Hoofdstuk tien
Wie kan standhouden tegen de Vorst der vorsten?
1, 2. Waarom is het visioen dat Daniël in het derde jaar van Belsazars regering kreeg, van belang voor ons?
ZEVENENVIJFTIG jaar zijn er voorbijgegaan sinds de verwoesting van Jehovah’s tempel in Jeruzalem. Belsazar en zijn vader, Nabonidus, regeren gezamenlijk over het Babylonische Rijk, de derde wereldmacht van de bijbelse profetieën.a Gods profeet Daniël bevindt zich in ballingschap in Babylon. En in „het derde jaar van het koningschap van koning Belsazar” zendt Jehovah Daniël een visioen dat bepaalde bijzonderheden onthult van het herstel van de ware aanbidding. — Daniël 8:1.
2 Het profetische visioen dat Daniël zag, maakte diepe indruk op hem en is van groot belang voor ons in „de tijd van het einde”. De engel Gabriël vertelt Daniël: „Zie, ik doe u weten wat er op het laatst van de openlijke veroordeling zal geschieden, want het is voor de bestemde tijd van het einde” (Daniël 8:16, 17, 19, 27). Laten wij dan ook met intense belangstelling beschouwen wat Daniël zag en wat dat voor ons in deze tijd betekent.
EEN RAM MET TWEE HORENS
3, 4. Welk dier zag Daniël voor de waterloop staan, en wat symboliseert het?
3 „Ik dan zag in het visioen”, schrijft Daniël, „en het geschiedde, terwijl ik zag, dat ik in de burcht Susan was, die in het rechtsgebied Elam ligt; vervolgens zag ik in het visioen, en ikzelf bevond mij aan de waterloop van de Ulai” (Daniël 8:2). Of Daniël werkelijk in Susan (Susa) was — de hoofdstad van Elam, zo’n 350 kilometer ten oosten van Babylon — of zich slechts in het visioen daarheen verplaatst waande, wordt niet gezegd.
4 Daniël vervolgt: „Toen ik mijn ogen opsloeg, zag ik voorts, en zie! een ram stond voor de waterloop, en hij had twee horens” (Daniël 8:3a). De identiteit van de ram blijft geen geheim voor Daniël. De engel Gabriël verklaart later: „De ram die gij gezien hebt, die de twee horens had, beduidt de koningen van Medië en Perzië” (Daniël 8:20). De Meden waren afkomstig van het bergachtige plateau ten oosten van Assyrië, en de Perzen leidden oorspronkelijk een vaak nomadisch leven in het gebied ten noorden van de Perzische Golf. Naarmate het Medo-Perzische Rijk groeide, ontwikkelden zijn inwoners echter een uitgesproken hang naar luxe.
5. Hoe werd de horen die „later oprees” hoger?
5 „De twee horens waren hoog,” bericht Daniël, „maar de ene was hoger dan de andere, en de hoogste was die welke later oprees” (Daniël 8:3b). De hoogste horen die later oprees, beeldt de Perzen af, terwijl de andere horen de Meden vertegenwoordigt. Aanvankelijk hadden de Meden het overwicht. Maar in 550 v.G.T. behaalde Cyrus, de heerser van Perzië, een gemakkelijke overwinning op de Medische koning Astyages. Cyrus combineerde de gebruiken en wetten van beide volken, verenigde hun koninkrijken en breidde hun veroveringen uit. Van toen af had het rijk een dualistisch karakter.
DE RAM NEEMT EEN GROOT AIR AAN
6, 7. Waarom ’hield geen enkel wild beest voor de ram stand’?
6 Zijn beschrijving van de ram vervolgend verklaart Daniël: „Ik zag de ram stotende bewegingen maken naar het westen en naar het noorden en naar het zuiden, en geen enkel wild beest hield voor hem stand, en er was niemand die uit zijn hand bevrijdde. En hij deed naar zijn wil, en hij nam een groot air aan.” — Daniël 8:4.
7 In Daniëls voorgaande visioen was Babylon afgebeeld door het wilde beest dat uit de zee opkwam en gelijk een leeuw met arendsvleugels was (Daniël 7:4, 17). Dat symbolische beest bleek niet in staat stand te houden voor „de ram” van dit nieuwe visioen. Babylon viel in 539 v.G.T. in handen van Cyrus de Grote. De volgende bijna vijftig jaar was „geen enkel wild beest”, geen enkele politieke macht, bestand tegen het Medo-Perzische Rijk — de vierde wereldmacht van de bijbelse profetieën.
