‘Christus is Gods kracht’

1-3. (a) Welke beangstigende ervaring hadden de discipelen op het Meer van Galilea, en wat deed Jezus? (b) Waarom kon Paulus terecht zeggen dat ‘Christus Gods kracht is’?

DE DISCIPELEN waren doodsbang. Ze zaten in een boot op het Meer van Galilea toen ze door een storm werden overvallen. Het was vast niet de eerste storm die ze op dit meer meemaakten, want sommigen van hen waren ervaren vissers (Mattheüs 4:18, 19).a Maar dit was ‘een hevige storm’ en het meer veranderde al snel in een kolkende watermassa. De mannen deden hun uiterste best om de boot te besturen, maar het was niet te doen. Hoge golven ‘sloegen over de boot’, die zich met water begon te vullen. Ondanks de commotie lag Jezus achter in de boot te slapen, uitgeput nadat hij de hele dag de menigte had onderwezen. De discipelen vreesden voor hun leven. Daarom maakten ze hem wakker en smeekten: ‘Heer, red ons! We vergaan!’ (Markus 4:35-38; Mattheüs 8:23-25)

² Jezus was niet bang. Vol vertrouwen bestrafte hij de wind en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind en het meer gehoorzaamden meteen: de storm ging liggen, de golven verdwenen en ‘het werd helemaal stil’. Toen werden de discipelen heel angstig. ‘Wie is dat toch?’, mompelden ze tegen elkaar. Wat voor persoon kon de wind en het meer bestraffen alsof hij een lastig kind corrigeerde? (Markus 4:39-41; Mattheüs 8:26, 27)

³ Maar Jezus was geen gewoon mens. Jehovah gebruikte zijn kracht op bijzondere manieren om Jezus te helpen en ook om via hem anderen te helpen. Paulus zei onder inspiratie: ‘Christus is Gods kracht’ (1 Korinthiërs 1:24). Op welke manieren toont Jehovah zijn kracht via Jezus? En wat kan dat voor ons betekenen?

4, 5. (a) Welke kracht en autoriteit gaf Jehovah aan zijn eniggeboren Zoon? (b) Wat gaf Jehovah aan zijn Zoon zodat hij zijn Meesterwerker kon zijn?

⁴ Denk eens aan de kracht die Jezus had voordat hij als mens naar de aarde kwam. Jehovah gebruikte zijn ‘eeuwige kracht’ voor het scheppen van zijn eniggeboren Zoon, die bekend kwam te staan als Jezus Christus (Romeinen 1:20; Kolossenzen 1:15). Daarna gaf Jehovah enorme kracht en autoriteit aan zijn Zoon, en Hij gaf hem de taak om alles wat Hij wilde scheppen uit te voeren. De Bijbel zegt over de Zoon: ‘Alles is via hem ontstaan, en zonder hem is er helemaal niets ontstaan’ (Johannes 1:3).

⁵ We kunnen nauwelijks bevatten wat die taak allemaal inhield. Stel je de kracht eens voor die nodig was om miljoenen machtige engelen te scheppen, het heelal met zijn miljarden sterrenstelsels en de aarde met al het leven erop. Om die taak uit te voeren, kon de eniggeboren Zoon gebruikmaken van de sterkste kracht in het universum: Gods heilige geest. Het gaf Gods Zoon veel vreugde om de Meesterwerker te zijn, die door Jehovah werd gebruikt om alle andere dingen te scheppen (Spreuken 8:22-31).

 6. Welke kracht en autoriteit kreeg Jezus na zijn dood op aarde en zijn opstanding?

⁶ Zou Jehovah zijn eniggeboren Zoon nog meer kracht en autoriteit geven? Jezus zei na zijn dood en opstanding: ‘Ik heb alle autoriteit in de hemel en op aarde gekregen’ (Mattheüs 28:18). Dat betekent dat Jezus het vermogen en het recht heeft gekregen om autoriteit uit te oefenen over elk ander schepsel. Als ‘Koning der koningen en Heer der heren’ is hij gemachtigd om ‘alle regeringsautoriteit en alle gezag en kracht’ — zichtbaar en onzichtbaar — die zich tegen zijn Vader verzet, uit te schakelen (Openbaring 19:16; 1 Korinthiërs 15:24-26). God heeft ‘niets overgelaten dat niet aan [Jezus] onderworpen is’ — met uitzondering van Jehovah zelf (Hebreeën 2:8; 1 Korinthiërs 15:27).

