Hoofdstuk vier
De opkomst en val van een immens beeld
1. Waarom zou ons een situatie moeten interesseren die rees toen Daniël en anderen zich zo’n tien jaar in gevangenschap bevonden?
TIEN jaar zijn voorbijgegaan sinds koning Nebukadnezar Daniël en anderen van „de voornaamsten van het land” Juda als gevangenen heeft weggevoerd naar Babylon (2 Koningen 24:15). De jonge Daniël dient aan het hof van de koning als er een levensbedreigende situatie rijst. Waarom zou dit ons moeten interesseren? Omdat de manier waarop Jehovah God in de kwestie tussenbeide komt niet alleen het leven van Daniël en anderen redt maar ons ook zicht geeft op de opmars van wereldmachten uit de bijbelse profetieën tot in onze tijd.
EEN VORST STAAT VOOR EEN MOEILIJK PROBLEEM
2. Wanneer kreeg Nebukadnezar zijn eerste profetische droom?
2 „In het tweede jaar van het koningschap van Nebukadnezar”, schreef de profeet Daniël, „droomde Nebukadnezar dromen; en zijn geest geraakte in beroering, en hij kon zelfs de slaap niet meer vatten” (Daniël 2:1). De dromer was Nebukadnezar, de koning van het Babylonische Rijk. Hij was in 607 v.G.T. in feite wereldheerser geworden toen Jehovah God hem Jeruzalem en zijn tempel had laten verwoesten. In het tweede jaar van Nebukadnezars regering als wereldheerser (606/605 v.G.T.) zond God hem een angstaanjagende droom.
3. Wie bleken niet bij machte de droom van de koning uit te leggen, en hoe reageerde Nebukadnezar?
3 Deze droom maakte Nebukadnezar zo van streek dat hij niet meer kon slapen. Natuurlijk wilde hij heel graag de betekenis ervan weten. Maar de machtige koning was de droom vergeten! Daarom liet hij Babylons magiërs, bezweerders en tovenaars komen en verlangde dat zij de droom vertelden en de uitlegging verschaften. De opdracht ging hun vermogen te boven. Hun falen maakte Nebukadnezar zo woedend dat hij het bevel uitvaardigde „alle wijzen van Babylon om te brengen”. Deze verordening zou de profeet Daniël oog in oog brengen met de aangestelde scherprechter. Waarom dat? Omdat hij en zijn drie Hebreeuwse metgezellen — Hananja, Misaël en Azarja — tot de wijze mannen van Babylon werden gerekend. — Daniël 2:2-14.
DANIËL KOMT TE HULP
4. (a) Hoe kwam Daniël de inhoud en de betekenis van Nebukadnezars droom te weten? (b) Wat zei Daniël in dankbaarheid tot Jehovah God?
4 Na vernomen te hebben wat de reden was voor Nebukadnezars hardvochtige bevel ’ging Daniël zelf naar binnen en vroeg de koning dat hij hem tijd zou geven, speciaal om de koning de úitlegging duidelijk te maken’. Dit werd toegestaan. Daniël keerde terug naar zijn huis, en hij en zijn drie Hebreeuwse vrienden baden om ’barmhartigheden van de zijde van de God des hemels omtrent dit geheim’. Diezelfde nacht nog onthulde Jehovah Daniël in een visioen het geheim van de droom. Dankbaar zei Daniël: „Laat de naam van God gezegend worden van onbepaalde tijd, ja, tot onbepaalde tijd, want de wijsheid en de macht — want ze behoren hèm toe. En hij verandert tijden en tijdperken, zet koningen af en stelt koningen aan, geeft wijsheid aan de wijzen en kennis aan hen die onderscheidingsvermogen kennen. Hij openbaart de diepe dingen en de verborgen dingen, daar hij weet wat in de duisternis is; en bij hem woont waarlijk het licht.” Voor dit inzicht loofde Daniël Jehovah. — Daniël 2:15-23.
5. (a) Hoe gaf Daniël toen hij voor de koning stond, Jehovah de eer? (b) Waarom is Daniëls uitleg van belang voor ons in deze tijd?
5 De volgende dag benaderde Daniël Arioch, de overste van de lijfwacht, de man die was aangesteld om de wijzen van Babylon om te brengen. Toen Arioch vernam dat Daniël de droom kon uitleggen, bracht hij hem ijlings voor de koning. Zonder enige verdienste voor zichzelf op te eisen zei Daniël tot Nebukadnezar: ’Er bestaat een God in de hemel die een Onthuller van geheimen is, en hij heeft koning Nebukadnezar bekendgemaakt wat er in het laatst der dagen zal geschieden.’ Daniël stond op het punt niet alleen de toekomst van het Babylonische Rijk te onthullen, maar ook een schets te geven van wereldgebeurtenissen vanaf de dagen van Nebukadnezar tot in onze tijd en zelfs nog de toekomst. — Daniël 2:24-30.