8, 9. (a) Hoe maakte „de ram” ’stotende bewegingen naar het westen en naar het noorden en naar het zuiden’? (b) Wat zegt het boek Esther over de opvolger van de Perzische koning Darius I?
8 Komend van „de opgang der zon” — uit het oosten — deed de Medo-Perzische wereldmacht wat ze wilde, ’stotende bewegingen makend naar het westen en naar het noorden en naar het zuiden’ (Jesaja 46:11). Koning Cambyses II, die Cyrus de Grote opvolgde, veroverde Egypte. Zijn opvolger was de Perzische koning Darius I, die in 513 v.G.T. westwaarts trok, de Bosporus overstak en het in Europa gelegen Thracië binnenviel, een gebied met als hoofdstad Byzantium (het huidige Istanbul). In het jaar 508 v.G.T. onderwierp hij Thracië en in 496 v.G.T. veroverde hij Macedonië. In de tijd van Darius had de Medo-Perzische „ram” zijn gebied dus in drie hoofdrichtingen uitgebreid: noordwaarts tot in Babylonië en Assyrië, westwaarts door Klein-Azië en zuidwaarts Egypte in.
9 Getuigend van de grootheid van het Medo-Perzische Rijk spreekt de bijbel over Darius’ opvolger, Xerxes I, als „de Ahasveros die van India tot Ethiopië als koning over honderd zevenentwintig rechtsgebieden regeerde” (Esther 1:1). Maar dit grote rijk zou wijken voor een ander, en in samenhang hiermee onthult Daniëls visioen enkele intrigerende details die ons geloof in Gods profetische woord zeker zullen kunnen versterken.
DE BOK STOOT DE RAM NEER
10. Welk dier stootte in Daniëls visioen „de ram” neer?
10 Stel u Daniëls verbazing voor bij wat hij nu ziet. Het verslag zegt: „Ik, van mijn kant, bleef acht geven, en zie! daar kwam een geitebok van de ondergang der zon over de oppervlakte der gehele aarde, en hij raakte de aarde niet aan. En wat de bok betreft, er was een opvallende horen tussen zijn ogen. En hij bleef helemaal naar de ram toe komen die de twee horens had, die ik voor de waterloop had zien staan; en hij kwam op hem toerennen in zijn geweldige woede. En ik zag hem in nauw contact met de ram komen, en hij ging van bitterheid jegens hem blijk geven, en vervolgens stootte hij de ram neer en brak zijn twee horens, en er bleek geen kracht in de ram te zijn om voor hem stand te houden. Hij wierp hem derhalve ter aarde en vertrapte hem, en de ram bleek niemand te hebben die hem uit zijn hand bevrijdde” (Daniël 8:5-7). Wat heeft dit alles te betekenen?
11. (a) Hoe verklaarde de engel Gabriël „de harige bok” en zijn „grote horen”? (b) Wie werd afgebeeld door de opvallende horen?
11 Noch Daniël noch wij worden in het onzekere gelaten over de betekenis van dit visioen. „De harige bok beduidt de koning van Griekenland; en wat de grote horen aangaat die tussen zijn ogen was, die beduidt de eerste koning”, zo licht de engel Gabriël Daniël in (Daniël 8:21). In 336 v.G.T. werd de laatste koning van het Perzische Rijk, Darius III (Codommanus), gekroond. In datzelfde jaar werd Alexander koning in Macedonië. De geschiedenis maakt ons duidelijk dat Alexander de Grote de voorzegde eerste „koning van Griekenland” bleek te zijn. In 334 v.G.T. begon Alexander zijn opmars „van de ondergang der zon”, vanuit het westen, en hij verplaatste zich met grote snelheid. Alsof hij ’de aarde niet aanraakte’, veroverde hij gebieden en stootte hij „de ram” neer. Zo kwam er een eind aan bijna twee eeuwen Medo-Perzische overheersing en werd Griekenland de vijfde wereldmacht van bijbelse betekenis. Wat een opmerkelijke vervulling van een goddelijke profetie!
12. Hoe werd „de grote horen” van de symbolische bok „gebroken”, en wat waren de vier horens die ervoor in de plaats oprezen?
