Wat zal de dag des Heren voor u betekenen?
„Ga onderwerpen te midden van uw vijanden.” — PSALM 110:2.
1-3. (a) Waarom is het begin van de dag des Heren een tijd van strijd geweest, en wat zijn enkele successen die hij heeft behaald? (b) Hoe zal Jezus ’zijn overwinning voltooien’?
IN 1914 werd Jezus geïnstalleerd als Koning van Gods koninkrijk en begon de dag des Heren. Onmiddellijk kreeg de nieuwe Koning te maken met felle tegenstand van Satan de Duivel en zijn werktuigen hier op aarde (Psalm 2:1-6). Die vroege jaren van de dag des Heren zijn dus een tijd van strijd geweest waarin Jezus is gaan ’onderwerpen te midden van zijn vijanden’. — Psalm 110:2.
2 De overwinningen van de nieuwe Koning zijn indrukwekkend geweest. Na 1914 heeft Satan geprobeerd het pasgeboren Koninkrijk te „verslinden”, maar in plaats daarvan leed hij een smadelijke nederlaag en werd uit de hemel geworpen (Openbaring 12:1-12). Daarna ging hij ’oorlog voeren’ tegen de overgeblevenen van de gezalfden, maar hij was niet bij machte te verhinderen dat zij in 1919 ’opstonden’ of dat zij „de kleine boekrol” uit de hand van Jezus Christus ontvingen (Openbaring 10:8-11; 11:11, 12; 12:17). Hij was al evenmin in staat de bijeenvergadering te beletten van de laatste leden van de 144.000 alsook van de grote schare (uit alle natiën) die ’dag en nacht heilige dienst verrichten in Jehovah’s tempel’. — Openbaring 7:1-3, 9-15.
3 Ja, sinds 1914 is Jezus ’er overwinnend op uit getrokken’. Niettemin moet er nog een heleboel gebeuren. Jezus moet nog ’zijn overwinning voltooien’. Hij moet er nog toe overgaan alle sporen van Satans wereldsamenstel van dingen te verwijderen (Openbaring 6:1, 2; 19:11-21). Wat zal die enorm belangrijke daad voor ieder van ons betekenen?
Openbare schande voor Babylon de Grote
4. Hoe wordt valse religie in de Openbaring beschreven?
4 De verwoesting van Satans wereld begint met het einde van valse religie. De Openbaring beschrijft het hele wereldrijk van valse religie — met inbegrip van de christenheid — als een prostituée, Babylon de Grote, die betrekkingen heeft met de koningen der aarde en de mensheid dronken maakt van de wijn van haar hoererij. Zijzelf is ook dronken — op een weerzinwekkende wijze — en wel van het drinken van bloed, het bloed van Gods dienstknechten (Openbaring 17:1-6). Het boek Openbaring beschrijft ook het einde van deze walgelijke, eeuwenoude hoer, en wij kunnen beter begrijpen wat dit zal betekenen als wij beschouwen wat een andere religieuze hoer overkwam die in de zevende eeuw voor onze gewone tijdrekening bestond.
5, 6. Waarom werd het ontrouwe Jeruzalem een prostituée genoemd, en welk van Jehovah afkomstige oordeel bracht dit over haar?
5 Die hoer was de stad Jeruzalem. Ze gold als het centrum van Jehovah’s aanbidding op aarde, maar God zei tot haar: „Door uw bloed dat gij hebt vergoten, zijt gij schuldig geworden” (Ezechiël 22:4). Ze werd ook in geestelijk opzicht geacht zuiver te zijn, maar ze had zich geprostitueerd door zich te verbinden met de natiën. „O hoe ben ik van woede vervuld tegen u”, zei Jehovah tot haar, „doordat gij al deze dingen doet, het werk van een vrouw, een heerszuchtige prostituée!” — Ezechiël 16:30; 23:1-21; Jakobus 4:4.