 7. Waarom kunnen we er zeker van zijn dat Jezus de macht die Jehovah hem heeft gegeven, nooit zal misbruiken?

⁷ Moeten we bang zijn dat Jezus zijn macht ooit zal misbruiken? Absoluut niet! Jezus houdt heel veel van zijn Vader en zou nooit iets doen wat hij afkeurt (Johannes 8:29; 14:31). Hij weet heel goed dat Jehovah zijn onbeperkte macht nooit misbruikt. Hij heeft van dichtbij gezien dat Jehovah naar gelegenheden zoekt ‘om zijn kracht te tonen voor wie hem met hun hele hart toegewijd zijn’ (2 Kronieken 16:9). Jezus houdt net zo veel van de mensheid als zijn Vader, dus we kunnen erop vertrouwen dat hij zijn macht altijd ten goede zal gebruiken (Johannes 13:1). En dat heeft hij tot nu toe altijd gedaan. We gaan bekijken hoe hij zijn macht gebruikte toen hij op aarde was en waarom hij dat deed.

 8. Hoe gebruikte Jezus de macht die hij kreeg nadat hij gezalfd was?

⁸ Kennelijk deed Jezus geen wonderen toen hij als jongen in Nazareth opgroeide. Maar dat veranderde toen hij in het jaar 29 op de leeftijd van ongeveer 30 jaar werd gedoopt (Lukas 3:21-23). De Bijbel vertelt ons ‘dat Jezus (...) door God met heilige geest en kracht werd gezalfd, en dat hij door het land trok, terwijl hij goede daden deed en iedereen genas die door de Duivel onderdrukt werd’ (Handelingen 10:38). Dat Jezus ‘goede daden deed’ betekent dat hij zijn macht op een goede manier gebruikte. Nadat hij was gezalfd, werd hij ‘een profeet die krachtig was in woord en daad’ (Lukas 24:19).

9-11. (a) Waar gaf Jezus zijn onderwijs meestal, en voor welke uitdaging stond hij? (b) Waarom was de menigte diep onder de indruk van Jezus’ manier van onderwijzen?

⁹ Wat betekende het dat Jezus krachtig in woord was? Hij onderwees vaak in de openlucht — aan de oever van een meer, op een heuvelhelling en ook op straat en op marktpleinen (Markus 6:53-56; Lukas 5:1-3; 13:26). Als mensen zijn onderwijs niet interessant vonden, konden ze gewoon weglopen. Maar de mensen die wel naar zijn onderwijs wilden luisteren, moesten onthouden wat hij zei, want er bestonden nog geen gedrukte boeken. Jezus’ onderwijs moest dus heel boeiend, duidelijk te begrijpen en makkelijk te onthouden zijn. Maar dat was voor Jezus geen probleem. Denk bijvoorbeeld eens aan zijn Bergrede.

¹⁰ Op een ochtend in het begin van het jaar 31 verzamelde zich een menigte op een heuvelhelling bij het Meer van Galilea. Sommigen waren uit Judea en Jeruzalem gekomen, zo’n 100 tot 110 kilometer verderop. Anderen kwamen uit de kustgebieden van Tyrus en Sidon in het noorden. Veel zieke mensen kwamen naar Jezus toe om hem aan te raken, en hij genas ze allemaal. Toen alle mensen waren genezen, begon hij te onderwijzen (Lukas 6:17-19). Nadat hij een tijdje later was uitgesproken, waren ze verbaasd over wat ze hadden gehoord. Waarom?

¹¹ Jaren later schreef iemand die deze toespraak had gehoord dat ‘de menigte diep onder de indruk was van zijn manier van onderwijzen. Want hij onderwees hen als iemand met gezag’ (Mattheüs 7:28, 29). Jezus sprak met een kracht die ze konden voelen. Hij sprak namens God en baseerde alles wat hij onderwees op Gods Woord (Johannes 7:16). Jezus’ onderwijs was duidelijk, hij wist mensen te motiveren en zijn argumenten waren onweerlegbaar. Zijn woorden drongen door tot de kern van de zaak en raakten het hart van mensen. Hij leerde hun hoe ze gelukkig konden worden, hoe ze konden bidden, hoe ze Gods Koninkrijk konden zoeken en hoe ze aan een zekere toekomst konden bouwen (Mattheüs 5:3–7:27). Zijn woorden motiveerden personen die naar waarheid en rechtvaardigheid verlangden om in actie te komen. Zulke mensen waren bereid ‘zichzelf weg te cijferen’ en alles in de steek te laten om hem te volgen (Mattheüs 16:24; Lukas 5:10, 11). Wat een bewijs van de kracht van Jezus’ woorden!

12, 13. In welk opzicht was Jezus ‘krachtig in daad’, en wat voor verschillende wonderen deed hij?