12 Maar Alexanders macht zou van korte duur zijn. Het visioen onthult vervolgens: „En de geitebok, van zijn kant, nam een uitermate groot air aan; maar zodra hij machtig werd, werd de grote horen gebroken, waarna er op een in het oog springende wijze vier voor in de plaats oprezen, naar de vier windstreken van de hemel” (Daniël 8:8). In zijn uitleg van de profetie zegt Gabriël: „Dat die gebroken werd, zodat er vier waren die ten slotte in zijn plaats opstonden: er zijn vier koninkrijken uit zijn natie die zullen opstaan, maar niet met zijn kracht” (Daniël 8:22). Zoals voorzegd werd Alexander, op het hoogtepunt van zijn zegevierende carrière, „gebroken” — hij was slechts 32 toen hij stierf. En zijn grote rijk raakte uiteindelijk verdeeld onder vier van zijn generaals.
EEN MYSTERIEUZE KLEINE HOREN
13. Wat groeide uit een van de vier horens, en hoe handelde die?
13 Het volgende deel van het visioen beslaat meer dan 2200 jaar en de vervulling strekt zich uit tot in onze tijd. Daniël schrijft: „Uit een van die [vier horens] kwam nog een horen voort, een kleine, en hij bleef in aanzienlijke mate groter worden naar het zuiden en naar de opgang der zon en naar het Sieraad. En hij bleef groter worden, totdat hij zelfs tot aan het heerleger van de hemel reikte, zodat hij er van het heerleger en van de sterren ter aarde deed vallen en ze vervolgens vertrapte. En zelfs tegen de Vorst van het heerleger nam hij een groot air aan, en hem werd het bestendige kenmerk ontnomen, en de vaste plaats van zijn heiligdom werd omvergehaald. En een heerleger zelf werd geleidelijk overgegeven, te zamen met het bestendige kenmerk, wegens overtreding; en hij bleef waarheid ter aarde werpen, en hij handelde en had succes.” — Daniël 8:9-12.
14. Wat zei de engel Gabriël over de activiteiten van de symbolische kleine horen, en wat zou er met die horen gebeuren?
14 Voordat wij de betekenis van de zojuist aangehaalde woorden kunnen begrijpen, moeten wij aandacht schenken aan Gods engel. Na gewezen te hebben op het aan de macht komen van de vier koninkrijken uit Alexanders rijk, zegt de engel Gabriël: „In het laatst van hun koninkrijk, naarmate de overtreders hun daden tot voltooiing brengen, zal er een koning opstaan met bars gelaat en die dubbelzinnige gezegden verstaat. En zijn kracht moet machtig worden, maar niet door zijn eigen kracht. En op verwonderlijke wijze zal hij verderf stichten, en hij zal stellig succesvol blijken te zijn en doeltreffend handelen. En hij zal machtigen werkelijk in het verderf storten, ook het volk dat uit de heiligen bestaat. En naar zijn inzicht zal hij ook stellig bedrog in zijn hand doen gelukken. En in zijn hart zal hij een groot air aannemen, en gedurende een tijd van onbezorgdheid zal hij velen in het verderf storten. En tegen de Vorst der vorsten zal hij opstaan, maar zonder hand zal hij verbroken worden.” — Daniël 8:23-25.
15. Wat moest Daniël van de engel doen ten aanzien van het visioen?
15 „Gij, van uw kant, houd het visioen geheim,” zegt de engel tegen Daniël, „want het is nog voor vele dagen” (Daniël 8:26). De vervulling van dit deel van het visioen zou pas na „vele dagen” plaatsvinden en Daniël moest ’het visioen geheimhouden’. De betekenis ervan bleef kennelijk een mysterie voor Daniël. Maar inmiddels moeten die „vele dagen” beslist wel voorbij zijn. Onze vraag is dan ook: ’Wat onthult de wereldgeschiedenis over de vervulling van dit profetische visioen?’
DE KLEINE HOREN WORDT MACHTIG IN KRACHT
16. (a) Uit welke symbolische horen kwam de kleine horen voort? (b) Hoe werd Rome de zesde wereldmacht van de bijbelse profetieën, maar waarom was dit rijk niet de symbolische kleine horen?
