Gods oordelen moeten verkondigd worden
„Gij moet opstaan en tot hen spreken al wat ikzelf u gebied. Word niet met enige verschrikking geslagen vanwege hen.” — JEREMIA 1:17.
1. Hoe lieten Jehovah’s Getuigen ’hun licht schijnen’ in nazi-Duitsland?
„DE VERVOLGING van Jehovah’s Getuigen in het Koninkrijk van de Holocaust [nazi-Duitsland] heeft haar plaats ingenomen onder andere tijden van beproeving in hun geschiedenis” (Holocaust Studies Annual, Volume II — The Churches’ Response to the Holocaust). De Zuidafrikaanse Daily News van 15 juli 1939 verklaarde ook over de Duitse Getuigen: „Als een licht dat geen moment flikkert, staat deze kleine groep christelijke mannen en vrouwen standvastig in hun geloof, een doorn in de zijde van de Monarch van München [Adolf Hitler] en een levend getuigenis van zijn vergankelijkheid.” Deze woorden herinneren ons eraan dat Jezus zei dat zijn volgelingen „het licht der wereld” zouden zijn en hun licht voor de wereld zouden moeten laten schijnen, ongeacht de prijs. — Matthéüs 5:11, 12, 14-16.
2, 3. Welk voorbeeld van onbevreesd prediken vond op Sri Lanka plaats?
2 Een ander verslag, afkomstig uit het door terrorisme verscheurde Sri Lanka, vertelt van een jonge Tamil Getuige, David Gunaratnam, die als een echte Jeremia onbevreesd tot de militaire autoriteiten predikte. Met andere jonge mannen was hij aangehouden voor ondervraging. Het verslag zegt: „De officieren en soldaten waren zeer onder de indruk van de uitgebreide kennis van de man en meer nog van zijn duidelijke oprechtheid, vooral toen hij zei: ’En als ik zogenoemde terroristen zou treffen, zou ik deze zelfde boodschap ook tot hen prediken.’”
3 Diezelfde nacht werd hij door terroristen uit zijn huis ontvoerd, op de beschuldiging dat hij met het leger samenwerkte. Hij bleef zijn neutraliteit betuigen en zei dat hij slechts de boodschap van Gods koninkrijk predikte. „Ik doe Gods werk en zal dat blijven doen. Ik predik zonder aanzien des persoons tot ieder die wil luisteren.” Deze moedige Getuige werd door de terroristen neergeschoten en gedood, een jonge weduwe nalatend met een zoontje dat nog maar een baby was. — Vergelijk Handelingen 7:51-60.
4. Welke door geestelijken goedgekeurde vervolging van Jehovah’s Getuigen vond plaats in een Latijnsamerikaans land?
4 Uit een Latijnsamerikaans land, waar de vervolging van Jehovah’s Getuigen door sommige katholieke en presbyteriaanse geestelijken wordt goedgekeurd en door de vingers gezien, komt dit verslag: „Er waren vijf Jehovah’s Getuigen in het garnizoen . . . Zij werden veelvuldig geslagen en zonder voedsel in isolement geplaatst. De politieke officier die verantwoordelijk was voor de indoctrinatie in onze eenheid, strafte hen omdat zij tot de andere soldaten predikten. Hij zei dat van alle religieuze dissidenten de Jehovah’s Getuigen het gevaarlijkst waren.”
Motivatie en reactie
5. Wat steekt er vaak achter de vervolging van de Getuigen, net zoals dat bij Jeremia het geval was?
5 Ja, net zoals Jeremia werd vervolgd door de religieuze en politieke leiders van zijn tijd, zo worden Jehovah’s Getuigen wereldwijd met tegenstand van deze zelfde elementen geconfronteerd. Wat motiveert deze daden? Hoewel de Getuigen het meest vredelievende, de wet respecterende deel van iedere gemeenschap vormen, vinden toch hun vijanden het Woord van God gevaarlijk, want zij nemen aanstoot aan wat dat boek zegt over Gods koninkrijk en verwerpen die boodschap. Met hun onwrikbare prediking en beginselen ontmaskeren de Getuigen de zelfzucht en dubbelhartigheid van de politieke, commerciële en religieuze elementen van Satans samenstel. — Johannes 15:18, 19; 1 Johannes 5:19.