6 Beschouw vervolgens welk oordeel Jehovah over deze hoer uitspreekt: „Zie, ik breng al degenen [de natiën] die u hartstochtelijk liefhadden, voor wie gij aangenaam waart, bijeen, en al degenen die gij hebt liefgehad . . ., en zij moeten u uw kleren uittrekken en uw luisterrijke voorwerpen nemen en u naakt en bloot achterlaten. En zij moeten uw huizen met vuur verbranden” (Ezechiël 16:37, 39, 41; 23:25-30). De geschiedenis vermeldt wat er gebeurd is. De Babyloniërs kwamen in 607 v.G.T. en legden Jeruzalem bloot. Haar bevolking en haar rijkdom werden naar Babylon gevoerd. De stad werd verwoest en de tempel verbrand en het land werd woest en verlaten achtergelaten. — 2 Kronieken 36:17-21.
7. Wat zal het einde zijn van Babylon de Grote?
7 Iets soortgelijks zal Babylon de Grote overkomen. De Openbaring waarschuwt: „Die [hedendaagse „koningen” of heersers met wie Babylon de Grote geestelijke hoererij heeft bedreven] zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en . . . zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden” (Openbaring 17:2, 16). Uit het voorbeeld van het oude Jeruzalem weten wij wat dit zal betekenen. Valse religie zal vernietigd worden door nationale regeringen die haar eerst hebben ’liefgehad’. Haar rijkdom zal haar ontrukt worden, en ze zal verbrand worden, volledig vernietigd. Een passend eind voor een walgelijke organisatie!
De hemelen verduisterd
8. Wat voor tijd zal de grote verdrukking voor de mensheid zijn?
8 Met de vernietiging van Babylon de Grote zal de door Jezus voorzegde „grote verdrukking” zijn begonnen (Matthéüs 24:21; Openbaring 7:14). Over die tijd zegt Openbaring: „Er geschiedde een grote aardbeving; en de zon werd zwart als een haren zak, en de gehele maan werd als bloed, en de sterren van de hemel vielen naar de aarde” (Openbaring 6:12, 13). Deze grote aardbeving is de „grote aardbeving in de bodem van Israël” die Ezechiël voorzei (Ezechiël 38:18, 19; Joël 3:14-16). Het is de uiteindelijke vernietiging van dit goddeloze samenstel van dingen. Zal er in die tijd iets gebeuren met de letterlijke zon, maan en sterren?
9, 10. Wat zou Egypte volgens Ezechiëls voorzegging overkomen, en hoe ging deze profetie in vervulling?
9 Toen Ezechiël voor de komende val van Israëls grote zuiderbuur Egypte waarschuwde, zei hij: „’En wanneer gij [Farao] wordt uitgeblust, wil ik de hemel bedekken en zijn sterren verduisteren. Wat de zon betreft, met wolken zal ik ze bedekken, en de maan zelf zal haar licht niet laten schijnen. Alle lichtende lichten aan de hemel — ik zal ze vanwege u verduisteren, en ik wil duisternis over uw land brengen’, is de uitspraak van de Soevereine Heer Jehovah.” — Ezechiël 32:7, 8.
10 Toen Farao en zijn legers ten val kwamen, werd de letterlijke hemel niet verduisterd. Maar wel begon de toekomst voor Egypte er heel duister uit te zien. Zoals de bijbelgeleerde C. F. Keil opmerkte, „de duisternis voortvloeiend [uit Farao’s val] is een figuurlijke aanduiding voor volslagen hopeloze omstandigheden”. Egypte had voorgoed afgedaan als een onafhankelijke wereldmacht en werd nu door de ene wereldmacht na de andere overheerst! In onze tijd wordt het grootste deel van het grondgebied van het oude rijk van de farao’s bestuurd door een Arabische natie.
11. (a) Wat wordt afgeschaduwd door wat Egypte overkwam? (b) Hoe zullen de vooruitzichten voor Satans wereld er met de grote verdrukking absoluut pikzwart uit zien?
11 Maar Keil zag een verdere betekenis in Ezechiëls profetie. Hij schreef: „De omverwerping van deze wereldmacht [Egypte] is een voorteken en voorspel van de omverwerping van iedere goddeloze wereldmacht op de dag van het laatste oordeel.” Dit is in essentie waar. Zoals de Openbaring laat zien, zullen de vooruitzichten voor de goddeloze mensheid er met de grote verdrukking even pikzwart uit zien als destijds die van Egypte. Het zal zijn alsof de zon overdag geen licht gaf en de nachtelijke hemel verstoken was van ieder warm licht van de maan en zonder vriendelijke, twinkelende sterren. Degenen die weigeren Jehovah’s Koning te eren, zullen wanneer de Rijder op het witte paard zijn overwinning voltooit, vergaan zonder zelfs maar een fatsoenlijke begrafenis te krijgen (Openbaring 19:11, 17-21; Ezechiël 39:4, 17-19). Geen wonder dat goddeloze mensen „tot de bergen en tot de rotsen zeggen: ’Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Degene die op de troon zit en voor de gramschap van het Lam, want de grote dag van hun gramschap is gekomen, en wie kan dan standhouden?’” — Openbaring 6:16, 17; Matthéüs 24:30.