16 Volgens de geschiedenis ontwikkelde de kleine horen zich uit een van de vier symbolische horens — de meest westelijke, namelijk het hellenistische koninkrijk van generaal Cassander, die heerste over Macedonië en Griekenland. Later werd dit koninkrijk opgeslokt door het koninkrijk van generaal Lysimachus, de koning van Thracië en Klein-Azië. In de tweede eeuw voor onze gewone tijdrekening werden deze westelijke sectoren van het hellenistische gebied veroverd door Rome. En in het jaar 30 v.G.T. kreeg Rome het in alle hellenistische koninkrijken voor het zeggen en maakte het zich tot de zesde wereldmacht van de bijbelse profetieën. Maar het Romeinse Rijk was niet de kleine horen van Daniëls visioen, want dat rijk bleef niet bestaan tot „de bestemde tijd van het einde”. — Daniël 8:19.
17. (a) In welke verhouding stond Engeland tot het Romeinse Rijk? (b) Welk verband bestaat er tussen het Britse Rijk en het hellenistische koninkrijk Macedonië en Griekenland?
17 Hoe identificeert de geschiedenis dan die agressieve ’koning met bars gelaat’? Engeland is feitelijk begonnen als een noordwestelijke uitloper van het Romeinse Rijk. Tot het begin van de vijfde eeuw G.T. waren er Romeinse provincies in wat nu Engeland is. Mettertijd taande de macht van het Romeinse Rijk, maar de invloed van de Grieks-Romeinse beschaving bleef bestaan in Engeland en in andere delen van Europa die onder de Romeinse overheersing hadden gestaan. „Bij de val van het Romeinse Rijk”, schreef de Mexicaanse dichter-schrijver en Nobelprijswinnaar Octavio Paz, „nam de Kerk zijn plaats in.” Hij voegde eraan toe: „De kerkvaders en ook de latere geleerden entten de Griekse filosofie op de christelijke leer.” En de twintigste-eeuwse filosoof en wiskundige Bertrand Russell merkte op: „De beschaving van het Westen, die aan Griekse bronnen is ontsproten, heeft als basis een filosofische en wetenschappelijke traditie die twee en een half duizend jaar geleden in Milete [een Griekse stad in Klein-Azië] is begonnen.” Men zou dus kunnen zeggen dat het Britse Rijk zijn culturele wortels heeft in het hellenistische koninkrijk Macedonië en Griekenland.
18. Wat is de kleine horen die in de „tijd van het einde” ’een koning met bars gelaat’ werd? Leg dit uit.
18 Tegen 1763 had het Britse Rijk zijn machtige rivalen, Spanje en Frankrijk, verslagen. Van die tijd af betoonde het zich meester op de wereldzeeën en de zevende wereldmacht van de bijbelse profetieën. Ook nadat in 1776 de dertien Amerikaanse koloniën zich van Engeland losmaakten om de Verenigde Staten van Amerika te stichten, groeide het Britse Rijk verder uit totdat het een kwart van het landoppervlak van de aarde en een kwart van de wereldbevolking omvatte. De zevende wereldmacht verwierf nog meer kracht toen de Verenigde Staten van Amerika met Engeland gingen samenwerken en zo de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht ontstond. Economisch en militair was deze macht inderdaad ’een koning met bars gelaat’ geworden. De kleine horen die in de „tijd van het einde” een barse politieke macht werd, is dus de Anglo-Amerikaanse wereldmacht.
19. Wat is „het Sieraad” dat in het visioen genoemd wordt?
19 Daniël zag de kleine horen „in aanzienlijke mate groter worden” naar „het Sieraad” (Daniël 8:9). Het Beloofde Land, dat Jehovah aan zijn uitverkoren volk gaf, was zo mooi dat het werd aangeduid als „het sieraad van alle landen”, oftewel van de hele aarde (Ezechiël 20:6, 15). Het is waar dat Engeland op 9 december 1917 Jeruzalem innam en dat in 1920 de Volkenbond Groot-Brittannië het mandaat over Palestina gaf, een situatie die zou voortduren tot 14 mei 1948. Maar het visioen is profetisch en bevat veel symbolen. En „het Sieraad” dat in het visioen genoemd wordt, symboliseert niet Jeruzalem maar de aardse toestand van het volk dat in de tijd van de zevende wereldmacht door God als heilig beschouwd wordt. Laten wij eens zien hoe de Anglo-Amerikaanse wereldmacht de heiligen probeert te bedreigen.
