Hoofdstuk twee
Daniël — Een boek moet zich verdedigen
1, 2. In welke zin zit het boek Daniël in de beklaagdenbank, en waarom denkt u dat het belangrijk is te beschouwen wat de bewijzen ter verdediging ervan zijn?
VERPLAATS u in gedachten eens naar een rechtszaal, waar u een belangrijke zaak volgt. Een man is beschuldigd van bedrog. De openbare aanklager houdt vol dat hij schuldig is. Maar de beschuldigde geniet, al heel lang, de reputatie een integer mens te zijn. Zou u niet geïnteresseerd zijn in het bewijsmateriaal dat door de verdediging aangevoerd zal worden?
2 U verkeert in net zo’n situatie waar het het bijbelboek Daniël aangaat. De schrijver ervan was een man die befaamd was om zijn rechtschapenheid. Het boek dat zijn naam draagt, heeft duizenden jaren veel gezag genoten. Het presenteert zichzelf als authentieke geschiedenis, geschreven door Daniël, een Hebreeuwse profeet die leefde in de zevende en zesde eeuw v.G.T. Nauwkeurige bijbelse chronologie laat zien dat zijn boek de periode bestrijkt van omstreeks 618 tot 536 v.G.T. en in dat laatste jaar werd voltooid. Maar er zijn beschuldigingen tegen het boek geuit. Sommige encyclopedieën en andere naslagwerken impliceren of vermelden ronduit dat het boek bedrog is.
3. Wat zegt The New Encyclopædia Britannica over de authenticiteit van het boek Daniël?
3 Zo wordt in The New Encyclopædia Britannica erkend dat het boek Daniël ooit ’algemeen gezien werd als ware geschiedenis, en echte profetieën bevattend’. Volgens de Britannica werd Daniël in werkelijkheid echter „geschreven in een latere tijd van nationale crisis — toen de joden ernstige vervolging te verduren hadden onder [de Syrische koning] Antiochus IV Epiphanes”. De encyclopedie dateert het boek tussen 167 en 164 v.G.T. Ditzelfde werk stelt ook dat de schrijver van het boek Daniël geen toekomst voorspelt maar eenvoudig „gebeurtenissen die voor hem al geschiedenis vormen, als profetieën van toekomstige gebeurtenissen” presenteert.
4. Wanneer is de kritiek op het boek Daniël begonnen, en wat heeft soortgelijke kritiek in recentere eeuwen gevoed?
4 Waar vinden zulke ideeën hun oorsprong? Kritiek op het boek Daniël is niet nieuw. Ze begon al in de derde eeuw G.T. met een filosoof genaamd Porphyrius. Zoals velen in het Romeinse Rijk voelde hij zich bedreigd door de invloed van het christendom. Hij schreef vijftien boeken om deze „nieuwe” religie te ondermijnen. Het twaalfde was gericht tegen het boek Daniël. Porphyrius verklaarde dat het boek een vervalsing was, geschreven door een jood in de tweede eeuw v.G.T. Soortgelijke aanvallen vonden in de achttiende en negentiende eeuw plaats. Voor beoefenaars van hogere bijbelkritiek en rationalisten is profetie — het voorspellen van toekomstige gebeurtenissen — onmogelijk. Daniël werd een favoriet doelwit. In feite werden hij en zijn boek in de beklaagdenbank gezet. Critici beweerden over heel wat bewijzen te beschikken dat het boek niet tijdens de joodse ballingschap in Babylon door Daniël was geschreven maar eeuwen later door iemand anders.a Zulke aanvallen werden zo talrijk dat één auteur zelfs een boek ter verdediging schreef dat hij, met een woordspeling op de leeuwenkuil, de titel gaf Daniel in the Critics’ Den.
5. Waarom is de kwestie van de authenticiteit van Daniël zo belangrijk?
5 Liggen er bewijzen ten grondslag aan de zelfverzekerde beweringen van de critici? Of verleent het bewijsmateriaal ondersteuning aan de verdediging? Er staat nogal wat op het spel. Het gaat niet alleen om de reputatie van dit oude boek maar ook om onze toekomst. Als het boek Daniël bedrog is, dan zijn de erin opgetekende beloften voor de toekomst van de mens in het gunstigste geval holle frasen. Maar bevat het boek ware profetieën, dan zult u ongetwijfeld graag vernemen wat die voor ons in deze tijd te betekenen hebben. Laten wij dat in gedachte houden als wij enkele aanvallen op Daniël gaan onderzoeken.
