Bouwen met het oog op een eeuwigdurende toekomst
„Elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is God.” — HEBREEËN 3:4, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap.
1, 2. (a) Wie ontwierp de ark, en hoe gedetailleerd waren de instructies die gegeven werden? (b) Waarom is het van het grootste belang dat wij net als Noach gehoorzaam zijn?
ONGEVEER 4400 jaar geleden gebood Jehovah Noach de ark te bouwen die tot levensbehoud zou dienen. Maar God liet het niet aan Noach over om zomaar een of ander bouwwerk te maken dat zou kunnen drijven. Hij gaf daarentegen specifieke instructies met betrekking tot materialen, ontwerp, lengte, breedte, hoogte, ventilatie en de afwerking van binnen- en buitenzijde. „Toen deed Noach naar alles wat God hem geboden had. Juist zo deed hij.” — Genesis 6:13-16, 22.
2 Wat een voortreffelijk voorbeeld voor hedendaagse getuigen van Jehovah! Evenals aan Noach is ook aan ons een levenreddend werk toevertrouwd, maar ditmaal gaat het om de redding van ’miljoenen thans levende mensen die nooit zullen sterven’. Hoe belangrijk is het dat wij net als Noach gehoorzaam zijn! Hoe dringend noodzakelijk is het dat wij het model navolgen van Degene die groter is dan Noach, Jezus Christus, door dienst te verrichten als ’predikers van rechtvaardigheid’! — 2 Petrus 2:5.
Een geestelijk bouwproject
3. (a) Wat zal het resultaat zijn wanneer men op de woorden van Jezus bouwt? (b) Waarom was Jezus’ prediking geloofopbouwend?
3 Het is nu 1956 jaar geleden sinds Jezus het platteland van Galiléa versteld deed staan door zijn opzienbarende boodschap: „Hebt berouw, want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.” Een ieder die zijn woorden zou gehoorzamen en erop zou bouwen, vergeleek hij met „een beleidvol man, die zijn huis op de rots bouwde”. Het geloof van zo iemand is vast, onwankelbaar, onwrikbaar. Het zal onder druk niet bezwijken. Jezus’ prediking was geloofopbouwend. Het hart van mensen werd erdoor bereikt, want het verschil met de schijnheilige frases van de joodse religieuze leiders was erg groot. De gewone mensen stonden versteld van Jezus’ manier van onderwijzen. Zelfs soldaten die werden uitgestuurd om hem te arresteren, kwamen met lege handen terug en verklaarden: „Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken.” — Matthéüs 4:17; 7:24, 25, 28; Johannes 7:46.
4. (a) Hoe bouwde Jezus met het oog op de toekomst? (b) Wat gebeurde er op de pinksterdag van 33 G.T. in verband met het grote geestelijke bouwwerk?
4 Jezus bouwde met het oog op de toekomst. Hij verzamelde medewerkers om zich heen, zoals bijvoorbeeld Petrus, die ook Céfas werd genoemd, hetgeen „een steen” betekent. Tot deze discipel zei Jezus: „Gij zijt Petrus, en op deze rots zal ik mijn gemeente bouwen.” Mettertijd werd Petrus een van de vele „levende stenen” die op Jezus, als de „fundament-hoeksteen” van de gemeente werden gebouwd. Die gemeente werd opgericht op de pinksterdag van 33 G.T., toen de uit de dood opgewekte Jezus vanuit zijn positie aan Gods rechterhand in de hemel heilige geest uitstortte op de wachtende discipelen. — Matthéüs 16:18; 1 Petrus 2:4-6; Handelingen 2:2-4, 32, 33.
