Veelgestelde vragen
Is de Drie-eenheid een Bijbelse leer?
▪ De Drie-eenheidsleer is weleens als volgt omschreven: „Drie goddelijke Personen (de Vader, de Zoon en de Heilige Geest), van wie wordt gezegd dat elk eeuwig is, elk almachtig is, geen groter of kleiner is dan de ander, elk God is, en ze toch tezamen slechts één God zijn.” Is dat een Bijbelse leer?
Vaak wordt Mattheüs 28:19 geciteerd om deze leerstelling te ondersteunen. Jezus zegt daar: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest.” Het is waar dat de Vader, de Zoon en de heilige geest alle drie in deze tekst worden genoemd. Maar er wordt niet gezegd dat ze één zijn. Jezus gaf zijn Joodse volgelingen hier de opdracht om mensen te onderwijzen en in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige geest te dopen. Wat geloofden de Joden als volk?
Toen het volk Israël de Wet kreeg, die een deel van de Bijbel is, kregen ze het gebod: „Gij moogt nooit enige andere goden tegen mijn persoon in hebben” (Deuteronomium 5:7). Hoeveel personen waren hier aan het woord? Deuteronomium 6:4 zegt duidelijk: „Luister, o Israël: Jehovah, onze God, is één Jehovah” — niet drie in één. Israël was net bevrijd uit Egypte, waar triaden van goden aanbeden werden, zoals Osiris, Isis en Horus (links afgebeeld). Daarom kreeg Israël het gebod maar één God te aanbidden. Hoe belangrijk was het om dit te gehoorzamen? Rabbijn J.H. Hertz zegt: „Deze sublieme verklaring van absoluut monotheïsme was een oorlogsverklaring aan al het polytheïsme (...) Het sjema verwerpt de Drie-eenheid van de christelijke geloofsbelijdenis als een schending van de Eenheid van God.”a
Omdat Jezus van geboorte Joods was, gold dat gebod ook voor hem. Toen hij na zijn doop door de Duivel werd beproefd, zei hij: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten’” (Mattheüs 4:10; Deuteronomium 6:13). We kunnen hier minstens twee dingen uit leren. Ten eerste probeerde Satan Jezus ertoe te brengen iemand anders dan Jehovah te aanbidden, wat een absurd voorstel geweest zou zijn als Jezus een deel was van die God. Ten tweede maakte Jezus duidelijk dat er maar één God is die aanbeden moet worden, want hij zei „hem alleen”, en niet „ons”, wat hij gezegd zou hebben als hij een deel was van een drie-eenheid.
Wanneer mensen de waarheid over God te weten komen en hem willen dienen, worden ze gedoopt „in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest” (Mattheüs 28:19). Ze begrijpen en accepteren de autoriteit van Jehovah en de rol die Jezus Christus heeft bij de realisatie van Jehovah’s wil (Psalm 83:18; Mattheüs 28:18). Ze begrijpen ook de rol en werking van Gods heilige geest, zijn kracht in actie (Genesis 1:2; Galaten 5:22, 23; 2 Petrus 1:21).
De Drie-eenheid heeft mensen eeuwenlang in verwarring gebracht. Maar Jezus heeft zijn volgelingen altijd alles heel duidelijk uitgelegd en ze naar „de enige ware God”, Jehovah, geleid (Johannes 17:3).
[Voetnoot]
a De belijdenis van de eenheid van God wordt onder woorden gebracht in het sjema, een gebed gebaseerd op Deuteronomium 6:4, en is een centraal onderdeel van de aanbidding in de synagoge.
[Illustratieverantwoording op blz. 23]
Musée du Louvre, Paris