6. Welke beschuldiging wordt er soms geuit ten aanzien van de geschiedenis in Daniël?
6 Neem bijvoorbeeld de beschuldiging in The Encyclopedia Americana: „Veel historische details van de vroegere perioden [zoals die van de Babylonische ballingschap] zijn ernstig verminkt geraakt” in Daniël. Is dit werkelijk zo? Laten wij eens drie zogenoemde fouten een voor een bekijken.
DE KWESTIE VAN DE ONTBREKENDE MONARCH
7. (a) Waarom was het feit dat Daniël het over Belsazar had, de bijbelcritici lange tijd zo welkom? (b) Wat is er gebeurd met de opvatting dat Belsazar slechts een verzinsel was?
7 Daniël schreef dat Belsazar, een „zoon” van Nebukadnezar, als koning in Babylon regeerde toen de stad viel (Daniël 5:1, 11, 18, 22, 30). Lange tijd hebben critici dit aangevochten, want Belsazars naam was buiten de bijbel nergens te vinden. Geschiedschrijvers uit de oudheid noemden in plaats daarvan Nabonidus, een opvolger van Nebukadnezar, als de laatste Babylonische koning. Ferdinand Hitzig zei dan ook in 1850 dat Belsazar kennelijk een voortbrengsel van de verbeelding van de schrijver was. Maar komt Hitzigs mening u niet wat overhaast voor? Immers, zou het ontbreken van enige vermelding van deze koning — vooral in een periode waarover historische verslagen, naar men toegeeft, schaars zijn — nu echt bewijzen dat hij nooit heeft bestaan? Maar hoe dan ook, in 1854 werden een paar kleine kleicilinders opgegraven in de ruïnes van de oude Babylonische stad Ur, in wat nu het zuiden van Irak is. Deze documenten in spijkerschrift van koning Nabonidus bevatten onder meer een gebed voor „Bel-sar-ussur, mijn oudste zoon”. Zelfs de critici moesten toegeven: Dit was de Belsazar van het boek Daniël.
8. Hoe is Daniëls beschrijving van Belsazar als regerend koning waar gebleken?
8 Maar de critici waren nog niet tevreden. „Dit bewijst niets”, schreef H. F. Talbot. Hij voerde aan dat de in de tekst genoemde zoon misschien slechts een kind is geweest, terwijl Daniël hem presenteert als een regerende koning. Net een jaar nadat Talbots opmerkingen waren gepubliceerd, werden er echter meer spijkerschrifttabletten aan het licht gebracht, en die vermeldden over Belsazar dat hij secretarissen en een hofhouding had. Dit was geen kind! Ten slotte gaven nog andere tabletten de doorslag door te vermelden dat Nabonidus soms jaren achtereen niet in Babylon was. Deze tabletten lieten ook zien dat hij gedurende deze perioden ’de koningsheerschappij gaf’ aan zijn oudste zoon (Belsazar). Dan was Belsazar in feite koning van Babylon — een mederegent met zijn vader.b
9. (a) In welke betekenis kan Daniël hebben bedoeld dat Belsazar een zoon van Nebukadnezar was? (b) Waarom hebben critici ongelijk als zij stellen dat Daniël zelfs niet zinspeelt op het bestaan van Nabonidus?
9 Nog steeds niet tevreden gesteld, klagen sommige critici dat de bijbel Belsazar niet de zoon van Nabonidus maar de zoon van Nebukadnezar noemt. Sommigen houden staande dat Daniël niet eens zinspeelt op het bestaan van Nabonidus. Beide bezwaren blijven echter bij nadere beschouwing niet overeind. Nabonidus huwde, zo schijnt, de dochter van Nebukadnezar. Dit zou Belsazar tot kleinzoon van Nebukadnezar maken. Noch het Hebreeuws noch het Aramees beschikt over woorden voor grootvader of kleinzoon; „zoon van” kan „kleinzoon van” of zelfs „nakomeling van” betekenen. (Vergelijk Mattheüs 1:1.) Verder laat het bijbelverslag wel toe dat Belsazar als de zoon van Nabonidus geïdentificeerd wordt. In grote angst vanwege een onheilspellend handschrift op de muur biedt de wanhopige Belsazar degene die de woorden kan ontcijferen, de derde plaats in het koninkrijk (Daniël 5:7). Waarom de derde en niet de tweede? Dit aanbod impliceert dat de eerste en de tweede plaats reeds waren ingenomen. En dat was ook zo — door Nabonidus en door zijn zoon, Belsazar.
10. Waarom is Daniëls verslag van de Babylonische monarchie gedetailleerder dan dat van andere geschiedschrijvers uit de oudheid?