DE DROOM — HERINNERD
6, 7. Wat was de droom die Daniël de koning weer in herinnering bracht?
6 Nebukadnezar luisterde gespannen terwijl Daniël uitlegde: „Gij dan, o koning, aanschouwde, en zie! er was een reusachtig groot beeld. Dat beeld, dat groot was en waarvan de glans buitengewoon was, stond vóór u, en de aanblik ervan was angstwekkend. Wat dat beeld betreft, zijn hoofd was van gedegen goud, zijn borst en zijn armen waren van zilver, zijn buik en zijn dijen waren van koper, zijn benen waren van ijzer, zijn voeten waren deels van ijzer en deels van gevormd leem. Gij bleeft kijken totdat er een steen, niet door handen, werd uitgehouwen, en die trof het beeld aan zijn voeten van ijzer en gevormd leem en verbrijzelde ze. Terstond werden het ijzer, het gevormde leem, het koper, het zilver en het goud alle te zamen verbrijzeld en werden als het kaf van de zomerdorsvloer, en de wind voerde ze weg zodat er geen spoor meer van werd gevonden. En wat de steen aangaat die het beeld trof, hij werd tot een grote berg en vulde de gehele aarde.” — Daniël 2:31-35.
7 Wat moet Nebukadnezar opgetogen zijn geweest om Daniël de droom te horen ontvouwen! Maar wacht! Babylons wijzen zouden alleen gespaard worden als Daniël de droom ook uitlegde. Namens hemzelf en zijn drie Hebreeuwse vrienden sprekend, verklaarde Daniël: „Dit is de droom, en zijn uitlegging zullen wij voor de koning zeggen.” — Daniël 2:36.
EEN KONINKRIJK DAT ZICH HEEL SPECIFIEK ONDERSCHEIDDE
8. (a) Wie of wat was volgens Daniëls uitleg het hoofd van goud? (b) Wanneer kwam het hoofd van goud tot bestaan?
8 „Gij, o koning, de koning der koningen, gij aan wie de God des hemels het koninkrijk, de macht, en de sterkte en de waardigheid heeft gegeven, en in wiens hand hij, overal waar de mensenzonen wonen, de dieren van het veld en de gevleugelde schepselen van de hemel heeft gegeven, en die hij tot heerser over die alle gemaakt heeft, gijzelf zijt het hoofd van goud” (Daniël 2:37, 38). Deze woorden waren op Nebukadnezar van toepassing nadat Jehovah hem in 607 v.G.T. had gebruikt om Jeruzalem te verwoesten. Immers, de koningen die in Jeruzalem op de troon zaten, waren uit de geslachtslijn van David, Jehovah’s gezalfde koning. Jeruzalem was de hoofdstad van Juda, het typologische koninkrijk van God dat Jehovah’s soevereiniteit over de aarde vertegenwoordigde. Met de verwoesting van die stad in 607 v.G.T. hield dit typologische koninkrijk van God op te bestaan (1 Kronieken 29:23; 2 Kronieken 36:17-21). De opeenvolgende wereldmachten, voorgesteld door de metalen delen van het beeld, konden nu wereldheerschappij uitoefenen zonder inmenging van Gods typologische koninkrijk. Als het hoofd van goud, het kostbaarste metaal dat men in de oudheid kende, had Nebukadnezar de onderscheiding genoten dat koninkrijk omver te werpen door Jeruzalem te verwoesten. — Zie, op blz. 63, „Een krijgshaftige koning bouwt een rijk op”.
9. Wat stelde het hoofd van goud voor?
9 Nebukadnezar, die 43 jaar regeerde, was de eerste van een dynastie die over het Babylonische Rijk heerste. Ze omvatte onder meer zijn schoonzoon Nabonidus en zijn oudste zoon, Evil-Merodach. Die dynastie bleef nog eens 43 jaar bestaan, tot de dood van Nabonidus’ zoon Belsazar in 539 v.G.T. (2 Koningen 25:27; Daniël 5:30). Het gouden hoofd van het beeld in de droom stelde dus niet slechts Nebukadnezar voor maar de hele Babylonische lijn van heersers.
10. (a) Hoe gaf Nebukadnezars droom te kennen dat de Babylonische wereldmacht niet blijvend was? (b) Wat voorzei de profeet Jesaja over Babylons veroveraar? (c) In welk opzicht was Medo-Perzië inferieur aan Babylon?
