-
’Geen vrede voor de goddelozen’De Wachttoren 1987 | 1 juli
-
-
16 Deze laatste dagen zijn vooral moeilijk voor Gods volk, dat gedurende deze eeuw vervolging van de zijde van beide koningen heeft ondergaan en nu nog door de koning van het noorden vervolgd wordt. De engel waarschuwde dat de koning van het noorden „ook . . . werkelijk het Sieraadland [zal] binnentrekken, en vele landen zullen tot struikelen worden gebracht”. „Het Sieraadland” stelt het land van Gods volk voor. De woorden van de engel moeten dus betekenen dat de koning van het noorden niet alleen vele natiën zal veroveren, maar ook de geestelijke staat van Jehovah’s volk zal aanvallen (Daniël 8:9; 11:41-44; Ezechiël 20:6). In 11 vers 45 voegt de profetie het volgende toe: „En hij zal zijn paleistenten planten tussen de grote zee en de heilige Sieraadberg.” Met andere woorden, hij neemt de positie in van waar uit hij een laatste aanval doet op het geestelijke paradijs waarin Gods volk zich bevindt.
-
-
’Geen vrede voor de goddelozen’De Wachttoren 1987 | 1 juli
-
-
18. (a) Uit welke bron komen de „berichten” die door de engel werden voorzegd? (b) Waar zal het voor de koning van het noorden uiteindelijk op uitlopen?
18 Wat zullen dit voor berichten zijn? De engel vermeldt dit niet precies maar hij onthult wel de bron ervan. Ze komen „van de opgang der zon”, en op Jehovah God en Jezus Christus wordt gezinspeeld als „de koningen van de opgang der zon” (Openbaring 16:12). Deze berichten komen ook „uit het noorden”, en de bijbel spreekt in zinnebeeldige taal over de berg Sion, de stad van de grote Koning Jehovah, als over een plaats die zich „aan de afgelegen zijden van het noorden” bevindt (Psalm 48:2). Het zijn dus van Jehovah God en Jezus Christus afkomstige „berichten” die de koning van het noorden ertoe aanzetten zijn laatste grote veldtocht te ondernemen. Maar die veldtocht zal rampzalig voor hem aflopen. Het slot van 11 vers 45 vertelt ons: „Hij zal volledig aan zijn eind moeten komen, en er zal geen helper voor hem zijn.”
-
-
Michaël, de grote vorst, staat opDe Wachttoren 1987 | 1 juli
-
-
2, 3. (a) Welke profetie vinden wij in het boek Ezechiël waardoor wij worden geholpen de profetie over de koning van het noorden en de koning van het zuiden te begrijpen? (b) Wat zal volgens Ezechiëls profetie de afloop zijn van de grote laatste aanval op Gods volk?
2 Een profetie bij monde van Daniëls tijdgenoot Ezechiël helpt ons deze vragen te beantwoorden. Ook Ezechiël werd ertoe geïnspireerd te spreken over „het laatst der dagen”, en hij waarschuwde voor een komende aanval van ’Gog van Magog’ tegen het land van Gods volk (Ezechiël 38:2, 14-16; Daniël 10:14). In die profetie was Gog een afbeelding van Satan, en zijn legers beeldden al Satans aardse handlangers af die een laatste, wanhopige poging zouden ondernemen om Gods volk uit te roeien. Aangezien deze aanval evenals die van de koning van het noorden in het laatst der dagen zal plaatsvinden, is het redelijk te concluderen dat wanneer de koning van het noorden ’zijn paleistenten plant tussen de grote zee en de heilige Sieraadberg’, hij dit doet ter ondersteuning van de aanval van Gog (Daniël 11:40, 45). Zal de aanval succesvol zijn?
-