De week die de wereld veranderde
„Gezegend is hij die komt in Jehovah’s naam!” — MATTHEÜS 21:9.
1. Welke twee heel verschillende groepen werden beïnvloed door gebeurtenissen in augustus vorig jaar?
„DRIE AANGRIJPENDE DAGEN DIE DE WERELD SCHOKTEN”. In augustus 1991 beklemtoonden krantekoppen als deze dat de hele wereldsituatie in luttele dagen compleet overhoopgegooid kan worden. Trouwens, de laatste dagen van augustus waren niet alleen voor de wereld zeer veelbewogen maar ook voor een groep waarvan Jezus had gezegd: ’Zij zijn geen deel van de wereld.’ Deze groep staat thans bekend als Jehovah’s Getuigen. — Johannes 17:14.
2, 3. (a) Hoe werd in Zagreb ondanks oorlogsdreiging vrijheid benadrukt? (b) Hoe werd een sterk geloof beloond in Odessa?
2 Het eerste internationale congres van Jehovah’s Getuigen dat ooit voor Joegoslavië gepland was, zou van 16 tot 18 augustus moeten plaatsvinden. Het bleek ook het eerste grote congres van Jehovah’s volk te zullen worden in een land dat zich op de rand van een burgeroorlog bevond. Plaatselijke Getuigen, te zamen met vrijwilligers uit buurlanden, hadden er twee maanden hard aan gewerkt om het HAŠK Građanski-voetbalstadion in Zagreb compleet te renoveren. Het zag er kraakhelder uit, een ideale plek voor het „’Goddelijke vrijheid’-lievende mensen”-congres. Duizenden afgevaardigden uit het buitenland waren van plan aanwezig te zijn, onder wie 600 uit de Verenigde Staten. Terwijl de dreiging van een burgeroorlog sterker werd, ging het gerucht: „De Amerikanen zullen nooit komen.” Maar zij kwamen, samen met afgevaardigden uit vele andere landen. Er was een aanwezigenaantal van 10.000 verwacht, maar op de slotdag waren er 14.684 in het stadion! Allen werden rijk gezegend omdat zij ’het onderling vergaderen niet hadden nagelaten’. — Hebreeën 10:25.
3 Gedurende de drie dagen die op het congres in Zagreb volgden, was de Sovjet-Unie het toneel van een — mislukkende — coup. Op dat moment waren voorstanders van goddelijke vrijheid bezig met de laatste voorbereidingen voor hun congres in Odessa in de Oekraïne. Zou het congres kunnen doorgaan? Met een sterk geloof legden de broeders de laatste hand aan een complete renovatie van het stadion, en de afgevaardigden bleven komen. Als door een wonder mislukte de staatsgreep. Op 24 en 25 augustus werd een schitterend congres gehouden met 12.115 aanwezigen en 1943 — 16 procent van het hoogste aanwezigenaantal — die gedoopt werden! Deze nieuwe Getuigen, samen met reeds jaren en jaren getrouw dienende rechtschapenheidbewaarders, verheugden zich erover dat zij in volledig vertrouwen op Jehovah naar dat congres waren gekomen. — Spreuken 3:5, 6.
4. Welk door Jezus verschafte patroon hebben de Getuigen in Oost-Europa gevolgd?
4 Deze getrouwe Getuigen volgden het patroon dat was verschaft door ons Voorbeeld, Jezus Christus. Nooit liet hij na de feesten bij te wonen die Jehovah geboden had te houden, zelfs niet toen de joden hem zochten te doden. Toen hij voor zijn laatste Pascha naar Jeruzalem kwam, stonden dezen in de tempel en vroegen: „Wat is uw mening? Dat hij helemaal niet naar het feest zal komen?” (Johannes 11:56) Maar hij kwam! Dat bracht alles in gereedheid voor een week die culmineerde in een ommekeer van de loop van de menselijke geschiedenis. Zullen wij enkele van de hoogtepunten van die week — 8 tot 14 Nisan volgens de joodse kalender — nog eens beschouwen?