6. Hoe hebben Jehovah’s Getuigen op vervolging gereageerd?
6 Maar ondanks gevangenzetting, slaag en zelfs de dood hebben Jehovah’s Getuigen wereldwijd gereageerd zoals Jeremia dat in de oudheid deed. Terwijl zij liefde en tact aan de dag leggen, blijven zij Gods impopulaire oordelen tot de natiën prediken (2 Timótheüs 2:23-26). Zij weten dat zij God als regeerder meer moeten gehoorzamen dan mensen (Handelingen 4:19, 20; 5:29). Zij zijn zich bewust van Paulus’ raad aan de Hebreeuwse christenen, namelijk te volharden in het doen van Gods wil. Dan zullen zij de vervulling van de belofte zien, eeuwig leven. Net als Paulus en Jeremia moeten wij dus kunnen zeggen: „Welnu, wij behoren niet tot het soort dat terugdeinst, wat tot vernietiging leidt, maar tot het soort dat geloof heeft, wat tot het in het leven behouden van de ziel leidt.” — Hebreeën 10:35-39.
De hedendaagse Jeremia ontmaskert de christenheid
7. Hoe hebben de Getuigen in de twintigste eeuw het voorbeeld gevolgd van Jehovah’s getrouwe profeten die tot Israël en Juda werden gezonden?
7 Net zoals Jehovah zijn profeten tot Israël en Juda bleef zenden, zo heeft hij zijn getuigen gezonden om onverdroten de boodschap van zijn komende oordeel te doen horen (Jeremia 7:25, 26; 25:4, 8, 9). Vooral sinds het geestelijk versterkende jaar 1919 heeft het gezalfde overblijfsel van Christus’ broeders onbevreesd Gods oordelen, krachtige boodschappen van rampspoed, aan de christenheid bekendgemaakt. (Vergelijk Jeremia 11:9-13.) In dat jaar werd het tijdschrift The Golden Age geïntroduceerd. In de loop der jaren en onder gewijzigde titels, Consolation (1937) en Awake! (1946), is dit tijdschrift gebruikt om de religieuze leugens en het pseudo-christendom van de christenheid te ontmaskeren.
8, 9. (a) Waarom werden in 1922 de kerken aan de kaak gesteld? (b) Welke rampspoed werd hun voorzegd?
8 De Golden Age van 11 oktober 1922 stelde in de volgende termen valse religie aan de kaak: „Alle inspanningen van de sektarische kerkorganisaties, hun geestelijkheid, hun leiders en hun bondgenoten, om de orde der dingen op aarde te behouden en te herstellen . . . moeten noodzakelijkerwijs falen, omdat ze geen deel uitmaken van het koninkrijk van de Messías. Integendeel juist, de geestelijken van deze verschillende kerkdenominaties waren tijdens de [Eerste] Wereldoorlog deloyaal jegens de Heer Jezus Christus in de zin dat zij zich ten onrechte verenigden met de grote zakenwereld en de politiek om de wereldoorlog te bevorderen.”
9 De aanklacht vervolgde: „Verder verloochenden zij de Heer en zijn koninkrijk en toonden zij hun deloyaliteit door zich vrijwillig te verbinden met Satans organisatie en schaamteloos aan de wereld bekend te maken dat de Volkenbond de politieke uitdrukking van Gods koninkrijk op aarde is.” Ten slotte kwam de boodschap van „rampspoed” of oordeel: „Wat de natiën van de aarde nu boven het hoofd hangt en wat binnenkort over ze zal komen, is zoals Christus Jezus heeft gezegd, een ernstige tijd van ’verdrukking zoals er sinds het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen en ook nooit meer zal voorkomen’.”