¹² Jezus was ook ‘krachtig in daad’ (Lukas 24:19). De evangeliën vermelden meer dan 30 specifieke wonderen die door hem zijn gedaan — allemaal met ‘Jehovah’s kracht’ (Lukas 5:17).b Jezus’ wonderen beïnvloedden het leven van duizenden mensen. Denk alleen maar aan de twee wonderen waarbij Jezus 5000 en later 4000 mannen te eten gaf. Als je de vrouwen en kinderen zou meetellen, waren daar waarschijnlijk nog eens duizenden extra aanwezig! (Mattheüs 14:13-21; 15:32-38)

¹³ Jezus heeft veel uiteenlopende wonderen gedaan. Hij had autoriteit over demonen en kon ze heel makkelijk uitdrijven (Lukas 9:37-43). Hij had macht over de stoffelijke schepping, want hij veranderde water in wijn (Johannes 2:1-11). Tot verbazing van zijn discipelen ‘zagen ze Jezus over het meer lopen’ (Johannes 6:18, 19). Hij had de macht om allerlei ziekten te genezen, waaronder aangeboren, chronische en levensbedreigende aandoeningen (Markus 3:1-5; Johannes 4:46-54). En hij deed die genezingen op verschillende manieren. Sommige personen werden op afstand genezen, terwijl anderen door Jezus persoonlijk werden aangeraakt (Mattheüs 8:2, 3, 5-13). Sommigen werden onmiddellijk genezen en anderen geleidelijk (Markus 8:22-25; Lukas 8:43, 44).

14. Onder welke omstandigheden bewees Jezus dat hij de macht had om de dood ongedaan te maken?

¹⁴ Het meest bijzondere was dat Jezus de macht had om de dood ongedaan te maken. In de evangeliën staan drie gelegenheden waarbij hij iemand uit de dood opwekte. Het ging om een 12-jarig meisje, om het enige kind van een weduwe en om de geliefde broer van twee zussen (Lukas 7:11-15; 8:49-56; Johannes 11:38-44). Geen enkele situatie was te moeilijk voor hem. Hij wekte het 12-jarige meisje op van haar sterfbed kort nadat ze was overleden. Hij gaf de zoon van de weduwe een opstanding toen die op de lijkbaar lag, ongetwijfeld op de dag dat hij gestorven was. En hij wekte Lazarus op uit het graf toen die al vier dagen dood was.

15, 16. Welke bewijzen zijn er dat Jezus zijn macht op een onzelfzuchtige manier gebruikte?

¹⁵ Kun je je voorstellen wat een onvolmaakte regeerder misschien zou doen als hij dezelfde macht had als Jezus? Onvolmaakte mensen zijn vaak zelfzuchtig, ambitieus en hebzuchtig en gebruiken hun macht tot nadeel van anderen. Maar Jezus weigerde zo te zijn. Hij was volledig zonder zonde (1 Petrus 2:22).

¹⁶ Jezus gebruikte zijn macht alleen voor anderen en nooit om er zelf beter van te worden. Toen hij honger had, weigerde hij voor zichzelf stenen in brood te veranderen (Mattheüs 4:1-4). Hij had weinig bezittingen, wat bewijst dat hij zijn macht niet gebruikte om rijk te worden (Mattheüs 8:20). Er zijn nog meer bewijzen dat de wonderen die hij deed voortkwamen uit onzelfzuchtige motieven. Wanneer hij wonderen deed, kostte dat hem iets. Als hij zieken genas, ging er kracht van hem uit. Hij voelde dan dat er kracht uit zijn lichaam stroomde, zelfs wanneer het maar om één genezing ging (Markus 5:25-34). Toch liet hij zich door een grote groep mensen aanraken, en ze werden genezen (Lukas 6:19). Wat een onzelfzuchtige instelling!

17. Hoe liet Jezus zien dat hij zijn macht op een verantwoorde manier gebruikte?

¹⁷ Jezus gebruikte zijn macht ook op een verantwoorde manier. Nooit deed hij wonderen alleen maar om indruk te maken of voor de show (Mattheüs 4:5-7). Hij weigerde bijvoorbeeld een wonder te doen om Herodes’ nieuwsgierigheid te bevredigen, die gebaseerd was op verkeerde motieven (Lukas 23:8, 9). In plaats van met zijn macht te koop te lopen, gaf Jezus degenen die hij had genezen vaak de opdracht om het aan niemand te vertellen (Markus 5:43; 7:36). Hij wilde niet dat mensen op grond van sensationele berichten conclusies over hem zouden trekken (Mattheüs 12:15-19).

18-20. (a) Wat motiveerde Jezus om zijn macht alleen ten goede te gebruiken? (b) Wat vind je van de manier waarop Jezus een dove man genas?