Voortdurende oorlog!
12. Hoe heeft Satan gedurende de dag des Heren zijn haat jegens Jezus Christus tot uitdrukking gebracht?
12 Hoe staat het echter met christenen in deze tijd? Welnu, de voortdurende oorlog tussen Satan en de Rijder op het witte paard heeft grote invloed op hen. Aangezien Satan niet in staat is geweest Jezus persoonlijk aan te vallen, heeft hij de volle kracht van zijn woede ontketend tegen de overgeblevenen van de gezalfden en — in latere tijd — tegen de grote schare andere schapen die zich bij hen heeft aangesloten. Zoals Jezus waarschuwde, zijn zij ’ter wille van zijn naam voorwerpen van haat geweest voor alle natiën’ (Matthéüs 24:9). Satan heeft in de strijd tegen hen ieder wapen aangewend dat hem ter beschikking stond, met inbegrip van geweld van het gepeupel, gevangenzetting, marteling en moord. — 2 Timótheüs 3:12.
13. Hoe heeft Satan bedrog aangewend in zijn oorlogvoering tegen Gods volk?
13 Satan heeft ook op bekwame wijze bedrog aangewend (Efeziërs 6:11). Door gebruik te maken van „de bedrieglijke kracht van de rijkdom” heeft hij sommigen ertoe verleid het kalmer aan te gaan doen of zelfs op te houden met hun heilige dienst (Matthéüs 13:22; 1 Timótheüs 6:9, 10). Anderen heeft hij tot onreinheid en immoraliteit verlokt (1 Korinthiërs 5:1, 2). Velen staan onder zware druk vanwege de „zorgen des levens”, en Satan maakt hier gebruik van door te trachten ’hun hart te bezwaren’ (Lukas 21:34). In andere gevallen heeft hij persoonlijkheidsconflicten of opstandige neigingen gebruikt om de aandacht af te leiden van „de belangrijker dingen”. — Filippenzen 1:10; 1 Korinthiërs 1:11, 12; Jakobus 4:1-3.
14, 15. Hoe kunnen wij in onze strijd tegen Satan de overwinning behalen?
14 Derhalve hebben christenen gedurende de dag des Heren volharding moeten aankweken. Sommigen hebben de strijd opgegeven, wat steeds weer een kleine overwinning voor Satan is geweest (1 Petrus 5:8). Maar de meesten hebben acht geslagen op Jezus’ belofte: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Matthéüs 24:13). Met Jehovah’s hulp hebben zij de overwinning behaald en zijn hart verheugd. — Spreuken 27:11; 1 Johannes 2:13, 14.
15 Stellig wil niemand van ons Satan de voldoening schenken ons ermee te zien ophouden! Laten wij daarom Paulus’ raad opvolgen en ons wapenen met waarheid, rechtvaardigheid en geloof, terwijl wij ijverig het goede nieuws prediken alsook studeren om ons geloof sterk te houden. Laten wij ook zonder ophouden bidden en waakzaam blijven. Op die manier zullen wij ’op de dag van onze Heer Jezus Christus aan geen enkele beschuldiging blootstaan’ (1 Korinthiërs 1:8; Efeziërs 6:10-18; 1 Thessalonicenzen 5:17; 1 Petrus 4:7). In plaats daarvan zal de dag des Heren ons rijke zegeningen brengen.
Schitterende dienstvoorrechten
16. Waarom werd Johannes geboden niet op te schrijven wat de zeven donderslagen hadden gezegd, en wat betekende dit voor gezalfde christenen in 1919?