5. Bij welke hedendaagse ontwikkelingen is de christelijke gemeente ten nauwste betrokken?
5 In deze tijd is de christelijke gemeente ten nauwste betrokken bij de verwezenlijking van Jehovah’s voornemen. Het is de tijd van de „apocalyps” of „onthulling”, waarin ’dingen die binnenkort gebeuren moeten’ aan Gods „slaven” op aarde worden geopenbaard (Openbaring 1:1-3, Engelse NW-Verwijsbijbel, voetnoot). Het is de tijd waarin deze slaven ’het goede nieuws van Gods koninkrijk op de gehele aarde tot een getuigenis’ moeten prediken voordat hij het oordeel aan Satans goddeloze samenstel voltrekt. Het is de tijd waarin de Koning, Jezus Christus, die thans in de hemelen op de troon is geplaatst, zachtmoedige, met schapen te vergelijken mensen scheidt van halsstarrige, met bokken te vergelijken personen die dat Koninkrijk niet wensen, en deze „schapen” in verbondenheid met zijn gemeente van geestelijke „broeders” brengt voordat de „grote verdrukking” toeslaat. — Matthéüs 24:14, 21; 25:31-40.
6. Wat is in deze tijd de „ark”, en hoe kunnen wij overleven?
6 Wat is de hedendaagse ark van overleving? Het is de geestelijke situatie waarin Jehovah’s Getuigen zich sedert 1919 bevinden, een geestelijk paradijs. Net als de leden van Noachs gezin in de ark moesten blijven, moeten het overblijfsel van gezalfde christenen en hun metgezellen in het geestelijke paradijs blijven en gehoorzaam en met hart en ziel werken aan de voltooiing van het grootse geestelijke project dat Jehovah zich heeft voorgenomen. Dit project is „alle dingen weer bijeen te vergaderen in de Christus, de dingen die in de hemelen [vanaf 33 G.T. begonnen met de gezalfden, die een hemelse bestemming hebben] en de dingen die op de aarde zijn [vooral begonnen vanaf 1935, met de internationale „grote schare”, die voor eeuwig leven op aarde bestemd is].” — Efeziërs 1:10; Openbaring 7:9, 14.
’Bouwen en planten’
7. Welk tweeledige werk is thans gaande, en hoe kunnen wij net zo gelukkig zijn als Noach en Jeremia?
7 Jehovah heeft de op aarde overgebleven gezalfde christenen dezelfde opdracht gegeven als de opdracht die hij destijds aan de profeet Jeremia gaf toen hij hem aanstelde „over de natiën en over de koninkrijken, om uit te rukken en af te breken en om te vernielen en omver te halen, om te bouwen en te planten”. Er is dus thans een tweeledig werk gaande: (1) de aankondiging van Jehovah’s oordeel tegen Satans goddeloze wereldstelsel en (2) het bouwen en grondvesten van een uit Gods eigen volk bestaande maatschappij die behouden zal worden (Jeremia 1:10; 24:6, 7; Jesaja 26:20, 21). Het maakt het overblijfsel van gezalfden en de groeiende menigte van hun metgezellen erg gelukkig dat zij thans samen een aandeel hebben aan dit werk! De ijverige Noach en zijn gezin moeten in hun tijd net zo gelukkig zijn geweest.
8. (a) Welke toename in verkondigers over de afgelopen 22 jaar valt er op te merken? (b) Als wij de bladzijden 20-23 beschouwen, wat zijn dan enkele landen die zich gedurende 1985 in een opvallende toename hebben verheugd?
8 Zullen miljoenen de dag van Jehovah’s toorn overleven? De vooruitzichten daarop zijn voortreffelijk, zoals blijkt uit het Bericht van Jehovah’s Getuigen over het dienstjaar 1985. Het gedetailleerde bericht is afgedrukt op de bladzijden 20-23. Het is hoogst opwindend het schitterende hoogtepunt te zien in het aantal werkers in het veld. Dit aantal is nu gestegen tot 3.024.131 Koninkrijkspredikers. In 1963 werd voor het eerst de mijlpaal van 1.000.000 bereikt, in 1974 2.000.000 en nu, in 1985, meer dan 3.000.000. In die 22 jaar is er een toename van 200 procent geweest. Wat zijn wij Jehovah, die door zijn geest de dingen doet groeien, dankbaar! — Zacharia 4:6; 1 Korinthiërs 3:6.
9. (a) Waarom is de toename in pioniers nog opmerkelijker? (b) Wat wordt iedereen aanbevolen die er plaats voor kan maken, en waarom?