10 Daniël vertelde Nebukadnezar: „Na u zal er een ander koninkrijk opstaan, geringer dan gij” (Daniël 2:39). Een koninkrijk dat werd gesymboliseerd door de zilveren borst en armen van het beeld zou Nebukadnezars dynastie opvolgen. Zo’n 200 jaar voordien had Jesaja dit koninkrijk voorzegd en zelfs de naam verschaft van de zegevierende koning ervan — Cyrus (Jesaja 13:1-17; 21:2-9; 44:24–45:7, 13). Dit was het Medo-Perzische Rijk. Hoewel Medo-Perzië een grote beschaving ontwikkelde die niet onderdeed voor die van het Babylonische Rijk, wordt dit tweede koninkrijk voorgesteld door zilver, een metaal dat minder kostbaar is dan goud. Het was in die zin inferieur aan de Babylonische wereldmacht doordat het niet de onderscheiding genoot Juda, Gods typologische koninkrijk met zijn hoofdstad Jeruzalem, omvergeworpen te hebben.
11. Wanneer kwam er een eind aan Nebukadnezars dynastie?
11 Zo’n zestig jaar na het uitleggen van de droom was Daniël getuige van het einde van Nebukadnezars dynastie. Daniël was erbij aanwezig toen in de nacht van 5/6 oktober 539 v.G.T. het Medo-Perzische leger het ogenschijnlijk onneembare Babylon innam en koning Belsazar doodde. Met de dood van Belsazar hield het gouden hoofd van het beeld in de droom — het Babylonische Rijk — op te bestaan.
EEN VERBANNEN VOLK BEVRIJD DOOR EEN KONINKRIJK
12. Hoe kwam het door Cyrus in 537 v.G.T. uitgevaardigde decreet de in ballingschap verkerende joden ten goede?
12 Medo-Perzië verving het Babylonische Rijk als heersende wereldmacht in 539 v.G.T. Op 62-jarige leeftijd werd Darius de Meder de eerste heerser in de veroverde stad Babylon (Daniël 5:30, 31). Een korte tijd regeerden hij en Cyrus de Pers gezamenlijk over het Medo-Perzische Rijk. Toen Darius stierf, werd Cyrus het enige hoofd van het Perzische Rijk. Voor de joden in Babylon betekende de regering van Cyrus bevrijding uit gevangenschap. In 537 v.G.T. vaardigde Cyrus een decreet uit dat joodse ballingen in Babylon toestond naar hun land terug te keren en Jeruzalem en Jehovah’s tempel te herbouwen. Het typologische koninkrijk van God werd echter niet in Juda en Jeruzalem hersteld. — 2 Kronieken 36:22, 23; Ezra 1:1–2:2a.
13. Wat beeldden de zilveren borst en armen van het beeld in Nebukadnezars droom af?
13 De zilveren borst en armen van het beeld in de droom stelden de lijn van Perzische koningen voor, te beginnen met Cyrus de Grote. Die dynastie bestond meer dan 200 jaar. Cyrus is naar men denkt gestorven tijdens een militaire campagne in 530 v.G.T. Van zo’n twaalf koningen die hem op de troon van het Perzische Rijk opvolgden, behandelden er minstens twee Jehovah’s uitverkoren volk welwillend. De ene was Darius I (de Pers) en de ander was Artaxerxes I.
14, 15. Welke hulp schonken Darius de Grote en Artaxerxes I de joden?
14 Darius I was de derde in de lijn van Perzische koningen na Cyrus de Grote. De twee voor hem waren Cambyses II en zijn broer Bardiya (of misschien een magiër, Gaumata, die zich voor hem uitgaf). Toen Darius I, ook bekend als Darius de Grote, in 521 v.G.T. de troon besteeg, was er een verbod van kracht ten aanzien van de herbouw van de tempel in Jeruzalem. Nadat het document met Cyrus’ decreet in de archieven in Ekbatana was teruggevonden, liet Darius het niet bij het opheffen van het verbod in 520 v.G.T. Hij verschafte ook geldelijke middelen uit de koninklijke schatkist om de tempel te herbouwen. — Ezra 6:1-12.
15 De volgende Perzische heerser die de joden bijstond in hun herstelwerkzaamheden was Artaxerxes I, die in 475 v.G.T. zijn vader Ahasveros (Xerxes I) was opgevolgd. Artaxerxes kreeg de bijnaam Longimanus omdat zijn rechterhand langer was dan zijn linker. In het twintigste jaar van zijn regering, in 455 v.G.T., benoemde hij zijn joodse schenker Nehemia tot stadhouder van Juda en machtigde hem Jeruzalems muren te herbouwen. Deze daad markeerde het begin van de ’zeventig jaarweken’ waarover het negende hoofdstuk van Daniël het heeft, en daarmee kwamen de jaartallen vast te liggen voor het verschijnen en sterven van de Messias of Christus, Jezus van Nazareth. — Daniël 9:24-27; Nehemia 1:1; 2:1-18.
