Jehovah zal zijn volk niet in de steek laten
„Talrijk zijn de rampspoeden van de rechtvaardige, maar uit die alle bevrijdt Jehovah hem.” — PSALM 34:19.
1, 2. (a) Hoe zegent Jehovah zijn volk in deze tijd? (b) Waar hebben veel christenen mee te kampen, en welke vragen rijzen er?
ALS een vervulling van bijbelse profetieën wonen Jehovah’s aanbidders in een geestelijk paradijs (2 Korinthiërs 12:1-4). Jehovah’s Getuigen maken deel uit van een internationale broederschap die door liefde en eenheid wordt gekenmerkt (Johannes 13:35). Zij verheugen zich in een diepe en veelomvattende kennis van bijbelse waarheden (Jesaja 54:13). Hoe dankbaar zijn zij Jehovah dat hij hun het voorrecht schenkt om gasten in zijn geestelijke tent te zijn! — Psalm 15:1.
2 Hoewel allen in Jehovah’s organisatie zich in geestelijke voorspoed verheugen, schijnen sommigen in betrekkelijke vrede en rust te leven, terwijl anderen lijden ondergaan, in welke vorm dan ook. Veel christenen bevinden zich reeds geruime tijd in een deerniswekkende situatie zonder enige hoop op een spoedige verlichting. Het is logisch dat er onder zulke omstandigheden ontmoediging optreedt (Spreuken 13:12). Zijn rampspoeden een bewijs van Gods misnoegen? Biedt Jehovah sommige christenen speciale bescherming, terwijl hij anderen in de steek laat?
3. (a) Is Jehovah verantwoordelijk voor de tegenspoed die zijn volk ondervindt? (b) Waarom ondergaan zelfs getrouwe aanbidders van Jehovah menselijk lijden?
3 De bijbel antwoordt: „Laat niemand, wanneer hij wordt beproefd, zeggen: ’Ik word door God beproefd.’ Want met kwade dingen kan God niet worden beproefd, noch beproeft hij zelf iemand” (Jakobus 1:13). Jehovah is de Beschermer en Instandhouder van zijn volk (Psalm 91:2-6). „[Jehovah] laat Zijn volk niet in de steek” (Psalm 94:14, Het Boek). Dit betekent niet dat getrouwe aanbidders geen lijden ondergaan. Het huidige wereldsamenstel van dingen wordt geregeerd door personen die inherent onvolmaakt zijn. Velen zijn corrupt en enkelen ronduit verdorven. Niemand van hen ziet naar Jehovah op voor wijsheid. Dit resulteert in veel menselijk lijden. De bijbel maakt duidelijk dat Jehovah’s volk niet altijd de droevige gevolgen van menselijke onvolmaaktheid en goddeloosheid kan vermijden. — Handelingen 14:22.
Loyale christenen verwachten lijden te ondergaan
4. Wat kunnen alle christenen verwachten zolang zij in dit goddeloze samenstel van dingen leven, en waarom?
4 Hoewel Jezus’ volgelingen geen deel van de wereld zijn, leven zij te midden van dit samenstel van dingen (Johannes 17:15, 16). In de bijbel wordt onthuld dat Satan de overheersende kracht achter deze wereld is (1 Johannes 5:19). Derhalve kunnen alle christenen vroeg of laat verwachten ernstige problemen onder ogen te moeten zien. Met dit in gedachten zegt de apostel Petrus: „Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden. Maar neemt uw standpunt tegen hem in, vast in het geloof, wetend dat dezelfde dingen in de vorm van lijden zich aan de gehele gemeenschap van uw broeders in de wereld voltrekken” (1 Petrus 5:8, 9). Ja, de gehele gemeenschap van christenen kan lijden verwachten.