9 Nog opvallender in die jaren is de toename van het aantal Koninkrijksverkondigers in de volle-tijddienst geweest. Ondanks de verslechterende economische omstandigheden overal in de wereld is het aantal van deze dappere groep „pioniers” omhooggevlogen van een maandelijks gemiddelde van 38.573 in 1963 tot 322.821 in 1985 — een toename van 737 procent! Wat blijkt hieruit? Het laat zien dat er onder Gods volk een schitterende geest van zelfopoffering heerst. Dit is in overeenstemming met Jezus’ woorden in Lukas 9:23. Het vereist doorgaans zorgvuldige planning en zelfverloochening de pioniersdienst tot een succes te maken. Maar de beloningen zijn groot. — Romeinen 12:1, 2; Maleachi 3:10.
10. (a) Waarvoor zijn de gemeenteverkondigers te prijzen? (b) Welke drie nieuwe hoogtepunten in activiteit worden hier opgemerkt en wat wordt erdoor te kennen gegeven?
10 De miljoenen gemeenteverkondigers moeten eveneens strijd voeren tegen de druk die Satan en zijn wereld op hen uitoefenen. Maar ook zij bieden God hun „slachtoffer van lof” aan (Hebreeën 13:15; Romeinen 10:9, 10). Die uren, of het er nu veel of weinig zijn, die getrouwe gemeenteverkondigers elke maand op hun bericht hebben opgegeven, zijn een deel geworden van het nieuwe hoogtepunt van 590.540.205 uur velddienst in 1985. Dit is een toename van 16,8 procent ten opzichte van 1984! Nieuwe hoogtepunten van 224.725.918 nabezoeken en 2.379.146 huisbijbelstudies met geïnteresseerden geven te kennen dat Koninkrijksverkondigers over de gehele aarde er moeite voor doen zowel goede onderwijzers als ijverige predikers te zijn. — Matthéüs 28:19, 20.
Bouwen met het oog op ware vrede en zekerheid
11. Hoe wordt de ware hoop op vrede en zekerheid bekendgemaakt, en in welke mate?
11 In oktober 1985 hebben de Verenigde Naties 1986 tot het Internationale Jaar van de Vrede uitgeroepen. De VN hebben de afgelopen tijd heel wat over vrede en veiligheid gezegd. Maar een belangrijker bekendmaking, die de schriftuurlijke hoop op vrede en zekerheid inhoudt, heeft gedurende 1985 sterk aan kracht gewonnen doordat Jehovah’s Getuigen in het wereldomvattende veld 38.805.561 bijbels, boeken en brochures hebben verspreid, alsmede 300.545.609 tijdschriften, en 1.719.930 abonnementen op De Wachttoren en Ontwaakt! hebben afgesloten. Door middel van het gedrukte en het gesproken woord is er omtrent het opgerichte Koninkrijk van de ware „Vredevorst” het tot op heden grootste getuigenis afgelegd. Waarlijk, „aan uitbreiding van zijn heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn”. — Jesaja 9:6, 7, King James Version.
12. Tot welke grote noodzaak heeft de expansie geleid en hoe heeft Jehovah’s volk zich verenigd om in die behoefte te voorzien?
12 De ontzaglijke groei in het veld heeft het ook noodzakelijk gemaakt dat de organisatie die deze groei moet opvangen, zich uitbreidt. In de loop van 1985 is het aantal gemeenten van Jehovah’s Getuigen in de gehele wereld gestegen van 47.869 tot 49.716. Dit maakte het noodzakelijk dat er honderden nieuwe vergaderplaatsen kwamen. Wat is het geweldig dat de Getuigen in tal van landen gezegend zijn in hun streven Koninkrijkszalen te financieren! Waar de noodzaak zich voordeed, hebben afzonderlijke personen en gemeenten onzelfzuchtig elkaars bouwprogramma’s ondersteund, zodat er in de wereldomvattende broederschap „gelijkheid” is ontstaan. — 2 Korinthiërs 8:14, 15.