10 Daniëls vermelding van Belsazar is dus geen blijk van ’ernstig verminkt geraakte’ geschiedenis. Veeleer biedt Daniël — hoewel hij geen geschiedenis van Babylon schrijft — ons een gedetailleerder beeld van de Babylonische monarchie dan wereldlijke geschiedschrijvers uit de oudheid zoals Herodotus, Xenophon en Berossos. Waarom was Daniël in staat feiten op te tekenen die zij misten? Omdat hij daar in Babylon was. Zijn boek is het werk van een ooggetuige, niet van een bedrieger uit later eeuwen.
WIE WAS DARIUS DE MEDER?
11. Wie was volgens Daniël Darius de Meder, maar wat is er over hem gezegd?
11 Daniël bericht dat toen Babylon viel, een koning genaamd „Darius de Meder” begon te regeren (Daniël 5:31). Darius de Meder is nog niet bij naam in wereldlijke of archeologische bronnen gevonden. In The New Encyclopædia Britannica wordt dan ook gesteld dat deze Darius „een fictief persoon” is.
12. (a) Waarom zouden bijbelcritici beter moeten weten dan categorisch te stellen dat Darius de Meder nooit heeft bestaan? (b) Wat is één mogelijkheid ten aanzien van de identiteit van Darius de Meder, en welke gegevens wijzen in die richting?
12 Sommige geleerden zijn iets voorzichtiger geweest. Per slot van rekening hebben critici ook Belsazar ooit voor „fictief” uitgemaakt. Ongetwijfeld zal het geval van Darius vergelijkbaar blijken te zijn. Spijkerschrifttabletten hebben al onthuld dat Cyrus de Pers niet onmiddellijk na de verovering de titel „Koning van Babylon” aannam. Eén onderzoeker oppert: „Degene die de titel ’Koning van Babylon’ droeg, was een vazalkoning onder Cyrus en niet Cyrus zelf.” Zou Darius de regeringsnaam of titel geweest kunnen zijn van een machtige Medische functionaris aan wie Babylon werd toevertrouwd? Sommigen opperen dat Darius een man is geweest die Gubaru heette. Cyrus installeerde Gubaru als stadhouder in Babylon, en wereldlijke documenten bevestigen dat hij als bestuurder over aanzienlijke macht beschikte. Eén spijkerschrifttablet zegt dat hij onderbestuurders over Babylon aanstelde. Interessant is dat Daniël opmerkt dat Darius 120 satrapen aanstelde om het koninkrijk Babylon te besturen. — Daniël 6:1.
13. Wat is een logische reden waarom Darius de Meder in het boek Daniël genoemd wordt en niet in wereldlijke verslagen vermeld staat?
13 Mettertijd zal misschien meer rechtstreeks bewijsmateriaal aangaande de precieze identiteit van deze koning aan het licht komen. In elk geval vormt de schijnbare stilte van de archeologie in dit opzicht echt geen basis om Darius als „fictief” af te doen, laat staan het hele boek Daniël als bedrog af te wijzen. Het is veel redelijker om Daniëls verhaal te bezien als een verslag van een ooggetuige dat gedetailleerder is dan de ons resterende wereldlijke stukken.
DE REGERING VAN JOJAKIM
14. Waarom is er geen discrepantie tussen Daniël en Jeremia betreffende de jaren van koning Jojakims regering?
14 Daniël 1:1 luidt: „In het derde jaar van het koningschap van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babylon, naar Jeruzalem en ging ertoe over het te belegeren.” Critici hebben aanmerkingen op dit vers omdat het niet in overeenstemming lijkt te zijn met wat Jeremia zegt, namelijk dat het vierde jaar van Jojakim het eerste jaar van Nebukadnezar was (Jeremia 25:1; 46:2). Sprak Daniël Jeremia tegen? Met wat meer informatie wordt de kwestie al snel opgehelderd. Toen Jojakim in 628 v.G.T. door farao Necho als koning werd aangesteld, werd hij slechts een marionet van die Egyptische heerser. Dit was ongeveer drie jaar voordat Nebukadnezar in 624 v.G.T. zijn vader opvolgde op de troon van Babylon. Kort daarna (in 620 v.G.T.) viel Nebukadnezar Juda binnen en maakte Jojakim tot vazalkoning van Babylon (2 Koningen 23:34; 24:1). Voor een jood in Babylon zou Jojakims „derde jaar” het derde jaar van diens vazalschap aan Babylon zijn geweest. Daniël schreef vanuit dat perspectief. Jeremia echter schreef vanuit het perspectief van de joden die in Jeruzalem waren. Voor hem begon Jojakims koningschap toen farao Necho Jojakim als koning aanstelde.
