deze heeft uw lippen aangeraakt, en uw dwaling is geweken en uw zonde zelf wordt verzoend.’” De reinigende boodschap uit Gods Woord verwoestte als door vuur de overleveringen en leringen van mensen. Ze zuiverde hun hart van mensenvrees en verving deze door een brandende ijver om hun lippen tot eer van Jehovah te gebruiken. Aldus vervulde Jehovah zijn belofte dat hij ’volken tot een zuivere taal [letterlijk: een reine lip] zou doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah zouden aanroepen’. — Zefanja 3:9.
15. Hoe was de reactie van het overblijfsel in harmonie met de reden waarom Jehovah hun de zuivere taal gaf?
15 Toen dus de Jesajaklasse in de moderne tijd de stem van Jehovah begon te horen die, zoals in Jesaja 6:8 staat, vroeg: „Wie zal ik zenden, en wie zal voor ons gaan?”, antwoordden zij verheugd: „Hier ben ik! Zend mij.” Het viel hun niet allen gemakkelijk een begin te maken met de openbare bediening, maar zij wilden zich door God laten gebruiken als een volk voor zijn naam. Zijn geest sterkte hen. Hun aantallen namen toe.
16. (a) Welke onverwachte resultaten leverde de prediking van het overblijfsel op? (b) Hoe geeft de grote schare er blijk van dat zij inmiddels ook de zuivere taal spreken?
16 Mettertijd werd het duidelijk dat hun prediking onverwachte resultaten afwierp. Door bemiddeling van hen hielp Jehovah nog een andere groep de zuivere taal te leren (Jesaja 55:5). Dezen deelden niet in de hoop op hemels leven, maar zij achtten het een voorrecht metgezellen van het overblijfsel van Koninkrijkserfgenamen te zijn en schouder aan schouder met hen te dienen als bekendmakers van Gods koninkrijk. In steeds grotere aantallen zijn dezen uit „alle natiën en stammen en volken en talen” gekomen, totdat zij thans „een grote schare” vormen die in de miljoenen loopt. De spraak die uit hun mond voortkomt, vereenzelvigt hen niet met een van de verdeeldheid zaaiende elementen van de wereld. Zij vestigen hun hoop niet op enig mens of enige menselijke organisatie. In plaats daarvan „blijven [zij] met een luide stem roepen en zeggen: ’Redding hebben wij te danken aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam.’” — Openbaring 7:9, 10.
Wat het leren van de taal van ons vergt
17. Waarom is het belangrijk dat wij de zuivere taal goed leren en dat wij vorderingen maken in onze bekwaamheid haar te gebruiken?
17 Ongeacht hoe lang wij al in contact staan met Jehovah’s organisatie, er is veel wat wij kunnen doen om onze kennis van de zuivere taal en onze bekwaamheid om die taal goed te gebruiken, te doen toenemen. Het is belangrijk daar moeite voor te doen. Waarom? Omdat dit een aanwijzing vormt voor de liefde die wij voor de waarheid hebben.
18, 19. (a) Waarom is het belangrijk dat wij vanaf het begin een sterke liefde voor de waarheid ontwikkelen? (b) Waarom is het belangrijk die liefde te blijven voeden?
18 Aanvankelijk draagt zo’n liefde ertoe bij iemands geest en hart te openen, zodat hij in staat is te begrijpen wat er in de schriftplaatsen staat die onder zijn aandacht worden gebracht; ze beweegt hem ertoe tot Jehovah te naderen en waardering voor zijn organisatie te hebben. Zo is dus liefde voor de waarheid een sleutel tot bevrijding uit de kluisters van de valse religie. Sommige mensen beweren belangstelling voor de boodschap van de bijbel te hebben, maar doen nooit werkelijk afstand van alles wat met de valse religie te maken heeft en breken ook niet met haar toegeeflijke levenswijze. Waarom niet? Omdat zij, zoals in 2 Thessalonicenzen 2:10 wordt uitgelegd, „de liefde voor de waarheid niet hebben aanvaard, opdat zij gered zouden worden”. Hoe uitermate belangrijk is het dat wij die liefde hebben!
19 Wanneer wij eenmaal de waarheid aanvaarden, is het blijven voeden van die liefde een belangrijke factor in onze geestelijke ontwikkeling. Houd in gedachte dat Jehovah de waarheid een „taal” noemt. Iemand die een nieuwe taal leert, moet zich ijverig inspannen om zijn woordenschat te vergroten, woorden correct uit te spreken, de bijzonderheden van de grammatica te leren, enzovoort. De liefde voor de nieuwe taal en voor de mensen die de taal spreken, zal hem helpen vorderingen te blijven maken. Misschien kan hij binnen enkele maanden de taal wel enigszins spreken, maar het vergt jaren van gewetensvolle inspanning voordat hij er even goed mee overweg kan als iemand wiens moedertaal het is. Diezelfde soort van inspanning is vereist willen wij de zuivere taal meester worden.