13. Hoe kunnen afzonderlijke personen aan de bouw van Koninkrijkszalen bijdragen?
13 In landen waar de omstandigheden gunstig zijn, hebben de bijkantoren van het Wachttorengenootschap ook steun verleend aan Koninkrijkszaalprojecten. In de Verenigde Staten en Canada schenken velen bijdragen aan een speciaal Koninkrijkszalenfonds, waardoor het mogelijk is gemaakt leningen te verstrekken voor de bouw van meer Koninkrijkszalen. Anderen hebben hun energie gegeven en hun bekwaamheden ingezet, zodat het zelfs mogelijk is geworden om volgens een snelbouwmethode in slechts één weekeinde een Koninkrijkszaal op te trekken. Door ’met geheel hun ziel als voor Jehovah’ aan zulke projecten te werken, kunnen zijn Getuigen tot stand brengen wat mensen in de wereld voor onmogelijk houden. — Kolossenzen 3:23.
14. Hoe is in de behoefte aan Congreshallen voorzien?
14 In een aantal landen heeft het gebrek aan geschikte faciliteiten voor de halfjaarlijkse kringvergaderingen van Jehovah’s Getuigen een groot probleem opgeworpen. Ook hier hebben de Getuigen vol vreugde op de uitdaging gereageerd door bouwprojecten ter hand te nemen, bezield door dezelfde geest die Gods dienstknechten in de oudheid aan de dag legden. Toen het bijvoorbeeld nodig werd om aan materialen voor de bouw van de tabernakel te komen, gaf de vergadering van Israël eensgezind gevolg aan Gods gebod: „Zamelt uit uw midden een bijdrage voor Jehovah in. Iedereen met een gewillig hart brenge haar als een bijdrage voor Jehovah.” Die vergadering bracht veel meer bijeen dan nodig was, en het werk werd snel voltooid. — Exodus 35:5-19; 36:7.
15. (a) Welke uitbreiding vindt er plaats aan de bijkantoren van het Wachttorengenootschap? (b) Hoe wordt het werk volbracht?
15 Daar de behoefte aan bijbels en op de bijbel gebaseerde publikaties toeneemt, hebben veel van de 94 bijkantoren van het Wachttorengenootschap in de gehele wereld hun faciliteiten moeten uitbreiden. De drukkerij van Brooklyn en de Watchtower Farms is nog steeds verreweg de grootste, maar 36 bijkantoren van het Genootschap zorgen nu voor het drukken van hun eigen tijdschriften en 6 bijkantoren zijn ook toegerust voor het drukken en binden van boeken. Van deze groep bijkantoren vervaardigen Duitsland, Italië en Japan ook bijbels. De capaciteit van de nieuwe drukkerij in Selters (Duitsland) wordt tot het uiterste benut. In Ebina, in Japan, wordt gebouwd aan een uitbreiding van zes verdiepingen voor de drukkerij en een bijbouw van acht woonlagen aan het Bethelhuis om nog eens 280 werkers onder te kunnen brengen. Net zoals Jehovah’s volk de bouw van Salomo’s tempel „met een onverdeeld hart” ondersteunde, zo geeft Gods volk thans in verschillende landen „vrijwillige gaven aan Jehovah”, en hij voegt er zijn zegen aan toe, zodat het werk volbracht wordt. — 1 Kronieken 22:14, 15; 29:7, 9; zie voetnoten Engelse NW-Verwijsbijbel.
16. Waarvoor is dit extra bouwen en organiseren nodig?
16 Is al dit bouwen en organiseren werkelijk nodig? Jazeker, wil de „getrouwe en beleidvolle slaaf” geestelijk „voedsel te rechter tijd” kunnen blijven verschaffen. Dat voedsel is hoogst noodzakelijk voor de groei van „het huisgezin van God” en voor de wereldwijde prediking in meer dan 200 talen (Matthéüs 24:45; Efeziërs 2:19; 4:15, 16). Jehovah’s volk zelf heeft zijn bekwaamheden ingezet voor het ontwikkelen van een veeltalig elektronisch fotozetsysteem (MEPS), waarmee nu 26 bijkantoren van het Genootschap zijn uitgerust. Dit heeft een verenigd wereldomvattend offset-drukprocédé mogelijk gemaakt en heeft ertoe bijgedragen dat in veel delen der aarde de Koninkrijksboodschap in gedrukte vorm simultaan kan worden uitgegeven. — Vergelijk Jesaja 52:7-9.