10. Welke aanklacht werd in 1926 gepubliceerd?
10 De rol van Jeremia werd verder uitgebreid door het gebruik van andere publikaties, zoals het tijdschrift The Watchtower, brochures en boeken. In 1926 bevatte bijvoorbeeld het boek Deliverance een krachtige ontmaskering van de misleidende leerstellingen van de christenheid. Op bladzijde 208 zegt de Nederlandse uitgave Bevrijding: „Valsche leerstellingen werden vrijelijk ingevoerd [in de afvallige christenheid] en in de plaats der waarheid gesteld. Onder deze waren en bevinden zich heden nog de leerstellingen der drieëenheid, onsterfelijkheid aller zielen, eeuwige pijniging der goddeloozen en het goddelijke recht der geestelijken en koningen, om te heerschen. Later werd Maria, de moeder van het kind Jezus, vergoddelijkt en men eischte van het volk, haar als de moeder Gods te aanbidden.”
De verdeeldheid veroorzakende christenheid gewaarschuwd
11, 12. (a) Hoe werd het niet-neutrale standpunt van de geestelijkheid ontmaskerd? (b) Welke waarschuwing werd door de Jeremiaklasse gegeven?
11 Dezelfde publikatie ontmaskerde de medeplichtigheid van de geestelijkheid aan oorlogen: „De geestelijkheid van deze verschillende kerkelijke systemen zegenen de legers, die door de commerciëele en politieke afdeelingen uitgezonden worden, en haar zegen wordt gegeven, zonder te letten op de zijde, aan welke deze legers strijden. De geestelijkheid geeft voor tot één en denzelfden God om een zegen over de aan beide zijden strijdende legermachten te bidden.” (Vergelijk Jeremia 7:31.) Vervolgens werd op een ophanden zijnd oordeel geduid: „Al deze elementen, die het zichtbare deel van Satan’s organisatie vormen, worden voor den grooten krijg van Armageddon bijeenvergaderd.” — Openbaring 16:14-16.
12 Net als in Jeremia’s tijd, toen de leiders zeiden dat zij veilig waren en in vrede met God, „zoo trachten deze kerkelijke leiders zich in te beelden, dat zij veilig zijn, dat zij slechts naar den naam van Christus genoemd behoeven te worden, terwijl zij terzelfder tijd met het vuur des duivels blijven spelen. Zij verblinden zichzelf voor den waren stand van zaken, door zand in hun oogen zoowel als in de oogen van hun medemensch te strooien” (Bevrijding, blz. 277). Hun zelfbedrog werd ontmaskerd door die ijverige Bijbelonderzoekers, zoals Jehovah’s Getuigen toen bekendstonden. — Matthéüs 7:21-23.
13. Welke gebeurtenis vond in 1931 plaats, en waarom was dat passend?
13 Naarmate de tijd voortschreed, ontstond er een zelfs nog sterkere identificatie van die Bijbelonderzoekers met Jeremia toen in 1931 op een congres in Columbus (Ohio, VS) werd bekendgemaakt dat de bijbelse naam voor deze moedige groep christenen „Jehovah’s Getuigen” moest zijn (Jesaja 43:10-12). Die naam was op de voorgrond geplaatst in de achtste eeuw v.G.T., toen Jehovah haar op Israël toepaste. Toen Jeremia ongeveer honderd jaar later als profeet diende, was hij dus ook een getuige voor Jehovah (Jeremia 16:21). Evenzo was Jezus, toen hij als jood naar de aarde kwam, een getuige voor zijn Vader, Jehovah (Johannes 17:25, 26; Openbaring 1:5; 3:14). Het was daarom passend dat op Gods bestemde tijd zijn volk ten slotte in aanmerking zou komen voor deze door God verordende naam — „Jehovah’s Getuigen”. — Johannes 17:6, 11, 12.
De christenheid ontmaskerd
14. Hoe is de christenheid de afgelopen zeventig jaar ontmaskerd?
14 In de afgelopen zeventig jaar hebben Jehovah’s Getuigen in samenhang met het verkondigen van de glorierijke hoop van Jehovah’s komende koninkrijk over de hele wereld een ware vloed van aanklagende en veroordelende boodschappen verspreid. In honderden miljoenen onverbloemde en hard aankomende bijbelse publikaties hebben zij de christenheid ontmaskerd als de invloedrijkste kracht in de religieuze hoer, „Babylon de Grote”, die in Openbaring hoofdstuk 17 en 18 aan de kaak wordt gesteld. (Zie „Babylon de Grote is gevallen!” Gods koninkrijk heerst!, blz. 142-187, uitgegeven in 1963 door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.)