15. Waarom is het een zwak argument om de datering in Daniël 1:1 aan te vallen?
15 In werkelijkheid versterkt deze zogenaamde discrepantie dus slechts het bewijsmateriaal dat Daniël zijn boek in Babylon schreef terwijl hij zich onder de joodse ballingen bevond. Maar dit betoog tegen het boek Daniël vertoont nog een zwakke plek. Bedenk dat de schrijver van Daniël het boek Jeremia duidelijk tot zijn beschikking had en er zelfs naar verwees (Daniël 9:2). Als de schrijver van Daniël een knap vervalser was, zoals de critici beweren, zou hij het dan willen riskeren een zo gezaghebbende bron als Jeremia tegen te spreken — en dat al in het allereerste vers van zijn boek? Natuurlijk niet!
VEELZEGGENDE DETAILS
16, 17. Hoe hebben archeologische gegevens steun verleend aan Daniëls verslag van (a) Nebukadnezars oprichten van een religieus beeld dat zijn hele volk moest aanbidden? (b) Nebukadnezars pocherige houding ten aanzien van zijn bouwprojecten in Babylon?
16 Laten wij nu onze aandacht verschuiven van de negatieve naar de positieve kant. Beschouw eens enkele andere details in het boek Daniël die te kennen geven dat de schrijver beschikte over kennis uit de eerste hand betreffende de tijd waarover hij schreef.
17 Daniëls vertrouwdheid met subtiele details aangaande het oude Babylon vormt een sterk bewijs voor de authenticiteit van zijn verslag. Neem bijvoorbeeld wat Daniël 3:1-6 bericht over het enorme beeld dat Nebukadnezar oprichtte om het door iedereen te laten aanbidden. Archeologen hebben nog meer aanwijzingen gevonden dat deze monarch ernaar streefde zijn volk meer bij nationale en religieuze praktijken te betrekken. Daniël bericht ook over de pocherige houding van Nebukadnezar met betrekking tot zijn vele bouwprojecten (Daniël 4:30). Pas in moderne tijden hebben archeologen bevestigd dat Nebukadnezar inderdaad verantwoordelijk was voor heel veel van wat er in Babylon gebouwd is. En over pocherigheid gesproken — hij liet zijn naam zelfs op de stenen stempelen! Daniëls critici kunnen niet verklaren hoe hun veronderstelde vervalser uit de tijd van de Makkabeeën (167–63 v.G.T.) op de hoogte geweest kan zijn van zulke bouwprojecten — zo’n vier eeuwen later en lang voordat archeologen ze aan de oppervlakte brachten.
18. Hoe getuigt Daniëls verslag van de verschillende vormen van strafvoltrekking onder Babylonisch en onder Perzisch bestuur van nauwkeurigheid?
18 Het boek Daniël onthult ook enkele belangrijke verschillen tussen de Babylonische en de Medo-Perzische wet. Onder de Babylonische wet werden Daniëls drie metgezellen in een brandende vuuroven geworpen omdat zij weigerden het bevel van de koning te gehoorzamen. Tientallen jaren later werd Daniël in een leeuwenkuil geworpen omdat hij weigerde een Perzische wet te gehoorzamen die zijn geweten geweld aandeed (Daniël 3:6; 6:7-9). Sommigen hebben het verhaal van de vuuroven als legende willen afdoen, maar archeologen hebben een brief uit het oude Babylon gevonden die specifiek melding maakt van deze soort straf. Voor de Meden en de Perzen was vuur echter heilig. Zij kozen dus andere wrede manieren om te straffen. De leeuwenkuil hoeft ons dan ook niet te verwonderen.
19. Welk contrast tussen het Babylonische en het Medo-Perzische rechtssysteem maakt het boek Daniël duidelijk?
19 Er tekent zich nog een contrast af. Daniël laat zien dat Nebukadnezar puur in een opwelling wetten kon uitvaardigen en veranderen. Darius was niet bij machte verandering te brengen in ’de wetten van de Meden en de Perzen’ — zelfs niet in de wetten die hij zelf had uitgevaardigd! (Daniël 2:5, 6, 24, 46-49; 3:10, 11, 29; 6:12-16) De historicus John C. Whitcomb schrijft: „De oude geschiedenis bevestigt dit verschil tussen Babylon, waar de wet ondergeschikt was aan de koning, en Medo-Perzië, waar de koning ondergeschikt was aan de wet.”
20. Welke details met betrekking tot Belsazars feest getuigen ervan dat Daniël uit eigen waarneming op de hoogte was van Babylonische gebruiken?