8 Nisan
5. Waarvan was Jezus zich bewust toen hij op 8 Nisan 33 G.T. naar Bethanië reisde?
5 Op deze dag arriveren Jezus en zijn discipelen in Bethanië. Hier zal Jezus zes nachten doorbrengen in het huis van zijn geliefde vriend Lazarus, die hij onlangs uit de dood heeft opgewekt. Bethanië ligt dicht bij Jeruzalem. Toen zij onder elkaar waren, had Jezus zijn discipelen al verteld: „Ziet! Wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en schriftgeleerden worden overgeleverd, en zij zullen hem ter dood veroordelen en aan mensen uit de natiën overleveren ten einde de spot met hem te drijven en hem te geselen en aan een paal te hangen, en op de derde dag zal hij worden opgewekt” (Mattheüs 20:18, 19). Jezus is zich er volledig van bewust dat hij nu folterende beproevingen te doorstaan krijgt. Maar terwijl die tijd van uiterste beproeving naderbij komt, laat hij niets ongedaan om liefdevol zijn broeders te dienen. Mogen wij ons altijd laten leiden door „die geestesgesteldheid . . . welke ook in Christus Jezus was”. — Filippenzen 2:1-5; 1 Johannes 3:16.
9 Nisan
6. Wat deed Maria op de avond van 9 Nisan, en wat zei Jezus tegen Judas?
6 Na zonsondergang, als 9 Nisan begint, gebruikt Jezus een maaltijd in het huis van de vroegere melaatse, Simon. Hier giet Lazarus’ zuster Maria kostbare geparfumeerde olie op Jezus’ hoofd en voeten en droogt nederig zijn voeten met haar haar. Wanneer Judas protesteert, zegt Jezus: „Laat haar begaan, opdat zij dit gebruik in acht kan nemen met het oog op de dag van mijn begrafenis.” Als de overpriesters horen dat vele joden naar Bethanië gaan en geloof stellen in Jezus, beraadslagen zij om hem en Lazarus te doden. — Johannes 12:1-7.
7. Hoe werd op de morgen van 9 Nisan Jehovah’s naam geëerd, en wat voorzei Jezus?
7 Vroeg in de morgen gaat Jezus op weg naar Jeruzalem. Menigten komen hem tegemoet, wuivend met palmtakken en roepend: „Red toch! Gezegend is hij die komt in Jehovah’s naam, ja, de koning van Israël!” Jezus vervult dan de profetie uit Zacharia 9:9 door op een ezel naar de stad toe te rijden. Als hij Jeruzalem nadert, weent hij over de stad en voorzegt dat de Romeinen haar met puntige palen zullen omringen en volledig zullen vernietigen — een profetie die 37 jaar later treffend in vervulling zal gaan. (Dit voorspelt ook weinig goeds voor de christenheid, die in haar afvalligheid het patroon van het oude Jeruzalem volgt.) De joodse regeerders willen Jezus niet als hun koning. Woedend roepen zij uit: „Ziet! De wereld is hem achternagelopen.” — Johannes 12:13, 19.
10 Nisan
8. Hoe toonde Jezus op 10 Nisan diep ontzag voor Jehovah’s huis van gebed, en wat volgde daarna?
8 Opnieuw brengt Jezus een bezoek aan de tempel. Voor een tweede keer werpt hij hebzuchtige handelaars en geldwisselaars eruit. Er behoort geen handelsgeest — „de liefde voor geld” — te heersen in Jehovah’s huis van gebed! (1 Timotheüs 6:9, 10) Jezus zal spoedig sterven. Hij spreekt over het planten van een zaadje om dit te illustreren. Het oorspronkelijke zaadje sterft, maar ontkiemt en brengt een aar voort die een overvloed van tarwekorrels bevat. Op soortgelijke wijze zal Jezus’ dood resulteren in eeuwig leven voor de menigten die geloof in hem oefenen. Verontrust door de gedachte aan zijn naderende dood, bidt Jezus of zijn Vaders naam daardoor verheerlijkt mag worden. In antwoord daarop klinkt als een donder Gods stem uit de hemel zodat alle aanwezigen het kunnen horen: „Ik heb hem verheerlijkt en zal hem wederom verheerlijken.” — Johannes 12:27, 28.