15. Hoe werd de christenheid in 1955 ontmaskerd?
15 In 1955 verspreidden Jehovah’s Getuigen miljoenen exemplaren van de brochure Christenheid of Christendom — Welke is „het licht der wereld”? Duizenden brochures werden rechtstreeks aan de geestelijken der christenheid bezorgd. En wat vertelde die brochure hun? In onvervalste Jeremia-stijl werd verklaard: „Ondanks al haar voordelen waardoor ze op economisch, geestelijk en militair gebied snelle vorderingen heeft kunnen maken, heeft de Christenheid niet bewezen ’het licht der wereld’ te zijn. Waarom niet? . . . Ze predikt of beoefent niet het Christendom [van de bijbel].” Vervolgens werd in de brochure de vraag opgeworpen: „Betekent het aan de kaak stellen van de valse religiën een vervolging van de aanhangers er van? Is het niet-Christelijke dweepzucht?”
16. Was het dweepzucht van de Getuigen dat zij de christenheid ontmaskerden? Leg dit uit.
16 Het antwoord was: „Neen; anders was Jezus Christus een dweepzieke vervolger van de Joden, . . . en waren alle profeten van Jehovah uit de oudheid [met inbegrip van Jeremia] vóór Jezus, vervolgers en dwepers, want zij allen stelden de valse religie van de afvallige Joden en van heidense natiën aan de kaak.” Als ware christenen „het licht der wereld” moeten zijn, zal geestelijke „duisternis” stellig ontmaskerd moeten worden (2 Korinthiërs 6:14-17). Dit vormt geen aanval op afzonderlijke personen, maar wat aangevallen wordt, is het systeem dat hen in slavernij houdt. Zo gaf Jehovah Jeremia het bevel: „Gij dient uw heupen te omgorden en gij moet opstaan en tot hen spreken al wat ikzelf u gebied. Word niet met enige verschrikking geslagen vanwege hen . . . En zij zullen stellig tegen u strijden, maar zij zullen u niet overmeesteren, want ’ik ben met u’, is de uitspraak van Jehovah, ’om u te bevrijden’.” — Jeremia 1:17, 19.
Het Jeremiawerk nadert zijn voltooiing
17, 18. (a) Hoe hebben Jehovah’s Getuigen hun Jeremiawerk in recente jaren voortgezet? (b) Welke raad is er gegeven aan personen die oprecht van hart zijn?
17 Hebben Jehovah’s Getuigen Gods oordeel inmiddels wat afgezwakt? Het is waar dat wij in een tijd leven waarin men vindt dat kritiek op een andere religie niet betaamt. Niettemin bevatten de publikaties van Jehovah’s Getuigen dezelfde boodschap van oordeel over de christenheid als altijd. In de laatste vier jaar hebben Jehovah’s Getuigen bijvoorbeeld 32 miljoen exemplaren gedrukt van het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, en dat in 76 talen. Deze publikatie verschaft het antwoord op vele actuele vragen, zoals „Wat gebeurt er bij de dood?” „Waarom heeft God het kwaad toegelaten?” en „De ware religie identificeren”. Ze geeft echter ook een duidelijke waarschuwing met betrekking tot het wereldrijk van valse religie.
18 In hoofdstuk 25, getiteld „Voor Satans wereld of voor Gods nieuwe samenstel?” wordt gezegd: „In de bijbel wordt de valse religie afgebeeld als een ’grote hoer’, of prostituée, die de naam ’Babylon de Grote’ draagt. . . . En het is bekend dat religie zich door de hele geschiedenis heen in de politiek heeft gemengd en regeringen vaak gezegd heeft wat ze moesten doen.” Welke handelwijze wordt in het boek dan ook aanbevolen? De vraag wordt gesteld: „Wilt u een deel zijn van Satans wereld? Of bent u voor Gods nieuwe samenstel? Als u voor Gods nieuwe samenstel bent, zult u zich afgescheiden houden van de wereld, met inbegrip van haar valse religie. U zult acht slaan op het gebod: ’Gaat uit van haar [Babylon de Grote], mijn volk’ (Openbaring 18:4).”
