-
De rijke man en Lazarus ondergaan een veranderingDe Wachttoren 1989 | 1 april
-
-
„Na verloop van tijd nu”, zo zegt Jezus, „stierf de bedelaar en hij werd door de engelen naar de boezempositie van Abraham gedragen. De rijke stierf eveneens en werd begraven. En in Hades sloeg hij zijn ogen op, terwijl hij in pijnigingen was, en hij zag Abraham in de verte en Lazarus in de boezempositie bij hem.”
Aangezien de rijke man en Lazarus geen letterlijke personen zijn maar symbolische klassen van mensen afbeelden, is logischerwijs ook hun dood symbolisch. Wat wordt door hun dood gesymboliseerd of afgebeeld?
Jezus heeft zojuist de aandacht gevestigd op een verandering in omstandigheden door te zeggen dat ’de Wet en de Profeten tot Johannes de Doper waren, maar dat van die tijd af het koninkrijk Gods wordt bekendgemaakt’. Vandaar dat zowel de rijke man als Lazarus door de prediking van Johannes en Jezus Christus ten aanzien van hun vroegere omstandigheden of toestand sterven.
De leden van de nederige, berouwvolle Lazarusklasse sterven met betrekking tot hun voormalige geestelijk achtergestelde toestand en komen in een positie van goddelijke gunst. Terwijl zij vroeger naar de religieuze leiders opzagen voor het weinige dat er van de geestelijke tafel viel, voorzien nu de door Jezus verstrekte schriftuurlijke waarheden in hun behoeften. Zij worden aldus in de boezempositie ofte wel de begunstigde positie bij de Grotere Abraham, Jehovah God, gebracht.
Aan de andere kant halen degenen die de rijke-manklasse vormen zich de goddelijke afkeuring op de hals omdat zij hardnekkig weigeren de door Jezus onderwezen Koninkrijksboodschap te aanvaarden. Zij sterven bijgevolg ten aanzien van hun vroegere positie van schijnbare gunst. Er wordt zelfs van hen gezegd dat zij in figuurlijk opzicht gepijnigd worden. Luister maar naar wat de rijke man zegt:
-
-
De rijke man en Lazarus ondergaan een veranderingDe Wachttoren 1989 | 1 april
-
-
Wat is het billijk en passend dat er met betrekking tot de Lazarusklasse en de rijke-manklasse zo’n dramatische ommekeer plaatsvindt! De verandering in omstandigheden komt enkele maanden later tot stand, en wel met Pinksteren in het jaar 33 G.T., als het oude Wetsverbond door het nieuwe verbond wordt vervangen. Het wordt dan onmiskenbaar duidelijk dat de discipelen, en niet de Farizeeën en andere religieuze leiders, door God begunstigd zijn. De „grote kloof”, die scheiding heeft gebracht tussen de symbolische rijke man en Jezus’ discipelen, beeldt daarom Gods onveranderlijke, rechtvaardige oordeel af.
-