16. Wanneer en met welke koning eindigde de Medo-Perzische wereldmacht?
16 De laatste van de zes koningen die na Artaxerxes I op de troon van het Perzische Rijk zaten, was Darius III. Zijn regering eindigde abrupt in 331 v.G.T. toen hij bij Gaugamela, dicht bij het oude Nineve, een verpletterende nederlaag leed tegen Alexander de Grote. Deze nederlaag maakte een eind aan de Medo-Perzische wereldmacht, gesymboliseerd door het zilveren deel van het beeld in Nebukadnezars droom. De macht die nu kwam was in sommige opzichten superieur, maar in andere inferieur. Dat wordt duidelijk als wij luisteren naar Daniëls verdere uitleg van Nebukadnezars droom.
EEN KONINKRIJK — UITGESTREKT MAAR INFERIEUR
17-19. (a) Welke wereldmacht stelden de buik en dijen van koper voor, en hoe ver reikte die heerschappij? (b) Wie was Alexander III? (c) Hoe werd het Grieks een internationale taal, en waarvoor leende die taal zich goed?
17 Daniël vertelde Nebukadnezar dat de buik en dijen van het immense beeld stonden voor „nog een koninkrijk, een derde, van koper, dat over de gehele aarde [zou] heersen” (Daniël 2:32, 39). Dit derde koninkrijk zou na Babylonië en Medo-Perzië komen. Zoals koper inferieur is aan zilver, zo zou deze nieuwe wereldmacht inferieur zijn aan Medo-Perzië in de zin dat ze niet vereerd werd met een voorrecht als het bevrijden van Jehovah’s volk. Het met koper te vergelijken koninkrijk zou echter „over de gehele aarde heersen”, wat te kennen geeft dat het meer gebied zou omvatten dan Babylonië of Medo-Perzië. Wat bevestigen de historische feiten met betrekking tot deze wereldmacht?
18 Kort na in 336 v.G.T. op twintigjarige leeftijd de troon van Macedonië geërfd te hebben, begon de eerzuchtige Alexander III aan een veroveringsveldtocht. Vanwege zijn militaire successen kwam hij als Alexander de Grote bekend te staan. De ene overwinning na de andere behalend, drong hij steeds verder op Perzisch gebied door. Toen hij in 331 v.G.T. Darius III versloeg in de slag bij Gaugamela, begon het Perzische Rijk ineen te storten en werd Griekenland onder Alexander de nieuwe wereldmacht.
19 Na de overwinning bij Gaugamela nam Alexander achtereenvolgens de Perzische hoofdsteden Babylon, Susa, Persepolis en Ekbatana in. De rest van het Perzische Rijk onderwerpend, breidde hij zijn veroveringen tot in westelijk India uit. In de veroverde landen werden Griekse kolonies gesticht. Zo verbreidden de Griekse taal en cultuur zich over het hele rijksgebied. Het Griekse Rijk werd in feite groter dan enig rijk dat eraan vooraf was gegaan. Daniël had het voorzegd: het koperen koninkrijk ’heerste over de gehele aarde’. Eén gevolg hiervan was dat het Grieks (de Koinè) een internationale taal werd. Als een taal die zich leent voor nauwkeurig formuleren, bleek ze bijzonder geschikt om er de christelijke Griekse Geschriften in op te tekenen en het goede nieuws van Gods koninkrijk te verbreiden.
20. Wat gebeurde er met het Griekse Rijk na de dood van Alexander de Grote?
20 Alexander de Grote heeft als wereldheerser slechts acht jaar geleefd. Op de nog jeugdige leeftijd van 32 jaar werd Alexander na een feestmaal ziek en stierf kort daarna, op 13 juni 323 v.G.T. Mettertijd werd zijn enorme rijk verdeeld in vier gebieden, elk geregeerd door een van zijn generaals. Zo ontstonden uit één groot koninkrijk vier koninkrijken, die uiteindelijk werden opgeslokt door het Romeinse Rijk. De met koper te vergelijken wereldmacht bestond slechts tot 30 v.G.T., toen het laatste van deze vier koninkrijken — de Ptolemaeïsche dynastie die over Egypte heerste — ten slotte viel voor Rome.
EEN KONINKRIJK DAT VERBRIJZELT EN VERPLETTERT
21. Hoe beschreef Daniël „het vierde koninkrijk”?
21 Daniël vervolgde zijn uitleg van het beeld in de droom: „Wat het vierde koninkrijk [na Babylon, Medo-Perzië en Griekenland] aangaat, het zal sterk als ijzer blijken te zijn. Aangezien ijzer al het andere verbrijzelt en vermaalt, zo zal het, gelijk ijzer dat verplettert, zelfs al deze verbrijzelen en verpletteren” (Daniël 2:40). In haar kracht en vermogen om te verbrijzelen zou deze wereldmacht als ijzer zijn — sterker dan de rijken die voorgesteld werden door goud, zilver of koper. Het Romeinse Rijk was zo’n macht.