5. Hoe maakte Jezus duidelijk dat getrouwe christenen droevige dingen in het leven zullen meemaken?
5 Zelfs als wij diepe liefde voor Jehovah hebben en loyaal aan zijn beginselen zijn, zullen wij droevige dingen in het leven ervaren. Jezus maakte dit duidelijk in zijn illustratie die opgetekend staat in Mattheüs 7:24-27, waar hij de tegenstelling beschreef tussen degenen die zijn woorden gehoorzamen en degenen die dat niet doen. Hij vergeleek gehoorzame discipelen met een beleidvol man die zijn huis op een massieve rots bouwt. Degenen die zijn woorden niet gehoorzamen, vergeleek hij met een dwaas man die zijn huis op het zand bouwt. Alleen het op de rots gebouwde huis doorstaat een hevige storm. Merk op dat in het geval van het huis van de beleidvolle man ’de regen neerstroomde en de stortvloeden kwamen en de winden waaiden en tegen dat huis beukten, maar het niet instortte’. Jezus beloofde niet dat de beleidvolle man zich altijd in vrede en rust zou verheugen. Dat de man beleidvol was, zou hem er veeleer op voorbereiden de storm te doorstaan. Een soortgelijke gedachte wordt overgebracht in de illustratie van de zaaier. Daarin zet Jezus uiteen dat zelfs gehoorzame aanbidders „met een edel en goed hart” „met volharding vrucht [zouden] dragen”. — Lukas 8:4-15.
6. Wie ondergaan in Paulus’ illustratie van de vuurbestendige materialen de vurige beproeving?
6 Toen de apostel Paulus aan de Korinthiërs schreef, gebruikte hij overdrachtelijke taal om de noodzaak te illustreren van duurzame hoedanigheden die ons kunnen helpen beproevingen onder ogen te zien. Vuurbestendige materialen als goud, zilver en kostbare stenen komen overeen met godvruchtige hoedanigheden. (Vergelijk Spreuken 3:13-15; 1 Petrus 1:6, 7.) Daarentegen worden vleselijke eigenschappen vergeleken met brandbare materialen. Vervolgens zegt Paulus: „Ieders werk zal openbaar worden, want de dag zal het aan het licht brengen, omdat het geopenbaard zal worden door middel van vuur; en het vuur zelf zal uitwijzen hoe ieders werk is. Indien iemands werk dat hij erop gebouwd heeft blijft, zal hij een beloning ontvangen” (1 Korinthiërs 3:10-14). Ook hier weer zet de bijbel uiteen dat wij allen onvermijdelijk met de een of andere vorm van vurige beproeving geconfronteerd zullen worden.
7. Hoe kan de Schrift ons, zoals uit Romeinen 15:4 blijkt, helpen om beproevingen te verduren?
7 In de bijbel staan talloze verslagen over loyale dienstknechten van God die rampspoeden moesten verduren, soms voor lange periodes. Toch liet Jehovah hen niet in de steek. De apostel Paulus had waarschijnlijk zulke voorbeelden in gedachten toen hij zei: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Beschouw eens de voorbeelden van drie mannen die, hoewel zij zich in een intieme verhouding met God verheugden, veel tegenspoed ondervonden.
Wat wij uit bijbelse verslagen leren
8. Wat liet Jehovah in het geval van Jozef toe, en hoe lang?
8 Jakobs zoon Jozef werd reeds op jonge leeftijd door Jehovah begunstigd. Toch onderging hij buiten zijn schuld een aaneenschakeling van tegenslagen. Hij werd door zijn eigen broers ontvoerd en wreed behandeld. Hij werd als slaaf in een vreemd land verkocht, waar hij valselijk werd beschuldigd en in een „gevangenishol” werd gezet (Genesis 40:15). Daar „knelde men zijn voeten [in boeien], in ijzers kwam zijn ziel” (Psalm 105:17, 18). Ongetwijfeld heeft Jozef tijdens zijn slavernij en gevangenschap Jehovah herhaaldelijk gesmeekt hem te bevrijden. Toch werd hij, hoewel hij in verschillende opzichten door Jehovah werd gesterkt, zo’n dertien jaar lang elke morgen weer als een slaaf of een gevangene wakker. — Genesis 37:2; 41:46.
9. Wat moest David verscheidene jaren verduren?
9 Een overeenkomstig geval is dat van David. Toen Jehovah een bekwaam man uitzocht om over Israël te regeren, zei hij: „Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man aangenaam naar mijn hart” (Handelingen 13:22). Ondanks de begunstigde positie die David in Jehovah’s ogen innam, onderging hij veel lijden. Toen hij in levensgevaar verkeerde, verborg hij zich verscheidene jaren in de wildernis, in grotten, in holen en op vreemde grond. Opgejaagd als een wild dier had hij met ontmoediging en vrees te kampen. Niettemin volhardde hij in Jehovah’s kracht. Uit eigen ervaring kon David terecht zeggen: „Talrijk zijn de rampspoeden van de rechtvaardige, maar uit die alle bevrijdt Jehovah hem.” — Psalm 34:19.