11 Nisan — een dag vol activiteit
9. (a) Hoe gebruikte Jezus vroeg op de dag van 11 Nisan illustraties toen hij de afvallige joden veroordeelde? (b) Wie hebben in overeenstemming met Jezus’ gelijkenis een grootse gelegenheid gemist?
9 Jezus en zijn discipelen verlaten opnieuw Bethanië voor een dag vol activiteit. Jezus gebruikt drie illustraties om te laten zien waarom het afvallige jodendom veroordeeld is. Onderweg vervloekt hij een onproduktieve vijgeboom en beeldt aldus zijn veroordeling van de ontrouwe, geen vruchten voortbrengende joodse natie af. De tempel binnengaand beschrijft hij hoe laakbare bebouwers van de wijngaard van een meester uiteindelijk zelfs de zoon en erfgenaam van de meester doden — een afbeelding van het verraad van de joden aan het hun door Jehovah toevertrouwde pand, waarvan de climax zal zijn dat zij Jezus zullen doden. Hij beschrijft een bruiloftsfeest georganiseerd door een koning — Jehovah — wiens genodigden (de joden) zich op zelfzuchtige wijze excuseren en wegblijven. Vandaar dat de uitnodiging naar buitenstaanders gaat — de heidenen — van wie enkelen er wel op ingaan. Maar een man die zonder bruiloftskleed wordt aangetroffen, wordt buitengeworpen. Hij stelt de namaakchristenen van de christenheid voor. Vele joden uit Jezus’ tijd werden uitgenodigd en „maar weinigen uitverkoren” om deel uit te maken van de 144.000 verzegelden die het hemelse koninkrijk beërven. — Mattheüs 22:14; Openbaring 7:4.
10-12. (a) Waarom hekelde Jezus de joodse geestelijken, en met welke scherpe veroordelingen overstelpte hij die huichelaars? (b) Hoe werd ten slotte het oordeel aan het afvallige jodendom voltrokken?
10 De huichelachtige joodse geestelijken zoeken een aanleiding om Jezus te arresteren, maar hij pareert een aantal van hun strikvragen en brengt hen ten aanhoren van het volk in verwarring. O, die afvallige religieuze joden! Hoe onverbloemd hekelt Jezus hen! Zij hongeren naar prominentie, opvallende kledij en dure titels, zoals „Rabbi” en „Vader”, net als vele geestelijken in onze tijd. Jezus spreekt de regel uit: „Al wie zich verhoogt, zal vernederd worden, en al wie zich vernedert, zal verhoogd worden.” — Mattheüs 23:12.
11 Jezus stelt die religieuze leiders scherp aan de kaak. Zeven keer roept hij uit: „Wee u!”, en hij noemt hen blinde gidsen en huichelaars. En telkens geeft hij een duidelijke reden voor de veroordeling. Zij verhinderen dat mensen het koninkrijk der hemelen binnengaan. Wanneer zij een bekeerling maken, wordt die in dubbele mate een voorwerp voor Gehenna, waarschijnlijk omdat hij toch al vanwege vroegere ernstige zonden of fanatisme in aanmerking komt voor vernietiging. „Dwazen en blinden!”, zegt Jezus, want de Farizeeën concentreren zich op het goud van de tempel in plaats van op de noodzaak daar de zuivere aanbidding te bewaren. Zij negeren gerechtigheid, barmhartigheid en getrouwheid aangezien zij wel een tiende betalen van de zeer geliefde munt, dille en komijn maar voorbijgaan aan de gewichtiger zaken van de Wet. Rituele wassingen zullen nooit hun innerlijke verontreiniging wegnemen — alleen een hart dat gereinigd is door geloof in Jezus’ naderende slachtoffer kan dat bewerken. Hun innerlijke huichelarij en wetteloosheid logenstraffen elk ’witgekalkt’ uiterlijk aanzien. — Mattheüs 23:13-29.