22. In welk opzicht geleek het Romeinse Rijk op ijzer?
22 Rome verbrijzelde en verpletterde het Griekse Rijk en slokte restanten van de Medo-Perzische en Babylonische wereldmachten op. Het toonde geen respect voor Gods koninkrijk, dat door Jezus Christus werd verkondigd, en bracht hem in 33 G.T. ter dood aan een martelpaal. In een poging het ware christendom te verpletteren, vervolgde Rome Jezus’ discipelen. Bovendien verwoestten de Romeinen in 70 G.T. Jeruzalem en zijn tempel.
23, 24. Wat stellen de benen van het beeld behalve het Romeinse Rijk nog meer voor?
23 De ijzeren benen van het beeld in Nebukadnezars droom beeldden niet alleen het Romeinse Rijk af maar ook een politiek uitgroeisel ervan. Beschouw eens wat wij in Openbaring 17:10 opgetekend vinden: „Er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen is, moet hij een korte tijd blijven.” Toen de apostel Johannes deze woorden schreef, bevond hij zich in Romeinse ballingschap op het eiland Patmos. De vijf reeds gevallen koningen, of wereldmachten, waren Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië en Griekenland. De zesde — het Romeinse Rijk — was nog steeds aan de macht. Maar ook die zou vallen, en de zevende koning zou ontstaan uit een van de door Rome veroverde gebieden. Welke wereldmacht zou dat zijn?
24 Britannia was ooit een noordwestelijk deel van het Romeinse Rijk. Maar tegen het jaar 1763 was het het Britse Rijk geworden — het Brittannië dat heerste over de zeven wereldzeeën. In 1776 hadden dertien Amerikaanse kolonies zich onafhankelijk verklaard teneinde de Verenigde Staten van Amerika te vormen. In de jaren erna werden Groot-Brittannië en de Verenigde Staten echter bondgenoten in oorlog en vrede. Zo ontstond de Anglo-Amerikaanse combinatie als de zevende wereldmacht van de bijbelse profetieën. Net als het Romeinse Rijk is ze „sterk als ijzer” gebleken, heeft ze een met ijzer te vergelijken gezag uitgeoefend. De ijzeren benen van het beeld in de droom omvatten dan ook zowel het Romeinse Rijk als de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht.
EEN BROOS MENGSEL
25. Wat zei Daniël over de voeten en de tenen van het beeld?
25 Daniël vertelde Nebukadnezar vervolgens: „Zoals gij aanschouwd hebt dat de voeten en de tenen deels van gevormd leem van een pottenbakker en deels van ijzer waren: het koninkrijk zelf zal verdeeld blijken te zijn, maar iets van de hardheid van ijzer zal erin blijken te zijn, aangezien, zoals gij hebt aanschouwd, het ijzer vermengd was met vochtig leem. En wat de tenen van de voeten aangaat, die deels van ijzer en deels van gevormd leem waren: het koninkrijk zal deels sterk blijken te zijn en zal deels broos blijken te zijn. Zoals gij hebt aanschouwd dat het ijzer vermengd was met vochtig leem: zij zullen zich gaan vermengen met het nageslacht der mensen; maar zij zullen zich niet aan elkaar blijken te hechten, de een aan de ander, net als ijzer zich niet met gevormd leem vermengt.” — Daniël 2:41-43.
26. Wanneer manifesteert zich het bestuur dat door de voeten en de tenen wordt afgebeeld?
26 De opeenvolging van wereldmachten zoals voorgesteld door de verschillende delen van het beeld in Nebukadnezars droom begon met het hoofd en liep door tot de voeten. Het is logisch dat de voeten en tenen van ’ijzer vermengd met vochtig leem’ de laatste uitingsvorm van menselijk bestuur zouden symboliseren zoals die zich in „de tijd van het einde” zou voordoen. — Daniël 12:4.
27. (a) Welke stand van zaken wordt afgebeeld door de voeten en de tenen van ijzer vermengd met leem? (b) Wat beelden de tien tenen van het beeld af?
27 Bij het aanbreken van de twintigste eeuw heerste het Britse Rijk over een kwart van de wereldbevolking. En andere Europese rijken regeerden over nog eens miljoenen anderen. Maar de Eerste Wereldoorlog resulteerde in het opkomen van groepen naties in plaats van rijken. Na de Tweede Wereldoorlog versnelde deze trend zich. Naarmate het nationalisme zich verder ontwikkelde, groeide het aantal naties in de wereld opzienbarend. De tien tenen van het beeld vertegenwoordigen al die naast elkaar bestaande machten en regeringen, want in de bijbel staat het getal tien soms voor aardse volledigheid. — Vergelijk Exodus 34:28; Mattheüs 25:1; Openbaring 2:10.