10. Welke ontzettende rampspoed trof Naboth en zijn gezin?
10 In de dagen van de profeet Elia waren er in Israël slechts 7000 die de knie niet voor de valse god Baäl gebogen hadden (1 Koningen 19:18; Romeinen 11:4). Naboth, die waarschijnlijk een van hen was, werd het slachtoffer van een verschrikkelijk onrecht. Hij onderging de vernedering om van godslastering beschuldigd te worden. Nadat hij schuldig was bevonden, werd hij krachtens een koninklijk besluit veroordeeld om door steniging te worden gedood, en zijn bloed werd door honden opgelikt. Zelfs zijn zonen werden ter dood gebracht! Toch was hij onschuldig aan het hem ten laste gelegde. Degenen die tegen hem getuigden, waren leugenaars. De hele aangelegenheid was een komplot dat koningin Izebel had gesmeed, opdat de koning Naboths wijngaard in bezit kon nemen. — 1 Koningen 21:1-19; 2 Koningen 9:26.
11. Wat vertelt de apostel Paulus ons over getrouwe mannen en vrouwen in de bijbelse geschiedenis?
11 Jozef, David en Naboth zijn slechts drie van de vele in de bijbel genoemde getrouwe mannen en vrouwen die rampspoeden hebben ondervonden. De apostel Paulus schreef een historisch overzicht over Jehovah’s dienstknechten door de eeuwen heen. Daarin sprak hij over degenen die „hun beproeving [kregen] door bespottingen en geselingen, zelfs meer dan dat, door boeien en gevangenissen. Zij werden gestenigd, zij werden beproefd, zij werden in stukken gezaagd, zij stierven door afslachting met het zwaard, zij zwierven rond in schapevachten, in geitevellen, terwijl zij gebrek leden en verdrukt en slecht behandeld werden; en de wereld was hun niet waardig. Zij doolden rond in woestijnen en op bergen en in grotten en holen der aarde” (Hebreeën 11:36-38). Maar Jehovah liet hen niet in de steek.
Jehovah bekommert zich om degenen die lijden ondergaan
12. Wat zijn enkele van de ellendige dingen die Jehovah’s Getuigen in deze tijd ondervinden?
12 Wat valt er over Jehovah’s volk in deze tijd te zeggen? Als organisatie kunnen wij erop rekenen goddelijke bescherming te ontvangen en veilig door de laatste dagen en de grote verdrukking heen gebracht te worden (Jesaja 54:17; Openbaring 7:9-17). Maar als afzonderlijke personen erkennen wij dat „tijd en onvoorziene gebeurtenissen” alle mensen treffen (Prediker 9:11). In deze tijd zijn er veel getrouwe christenen die ellende ondervinden. Sommigen hebben met extreme armoede te kampen. De bijbel spreekt over christelijke „wezen en weduwen” die verdrukking hebben (Jakobus 1:27). Anderen lijden tengevolge van natuurrampen, oorlogen, misdaad, machtsmisbruik, ziekte en dood.
13. Over welke moeilijke ervaringen is onlangs bericht uitgebracht?
13 In het jaarbericht over 1996 dat door bijkantoren van het Wachttorengenootschap aan het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen is opgestuurd, werd bijvoorbeeld bericht dat sommige van onze broeders en zusters zich onder betreurenswaardige omstandigheden in gevangenschap bevinden omdat zij aan bijbelse beginselen vasthouden. Drie gemeenten in een Zuidamerikaans land werden ontbonden toen guerrillagroepen honderden Getuigen dwongen het gebied te ontruimen. In een Westafrikaans land werden sommige Getuigen die tijdens een burgeroorlog in een schermutseling terechtkwamen, gedood. In een Middenamerikaans land werd de reeds kritieke financiële situatie van sommige broeders nog verergerd door het woedende geweld van een orkaan. Op andere plaatsen waar armoede en voedseltekorten misschien geen ernstig probleem vormen, kunnen negatieve invloeden de vreugde van sommigen doen afnemen. Anderen gaan gebukt onder de druk van het hedendaagse leven. Weer anderen voelen zich misschien ontmoedigd door de apathie van het publiek wanneer zij het goede nieuws van het Koninkrijk prediken.