¹⁸ Jezus leek totaal niet op regeerders die hun macht gebruiken zonder te denken aan de behoeften en het leed van anderen. Jezus gaf om mensen. Als hij mensen zag die het moeilijk hadden, raakte dat hem zo diep dat hij ertoe werd bewogen hun lijden te verlichten (Mattheüs 14:14). Hij vond hun gevoelens en behoeften belangrijk, en daarom gebruikte hij zijn macht om ze te helpen. Een ontroerend voorbeeld daarvan staat in Markus 7:31-37.

¹⁹ Bij die gelegenheid kwam er een grote menigte naar Jezus toe. Ze brachten veel mensen bij hem die ziek waren, en hij genas ze allemaal (Mattheüs 15:29, 30). Maar er was één man voor wie Jezus speciaal aandacht had. De man was doof en kon nauwelijks praten. Misschien had Jezus gemerkt dat deze man zich heel nerveus of opgelaten voelde. Vol medegevoel nam Jezus de man mee naar een rustige plek — weg van de menigte. Toen gebruikte Jezus een paar gebaren om de man duidelijk te maken wat hij ging doen. ‘Hij stak zijn vingers in de oren van de man, spuugde en raakte de tong van de man aan’ (Markus 7:33).c Vervolgens keek Jezus omhoog naar de hemel en zuchtte diep. Op die manier maakte hij de man duidelijk: ‘Wat ik voor je ga doen, is te danken aan kracht van God.’ Ten slotte zei Jezus: ‘Ga open’ (Markus 7:34). Vervolgens werd het gehoor van de man hersteld en kon hij normaal praten.

²⁰ Jezus hield dus vol medegevoel rekening met de gevoelens van mensen als hij ze genas met de macht die hij van God had gekregen. Wat een ontroerende gedachte! Het is heel geruststellend te weten dat Jehovah het Messiaanse Koninkrijk in handen heeft gegeven van zo’n meelevende, zorgzame Regeerder!

21, 22. (a) Welke wonderen zal Jezus in de toekomst doen? (b) Wat kunnen we onder Jezus’ bestuur verwachten?

²¹ De wonderen die Jezus op aarde deed, waren nog maar een voorproefje van de veel grotere zegeningen die we onder zijn bestuur als Koning zullen ervaren. In Gods nieuwe wereld zal Jezus opnieuw wonderen doen — maar dan over de hele wereld! Naar welke geweldige dingen kun je uitkijken?

²² Jezus zal de ecologie van de aarde weer volmaakt in evenwicht brengen. Hij heeft al bewezen dat hij de natuurkrachten beheerst door een storm tot bedaren te brengen. Onder zijn bestuur zullen we dus niet bang hoeven te zijn voor schade door tyfoons, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen of andere natuurrampen. Omdat Jezus de Meesterwerker is, die door Jehovah werd gebruikt om de aarde en al het leven erop te scheppen, weet hij precies hoe de aarde in elkaar zit. Hij weet hoe de hulpbronnen van de aarde gebruikt moeten worden. Onder zijn bestuur zal de hele aarde in een paradijs worden veranderd (Lukas 23:43).

23. Hoe zal Jezus als Koning in de behoeften van de mensheid voorzien?

²³ Hoe zit het met de behoeften van de mensheid? Dat Jezus duizenden mensen volop te eten kon geven met maar weinig middelen, verzekert ons ervan dat onder zijn bestuur niemand honger zal hebben. Er zal een overvloed aan voedsel zijn dat eerlijk verdeeld zal worden (Psalm 72:16). Omdat hij de macht had om ziekten en kwalen te genezen, weten we dat zieke, blinde, dove, verminkte en kreupele mensen genezen zullen worden — volledig en blijvend (Jesaja 33:24; 35:5, 6). Zijn vermogen om de doden op te wekken bewijst dat hij als machtige hemelse Koning de talloze miljoenen doden kan opwekken die in de herinnering van zijn Vader zijn (Johannes 5:28, 29).

24. Wat moet je in gedachte houden als je over Jezus’ macht mediteert, en waarom?

²⁴ Als je nadenkt over Jezus’ macht, houd dan in gedachte dat de Zoon zijn Vader volmaakt navolgt (Johannes 14:9). De manier waarop Jezus zijn macht gebruikt, geeft ons dus een duidelijk beeld van de manier waarop Jehovah zijn macht gebruikt. Denk bijvoorbeeld eens aan de vriendelijke manier waarop Jezus een melaatse man genas. Uit medelijden raakte Jezus de man aan en zei: ‘Ik wil het!’ (Markus 1:40-42) Door middel van dit soort verslagen zegt Jehovah als het ware tegen ons: ‘Zo gebruik ik mijn macht!’ Motiveert dat je niet om onze almachtige God te loven en te danken omdat hij zijn macht op zo’n liefdevolle manier gebruikt?