20 Het boeiende verslag van Belsazars feest, dat opgetekend staat in Daniël hoofdstuk 5, is rijk aan details. Kennelijk begon het met zorgeloos eten en veel drinken, want er wordt herhaaldelijk over wijn gesproken (Daniël 5:1, 2, 4). Reliëfs van soortgelijke feesten geven uitsluitend het drinken van wijn te zien. Kennelijk was wijn bij zulke festiviteiten dus uitermate belangrijk. Daniël vermeldt ook dat er vrouwen aanwezig waren bij dit feestmaal — de tweederangsvrouwen van de koning en zijn bijvrouwen (Daniël 5:3, 23). De archeologie ondersteunt dit detail van het Babylonisch gebruik. Het idee dat vrouwen zich op een feest bij de mannen voegden, was voor joden en Grieken in de Makkabeese periode aanstootgevend. Dat is misschien ook de reden waarom vroege versies van de Griekse Septuaginta-vertaling van Daniël de vermelding van deze vrouwen weglaten.c Maar de zogenaamde vervalser van Daniël zou in dezelfde gehelleniseerde (Griekse) cultuur hebben geleefd, en misschien zelfs in globaal hetzelfde tijdperk, waarin de Septuaginta ontstond!
21. Wat is de meest redelijke verklaring voor Daniëls gedegen kennis van de tijd en gebruiken van de Babylonische ballingschap?
21 Met het oog op zulke details schijnt het haast ongelooflijk dat de Britannica van de auteur van het boek Daniël heeft kunnen zeggen dat hij slechts een „schetsmatige en onnauwkeurige” kennis bezat van de periode van de ballingschap. Hoe kon een vervalser uit later eeuwen zo vertrouwd zijn geweest met oude Babylonische en Perzische gebruiken? Bedenk ook dat beide rijken lang voor de tweede eeuw v.G.T. in verval waren geraakt. Er waren duidelijk geen archeologen destijds; ook beriepen de joden van die tijd zich niet op kennis van vreemde culturen en geschiedenis. Alleen de profeet Daniël, een ooggetuige van de tijden en gebeurtenissen die hij beschreef, kon het bijbelboek hebben geschreven dat zijn naam draagt.
BEWIJZEN EXTERNE FACTOREN DAT DANIËL EEN VERVALSING IS?
22. Welke bewering uiten critici betreffende de plaats van Daniël in de canon van de Hebreeuwse Geschriften?
22 Een van de meest gehoorde argumenten tegen het boek Daniël heeft te maken met de plaats ervan in de canon van de Hebreeuwse Geschriften. De oude rabbijnen rangschikten de boeken van de Hebreeuwse Geschriften in drie groepen: de Wet, de Profeten en de Geschriften. Zij rangschikten Daniël niet onder de Profeten maar onder de Geschriften. Dit betekent, zo argumenteren de critici, dat men het boek nog niet kende toen de werken van de andere profeten werden bijeengebracht. Het boek zou dan onder de Geschriften zijn gerangschikt omdat die later werden verzameld.
23. Hoe bezagen de joden uit de oudheid het boek Daniël, en hoe weten wij dit?
23 Toch zijn niet alle bijbelonderzoekers het erover eens dat de oude rabbijnen de canon zo strak hebben ingedeeld of dat zij Daniël niet tot de Profeten rekenden. Maar zelfs indien de rabbijnen Daniël inderdaad onder de Geschriften rangschikten, zou dit dan bewijzen dat het boek in een latere tijd geschreven was? Nee. Geleerden van naam hebben een aantal redenen geopperd waarom de rabbijnen Daniël niet bij de Profeten voegden. Zij kunnen dat bijvoorbeeld hebben gedaan omdat het boek hen kwetste of omdat zij Daniël zelf van andere profeten vonden verschillen omdat hij een wereldlijk ambt bekleedde in een vreemd land. Hoe dan ook, wat echt telt is dit: De joden uit de oudheid hadden diepe achting voor het boek Daniël en beschouwden het als canoniek. Bovendien duidt het bewijsmateriaal erop dat de canon van de Hebreeuwse Geschriften lang voor de tweede eeuw v.G.T. werd afgesloten. Latere toevoegingen stond men eenvoudig niet toe, ook niet van enkele boeken die in de tweede eeuw v.G.T. geschreven werden.
24. Hoe is het apocriefe boek Wijsheid gebruikt als argument tegen Daniël, en wat laat zien dat deze redenering onjuist is?