28, 29. (a) Wat stelde volgens Daniël het leem voor? (b) Wat kan er gezegd worden over het mengsel van ijzer en leem?
28 Nu wij ons in „de tijd van het einde” bevinden, hebben wij de voeten van het beeld bereikt. Sommige van de regeringen die worden afgebeeld door de uit ijzer vermengd met leem bestaande voeten en tenen van het beeld zijn als ijzer — autoritair of tiranniek. Andere zijn als leem. In welk opzicht? Daniël associeerde het leem met „het nageslacht der mensen” (Daniël 2:43). Ondanks de broze aard van leem, waaruit het nageslacht der mensen bestaat, zijn traditionele met ijzer te vergelijken regeringen gedwongen steeds meer te luisteren naar het gewone volk, dat zeggenschap wil hebben in het bestuur dat over hen wordt uitgeoefend (Job 10:9). Maar autoritair bestuur en het gewone volk hechten zich niet aan elkaar — net zomin als ijzer en leem zich met elkaar kunnen verbinden. In de tijd dat het beeld gaat verdwijnen, zal de wereld inderdaad politiek verbrokkeld zijn!
29 Zal de verdeelde toestand van de voeten en tenen het hele beeld doen instorten? Wat zal er met het beeld gebeuren?
EEN DRAMATISCHE CLIMAX!
30. Beschrijf de climax van Nebukadnezars droom.
30 Beschouw nu de climax van de droom. Daniël vertelde de koning: „Gij bleeft kijken totdat er een steen, niet door handen, werd uitgehouwen, en die trof het beeld aan zijn voeten van ijzer en gevormd leem en verbrijzelde ze. Terstond werden het ijzer, het gevormde leem, het koper, het zilver en het goud alle te zamen verbrijzeld en werden als het kaf van de zomerdorsvloer, en de wind voerde ze weg zodat er geen spoor meer van werd gevonden. En wat de steen aangaat die het beeld trof, hij werd tot een grote berg en vulde de gehele aarde.” — Daniël 2:34, 35.
31, 32. Wat werd voorzegd ten aanzien van het slot van Nebukadnezars droom?
31 Als uitleg vervolgde de profetie: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan, aangezien gij aanschouwd hebt dat uit de berg, niet door handen, een steen werd gehouwen, en dat die het ijzer, het koper, het gevormde leem, het zilver en het goud verbrijzelde. De grote God zelf heeft aan de koning bekendgemaakt wat er hierna geschieden zal. En de droom is waarachtig, en de uitlegging ervan is betrouwbaar.” — Daniël 2:44, 45.
32 Nu hem zijn droom te binnen was gebracht en uitgelegd, erkende Nebukadnezar dat slechts Daniëls God „een Heer der koningen en een Onthuller van geheimen” was. Ook gaf de koning Daniël en zijn drie Hebreeuwse metgezellen posities die met grote verantwoordelijkheid gepaard gingen (Daniël 2:46-49). Wat echter is de betekenis voor onze tijd van Daniëls ’betrouwbare uitlegging’?
’EEN BERG VULT DE AARDE’
33. Uit welke „berg” werd de „steen” gehouwen, en wanneer en hoe vond dit plaats?
33 Toen „de bestemde tijden der natiën” in oktober 1914 eindigden, richtte „de God des hemels” het hemelse koninkrijk op door zijn gezalfde Zoon, Jezus Christus, op de troon te plaatsen als de „Koning der koningen en Heer der heren” (Lukas 21:24; Openbaring 12:1-5; 19:16).a Zo werd dus door goddelijke macht en niet door mensenhanden de „steen” van het Messiaanse koninkrijk uit de „berg” van Jehovah’s universele soevereiniteit gehouwen. Deze hemelse regering is in handen van Jezus Christus, aan wie God onsterfelijkheid heeft verleend (Romeinen 6:9; 1 Timotheüs 6:15, 16). Daarom zal dit „koninkrijk van onze Heer [God] en van zijn Christus” — een uitdrukking van Jehovah’s universele soevereiniteit — niet aan iemand anders worden overgedragen. Het zal eeuwig blijven bestaan. — Openbaring 11:15.
34. In welke zin werd Gods koninkrijk „in de dagen van die koningen” geboren?
34 De geboorte van het Koninkrijk vond plaats „in de dagen van die koningen” (Daniël 2:44). Dit waren niet alleen de koningen die werden afgebeeld door de tien tenen van het beeld maar ook die welke werden gesymboliseerd door de ijzeren, koperen, zilveren en gouden delen ervan. Hoewel het Babylonische, Perzische, Griekse en Romeinse Rijk als wereldmacht waren verdwenen, bestonden er in 1914 nog wel restanten van. Het Turkse Osmaanse Rijk omvatte toen het gebied van Babylonië, en er functioneerden nationale regeringen in Perzië (Iran) en Griekenland en Rome (Italië).