17. Welke behoefte bestaat er op het hoofdbureau in Brooklyn, en hoe wordt hierin te werk gegaan?
17 Er lijkt geen eind te komen aan de hedendaagse expansie van Jehovah’s organisatie. De Bethelfamilie op het hoofdbureau van het Genootschap in Brooklyn, New York, is op dit moment dusdanig gegroeid dat alle beschikbare accommodatie bezet is. Indien het Jehovah’s wil is, zal er op het grondgebied van het Genootschap aan Columbia Heights wellicht een torenflat gebouwd worden om nog eens duizend Bethelwerkers te huisvesten. Mocht dit echter niet gebeuren, dan zien wij naar Jehovah’s verdere leiding in de kwestie uit. De gebeden en de loyale steun van de wereldomvattende broederschap in verband met al deze expansie worden beslist op prijs gesteld. — Vergelijk Handelingen 21:14; 2 Thessalonicenzen 3:1.
18. Waarom zijn er thans zoveel bouwprojecten, ondanks de nabijheid van Armageddon?
18 ’Maar waarom’, zal iemand misschien vragen, ’zijn er zoveel expansieprojecten nu wij vlak voor Armageddon staan?’ Het antwoord is dat voor Jehovah’s organisatie het naderen van Armageddon geen ’bedrijfssluiting’ meebrengt. Armageddon betekent alleen voor Satans organisatie ’sluitingstijd’. Jehovah’s organisatie bouwt met het oog op een eeuwigdurende toekomst. Of door mensen gemaakte gebouwen de storm van Armageddon al dan niet doorstaan, wij weten dat Gods organisatie op volle toeren draaiend door de „grote verdrukking” heen zal komen en dat Jehovah haar en degenen die haar loyaal ondersteunen zal gebruiken om eeuwigdurende vrede en zekerheid tot stand te brengen in het luisterrijke aardse Paradijs dat God heeft beloofd. — Openbaring 7:9, 14-17; 21:1, 4, 5.
Bouwen met een doel voor ogen
19. Welke uitdaging houdt het bericht over de Gedachtenisviering van 1985 in?
19 Noach bouwde met een doel voor ogen, en dat moeten wij ook doen. Eén aspect van het bericht over het dienstjaar 1985 geeft veel stof tot nadenken. Het is dat buitengewoon schitterende totaal van 7.792.109 aanwezigen op 4 april 1985 tijdens de Gedachtenisviering van Jezus’ dood — een toename van 375.135 ten opzichte van het totaal van 1984. Werkelijk geweldig! Maar dat cijfer houdt een uitdaging in. Aangezien 3.024.131 verkondigers, ons nieuwe hoogtepunt, een aandeel hebben aan de Koninkrijksdienst, zijn er nog ongeveer 4.000.000 anderen die tenminste tot op zekere hoogte met ons verbonden zijn. Zij moeten nog met het oog op de toekomst gaan bouwen door deel te nemen aan de christelijke bediening. Hoe kunnen wij hen helpen?
20. Welke dringende noodzaak is er om aan die uitdaging het hoofd te bieden, en hoe kunnen wij dit op praktische wijze aanpakken?
20 De meesten van ons kennen één of meer van deze geïnteresseerden persoonlijk. Het kunnen familieleden zijn, mensen bij wie wij bijbelstudies leiden, abonnees op onze tijdschriften of anderen. Sommigen hebben misschien zelfs sedert de laatste Gedachtenisviering belangstelling gekregen. Kunnen wij thans speciale pogingen in het werk stellen om deze personen te voeden, hen op te bouwen door middel van een bijbelstudie, zodat zij een toevlucht kunnen vinden in Jehovah’s regeling „totdat de onheilen voorbijtrekken”? (Psalm 57:1) De „grote verdrukking” zal Jehovah’s daad van rechtvaardiging zijn, en deze zal zelfs nog ingrijpender en nog definitiever zijn dan de vloed in de dagen van Noach. Wij willen deze geïnteresseerden opbouwen met levengevende waarheden, zodat zij ’de naam van Jehovah aanroepen’ en niet weggevaagd worden (Matthéüs 24:21, 22, 39; Zefanja 2:3; 3:8, 9). Laten wij Gods Woord met hen bestuderen en daarbij gebruik maken van het leerboek U kunt voor eeuwig in een Paradijs op aarde leven of andere geloofopbouwende bijbelse lectuur.