24 Ironisch genoeg is een van die afgewezen latere boeken gebruikt als argument tegen het boek Daniël. Het apocriefe boek Wijsheid, van Jezus Sirach, werd kennelijk omstreeks 180 v.G.T. geschreven. Critici wijzen er graag op dat Daniël niet voorkomt in de lange opsomming van rechtvaardige mannen in het boek. Zij redeneren dat Daniël in die tijd onbekend moet zijn geweest. Dit argument wordt wijd en zijd door geleerden aanvaard. Maar beschouw dit: In dezelfde opsomming ontbreken ook Ezra en Mordechai (beiden grote helden in de ogen van de joden van na de ballingschap), de goede koning Josafat en de rechtschapen man Job; van alle rechters wordt alleen Samuël genoemd.d Noopt het feit dat zulke mannen weggelaten zijn uit een opsomming die geen aanspraak op volledigheid maakt, en die in een niet-canoniek boek staat, ons ertoe hen dan maar allemaal als fictief af te doen? Alleen het idee al is absurd.
EXTERN GETUIGENIS TEN GUNSTE VAN DANIËL
25. (a) Hoe heeft Josephus getuigd van de echtheid van Daniëls verslag? (b) Hoe strookt Josephus’ verhaal over Alexander de Grote en het boek Daniël met de bekende geschiedenis? (Zie tweede voetnoot.) (c) Hoe ondersteunt taalkundig bewijsmateriaal het boek Daniël? (Zie blz. 26.)
25 Laten wij weer overschakelen naar de positieve kant. Er is wel gezegd dat er voor geen ander boek van de Hebreeuwse Geschriften zo veel bevestiging bestaat als voor Daniël. Ter illustratie: De befaamde joodse historicus Josephus getuigt van de authenticiteit ervan. Hij zegt dat Alexander de Grote, tijdens zijn oorlog tegen Perzië in de vierde eeuw v.G.T., naar Jeruzalem kwam, waar de priesters hem een exemplaar van het boek Daniël lieten zien. Alexander kwam zelf tot de conclusie dat de woorden van Daniëls profetie die hem getoond werden, doelden op zijn eigen militaire campagne in verband met Perzië.e Dit zou zo’n anderhalve eeuw eerder zijn geweest dan de „vervalsing” waar de critici het over hebben. Natuurlijk hebben critici Josephus op deze passage aangevallen. Zij vallen hem ook aan omdat hij opmerkt dat sommige profetieën in het boek Daniël vervuld werden. Maar, zoals de geschiedkundige Joseph D. Wilson opmerkte, „[Josephus] zal waarschijnlijk meer van de kwestie hebben geweten dan alle critici ter wereld”.
26. Hoe hebben de Dode-Zeerollen de authenticiteit van het boek Daniël gestaafd?
26 De authenticiteit van het boek Daniël ontving verdere ondersteuning toen in de grotten van Qumran in Israël de Dode-Zeerollen werden gevonden. Verrassend talrijk onder de in 1952 gedane vondsten zijn rollen en fragmenten van het boek Daniël. De oudste hebben een datering gekregen van eind tweede eeuw v.G.T. Toen was dus het boek Daniël al welbekend en in brede kring gerespecteerd. In The Zondervan Pictorial Encyclopedia of the Bible wordt opgemerkt: „Een datering van Daniël in de tijd van de Makkabeeën moet men nu laten varen, al was het maar omdat die niet voldoende tijd biedt om na het schrijven van Daniël afschriften ervan in de bibliotheek van een Makkabeese religieuze sekte te laten opduiken.”
27. Wat is het oudste bewijs dat Daniël werkelijk geleefd heeft en tijdens de Babylonische ballingschap een bekende persoonlijkheid was?
27 Er bestaat echter een veel ouder en betrouwbaarder getuigenis ten gunste van het boek Daniël. Een van Daniëls tijdgenoten was de profeet Ezechiël. Ook hij diende als profeet gedurende de Babylonische ballingschap. Verscheidene malen noemt het boek Ezechiël Daniël bij naam (Ezechiël 14:14, 20; 28:3). Deze vermeldingen laten zien dat Daniël zelfs al tijdens zijn leven, in de zesde eeuw v.G.T., bekendstond als een rechtvaardig en wijs man, een man die in één adem met de godvrezende Noach en Job genoemd mocht worden.
DE GROOTSTE GETUIGE
28, 29. (a) Wat is het meest overtuigende bewijs dat het boek Daniël authentiek is? (b) Waarom behoren wij Jezus’ getuigenis te aanvaarden?
28 Laten wij tot slot echter aandacht besteden aan de allergrootste getuige voor de authenticiteit van Daniël — niemand minder dan Jezus Christus. In zijn bespreking van de laatste dagen heeft Jezus het over „de profeet Daniël” en over een van Daniëls profetieën. — Mattheüs 24:15; Daniël 11:31; 12:11.
