HOOFDSTUK 21
‘De naam van de stad zal zijn: Jehovah is daar’
FOCUS: De betekenis van de stad en de bijdrage
1, 2. (a) Waarvoor moet een stuk land worden afgezonderd? (Zie afbeelding op cover.) (b) Waarvan verzekert dit visioen de ballingen?
IN ZIJN laatste visioen krijgt Ezechiël te horen over een stuk land dat moet worden afgezonderd voor een speciaal doel. Het stuk land dat wordt afgezonderd, wordt geen erfdeel voor een stam van Israël maar is een bijdrage voor Jehovah. Ezechiël krijgt ook informatie over een bijzondere stad met een intrigerende naam. Dit deel van het visioen bevat een heel belangrijke belofte voor de ballingen: Jehovah zal met hen zijn als ze terug zijn in hun geliefde land.
2 Ezechiël geeft ons een gedetailleerde beschrijving van die bijdrage. Dat verslag heeft veel betekenis voor ons als ware aanbidders van Jehovah, en we gaan het in dit hoofdstuk bespreken.
‘De heilige bijdrage’ en de stad
3. Uit welke vijf gedeelten bestond het gebied dat Jehovah afzonderde, en welk doel hadden die gedeelten? (Zie het kader ‘De bijdrage die jullie moeten afzonderen’.)
3 Het speciale stuk grond was 25.000 el (13 kilometer) van noord naar zuid en 25.000 el van oost naar west. Dit vierkante stuk grond werd ‘de volledige bijdrage’ genoemd. Die werd in drie horizontale gedeelten verdeeld. Het bovenste deel was voor de Levieten en het middelste deel werd afgezonderd voor de tempel en de priesters. Die twee delen vormden samen ‘de heilige bijdrage’. Het kleinste, onderste deel, ‘het resterende gebied’, was ‘niet heilig’. Dat was bestemd voor de stad (Ezech. 48:15, 20).
4. Wat kunnen we leren van het verslag over de bijdrage aan Jehovah?
4 Wat kunnen we leren van dit verslag over de bijdrage aan Jehovah? Door eerst de grond af te zonderen voor deze speciale bijdrage en daarna het land voor de stammen, liet Jehovah zien dat dit geestelijke centrum van het land het belangrijkst was (Ezech. 45:1). Ongetwijfeld leerden de ballingen veel uit deze volgorde van de verdeling. Ze moesten de aanbidding van Jehovah op de eerste plaats stellen. Ook in deze tijd zien we geestelijke activiteiten als het belangrijkst, zoals Gods Woord bestuderen, de bijeenkomsten bezoeken en prediken. Als we Jehovah’s voorbeeld volgen in het stellen van de juiste prioriteiten, zullen we ons dagelijks leven opbouwen rondom de aanbidding van hem.
‘De stad zal in het midden komen’
5, 6. (a) Van wie was de stad? (b) Wat is de stad niet, en waarom niet?
5 Lees Ezechiël 48:15. Wat betekenden ‘de stad’ en de grond eromheen? (Ezech. 48:16-18) In het visioen had Jehovah tegen Ezechiël gezegd: ‘De stad (...) zal van het hele huis van Israël zijn’ (Ezech. 45:6, 7). De stad en de omliggende grond hoorden dus niet bij ‘de heilige bijdrage’ die ze ‘voor Jehovah moesten afzonderen’ (Ezech. 48:9). Laten we dat verschil in gedachten houden terwijl we kijken wat we in deze tijd van de regeling van deze stad kunnen leren.
6 Eerst moeten we vaststellen wat deze stad niet kan zijn. Het kan niet de herbouwde stad Jeruzalem met de tempel zijn. In de stad die Ezechiël in het visioen zag, was namelijk geen tempel. Ook was het niet een andere stad in het herstelde land Israël. Er is namelijk nooit een stad met de kenmerken uit dit visioen gebouwd door de teruggekeerde ballingen of hun nakomelingen. De stad was ook niet een stad in de hemel. De stad werd namelijk gebouwd op grond die ‘niet heilig’ was, in tegenstelling tot gebouwen die werden gebouwd op land dat was afgezonderd voor de aanbidding van Jehovah (Ezech. 42:20).
7. Wat voor stad zag Ezechiël, en wat lijkt die af te beelden? (Zie beginplaatje.)
7 Wat is de stad die Ezechiël zag dan wel? Bedenk dat hij de stad in hetzelfde visioen zag als waarin hij het land zag (Ezech. 40:2; 45:1, 6). Gods Woord geeft aan dat het om een geestelijk land gaat, dus de stad moet een geestelijke stad zijn. Wat wordt over het algemeen bedoeld met een stad? Het woord brengt de gedachte over aan mensen die als een groep bij elkaar wonen in een gestructureerd en geordend geheel. De ordelijke stad die Ezechiël zag — die een volmaakt vierkant vormde — lijkt op een goed georganiseerd bestuurscentrum te duiden.