19. Hoe kunt u laten zien dat de stem van de hedendaagse Jeremia op dit late tijdstip niet gedempter is gaan klinken?
19 Deze zelfde krachtige boodschap van afscheiding en oordeel klinkt duidelijk op uit het boek Wereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”, uitgegeven in 1986 (zes miljoen exemplaren in 25 talen). De geestelijken van de christenheid worden erin aan de kaak gesteld wegens het feit dat zij ’de jonge mannen naar de slagvelden [van de Eerste Wereldoorlog] preekten’. Het boek vervolgt: „Aldus blijft de christenheid zich helemaal tot in deze tijd als een vijand van de Allerhoogste God opstellen. Ze geniet beslist geen goddelijke bescherming, en om deze zeer belangrijke reden blijft zelfs haar bestaan onzeker.” (Zie de bladzijden 30-32.) De stem van de hedendaagse Jeremia is niet gedempter gaan klinken! Hoewel er door geestelijken en politici pogingen in het werk worden gesteld om het prediken van Gods oordelen te versmoren, gaan zijn getrouwe getuigen voort, vastbesloten om het waarschuwingswerk tot voltooiing te brengen. — Jeremia 18:18.
20. Waarom zullen Jehovah’s Getuigen ermee voortgaan Jehovah’s oordelen aan de natiën bekend te maken?
20 En waarom moet dit werk voltooid worden? Omdat Jehovah, de levende Soevereine Heer van het universum, rekenschap gaat vragen aan de natiën en hun religies. Net zoals Jehovah het bedrieglijke Juda en Jeruzalem die vraag stelde, kan ze met evenveel recht aan de huidige christenheid gesteld worden: „’Zou ik wegens deze dingen geen rekenschap vragen?’ is de uitspraak van Jehovah. ’Of zou aan een natie als deze mijn ziel zich niet wreken?’” Daarom zullen Jehovah’s Getuigen de mensen van de natiën blijven bezoeken met een boodschap die voor de meerderheid steekt als een impopulair oordeel maar gelukkig stemmend goed nieuws is voor een minderheid — het goede nieuws van Gods koninkrijk. — Jeremia 5:9, 29; 9:9; Handelingen 8:4, 12.
21. Welke grootse hoop bestaat er, ondanks voorzegde rampspoed, voor degenen die acht slaan op het Jeremiawerk? (Psalm 37:9, 11, 18, 19, 28, 29)
21 Hoewel Jeremia vaak een onheilsprofeet is genoemd, is het ook waar dat zijn boodschap de joden een sprankje hoop gaf (Jeremia 23:5, 6; 31:16, 17). Op overeenkomstige wijze verkondigen Jehovah’s Getuigen, hoewel zij de ophanden zijnde „grote verdrukking” met Gods oordeel van Armageddon bekendmaken, ook de zegeningen van de „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” die zullen leiden tot het herstel van gerechtigheid en een paradijs op deze planeet, samen met eeuwig leven (Matthéüs 24:21, 22; Openbaring 16:16; 21:1-4). Nu is het daarom de tijd om acht te slaan op Gods oordeelsboodschap en steun te verlenen aan de voltooiing van het grote Jeremiawerk. — Vergelijk Jeremia 38:7-13.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Hoe worden Jehovah’s Getuigen, net als Jeremia, vervolgd?
◻ Waarom blijven de Getuigen prediken?
◻ Hoe is het Jeremiawerk uitgebreid?
◻ Welke recente voorbeelden laten zien dat de aanklacht niet is veranderd?
◻ Welke hoop wordt er, ondanks de boodschap van rampspoed, ook bekendgemaakt?
[Illustratie op blz. 23]
Mettertijd werd Maria verafgood en werd er van mensen geëist haar te vereren als de „Moeder Gods”
[Illustratie op blz. 24]
In 1931 namen de Bijbelonderzoekers op hun congres in Columbus (Ohio) de naam „Jehovah’s Getuigen” aan
[Illustraties op blz. 25]
Wereldwijd volgen Jehovah’s Getuigen Jeremia’s voorbeeld