12 Ja, wee inderdaad de Farizeeën, waarlijk ’zonen van hen die de profeten hebben vermoord’. Slangen, adderengebroed zijn het, bestemd voor Gehenna, want zij zullen niet alleen Jezus vermoorden maar ook hen die hij uitzendt. Dit is een oordeel dat zal komen „over dit geslacht”. In vervulling van deze woorden werd Jeruzalem 37 jaar later totaal vernietigd. — Mattheüs 23:30-36.
13. In welke huidige situaties worden Jezus’ opmerkingen over bijdragen aan de tempel weerspiegeld?
13 Voordat Jezus de tempel verlaat, spreekt hij prijzend over een behoeftige weduwe die twee kleine muntjes in de schatkist gooit — „alles wat zij voor haar levensonderhoud bezat”. Heel wat anders inderdaad dan de hebzuchtige rijken, die er slechts een symbolisch bedragje ingooien! Zoals die behoeftige weduwe offeren Jehovah’s Getuigen in deze tijd bereidwillig van hun tijd, hun energie en financiële middelen om het wereldwijde Koninkrijkswerk te ondersteunen en uit te breiden. Een heel verschil met die immorele televisiedominees die hun kudden scheren en met de verkregen rijkdommen hun persoonlijke imperiums bouwen! — Lukas 20:45–21:4.
Als 11 Nisan ten einde loopt
14. Aan welke bedroefdheid gaf Jezus uiting, en hoe beantwoordde hij de verdere vragen van zijn discipelen?
14 Jezus weent over Jeruzalem en haar volk en verklaart: „Van nu af zult gij mij geenszins meer zien, totdat gij zegt: ’Gezegend is hij die komt in Jehovah’s naam!’” (Mattheüs 23:37-39) Later, wanneer zij op de Olijfberg gezeten zijn, stellen Jezus’ naaste discipelen hier vragen over, en in antwoord hierop beschrijft Jezus het teken dat zijn tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht en het besluit van Satans goddeloze samenstel van dingen zal kenmerken. — Mattheüs 24:1–25:46; Markus 13:1-37; Lukas 21:5-36.
15. Welk teken gaf Jezus betreffende zijn tegenwoordigheid voor het oordeel, en sinds wanneer gaat het in vervulling?
15 Doelend op Jehovah’s oordeel dat spoedig aan de tempel voltrokken zal worden, geeft Jezus te kennen dat dit een voorafbeelding vormt van toekomstige rampzalige gebeurtenissen in het besluit van het hele samenstel van dingen. Die tijd van zijn tegenwoordigheid zal gekenmerkt worden door het uitbreken van oorlogen op een nog ongekende schaal, alsook door hongersnoden, aardbevingen en pestilenties, te zamen met liefdeloosheid en wetteloosheid. Hoe waar is dit geweest voor onze twintigste-eeuwse wereld sinds 1914!
16, 17. Welke ontwikkelingen in de wereld beschreef Jezus, en hoe dienen christenen op de profetie te reageren?
16 Alles zal naar een climax gaan in een ’grote verdrukking zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen’. Aangezien dit net zo verwoestend zal zijn als de vloed van Noachs dagen, waarschuwt Jezus ervoor zich door wereldse belangen in beslag te laten nemen. „Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt.” Wat kunnen wij blij zijn dat de Meester een gezalfde „getrouwe en beleidvolle slaaf” heeft aangesteld om de waarschuwing te laten klinken en overvloedig geestelijk voedsel voor deze dag van zijn tegenwoordigheid te verschaffen! — Mattheüs 24:21, 42, 45-47.
17 In onze twintigste eeuw zijn wij getuige geweest van „radeloze angst der natiën, die . . . geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. Maar Jezus vertelt ons: „Als . . . deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabij komt.” En hij waarschuwt ons: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik.” Slechts door wakker te blijven, kunnen wij bij zijn tegenwoordigheid goedgekeurd voor Jezus, „de Zoon des mensen”, staan. — Lukas 21:25-28, 34-36.