8. Waarover heeft dit bestuur de leiding, en waarom kunnen we die conclusie trekken?
8 Waar geeft dit bestuur leiding aan? Ezechiëls visioen laat zien dat deze stad functioneert in het geestelijke land. Dit bestuur functioneert dus in het geestelijke paradijs, waar het leiding geeft aan de activiteiten van Gods volk. En wat betekent het dat de stad op niet-heilig land staat? De stad is geen bestuur in de hemel maar een bestuur op aarde, tot voordeel van iedereen die in het geestelijke paradijs woont.
9. (a) Wie vormen in deze tijd dit bestuur op aarde? (b) Wat zal Jezus tijdens de duizend jaar doen?
9 Wie vormen dit bestuur op aarde? In Ezechiëls visioen werd degene die in het stadsbestuur de leiding nam ‘de leider’ genoemd (Ezech. 45:7). Hij was een opziener onder het volk, maar hij was geen priester en ook geen Leviet. Deze leider doet ons vooral denken aan opzieners in de gemeente in deze tijd die niet met de geest gezalfd zijn. Deze zorgzame geestelijke herders uit de ‘andere schapen’ zijn nederige dienaren op aarde van Christus’ hemelse regering (Joh. 10:16). Tijdens de duizend jaar zal Jezus ‘vorsten [bekwame ouderlingen] aanstellen op de hele aarde’ (Ps. 45:16). Onder leiding van het hemelse Koninkrijk zullen ze tijdens de duizend jaar zorg dragen voor de belangen van Gods volk.
‘Jehovah is daar’
10. Wat is de naam van de stad, en welke belofte brengt die over?
10 Lees Ezechiël 48:35. De naam van de stad is ‘Jehovah is daar’. Die naam geeft de verzekering dat in deze stad de aanwezigheid van Jehovah merkbaar is. Door Ezechiël deze centraal gelegen stad te laten zien, zei Jehovah in feite tegen de ballingen: ‘Ik zal opnieuw met jullie zijn!’ Wat een opbeurende belofte!
11. Wat kunnen we leren van Ezechiëls visioen over de stad en de betekenisvolle naam ervan?
11 Wat kunnen we van dit deel van Ezechiëls profetie leren? De naam van dit met een stad te vergelijken bestuur verzekert ons ervan dat Jehovah nu met zijn trouwe aanbidders op aarde is en altijd zal zijn. Deze betekenisvolle naam beklemtoont ook een belangrijke waarheid: de stad is er niet om mensen macht te geven maar om Jehovah’s liefdevolle, redelijke normen toe te passen. Jehovah heeft het bestuur bijvoorbeeld niet het gezag gegeven om het land te verdelen naar eigen inzicht. In plaats daarvan verwacht hij van de bestuurders dat ze de verdeling of voorrechten respecteren die hij aan zijn aanbidders gegeven heeft, ook aan de ‘arme’ (Spr. 19:17; Ezech. 46:18; 48:29).
12. (a) Wat is een opvallend kenmerk van de stad, en wat laat dat uitkomen? (b) Waaraan herinnert dit aspect van het visioen ouderlingen?
12 Nog een opvallend kenmerk van de stad ‘Jehovah is daar’ is dat de stad 12 poorten heeft, terwijl steden vroeger beschermende muren hadden met zo weinig mogelijk poorten (Ezech. 48:30-34). Het grote aantal poorten (drie aan elke kant van de vierkante stad) laat uitkomen dat de bestuurders van de stad benaderbaar en beschikbaar zijn voor al Jehovah’s aanbidders. Dat de stad 12 poorten heeft, beklemtoont ook dat die open is voor iedereen, ‘het hele huis van Israël’ (Ezech. 45:6). Dat de stad zo veel poorten heeft, is dus een belangrijke herinnering voor ouderlingen dat Jehovah wil dat ze benaderbaar en beschikbaar zijn voor iedereen in het geestelijke paradijs.
Gods aanbidders ‘komen binnen om hem te aanbidden’ en ‘dienen de stad’
13. Welke verschillende vormen van dienst worden in het visioen vermeld?
13 Wat heeft Ezechiël nog meer geschreven over dit gedetailleerde visioen over de verdeling van het land? Jehovah heeft het over mensen die verschillende vormen van dienst doen. Priesters — ‘dienaren van het heiligdom’ — moesten slachtoffers brengen en tot Jehovah naderen om Hem te dienen. En Levieten — ‘tempeldienaren’ — moesten ‘zorg dragen voor de dienst ervan en alle werkzaamheden die er gedaan moeten worden’ (Ezech. 44:14-16; 45:4, 5). Daarnaast zouden er werkers actief zijn bij de stad. Wie zijn die werkers?