14. (a) Wat leren wij uit het voorbeeld van Job? (b) Wat dienen wij, in plaats van negatief te denken, te doen wanneer wij in benauwdheid verkeren?
14 Deze situaties dienen niet als een bewijs van Gods misnoegen opgevat te worden. Denk aan het geval van Job en de vele tegenslagen die hij te verduren kreeg. Hij was „een onberispelijk en oprecht man” (Job 1:8). Wat moet Job zich ontmoedigd hebben gevoeld toen Elifaz hem van kwaaddoen beschuldigde! (Job hoofdstuk 4, 5, 22) Wij willen niet snel concluderen dat wij rampspoeden ondervinden omdat wij Jehovah in een of ander opzicht teleurgesteld hebben of omdat Jehovah zijn zegen heeft teruggetrokken. Negatief denken onder verdrukking zou ons geloof kunnen verzwakken (1 Thessalonicenzen 3:1-3, 5). Wanneer wij in benauwdheid verkeren, is het het beste om te mediteren over het feit dat Jehovah en Jezus dicht bij de rechtvaardigen zijn, ongeacht wat er gebeurt.
15. Hoe weten wij dat Jehovah zich ten zeerste bekommert om de rampspoeden die zijn volk ondervindt?
15 De apostel Paulus stelt ons gerust wanneer hij zegt: „Wie zal ons scheiden van de liefde van de Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger of naaktheid of gevaar of zwaard? . . . Ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven, noch engelen noch regeringen, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enige andere schepping ons zal kunnen scheiden van Gods liefde, die in Christus Jezus, onze Heer, is” (Romeinen 8:35, 38, 39). Jehovah bekommert zich ten zeerste om ons en is zich bewust van het lijden dat wij ondergaan. Terwijl David nog steeds een vluchteling was, schreef hij: „De ogen van Jehovah zijn gewend naar de rechtvaardigen, en zijn oren naar hun hulpgeschreeuw. Jehovah is nabij de gebrokenen van hart” (Psalm 34:15, 18; Mattheüs 18:6, 14). Onze hemelse Vader zorgt voor ons en heeft medelijden met degenen die lijden (1 Petrus 5:6, 7). Hij geeft wat wij nodig hebben om te volharden, welk lijden wij ook mogen ondergaan.
Jehovah’s gaven schragen ons
16. Welke voorziening van Jehovah helpt ons te volharden, en hoe?
16 Hoewel wij in dit oude samenstel van dingen niet kunnen verwachten een leven vrij van tegenspoed te leiden, worden wij „niet in de steek gelaten” (2 Korinthiërs 4:8, 9). Jezus beloofde zijn volgelingen dat hij een helper zou zenden. Hij zei: „Ik zal de Vader een verzoek doen en hij zal u een andere helper geven om voor altijd bij u te zijn, de geest der waarheid” (Johannes 14:16, 17). Met Pinksteren 33 G.T. zei de apostel Petrus tot zijn toehoorders dat zij „als vrije gave de heilige geest [konden] ontvangen” (Handelingen 2:38). Helpt de heilige geest ons in deze tijd? Ja! Jehovah’s werkzame kracht schenkt ons prachtige vruchten: „Liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22, 23). Dit zijn allemaal hoedanigheden van onschatbare waarde waardoor wij geholpen worden te volharden.
17. Wat zijn enkele bijbelse waarheden die ons geloof en onze vastberadenheid om geduldig op Jehovah te wachten, versterken?