16 In Openbaring 10:3, 4 zegt Johannes dat hij hoorde hoe „de zeven donderslagen” hun stemmen verhieven. Hij wilde opschrijven wat hij had gehoord, maar hij bericht: „Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ’Verzegel de dingen die de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf ze niet op.’” Kennelijk was het er nog niet de tijd voor dat zulke inlichtingen werden vrijgegeven. In plaats daarvan werd Johannes gezegd de kleine boekrol te nemen en op te eten. De zeven donderslagen schijnen een volledige uitdrukking van Jehovah’s voornemens af te beelden (Psalm 29:3; Johannes 12:28, 29; Openbaring 4:5). In 1919, toen gezalfde christenen figuurlijk gesproken de kleine boekrol opaten, was de tijd dat zij een volledig inzicht in Jehovah’s voornemens konden hebben, nog niet aangebroken. (Vergelijk Daniël 12:8, 9.) Maar zij gingen onbevreesd aan het werk met wat zij aan inzicht bezaten en betoonden zich waardig meer geestelijk licht te ontvangen.
17. Wat zijn enkele van de nieuwe inzichten die Jehovah zijn volk in de jaren sinds 1919 verleend heeft?
17 Vervolgens ontvingen zij in de loop der jaren een progressief duidelijker inzicht omtrent Jehovah’s wil. Zo gingen zij bijvoorbeeld beseffen dat de schapen uit Jezus’ gelijkenis zelfs al vóór Armageddon van de bokken werden gescheiden (Matthéüs 25:31-46). Zij zagen dat de geboorte van het Koninkrijk in 1914 een vervulling vormde van Openbaring 12. Zij kwamen tot een dieper besef van de belangrijkheid van Jehovah’s naam, en zij leerden wie in werkelijkheid de grote schare uit Openbaring 7 vormen. Welk een vertrouwen gaven deze geleidelijke onthullingen Gods volk! — Spreuken 4:18; 2 Petrus 1:19.
18. Aan het behartigen van welke opmerkelijke dienstvoorrechten heeft Gods volk gedurende de dag des Heren een aandeel gehad, en welk besef bouwt dit in ons hart op?
18 Terzelfder tijd vertrouwde Jehovah zijn aardse dienstknechten opmerkelijke dienstvoorrechten toe. In een imposant visioen zag Johannes engelen eeuwig goed nieuws voor de mensheid bekendmaken, de val van Babylon de Grote verkondigen en waarschuwen zich ervoor te hoeden het merkteken van het beest te ontvangen (Openbaring 14:6-10). Hoewel engelen er ongetwijfeld op toezagen dat deze goddelijke dienstvoorrechten werden behartigd, waren het mensen, Jehovah’s Getuigen op aarde, die deze boodschappen tot de mensheid richtten. Johannes zag ook Jezus „de oogst van de aarde” binnenhalen (Openbaring 14:14-16). Maar hij heeft deze oogst binnengebracht door middel van het werk van zijn onderdanen op aarde die het Koninkrijk hebben gepredikt en discipelen hebben gemaakt (Matthéüs 24:14; 28:19, 20). Wat een voorrecht is het om met de engelen en met Jezus Christus zelf een aandeel te hebben aan het behartigen van zulke belangrijke dienstvoorrechten! Door dit te doen, voelen wij ons werkelijk in harmonie met Jehovah’s grote, onzichtbare hemelse organisatie van getrouwe geestelijke schepselen.
Goddelijke bescherming
19. (a) Wat zal de climax zijn van Satans vijandigheid tegen Gods volk? (b) Wie zal de overwinning behalen in de eindstrijd?
19 Naarmate het einde van zijn wereld naderbij komt, zal Satan steeds meer pressie op christenen uitoefenen. De climax van zijn vijandigheid wordt beschreven in Ezechiël 38 en 39, waar hij profetisch Gog van Magog wordt genoemd. Volgens deze geïnspireerde profetie zal Satan een laatste grote aanval doen in een poging Gods volk eens en voor al te vernietigen. Zal hij daarin slagen? Openbaring antwoordt: „De tien horens [hedendaagse „koningen” of heersers] . . . zullen strijden tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is. Ook de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem zullen dit doen” (Openbaring 17:12, 14). Getrouwe christenen zullen stellig overwinnen als zij hun grote, overwinnende Koning trouw blijven. Gogs strijdkrachten zullen volledig vernietigd worden. — Ezechiël 39:3, 4, 17-19; Openbaring 19:17-21.
