-
Hedendaagse bijbelverbranding mist haar doelDe Wachttoren 1980 | 1 mei
-
-
„Nu gebeurde het in het vierde jaar van Jojakim, de zoon van Josía, de koning van Juda, dat dit woord van de zijde van Jehovah tot Jeremia kwam, zeggende: ’Neem u een boekrol, en gij moet daarin al de woorden schrijven die ik tot u heb gesproken, tegen Israël en tegen Juda en tegen alle natiën, vanaf de dag dat ik tot u gesproken heb, sedert de dagen van Josía, helemaal tot op deze dag. Misschien zullen zij van het huis van Juda luisteren naar al de rampspoed die ik hun denk aan te doen, opdat zij terugkeren, een ieder van zijn slechte weg, en ik hun dwaling en hun zonde werkelijk vergeef’” (Jer. 36:1-3).
-
-
Hedendaagse bijbelverbranding mist haar doelDe Wachttoren 1980 | 1 mei
-
-
4. Hoe werd Jeremia’s boodschap, nadat hij ermee was gereedgekomen zijn profetieën vanaf het begin op te tekenen, aan Jeruzalem aangeboden, en waarom?
4 Gehoorzaam dicteerde Jeremia de boodschap aan zijn secretaris, Baruch, de zoon van Neria. Het resulterende manuscript bevatte alle woorden die Jehovah tot Jeremia had gesproken sinds het dertiende jaar van de regering van koning Josía, het jaar waarin Jehovah de jonge, tot het priesterschap geroepen Jeremia tot profeet verwekte. Toen het manuscript klaar was, voelde Jeremia zich er niet toe in staat naar Jeruzalem te gaan, welke stad slechts ongeveer vijf kilometer van zijn levitische woonplaats Anathoth verwijderd lag, om het manuscript hardop in de tempelhoven voor te lezen. Hij zond zijn secretaris Baruch er derhalve heen en voegde eraan toe: „Misschien zal hun verzoek om gunst neervallen voor Jehovah en zullen zij terugkeren, een ieder van zijn slechte weg, want groot is de toorn en de woede die Jehovah tegen dit volk gesproken heeft.” — Jer. 36:4-7.
-