29 Als de Makkabeese theorie van de critici correct was, dan zou een van de twee volgende mogelijkheden zich moeten hebben voorgedaan. Of Jezus was het misleide slachtoffer van deze vervalsing, of hij heeft nooit gezegd wat Mattheüs als woorden van hem weergeeft. Geen van beide veronderstellingen is levensvatbaar. Als wij ons niet kunnen verlaten op Mattheüs’ evangelieverslag, hoe kunnen wij dan andere delen van de bijbel vertrouwen? Als wij deze zinnen verwijderen, welke woorden zullen wij dan als volgende uit de bladzijden van de bijbel wegstrepen? De apostel Paulus schreef: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, . . . [om] dingen recht te zetten” (2 Timotheüs 3:16). Als Daniël een bedrieger was, dan Paulus dus ook! Kan Jezus zijn bedot? Beslist niet. Hij leefde in de hemel toen het boek Daniël werd geschreven. Jezus zei zelfs: „Vóór Abraham tot bestaan kwam, was ik er al” (Johannes 8:58). Van alle mensen die ooit hebben geleefd, zou Jezus de aangewezen persoon zijn om aan te vragen hoe het zit met de authenticiteit van Daniël. Maar wij hoeven het niet te vragen. Zoals wij hebben gezien, zou zijn getuigenis nauwelijks duidelijker kunnen zijn.
30. Hoe heeft Jezus de authenticiteit van het boek Daniël verder bekrachtigd?
30 Jezus verschafte verdere bewijzen voor de authenticiteit van het boek Daniël toen hij gedoopt werd. Hij werd toen de Messias, in vervulling van een profetie in Daniël betreffende de 69 jaarweken (Daniël 9:25, 26; zie hoofdstuk 11 van dit boek). Al zou de ’late datum’-theorie juist zijn, dan nog kende de schrijver van Daniël de toekomst zo’n 200 jaar van tevoren. Natuurlijk zou God geen vervalser inspireren om onder een valse naam ware profetieën te uiten. Nee, het getuigenis van Jezus wordt van ganser harte aanvaard door mensen die God getrouw zijn. Als alle deskundigen en alle critici ter wereld als één man zouden opstaan om het boek Daniël voor onecht uit te maken, dan zou het getuigenis van Jezus bewijzen dat zij ongelijk hebben, want hij is „de getrouwe en waarachtige getuige”. — Openbaring 3:14.
31. Waarom zijn veel bijbelcritici toch nog niet overtuigd van de authenticiteit van Daniël?
31 Zelfs dit getuigenis is voor veel bijbelcritici nog niet genoeg. Na dit onderwerp grondig beschouwd te hebben, gaat men zich onvermijdelijk afvragen of er ooit voldoende bewijsmateriaal zou zijn om hen te overtuigen. Een hoogleraar aan de Oxford University schreef: „Er wordt niets gewonnen bij een eenvoudig beantwoorden van tegenwerpingen zolang het oorspronkelijke vooroordeel, ’bovennatuurlijke profetie is uitgesloten’, blijft bestaan.” Hun vooroordeel verblindt hen dus. Maar daar kiezen zij voor — in hun eigen nadeel.
32. Wat staat ons te wachten bij onze studie van Daniël?
32 Hoe staat het met u? Als u inziet dat er geen echte reden bestaat om aan de authenticiteit van het boek Daniël te twijfelen, dan kunt u een opwindende ontdekkingstocht aanvangen. U zult de verhalen in Daniël boeiend vinden en de profetieën fascinerend. Belangrijker nog, u zult bemerken dat uw geloof met ieder hoofdstuk sterker wordt. U zult het nooit betreuren nauwkeurig aandacht besteed te hebben aan Daniëls profetieën!
[Voetnoten]
a Sommige critici willen de aanklacht van vervalsing wat afzwakken door te zeggen dat de schrijver Daniël als pseudoniem gebruikte, zoals ook sommige oude niet-canonieke boeken onder aangenomen namen zijn geschreven. De bijbelcriticus Ferdinand Hitzig stelde echter: „Het geval van het boek Daniël ligt, bij toeschrijving aan een andere schrijver, toch anders. Dan wordt het een vervalst geschrift, en was het de bedoeling zijn directe lezers te bedriegen, al was dat dan om hun bestwil.”
b Nabonidus was niet in Babylon toen de stad viel. Belsazar wordt dan ook terecht aangeduid als de toenmalige koning. Critici muggenziften dat wereldlijke documenten Belsazar niet de officiële titel koning toekennen. Niettemin duidt bewijsmateriaal uit de oudheid erop dat men in die tijd zelfs een stadhouder als koning betiteld kan hebben.
c De hebraïcus C. F. Keil schrijft over Daniël 5:3: „De LXX. heeft hier, en ook in vers 23, de vermelding van de vrouwen weggelaten, naar het gebruik van de Macedoniërs, Grieken en Romeinen.”