17 De heilige geest helpt ons ook te begrijpen dat de huidige verdrukkingen „van korte duur en licht” zijn vergeleken met de beloning van eeuwig leven (2 Korinthiërs 4:16-18). Wij zijn ervan overtuigd dat God onze werken en de liefde die wij voor hem tonen, niet zal vergeten (Hebreeën 6:9-12). Wanneer wij de geïnspireerde woorden van de bijbel lezen, worden wij vertroost door de voorbeelden van getrouwe dienstknechten uit de oudheid die veel rampspoeden verduurden, maar die gelukkig werden geprezen. Jakobus schrijft: „Broeders, neemt als een model van het lijden van kwaad en het oefenen van geduld de profeten, die in de naam van Jehovah hebben gesproken. Ziet! Wij prijzen hen die hebben volhard, gelukkig” (Jakobus 5:10, 11). De bijbel belooft „kracht die datgene wat normaal is te boven gaat” om ons te helpen beproevingen te verduren. Jehovah zegent ons ook met de opstandingshoop (2 Korinthiërs 1:8-10; 4:7). Door dagelijks de bijbel te lezen en over deze beloften te mediteren, zullen wij ons geloof en onze vastbeslotenheid om geduldig op God te wachten, versterken. — Psalm 42:5.
18. (a) Waartoe worden wij in 2 Korinthiërs 1:3, 4 aangemoedigd? (b) Hoe kunnen christelijke opzieners er blijk van geven een bron van vertroosting en verkwikking te zijn?
18 Bovendien heeft Jehovah ons het geestelijke paradijs gegeven, waarin wij ons kunnen verheugen in de oprechte liefde van onze christelijke broeders en zusters. Op ons allen rust de taak elkaar te vertroosten (2 Korinthiërs 1:3, 4). Vooral christelijke opzieners kunnen een belangrijke bron van vertroosting en verkwikking zijn (Jesaja 32:2). Als „gaven in mensen” hebben zij de opdracht ontvangen om degenen die lijden op te bouwen, ’bemoedigend te spreken tot de terneergeslagen zielen’ en ’de zwakken te ondersteunen’ (Efeziërs 4:8, 11, 12; 1 Thessalonicenzen 5:14). Ouderlingen worden aangemoedigd een goed gebruik te maken van de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt!, alsook van andere door „de getrouwe en beleidvolle slaaf” verschafte publikaties (Mattheüs 24:45-47). Deze bevatten een schat aan op de bijbel gebaseerde raad waardoor wij geholpen kunnen worden sommige van de problemen die ons zorgen baren, op te lossen en zelfs te voorkomen. Mogen wij Jehovah navolgen door elkaar in moeilijke tijden te vertroosten en aan te moedigen!
19. (a) Wat helpt ons om enkele rampspoeden te vermijden? (b) Op wie moeten wij uiteindelijk ons vertrouwen stellen, en waardoor zullen wij in staat zijn beproevingen te doorstaan?
19 Terwijl de laatste dagen voortschrijden en de toestanden in het huidige samenstel van dingen verslechteren, doen christenen wat zij kunnen om rampspoeden te vermijden (Spreuken 22:3). Goed oordeel, gezond verstand en kennis van bijbelse beginselen kunnen ons helpen verstandige beslissingen te nemen (Spreuken 3:21, 22). Wij luisteren naar Jehovah’s Woord en gehoorzamen het om te vermijden onnodige fouten te maken (Psalm 38:4). Niettemin beseffen wij dat geen enkele inspanning van onze zijde al het lijden uit ons leven kan bannen. In dit samenstel van dingen worden veel rechtvaardigen door zware tegenspoed getroffen. Wij kunnen onze beproevingen echter verduren in het volledige vertrouwen dat ’Jehovah zijn volk niet in de steek zal laten’ (Psalm 94:14, Het Boek). En wij weten dat dit samenstel van dingen met al zijn ellende weldra verdwenen zal zijn. Mogen wij daarom het vaste besluit nemen het „niet op [te] geven te doen wat voortreffelijk is, want te zijner tijd zullen wij oogsten indien wij het niet moe worden”. — Galaten 6:9.
Wat hebben wij geleerd?
◻ Welke beproevingen ondergaat de gehele gemeenschap van christenen?
◻ Welke bijbelse voorbeelden helpen ons te begrijpen dat rampspoeden geen bewijs van Jehovah’s misnoegen zijn?
◻ Hoe denkt Jehovah over de tegenspoed die zijn volk ondervindt?
◻ Wat zijn enkele van de gaven van Jehovah die ons helpen beproevingen te verduren?
[Illustraties op blz. 10]
David, Naboth en Jozef zijn drie mannen die rampspoed ondervonden