35. Wanneer zal de „steen” het beeld treffen, en hoe grondig zal het beeld verwijderd worden?
35 Gods hemelse koninkrijk zal spoedig het symbolische beeld bij de voeten treffen. Het gevolg zal zijn dat alle erdoor afgebeelde koninkrijken verbrijzeld zullen worden en er een eind aan gemaakt zal worden. Ja, in „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” zal die „steen” zijn doel met zo’n verpletterende kracht treffen dat het beeld verpulverd zal worden, waarna de wind van Gods storm het zal wegvagen als het kaf van een dorsvloer (Openbaring 16:14, 16). Dan zal, net als de steen die tot een berg werd en de aarde vulde, Gods koninkrijk de regeringsberg worden die „de gehele aarde” gaat beïnvloeden. — Daniël 2:35.
36. Waarom kan het Messiaanse koninkrijk een stabiele regering genoemd worden?
36 Hoewel het Messiaanse koninkrijk hemels is, zal het zijn macht naar onze aarde uitstrekken tot zegen van alle gehoorzame aardbewoners. Deze stabiele regering ’zal nooit te gronde worden gericht’ of ’aan een ander volk worden overgedragen’. In tegenstelling tot de koninkrijken van stervende menselijke heersers ’zal het zelf tot onbepaalde tijden blijven bestaan’, voor eeuwig (Daniël 2:44). Moge u het voorrecht ten deel vallen voor eeuwig een van de onderdanen ervan te zijn.
[Voetnoten]
a Zie hoofdstuk 6 van dit boek.
WAT BENT U TE WETEN GEKOMEN?
• Welke wereldmachten stellen de verschillende delen van het immense beeld in Nebukadnezars droom voor?
• Welke wereldsituatie stellen de voeten en tien tenen van ijzer vermengd met leem voor?
• Wanneer en uit welke „berg” werd de „steen” gehouwen?
• Wanneer zal de „steen” het beeld treffen?
[Kader/Illustraties op blz. 63-67]
EEN KRIJGSHAFTIGE KONING BOUWT EEN RIJK OP
BABYLONS kroonprins en zijn leger verpletteren de Egyptische strijdkrachten van farao Necho bij Karkemis in Syrië. De verslagen Egyptenaren vluchten zuidwaarts naar Egypte en de Babyloniërs achtervolgen hen. Maar een boodschap uit Babylon noodzaakt de zegevierende prins de achtervolging te staken. Het nieuws is dat zijn vader, Nabopolassar, is gestorven. Nebukadnezar belast zijn generaals met de verantwoordelijkheid de gevangenen en de buit terug te voeren en keert dan snel naar huis terug om de door zijn vaders dood vacant geworden troon te bestijgen.
Zo verkreeg Nebukadnezar in het jaar 624 v.G.T. het koningschap over Babylon, waarmee hij de tweede heerser van het Nieuwbabylonische Rijk werd. Tijdens zijn 43 jaar durende regering nam hij de gebieden in bezit die ooit tot de Assyrische wereldmacht behoorden en breidde hij zijn domein uit met Syrië in het noorden en Palestina in het westen tot aan de grens van Egypte. — Zie kaartje.
In het vierde jaar van zijn regering (620 v.G.T.) maakte Nebukadnezar Juda tot een vazalkoninkrijk (2 Koningen 24:1). Drie jaar later leidde een Judese opstand ertoe dat Jeruzalem door de Babyloniërs werd belegerd. Nebukadnezar voerde Jojachin, Daniël en anderen als gevangenen naar Babylon. De koning voerde ook een deel van het gerei van Jehovah’s tempel mee. Hij maakte Jojachins oom, Zedekia, tot vazalkoning van Juda. — 2 Koningen 24:2-17; Daniël 1:6, 7.
Enige tijd later kwam ook Zedekia in opstand en verbond zich met Egypte. Nebukadnezar belegerde Jeruzalem opnieuw, en in 607 v.G.T. sloeg hij een bres in zijn muur, verbrandde de tempel en verwoestte de stad. Hij slachtte al Zedekia’s zonen af en maakte Zedekia toen blind en boeide hem, teneinde hem als gevangene naar Babylon te voeren. Nebukadnezar nam het grootste deel van het volk gevangen en bracht de rest van het tempelgerei naar Babylon over. „Zo ging Juda in ballingschap, weg van zijn bodem.” — 2 Koningen 24:18–25:21.