„PLAATS VAN ZIJN HEILIGDOM” OMVERGEHAALD
20. Wie zijn „het heerleger van de hemel” en „de sterren” die de kleine horen probeert neer te werpen?
20 De kleine horen „bleef groter worden, totdat hij zelfs tot aan het heerleger van de hemel reikte, zodat hij er van het heerleger en van de sterren ter aarde deed vallen”. Volgens de uitleg van de engel zijn „het heerleger van de hemel” en „de sterren” die de kleine horen tracht neer te werpen, „het volk dat uit de heiligen bestaat” (Daniël 8:10, 24). Deze „heiligen” zijn met de geest gezalfde christenen. Door middel van het nieuwe verbond, dat van kracht is geworden door Jezus’ vergoten bloed, zijn zij in een innige verhouding met God gebracht, en daarom zijn zij geheiligd, gereinigd en afgezonderd voor Gods exclusieve dienst (Hebreeën 10:10; 13:20). Omdat Jehovah hen heeft aangesteld om met zijn Zoon te delen in de hemelse erfenis, beziet hij hen als heilig (Efeziërs 1:3, 11, 18-20). In Daniëls visioen doelt „het heerleger van de hemel” dus op het overblijfsel op aarde van de 144.000 „heiligen” die met het Lam in de hemel zullen regeren. — Openbaring 14:1-5.
21. Wie nemen een „heilige plaats” in die de zevende wereldmacht probeert woest te leggen?
21 In deze tijd fungeren de overgeblevenen van de 144.000 als aardse vertegenwoordigers van het „hemelse Jeruzalem” — het met een stad te vergelijken koninkrijk Gods — en zijn tempelregeling (Hebreeën 12:22, 28; 13:14). In die zin nemen zij een „heilige plaats” in die de zevende wereldmacht probeert te vertrappen en te verwoesten (Daniël 8:13). Daniël noemt die heilige plaats ook „de vaste plaats van [Jehovah’s] heiligdom” en zegt: „Hem [Jehovah] werd het bestendige kenmerk ontnomen, en de vaste plaats van zijn heiligdom werd omvergehaald. En een heerleger zelf werd geleidelijk overgegeven, te zamen met het bestendige kenmerk, wegens overtreding; en hij bleef waarheid ter aarde werpen, en hij handelde en had succes” (Daniël 8:11, 12). Hoe werd dit vervuld?
22. Hoe beging de zevende wereldmacht in de Tweede Wereldoorlog een opvallende „overtreding”?
22 Wat maakten Jehovah’s Getuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog mee? Zij werden intens vervolgd! Dat begon in nazistische en fascistische landen. Maar al gauw ’werd waarheid ter aarde geworpen’ in heel het enorme gebied van de ’kleine horen wiens kracht machtig was geworden’. „Het heerleger” van Koninkrijksverkondigers en hun werk, de prediking van „het goede nieuws”, werden in bijna heel het Britse Gemenebest verboden (Markus 13:10). Toen deze naties hun beschikbare strijdkrachten onder de wapenen riepen, weigerden ze Jehovah’s Getuigen vrijstelling te verlenen op grond van hun bediening, waardoor ze geen eerbied toonden voor hun theocratische aanstelling als dienaren van God. In de Verenigde Staten kregen Jehovah’s getrouwe dienstknechten gewelddadigheden van het gepeupel en allerlei vernederingen te verduren. De zevende wereldmacht probeerde feitelijk een lofoffer — „de vrucht der lippen” — weg te nemen, iets wat Jehovah op regelmatige basis door zijn volk werd aangeboden als „het bestendige kenmerk” van hun aanbidding (Hebreeën 13:15). Die wereldmacht beging aldus de „overtreding” het rechtmatige domein van de Allerhoogste God — „de vaste plaats van zijn heiligdom” — binnen te dringen.
23. (a) Hoe stond de Anglo-Amerikaanse wereldmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog op „tegen de Vorst der vorsten”? (b) Wie is „de Vorst der vorsten”?