d De geïnspireerde opsomming van getrouwe mannen en vrouwen door de apostel Paulus in Hebreeën hoofdstuk 11 lijkt overigens wel te zinspelen op gebeurtenissen die in Daniël staan opgetekend (Daniël 6:16-24; Hebreeën 11:32, 33). De opsomming van de apostel is echter ook niet volledig. Velen, onder wie Jesaja, Jeremia en Ezechiël, worden niet bij naam in de opsomming genoemd, maar dat bewijst beslist niet dat zij nooit hebben bestaan.
e Sommige historici hebben opgemerkt dat dit een verklaring kan zijn voor Alexanders goedgunstigheid tegenover de joden, die reeds lang vrienden van de Perzen waren. Alexander bevond zich toentertijd op een veldtocht die ten doel had alle vrienden van Perzië te vernietigen.
WAT BENT U TE WETEN GEKOMEN?
• Waarvan is het boek Daniël beschuldigd?
• Waarom zijn de aanvallen van de critici op het boek Daniël ongegrond?
• Welke bewijzen ondersteunen de authenticiteit van Daniëls verslag?
• Wat is het overtuigendste bewijs dat het boek Daniël authentiek is?
[Kader op blz. 26]
De taalkwestie
HET schrijven van het boek Daniël werd omstreeks 536 v.G.T. voltooid. Het werd geschreven in de Hebreeuwse en de Aramese taal, met een paar Griekse en Perzische woorden. Zo’n talenmix is ongebruikelijk maar niet uniek in de bijbel. Ook het boek Ezra is in het Hebreeuws en het Aramees geschreven. Toch houden sommige critici staande dat de schrijver van Daniël deze talen gebruikte op een manier die bewijst dat hij later dan 536 v.G.T. schreef. Een veelgeciteerde criticus zegt dat het gebruik van Griekse woorden in Daniël vereist dat het boek laat geschreven is. Hij beweert dat het Hebreeuws zo’n late datering ondersteunt en het Aramees die ten minste toelaat — en dan kan ze best wel zo recent zijn als de tweede eeuw v.G.T.
Niet alle taalgeleerden zijn het hier echter mee eens. Sommige deskundigen hebben gezegd dat Daniëls Hebreeuws overeenkomt met dat van Ezechiël en Ezra en verschilt van het Hebreeuws dat in latere apocriefe werken zoals Wijsheid wordt aangetroffen. Wat Daniëls gebruik van het Aramees betreft, zijn twee documenten interessant die onder de Dode-Zeerollen zijn gevonden. Ook die zijn in het Aramees en ze dateren uit de eerste en tweede eeuw v.G.T. — niet lang na de veronderstelde vervalsing van Daniël. Maar geleerden hebben grote verschillen opgemerkt tussen het Aramees in deze documenten en dat in Daniël. Sommigen opperen dan ook dat het boek Daniël eeuwen ouder moet zijn dan de critici ervan beweren.
Hoe staat het met de „problematische” Griekse woorden in Daniël? Van sommige is ontdekt dat ze Perzisch en helemaal niet Grieks zijn! De enige woorden die men nog steeds voor Grieks houdt, zijn de namen van drie muziekinstrumenten. Moet dan de aanwezigheid van deze drie woorden echt vereisen dat aan Daniël een late datum wordt toegekend? Nee. Archeologen hebben ontdekt dat de Griekse cultuur al eeuwen voordat Griekenland een wereldmacht werd, grote invloed uitoefende. En daarbij, als het boek Daniël geschreven was in de tweede eeuw v.G.T., toen de Griekse cultuur en taal overal waren doorgedrongen, zou het dan slechts drie Griekse woorden bevatten? Dat is amper te verwachten. Het zouden er waarschijnlijk veel meer zijn. Het linguïstische bewijsmateriaal ondersteunt dus in werkelijkheid de authenticiteit van Daniël.
[Paginagrote illustratie op blz. 12]
[Illustraties op blz. 20]
(Boven) Deze inscriptie bevat Nebukadnezars gepoch over zijn bouwprojecten
(Onder) Babylonische tempelcilinder noemt koning Nabonidus en zijn zoon Belsazar
[Illustratie op blz. 21]
Volgens de Naboniduskroniek trok Cyrus’ leger zonder slag of stoot Babylon binnen
[Illustraties op blz. 22]
(Rechts) Het „Nabonidusgedicht” vermeldt dat Nabonidus het bestuur aan zijn eerstgeborene toevertrouwde
(Links) Babylonisch verslag van Nebukadnezars invasie van Juda