Nebukadnezar veroverde ook Tyrus door de stad te belegeren — een belegering die dertien jaar duurde. In de loop van de belegering werden de hoofden van zijn soldaten „kaal gemaakt” door het schuren van hun helmen, en hun schouders werden „stukgewreven” bij het aanslepen van materiaal dat werd gebruikt voor de bouw van de belegeringswerken (Ezechiël 29:18). Ten slotte capituleerde Tyrus voor de Babylonische strijdkrachten.
De Babylonische koning was kennelijk een briljant militair strateeg. Sommige literaire bronnen, vooral van Babylonische oorsprong, beschrijven hem ook als een rechtvaardig koning. Hoewel de Schrift niet specifiek zegt dat Nebukadnezar rechtvaardig was, vinden wij wel de uitspraak van de profeet Jeremia dat Zedekia ook al had hij gerebelleerd, fatsoenlijk behandeld zou worden ’indien hij zou uitgaan tot de vorsten van de koning van Babylon’ (Jeremia 38:17, 18). En na de verwoesting van Jeruzalem behandelde Nebukadnezar Jeremia met respect. Aangaande Jeremia beval de koning: „Neem hem en houd uw eigen ogen op hem gericht, en doe hem niets kwaads. Maar juist zoals hij tot u spreken zal, doe aldus met hem.” — Jeremia 39:11, 12; 40:1-4.
Als bestuurder herkende Nebukadnezar snel de goede eigenschappen en bekwaamheden van Daniël en zijn drie metgezellen — Sadrach, Mesach en Abednego — wier Hebreeuwse namen Hananja, Misaël en Azarja waren. De koning gebruikte hen daarom in verantwoordelijke posities in zijn koninkrijk. — Daniël 1:6, 7, 19-21; 2:49.
Nebukadnezars religieuze verering gold in het bijzonder Marduk, de voornaamste god van Babylon. De koning schreef al zijn overwinningen aan Marduk toe. In Babylon bouwde en verfraaide hij de tempels van Marduk en talrijke andere Babylonische godheden. Het gouden beeld dat in de vlakte van Dura werd opgericht, kan aan Marduk gewijd zijn geweest. En Nebukadnezar schijnt zich sterk op waarzeggerij te hebben verlaten bij zijn militaire plannen.
Nebukadnezar was ook trots op het herstel van Babylon, de grootste ommuurde stad van die tijd. Door de voltooiing van de zware dubbele muren waarvan de bouw onder zijn vader was begonnen, maakte Nebukadnezar de hoofdstad naar zich liet aanzien onneembaar. De koning herstelde een oud paleis in het hart van de stad en bouwde zo’n twee kilometer noordelijker een zomerpaleis. Ter wille van zijn Medische koningin, die verlangde naar de heuvels en bossen van haar vaderland, legde Nebukadnezar naar verluidt de hangende tuinen aan — die golden als een van de zeven wonderen van de oude wereld.
„Is dit niet het grote Babylon dat ikzelf gebouwd heb voor het koninklijk huis, met de sterkte van mijn macht en voor de waardigheid van mijn majesteit?”, pochte de koning op zekere dag, wandelend op zijn koninklijk paleis in Babylon. „Nog was het woord in de mond van de koning” toen hij door krankzinnigheid werd getroffen. Zeven jaar lang niet in staat te regeren at hij plantengroei, zoals Daniël had voorzegd. Aan het eind van die periode werd Nebukadnezar hersteld in zijn koninkrijk en hij regeerde tot zijn dood in 582 v.G.T. — Daniël 4:30-36.
WAT BENT U TE WETEN GEKOMEN?
Wat kan er gezegd worden over Nebukadnezar als
• militair strateeg?
• bestuurder?
• aanbidder van Marduk?
• bouwer?
[Kaart]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
BABYLONISCHE RIJK
RODE ZEE
Jeruzalem
Eufraat
Tigris
Nineve
Susa
Babylon
Ur
[Illustratie]
Babylon, de grootste ommuurde stad van zijn tijd
[Illustratie]
De draak was een symbool van Marduk
[Illustratie]
Babylons beroemde hangende tuinen
[Diagram op blz. 56]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
WERELDMACHTEN UIT DANIËLS PROFETIE
Het immense beeld (Daniël 2:31-45)
BABYLONIË vanaf 607 v.G.T.
MEDO-PERZIË vanaf 539 v.G.T.
GRIEKENLAND vanaf 331 v.G.T.
ROME vanaf 30 v.G.T.
ANGLO-AMERIKAANSE WERELDMACHT vanaf 1763 G.T.
POLITIEK VERDEELDE WERELD in de tijd van het einde
[Paginagrote illustratie op blz. 47]
[Paginagrote illustratie op blz. 58]