18. Welke aanmoediging kunnen wij ontlenen aan Jezus’ illustraties van de tien maagden en van de talenten?
18 Tot besluit van zijn meesterlijke profetische schildering van hedendaagse gebeurtenissen geeft Jezus drie illustraties. Eerst, in de gelijkenis van de tien maagden, legt hij opnieuw de nadruk op de noodzaak ’voortdurend te waken’. Dan, in de illustratie van de slaven en de talenten, laat hij zien hoe ijverige inzet wordt beloond met een uitnodiging ’de vreugde van de Meester binnen te gaan’. Gezalfde christenen, die in deze gelijkenissen worden voorschaduwd, alsook de andere schapen kunnen veel aanmoediging putten uit deze woordschilderingen. — Mattheüs 25:1-30.
19, 20. Welke in deze tijd bestaande hartverwarmende relatie wordt belicht in Jezus’ illustratie van de schapen en de bokken?
19 De derde illustratie heeft betrekking op Jezus’ tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht wanneer hij gekomen is om op zijn glorierijke hemelse troon plaats te nemen. Het is een tijd om de natiën te oordelen en om de mensen op aarde te scheiden in twee groepen, een die bestaat uit zachtmoedige, met schapen te vergelijken personen, en de andere bestaande uit koppige, met bokken te vergelijken personen. De schapen doen werkelijk hun best om zich ondersteuners te betonen van de broeders van de Koning — de overgebleven gezalfden op aarde in deze eindtijd van de wereld. Deze schapen worden beloond met leven, terwijl de bokken, die geen waardering bezitten, heengaan in de eeuwige vernietiging. — Mattheüs 25:31-46.
20 Wat een prachtige relatie zien wij in dit besluit van het samenstel van dingen tussen de andere schapen en de broeders van de Koning! Hoewel het gezalfde overblijfsel bij het begin van de tegenwoordigheid van de Koning de hele last van het werk heeft gedragen, vormen de miljoenen ijverige andere schapen nu 99,8 procent van Gods dienstknechten op aarde (Johannes 10:16). En ook zij hebben zich bereid getoond ’honger, dorst, naaktheid, ziekte en gevangenis’ te verduren als metgezellen van de rechtschapenheid bewarende gezalfden.a
12 Nisan
21. Wat won op 12 Nisan aan kracht, en hoe?
21 Het complot om Jezus te doden, wint aan kracht. Judas zoekt de overpriesters in de tempel op en stemt ermee in Jezus voor dertig zilverstukken te verraden. Zelfs dit was geprofeteerd. — Zacharia 11:12.
13 Nisan
22. Welke voorbereidingen werden op 13 Nisan getroffen?
22 Jezus, die zelf in Bethanië blijft, waarschijnlijk om te bidden en te mediteren, stuurt zijn discipelen Jeruzalem in om daar een zekere „Die-en-die” te vinden. In het huis van deze man, in een groot bovenvertrek, maken zij toebereidselen voor het Pascha (Mattheüs 26:17-19). Als de zon ondergaat op 13 Nisan, voegt Jezus zich daar bij hen voor de gedenkwaardigste viering aller tijden. Wat staat er op 14 Nisan allemaal te gebeuren? Ons volgende artikel zal dit bespreken.
[Voetnoot]
a Het volgende artikel zal ons beslist helpen om nog sterker te beseffen hoe nauw de band is tussen de gezalfde kleine kudde en de andere schapen.
Welke samenvatting kunt u geven?
◻ Welke gastvrijheid en verwelkoming vielen Jezus van de kant van sommigen ten deel in de dagen van 8 tot 10 Nisan?
◻ Hoe stelde Jezus op 11 Nisan de huichelachtige geestelijken aan de kaak?
◻ Welke omvangrijke profetie gaf Jezus, en hoe gaat ze thans in vervulling?
◻ Hoe gingen op 12 en 13 Nisan de gebeurtenissen op een climax aan?
[Illustratie op blz. 12]
Jezus prijst de arme weduwe voor haar schenking van twee muntstukjes — alles wat zij had