ON
De naam zowel van een persoon als van een plaats.
1. [Voortplantingsvermogen; Dynamische energie]. Een zoon van Peleth en een vooraanstaand man van de stam Ruben (Nu 16:1). Hij behoorde tot degenen die in opstand kwamen tegen Mozes en Aäron, maar zijn naam wordt naderhand niet meer genoemd, noch toen de opstandelingen later hun stem tegen Mozes verhieven noch toen Jehovah hen met vernietiging strafte (Nu 16:2, 3, 12-14, 23-35). Dit komt misschien doordat On een zeer ondergeschikte rol in de opstand speelde, of er kan zelfs door te kennen worden gegeven dat hij zich na Mozes’ eerste terechtwijzing terugtrok van de samenzweerders.
2. Een oude en vermaarde stad in Egypte, die op korte afstand ten NO van Caïro aan de O-oever van de Nijl lag, in de buurt van de plaats waar de rivier zich vertakt en het deltagebied begint. In Egyptische annalen wordt de naam van de stad met Joenoe aangeduid, terwijl ze in Assyro-Babylonische annalen als Ana of Unu vermeld staat. Men neemt aan dat de Egyptische naam „Zuilenstad” betekent, misschien wegens de obelisken (hoge, naar boven toe spits toelopende zuilen met piramidevormige punt) die de stad beroemd hebben gemaakt; de naam kan ook betrekking hebben op de heilige steen (benben genaamd), die bij de aanbidding van de zonnegod Ra (Re) een rol speelde. De Grieken noemden de stad Heliopolis, wat „Zonnestad” of „Stad van de zon” betekent, omdat ze het belangrijkste centrum van de Egyptische zonaanbidding was.
In het bijbelse verslag komt On voor het eerst voor als de stad van de priester Potifera, wiens dochter Asnath Jozef tot vrouw werd gegeven (Ge 41:45, 50). In de naam Potifera zelf ligt de naam van de zonnegod Ra opgesloten.
Mettertijd werd de priesterschap van On zeer welvarend en wedijverde in dit opzicht met de priesterschap van Memphis; ze werd alleen door de priesterschap van Thebe (het bijbelse No-Amon) overtroffen. Aan haar zonnetempel was een school verbonden waar priesters werden opgeleid en waar geneeskunde werd gedoceerd. Griekse filosofen en andere geleerden kwamen naar On om de priestertheologie te bestuderen, en zo werd de stad beroemd als centrum van Egyptische geleerdheid.
De profeet Jeremia voorzei onder inspiratie dat koning Nebukadnezar Egypte onder de voet zou lopen en „de zuilen van Beth-Semes, dat in het land Egypte ligt, stellig aan stukken [zou] breken” (Jer 43:10-13). Beth-Semes komt enigszins overeen met de Griekse naam Heliopolis en betekent „Huis van de zon”. Derhalve wordt in de hier genoemde bijbeltekst waarschijnlijk gedoeld op de stad On en kunnen „de zuilen” die aan stukken gebroken zouden worden, heel goed betrekking hebben op de vele obelisken die zich rondom de zonnetempel bevonden.
Ezechiëls profetie bevat een soortgelijke waarschuwing (Ez 30:10, 17). In dit geval verschilt de Hebreeuwse vocalisatie van de naam van die in Genesis, zodat de naam letterlijk Aven (Hebr.: ʼaʹwen) luidt. Sommige geleerden zijn van mening dat het een woordspeling was, want Aven betekent „Schadelijkheid; Iets schadelijks”, en On was een centrum van afgoderij.
Dit kan ook het geval zijn in Jesaja 19:18, waar de masoretische tekst een van de „vijf steden in het land Egypte . . . die de taal van Kanaän spreken en bij Jehovah . . . zweren”, als „De Stad der Omverhaling [Hebr.: ʽIr ha·Heʹres]” aanduidt. In de Dode-Zeerol van Jesaja staat ʽIr ha·Cheʹres, wat „Stad van de zon” betekent en dus op On (Heliopolis) duidt. Het kan zijn dat het weer om een opzettelijke woordspeling gaat, waarbij met het oog op Jehovah’s bedoeling om de afgodische stad On te verwoesten, Cheʹres (een ander Hebreeuws woord voor „zon”, minder gebruikelijk dan sjeʹmesj) door Heʹres (omverhalen) werd vervangen. De Aramese targoem parafraseert dit deel van het vers als volgt: „[Stad van] het Huis der Zon, die [d.w.z. de stad] verwoest zal worden.”
Behalve de voorzegde verwoesting door de invasie van Nebukadnezar werd On (Heliopolis) — volgens de Griekse geograaf Strabo, die omstreeks het begin van de gewone tijdrekening leefde — kennelijk nog een slag toegebracht toen Cambyses II Egypte veroverde (Geographica, 17, I, 27). Tegen de tijd van Strabo had Heliopolis zijn betekenis verloren en was het nog slechts gedeeltelijk bewoond. De plaats van de oude stad wordt thans voor een deel ingenomen door het dorp Al-Matariya, en één obelisk van rood graniet die stamt uit de regeringstijd van Sesostris I is alles wat er van haar vroegere glorie is overgebleven. Andere obelisken uit Heliopolis zijn tegenwoordig nog in New York, Londen en Rome te zien.