23 Door in de Tweede Wereldoorlog „de heiligen” te vervolgen, nam de kleine horen „zelfs tegen de Vorst van het heerleger” een groot air aan. Ofwel, zoals de engel Gabriël verklaart, hij stond op „tegen de Vorst der vorsten” (Daniël 8:11, 25). De titel „Vorst der vorsten” is exclusief op Jehovah God van toepassing. Het met „vorst” weergegeven Hebreeuwse woord sar is verwant aan een werkwoord dat „heerschappij uitoefenen” betekent. Het kan slaan op de zoon van een koning of iemand van koninklijke afkomst, maar ook op een hoofd, een overste. Het boek Daniël noemt andere engelenvorsten — Michaël bijvoorbeeld. God is hun Hoofd, de Vorst van al zulke vorsten (Daniël 10:13, 21; vergelijk Psalm 83:18). Kunnen wij ons voorstellen dat iemand zou kunnen opstaan en standhouden tegen Jehovah — de Vorst der vorsten?
„HEILIGE PLAATS” IN JUISTE TOESTAND GEBRACHT
24. Welke verzekering geeft Daniël 8:14 ons?
24 Niemand kan standhouden tegen de Vorst der vorsten — zelfs niet een koning met een zo „bars gelaat” als de Anglo-Amerikaanse wereldmacht! De pogingen van deze koning om Gods heiligdom te verwoesten slagen niet. Na een periode van „tweeduizend driehonderd avonden en morgens”, luidt de boodschap van de engel, ’zal de heilige plaats stellig in haar juiste toestand worden gebracht’, of ’zegevierend te voorschijn komen’. — Daniël 8:13, 14, The New English Bible.
25. Hoe lang is de profetische periode van 2300 dagen, en waarmee moet ze samenhangen?
25 De 2300 dagen vormen een profetische periode. Er is dan ook een profetisch jaar van 360 dagen bij betrokken (Openbaring 11:2, 3; 12:6, 14). Deze 2300 dagen zouden dus neerkomen op 6 jaar, 4 maanden en 20 dagen. Wanneer was deze periode? Welnu, in de jaren ’30 begon Gods volk in diverse landen toenemende vervolging te ondervinden. En tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Jehovah’s Getuigen fel vervolgd in de landen van de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht. Waarom? Omdat zij erop stonden ’God als regeerder meer te gehoorzamen dan mensen’ (Handelingen 5:29). De 2300 dagen moeten dus met die oorlog samenhangen.b Maar wat valt er te zeggen over het begin en het eind van deze profetische periode?
26. (a) Wanneer op zijn vroegst moet het tellen van de 2300 dagen beginnen? (b) Wanneer eindigde de periode van 2300 dagen?
26 Indien de „heilige plaats” „gebracht” of hersteld wordt tot wat ze zou moeten zijn, moeten de 2300 dagen een aanvang hebben genomen toen ze zich voordien vanuit Gods standpunt in de „juiste toestand” bevond. Op zijn vroegst was dit op 1 juni 1938, toen The Watchtower deel 1 publiceerde van het artikel „Organisatie”. Deel 2 verscheen in de uitgave van 15 juni 1938. Als wij 2300 dagen (6 jaar, 4 maanden en 20 dagen op de Hebreeuwse kalender) verder tellen vanaf 1 of 15 juni 1938, dan brengt dat ons op 8 of 22 oktober 1944. Op de eerste dag van een speciale vergadering die op 30 september en 1 oktober 1944 in Pittsburgh (Pennsylvania, VS) gehouden werd, sprak de president van de Watch Tower Society over het onderwerp „De theocratische opstelling in deze tijd”. Op de jaarvergadering op 2 oktober werden de statuten van het Genootschap bij amendement gewijzigd om ze zo dicht mogelijk bij een theocratische regeling te brengen als de wet toeliet. Toen de duidelijker begrepen bijbelse vereisten gepubliceerd werden, werden de gemeenten van Jehovah’s Getuigen al gauw in vollediger mate theocratisch georganiseerd.
27. Waaruit blijkt dat „het bestendige kenmerk” tijdens de jaren van vervolging in de Tweede Wereldoorlog beperkt werd?
27 Terwijl de 2300 dagen tijdens de Tweede Wereldoorlog, die begon in 1939, hun beloop hadden, werd het aanbieden van „het bestendige kenmerk” in Gods heiligdom vanwege vervolging ernstig beperkt. In 1938 had de Watch Tower Society 39 bijkantoren die aan het werk van de Getuigen wereldwijd leiding gaven, maar in 1943 waren het er slechts 21. De toename in het aantal Koninkrijksverkondigers in deze periode was ook gering.