20. (a) Wat maakt de zuivere taal werkelijk zuiver? (b) Waarom moet een ieder van ons grote zorgvuldigheid betrachten?
20 Het is vooral opmerkenswaard dat van de taal die God aan zijn dienstknechten geeft, wordt gezegd dat ze zuiver is. Dit is zo, niet vanwege de grammaticale constructie, maar omdat ze blijk geeft van morele en geestelijke reinheid. Er is in deze taal geen ruimte voor liegen, bedrog of een bedrieglijke tong. Degenen die deze taal spreken, moeten altijd waarheid spreken (Zefanja 3:13; Efeziërs 4:25). Hun spraak moet tevens Jehovah’s verheven maatstaven betreffende seksuele moraliteit weerspiegelen (Efeziërs 5:3, 4). De Schrift maakt ons er ook op attent dat alles wat verband houdt met Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, onrein is (Openbaring 18:2-4). De beeltenissen van haar goden worden „drekgoden” genoemd (Jeremia 50:2). Het is dus passend dat degenen die de zuivere taal leren, zich van voorwerpen ontdoen die iets te maken hebben met de valse aanbidding, haar leringen verwerpen, met haar vieringen breken, alsook uit hun spraak uitdrukkingen verwijderen die haar verkeerde denkwijze weerspiegelen. Bovendien worden wij in Openbaring 16:13-16 gewaarschuwd dat de propaganda waardoor de natiën tegen Gods koninkrijk worden vergaderd, eveneens onrein is, omdat ze door demonen is geïnspireerd. Wij moeten er dus op toezien dat onze spraak door geen enkele van deze onreine dingen wordt besmet.
21. Wat hoort naast het gesproken woord nog meer bij de zuivere taal?
21 Wat wij leren, wordt een taal genoemd, en terecht, maar dat betekent niet dat zij die deze taal spreken, alleen maar leren hoe zij bepaalde uitdrukkingen moeten gebruiken die onder Jehovah’s volk gangbaar zijn. De toon van onze stem, onze gelaatsuitdrukking en onze gebaren zijn ook belangrijk. Ze kunnen boodschappen overbrengen die niet door woorden alleen worden overgedragen. Dikwijls weerspiegelen ze wat wij innerlijk werkelijk zijn. Ze kunnen te kennen geven of wij jaloezie, ruzies en vlagen van toorn, wat allemaal werken van het zondige vlees zijn, hebben uitgeroeid. Als Gods geest onbelemmerd in ons leven werkzaam is, treden de vruchten daarvan aan het licht in onze contacten met anderen. — Galaten 5:19-23; Efeziërs 4:31, 32.
22. Hoe beïnvloedt het de beslissingen die wij nemen als wij de zuivere taal goed leren?
22 Iedereen die een nieuwe taal geleerd heeft, weet dat er een werkelijke mijlpaal is bereikt wanneer hij bemerkt dat hij echt in de nieuwe taal denkt in plaats van uit zijn eigen taal te vertalen. Zo is het ook met de waarheid: wanneer wij de waarheid bestuderen, er ernstig moeite voor doen die in ons leven toe te passen en die geregeld met anderen delen, zullen wij geleidelijk aan bemerken dat wij in termen van de waarheid denken. Wij blijven niet eeuwig het oude met het nieuwe vergelijken en er moeite mee hebben een keus te maken. Zelfs in kleine dingen schieten ons bijbelse beginselen te binnen die ons de leiding verschaffen die wij nodig hebben. — Spreuken 4:1-12.
23. Wat laat zien dat Jehovah’s Getuigen wereldwijd allen de zuivere taal spreken, ongeacht hun moedertaal?
23 Het is waar dat er door de mensheid duizenden talen gesproken worden, maar de zuivere taal kan in al die talen worden uitgedrukt. Eensgezind maken over de hele aarde getuigen van Jehovah een goed gebruik van de zuivere taal, terwijl zij schouder aan schouder dienen en een openbaar getuigenis afleggen tot eer van Jehovah, onze liefdevolle God.
Vragen ter herhaling
◻ Wat houdt de gave van spraak in?
◻ Wat is de zuivere taal?
◻ Ten aanzien van wie is Zefanja 3:9 in vervulling gegaan?
◻ Hoe kunnen wij er blijk van geven dat wij werkelijk liefde hebben voor de zuivere taal?
[Illustratie op blz. 23]
Degenen die de zuivere taal kennen, delen haar met anderen
[Illustratie op blz. 25]
Jehovah’s Getuigen spreken wereldwijd de zuivere taal, ongeacht wat hun moedertaal is