20. Welke zegeningen zal de dag des Heren getrouwe christenen brengen als de grote verdrukking toeslaat?
20 De dag des Heren betekent dus redding voor Gods volk. Degenen van de gezalfden die zich nog als mens op aarde bevinden als de grote verdrukking toeslaat, zullen verzekerd zijn van hun hemelse positie, en zij zullen vastbesloten zijn tot in de dood getrouw te blijven (Openbaring 7:1-3; 2 Timótheüs 4:6-8). De grote schare zal ook in leven blijven en Jezus zal „hen naar bronnen van wateren des levens leiden. En God zal elke traan uit hun ogen wegwissen” (Openbaring 7:14-17). Wat een schitterende beloning voor getrouwe volharding!
21. Wat zal er gedurende de dag des Heren op aarde gebeuren na de grote verdrukking?
21 Nu gaat de dag des Heren een schitterende fase in: de duizendjarige regering van Christus Jezus (Openbaring 20:6, 11-15). De rivier van water des levens, die zowel in de Openbaring als in Ezechiël is voorzegd, zal vanaf Jehovah’s troon naar de mensheid toe stromen, en degenen die ervan drinken, zullen geleidelijk tot menselijke volmaaktheid gebracht worden (Ezechiël 47:1-12; Openbaring 22:1, 2). Hades zal geledigd worden, en miljarden gestorvenen zullen eveneens de gelegenheid hebben van deze rivier te drinken. — Johannes 5:28, 29.
22. Welke uitermate belangrijke gebeurtenissen wachten de mensheid aan het einde van de duizendjarige regering van Christus?
22 Aan het einde van de duizend jaar zal de mensheid tot volmaaktheid zijn gebracht. Wat een geschikte tijd om Satan voor het laatst op het aardse toneel te laten verschijnen! Opnieuw zal hij proberen de mensheid te misleiden, en sommigen zullen hem zelfs dan volgen. Dezen worden betekenisvol „Gog en Magog” genoemd, aangezien zij dezelfde goddeloze geest aan de dag zullen leggen als werd getoond door ’Gogs menigte’ in Ezechiëls profetie. Maar hun opstandige geest zal voor alle eeuwigheid tenietgedaan worden wanneer zij, samen met Satan zelf en zijn demonen, in het symbolische meer van vuur worden geworpen (Openbaring 20:7-10; Ezechiël 39:11). Een waarlijk gezegende toekomst wacht degenen die gedurende die laatste beproeving getrouw blijven, en dan zal het tot volmaaktheid gebrachte mensenras één worden met Jehovah’s rechtvaardige universele organisatie. Jehovah God zelf zal „alles . . . voor iedereen” zijn! — 1 Korinthiërs 15:24, 28; Openbaring 20:5.
23. Welke raad van Paulus verdient, gezien de tijd waarin wij leven, beslist onze aandacht?
23 Welke onvoorstelbare zegeningen wachten ons dus als wij volharden! Bedenk dat de dag des Heren thans reeds ver gevorderd is. Er gebeuren reeds schitterende dingen. Hoe passend zijn dus Paulus’ woorden: „Laten wij het . . . niet opgeven te doen wat voortreffelijk is, want te zijner tijd zullen wij oogsten indien wij het niet moe worden” (Galaten 6:9). Ja, laten wij het thans, in deze dag des Heren, „niet opgeven te doen wat voortreffelijk is”. Als wij volharden, zal deze dag ieder van ons eeuwige voordelen brengen.
Kunt u dit uitleggen?
◻ Wat is de eerste fase van de vernietiging van Satans wereld?
◻ Hoe zal Jezus zijn overwinning op zijn vijanden voltooien?
◻ Hoe heeft Satan gedurende de dag des Heren tegen Jehovah’s Getuigen gestreden?
◻ Welke opmerkelijke zegeningen heeft Gods volk sinds 1919 genoten?
◻ Wat bent u persoonlijk vastbesloten te doen, gezien het feit dat wij ons reeds zo ver in de stroom des tijds bevinden?
[Illustratie op blz. 16]
Het lot van het oude Jeruzalem laat zien wat Babylon de Grote binnenkort zal overkomen