Jezus’ leven en bediening
Vertrouwen gedurende de laatste dagen
ALS dinsdag 11 Nisan ten einde loopt, is Jezus met zijn apostelen op de Olijfberg. Zij hebben kort tevoren het tempelgebied, dat zij beneden zich zien liggen, verlaten en Jezus bespreekt met hen het teken van zijn tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht en het einde van het samenstel van dingen.
Terwijl Jezus verder spreekt, geeft hij hun de waarschuwing niet achter valse christussen aan te lopen. Er zullen pogingen worden gedaan, zo zegt hij, „ten einde, indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen te misleiden”. Maar net als arenden, met hun scherpe gezichtsvermogen, zullen deze uitverkorenen zich vergaderen waar het werkelijke geestelijke voedsel gevonden kan worden, namelijk, bij de ware Christus tijdens zijn onzichtbare tegenwoordigheid. Zij zullen niet misleid worden en tot een valse christus vergaderd worden.
Valse christussen kunnen zich alleen maar zichtbaar vertonen. In tegenstelling hiermee zal Jezus’ tegenwoordigheid onzichtbaar zijn. Deze tegenwoordigheid zal zich tijdens een angstwekkende tijd in de menselijke geschiedenis voordoen, zoals Jezus zegt: „De zon [zal] worden verduisterd, en de maan zal haar licht niet geven.” Ja, het zal de donkerste periode in ’s mensen bestaan zijn. Het zal zijn alsof de zon overdag verduisterd was en de maan ’s nachts geen licht gaf.
„De krachten der hemelen zullen worden geschokt”, vervolgt Jezus. Hij geeft aldus te kennen dat de letterlijke hemelen er onheilspellend zullen gaan uitzien. De hemelen zullen niet louter het domein van vogels zijn, maar ze zullen gevuld zijn met gevechtsvliegtuigen, raketten en ruimtesondes. De vrees en gewelddaad zullen alles overtreffen wat mensen in de voorgaande menselijke geschiedenis hebben meegemaakt.
Als gevolg hiervan, zo zegt Jezus, zal er „radeloze angst der natiën [zijn], die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. Ja, deze donkerste periode van ’s mensen bestaan zal culmineren in de tijd waarin, zoals Jezus zegt, „het teken van de Zoon des mensen in de hemel [zal] verschijnen, en dan zullen alle stammen der aarde zich in weeklacht slaan”.
Maar niet allen zullen weeklagen wanneer ’de Zoon des mensen met kracht komt’ om dit goddeloze samenstel van dingen te vernietigen. De „uitverkorenen”, de 144.000 die met Christus in zijn hemelse koninkrijk zullen delen, zullen niet weeklagen, en evenmin hun metgezellen, degenen die Jezus eerder zijn „andere schapen” heeft genoemd. Ondanks het feit dat zij in de donkerste periode van de menselijke geschiedenis leven, reageren zij gunstig op Jezus’ aanmoedigende woorden: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabij komt.”
Opdat zijn discipelen die in de laatste dagen zouden leven, de nabijheid van het einde zouden kunnen vaststellen, geeft Jezus de volgende illustratie: „Let op de vijgeboom en alle andere bomen: Wanneer ze reeds in knop staan, weet gij voor uzelf, door het gade te slaan, dat nu de zomer nabij is. Zo ook gij, wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan voordat alle dingen geschieden.”
Wanneer zijn discipelen dus de vele verschillende kenmerken van het teken in vervulling zien gaan, moeten zij beseffen dat het einde van het samenstel van dingen nabij is en Gods koninkrijk binnenkort alle goddeloosheid zal uitwissen. Ja, het einde zal tijdens het leven komen van degenen die de vervulling van alle door Jezus voorzegde dingen meemaken! Ter vermaning van de discipelen die tijdens de gedenkwaardige laatste dagen zouden leven, zegt Jezus:
„Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. Want hij zal komen over allen die op de gehele aardoppervlakte wonen. Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” Matthéüs 24:23-51; Markus 13:21-37; Lukas 21:25-36; Openbaring 14:1, 3; Johannes 10:16.
◆ Door welke wereldtoestanden wordt Christus’ tegenwoordigheid gekenmerkt?
◆ Wanneer zullen „alle stammen der aarde zich in weeklacht slaan”, maar wat zullen Christus’ volgelingen doen?
◆ Welke illustratie geeft Jezus om zijn toekomstige discipelen te helpen onderscheiden wanneer het einde nabij is?
◆ Welke vermaning geeft Jezus voor degenen van zijn discipelen die in de laatste dagen zouden leven?