14. Waaraan doen de werkers bij de stad ons denken?
14 De werkers bij de stad komen uit ‘alle stammen van Israël’. Ze hebben een ondersteunende rol. Het is hun taak gewassen te verbouwen die ‘degenen die de stad dienen van voedsel voorzien’ (Ezech. 48:18, 19). Waaraan doet deze regeling ons denken? In deze tijd hebben alle inwoners van het geestelijke paradijs de gelegenheid om ondersteuning te geven aan Christus’ gezalfde broeders en aan de leden van de ‘grote menigte’ die door Jehovah zijn aangesteld om de leiding te nemen (Openb. 7:9, 10). Een belangrijke manier om die ondersteuning te geven is door bereidwillig de richtlijnen van de getrouwe slaaf op te volgen.
15, 16. (a) Welk andere detail bevat Ezechiëls visioen? (b) Aan welke vergelijkbare activiteiten kunnen wij meedoen?
15 Ezechiëls visioen bevat nog een detail waaruit we iets kunnen leren voor onze dienst. Jehovah heeft het over leden van de 12 niet-Levitische stammen die actief zijn op twee plaatsen: in het voorhof van de tempel en op de weidegrond van de stad. Wat doen ze op die plaatsen? In het voorhof van de tempel komen alle stammen ‘binnen om hem [Jehovah] te aanbidden’ door slachtoffers aan hem te brengen (Ezech. 46:9, 24). Op de grond van de stad komen leden van alle stammen de stad ondersteunen door de grond te bebouwen. Wat kunnen we van het voorbeeld van die werkers leren?
16 In deze tijd hebben leden van de grote menigte de mogelijkheid mee te doen aan activiteiten vergelijkbaar met die in Ezechiëls visioen. Ze aanbidden Jehovah ‘in zijn tempel’ door slachtoffers van lof te brengen (Openb. 7:9-15). Dat doen ze door middel van de prediking en door hun openbare uitingen van geloof op onze bijeenkomsten. Ze zien die vormen van aanbidding als hun voornaamste verantwoordelijkheid (1 Kron. 16:29). Daarnaast kunnen velen onder Gods volk de organisatie op allerlei praktische manieren ondersteunen. Ze helpen bijvoorbeeld bij het bouwen en onderhouden van Koninkrijkszalen en bijkantoren en bij allerlei andere projecten van Jehovah’s organisatie. Anderen ondersteunen zulke projecten met hun financiële bijdragen. Ze bebouwen als het ware de grond, en ze doen dat ‘tot eer van God’ (1 Kor. 10:31). Dat werk doen ze met ijver en vreugde omdat ze weten dat Jehovah ‘blij is met zulke slachtoffers’ (Hebr. 13:16). Maak jij volop gebruik van zulke gelegenheden?
‘We verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’
17. (a) Welke grotere vervulling van Ezechiëls visioen zal er in de toekomst zijn? (b) Wie zullen er tijdens de duizend jaar voordeel hebben van het met een stad te vergelijken bestuur?
17 Zal er in de toekomst een grotere vervulling zijn van Ezechiëls visioen over de bijdrage? Ja! Sta hier eens bij stil: Ezechiël zag dat het stuk grond dat ‘de heilige bijdrage’ werd genoemd, in het midden van het land lag (Ezech. 48:10). Zo zal na Armageddon Jehovah bij ons wonen, waar op aarde we ook zijn (Openb. 21:3). Tijdens de duizend jaar zal het met een stad te vergelijken bestuur (degenen die op aarde worden aangesteld om voor de belangen van Gods volk te zorgen) zijn invloed over de aarde uitbreiden. Het zal liefdevolle leiding en instructies geven aan degenen die de ‘nieuwe aarde’ vormen — een nieuwe menselijke samenleving (2 Petr. 3:13).
18. (a) Waarom kunnen we er zeker van zijn dat het bestuur op aarde in overeenstemming zal handelen met Gods bestuur? (b) Waarvan verzekert de naam van de stad ons?
18 Waarom kunnen we er zeker van zijn dat dit bestuur volledig in overeenstemming met Gods bestuur zal blijven handelen? Uit Gods Woord blijkt dat de aardse stad met 12 poorten een weerspiegeling is van de hemelse stad met 12 poorten, het Nieuwe Jeruzalem, dat bestaat uit Christus’ 144.000 mederegeerders (Openb. 21:2, 12, 21-27). Dit duidt erop dat het bestuur op aarde alle beslissingen die door Gods Koninkrijk in de hemel worden genomen nauwkeurig zal uitvoeren. De naam van de stad ‘Jehovah is daar’ verzekert ons allemaal ervan dat de zuivere aanbidding zal blijven bestaan en in het paradijs eeuwig zal floreren. Wat een schitterende toekomst staat ons te wachten!