AVEN
(A̱ven).
1. Aven komt in de Hebreeuwse masoretische tekst in Ezechiël 30:17 voor en wordt in de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Statenvertaling ook zo weergegeven. In veel vertalingen staat hier „On”, de stad in Egypte die door de Grieken Heliopolis werd genoemd. De Hebreeuwse medeklinkers voor Aven en On zijn hetzelfde, maar de vocalisatie verschilt. In sommige commentaren wordt geopperd dat de verandering in vocalisatie een opzettelijke woordspeling was om minachting uit te drukken voor de afgodische stad On, het centrum van de Egyptische zonneaanbidding. — Zie ON nr. 2.
[2, 3: Schadelijkheid; Iets schadelijks]
2. In Hosea 10:8 staat Aven in de Hebreeuwse tekst kennelijk als afkorting van Beth-Aven. — Vgl. Ho 4:15; 5:8; 10:5; zie BETH-AVEN nr. 2.
3. Amos 1:5 heeft betrekking op de „valleivlakte van Aven”. De Hebreeuwse uitdrukking daarvoor wordt in de NBG, NW en SV weergegeven met Bikeat(h)-Aven. — Zie BIKEATH-AVEN.