21. Hoe kunnen wij in onszelf en in anderen een geloof als dat van Noach opbouwen?
21 Jehovah God is de Meesterbouwer en de Grootse Verzorger van de mensheid (Psalm 127:1; 145:16; Prediker 3:10-13). Hij was het die aan Noach aanwijzingen gaf voor het ontwerp en de bouw van de ark. Door middel van de bereidwillige medewerking van de Grotere Noach, Jezus Christus, heeft hij regelingen getroffen om gehoorzame mensen los te kopen van zonde en dood. Door bemiddeling van deze Zoon heeft hij ook de hedendaagse „ark” gebouwd, het bloeiende geestelijke paradijs waarin godvruchtige mannen en vrouwen behouden kunnen worden, met eeuwig leven in het vooruitzicht (Matthéüs 20:26-28; Johannes 3:16; 17:3). Mogen wij vele anderen helpen geloof op te bouwen en een intieme band te smeden met Jehovah en zijn Zoon. Mogen wij hen helpen rechtvaardigheid lief te hebben en goddeloosheid te haten (Hebreeën 1:9). Zo kunnen wij met een geloof als dat van Noach, samen blijven bouwen met het oog op een eeuwigdurende toekomst. — 1 Timótheüs 4:15, 16.
ENKELE OVERZICHTSVRAGEN —
◻ Hoe bouwde Jezus met het oog op de toekomst?
◻ Wat vond u opvallend in het bericht over 1985?
◻ Waarom zijn er theocratische bouwprogramma’s nodig?
◻ Hoe kunnen wij allen bouwen met een doel voor ogen?
[Kader op blz. 24]
Een gemeente in een Afrikaans land waar Jehovah’s werk verboden is, heeft 95 verkondigers die allen iedere maand aan de dienst deelnemen. Op hun vergaderingen zijn gemiddeld 130 aanwezigen, maar bij hun openbare lezingen zijn er 160. Zij hebben drie gewone pioniers en kortgeleden waren er acht hulppioniers. In slechts zes maanden begonnen 21 verkondigers voor het eerst met de velddienst.
[Kader/Illustraties op blz. 16, 17]
JEHOVAH’S GETUIGEN BOUWEN WERELDWIJD
322.821 pioniers in de gehele wereld leverden maandelijks bericht in (24,7 procent toename)
Aantal verkondigers in de gehele wereld groeide tot 3.024.131 (toename van 6,4 procent)
Nabezoeken bij geïnteresseerden: 224.725.918 (toename van 14,8 procent)
Aantal geleide huisbijbelstudies: 2.379.146 (toename van 16,2 procent)
Enkele gebouwen ter ondersteuning van geestelijke bouwwerkzaamheden wereldwijd
[Illustraties]
In Brooklyn (New York) trekken pioniers in de velddienst uit
Veertien-talencongres, Montreal, Quebec (Canada)
Prediking, Castle Comb, Wiltshire (Engeland)
Studiegroep op eiland Yap, Micronesia
In Brooklyn worden vanuit dit gebouw van 93.000 m2 aan 360 Furman Street bijbels en bijbelse lectuur verzonden
Deze Koninkrijkszaal (Downpatrick, Noord-Ierland) werd in 31 uur gebouwd
Deze Congreshal in Rome is een van de tientallen soortgelijke hallen in de hele wereld
Deze uitbreiding van het Japanse Bethelhuis wordt thans gebouwd
[Tabel op blz. 20-23]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1985 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)
[Tabel op blz. 25]
Acht landen berichtten een hoogtepunt van meer dan 100.000 verkondigers in 1985
VS 723.220
Brazilië 177.904
Mexico 173.037
Italië 127.526
Nigeria 121.729
Duitsland 115.604
Japan 103.117
Groot-Brittannië 103.522