28, 29. (a) Welke ontwikkeling voltrok zich in Jehovah’s organisatie toen de Tweede Wereldoorlog ten einde liep? (b) Wat kan er gezegd worden over de kwaadaardige pogingen van de vijand om „de heilige plaats” woest te leggen en te vernietigen?
28 Zoals wij hebben opgemerkt, bevestigden Jehovah’s Getuigen in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog opnieuw dat zij vastbesloten waren Gods heerschappij te verheerlijken door hem als een theocratische organisatie te dienen. Met dat doel werd in 1944 een begin gemaakt met het reorganiseren van hun werk en bestuurlijke structuur. The Watchtower van 15 oktober 1944 bevatte dan ook een artikel getiteld „Georganiseerd voor het laatste werk”. Door dit artikel en andere op de dienst gerichte artikelen in dezelfde periode werd aangetoond dat de 2300 dagen waren geëindigd en dat „de heilige plaats” zich weer in haar „juiste toestand” bevond.
29 De kwaadaardige pogingen van de vijand om „de heilige plaats” woest te leggen en te vernietigen, hadden volledig gefaald. Ja, de overgebleven „heiligen” op aarde en hun metgezellen van de „grote schare” waren als overwinnaars uit de strijd gekomen (Openbaring 7:9). En het heiligdom, in zijn juiste theocratische toestand, blijft nu heilige dienst voor Jehovah verrichten.
30. Wat zal er weldra gebeuren met de ’koning met bars gelaat’?
30 De Anglo-Amerikaanse wereldmacht bekleedt nog steeds dezelfde positie. „Maar zonder hand zal hij verbroken worden”, zei de engel Gabriël (Daniël 8:25). Heel spoedig zal deze zevende wereldmacht van de bijbelse profetieën — deze ’koning met bars gelaat’ — verbroken worden, niet door mensenhanden maar door bovenmenselijke macht in Armageddon (Daniël 2:44; Openbaring 16:14, 16). Hoe opwindend om te weten dat de soevereiniteit van Jehovah God, de Vorst der vorsten, dan gerechtvaardigd zal zijn!
[Voetnoten]
a Zeven wereldmachten met een speciale bijbelse betekenis zijn Egypte, Assyrië, Babylonië, Medo-Perzië, Griekenland, Rome en de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht. Het belangwekkende bij allemaal is dat ze te maken hebben gehad met Jehovah’s volk.
b Daniël 7:25 spreekt ook over een periode waarin ’de heiligen van het Opperwezen voortdurend bestookt werden’. Zoals in het vorige hoofdstuk werd uitgelegd, hing dit samen met de Eerste Wereldoorlog.
WAT BENT U TE WETEN GEKOMEN?
• Wat wordt afgebeeld door
„de ram” met „twee horens”?
„de harige bok” met zijn „grote horen”?
de vier horens die in de plaats van „de grote horen” oprezen?
de kleine horen die uit een van de vier horens te voorschijn kwam?
• Hoe probeerde de Anglo-Amerikaanse wereldmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog „de heilige plaats” te verwoesten, en is ze daarin geslaagd?
[Kaart op blz. 172]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Romeinse Rijk
BRITANNIA
ITALIË
Rome
Jeruzalem
EGYPTE
[Kaart/Illustratie op blz. 166]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Medo-Perzische Rijk
MACEDONIË
EGYPTE
Memphis
ETHIOPIË
Jeruzalem
Babylon
Ekbatana
Susa
Persepolis
INDIA
[Kaart/Illustratie op blz. 169]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Griekse Rijk
MACEDONIË
EGYPTE
Babylon
Indus
[Paginagrote illustratie op blz. 164]
[Illustraties op blz. 174]
Enkele bekende staatslieden van de Anglo-Amerikaanse wereldmacht:
1. George Washington, eerste president van de VS (1789–’97)
2. Koningin Victoria van Engeland (1837–1901)
3. Woodrow Wilson, president van de VS (1913–’21)
4. David Lloyd George, eerste minister van Engeland (1916–’22)
5. Winston Churchill, eerste minister van Engeland (1940–’45, 1951–’55)
6. Franklin D. Roosevelt, president van de VS (1933–’45)