Zij werden beloond omdat zij onberispelijk wandelden
JEHOVAH zegent en beloont zijn getrouwe dienstknechten. Misschien moeten zij enige tijd op de vervulling van Gods voornemens wachten, maar wat een vreugde is het wanneer zij zijn zegen ervaren!
Dit werd zo’n tweeduizend jaar geleden goed geïllustreerd in het geval van de joodse priester Zacharias en zijn vrouw, Elisabeth, beiden uit Aärons geslacht. God had beloofd dat hij de Israëlieten met nakomelingen zou zegenen als zij hem getrouw zouden dienen. Hij zei dat kinderen een beloning zijn (Leviticus 26:9; Psalm 127:3). Zacharias en Elisabeth hadden echter geen kinderen en waren al op gevorderde leeftijd. — Lukas 1:1-7.
De Schrift zegt dat Zacharias en Elisabeth ’beiden rechtvaardig waren in Gods ogen, omdat zij onberispelijk wandelden in overeenstemming met alle geboden en wettelijke vereisten van Jehovah’ (Lukas 1:6). Zij hadden God zo lief dat het geen last voor hen vormde een rechtvaardige loopbaan te volgen en zijn geboden te houden. — 1 Johannes 5:3.
Onverwachte zegeningen
Laten wij terugkeren naar het late voorjaar of de vroege zomer van het jaar 3 v.G.T. Herodes de Grote regeert als koning in Judea. Op zekere dag komt de priester Zacharias het Heilige van de tempel in Jeruzalem binnen. Terwijl het hele volk buiten het heiligdom staat te bidden, brandt hij reukwerk op het gouden altaar. Omdat dit waarschijnlijk als het eervolste van de dagelijkse diensten werd beschouwd, werd het gedaan nadat het offer was gebracht. Een priester genoot dit voorrecht misschien slechts eenmaal in zijn leven.
Zacharias kan zijn ogen niet geloven. Daar staat Jehovah’s engel aan de rechterkant van het reukaltaar! De bejaarde priester wordt verontrust en bevreesd. Maar de engel zegt: „Vrees niet, Zacharias, want uw smeking is verhoord, en uw vrouw Elisabeth zal u een zoon schenken, en gij moet hem de naam Johannes geven.” Ja, Jehovah heeft de oprechte gebeden van Elisabeth en Zacharias verhoord. — Lukas 1:8-13.
Vervolgens zegt de engel: „Gij zult vreugde en grote blijdschap hebben, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen, want hij zal groot zijn voor het aangezicht van Jehovah. Maar hij mag volstrekt geen wijn en sterke drank drinken, en hij zal van de schoot van zijn moeder af met heilige geest vervuld zijn.” Johannes zal zijn leven lang een nazireeër zijn, die met Gods heilige geest vervuld is. De engel vervolgt: „Hij zal velen der zonen van Israël tot Jehovah, hun God, terugbrengen. Bovendien zal hij voor hem uit gaan met de geest en de kracht van Elia, ten einde de harten van vaders tot kinderen terug te brengen en de ongehoorzamen tot de praktische wijsheid van rechtvaardigen, om voor Jehovah een toebereid volk gereed te maken.” — Lukas 1:14-17.
Zacharias vraagt: „Hoe kan ik hier zeker van zijn? Want ik ben bejaard en mijn vrouw is reeds op gevorderde leeftijd.” De engel antwoordt: „Ik ben Gabriël, die dicht voor Gods aangezicht staat, en ik werd uitgezonden om met u te spreken en u het goede nieuws omtrent deze dingen bekend te maken. Maar zie! gij zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag waarop deze dingen geschieden, omdat gij mijn woorden, die op hun bestemde tijd in vervulling zullen gaan, niet hebt geloofd.” Als Zacharias uit het heiligdom te voorschijn komt, kan hij niet spreken, en de mensen bemerken dat hij een bovennatuurlijk gezicht heeft gehad. Hij kan alleen maar gebaren maken om zijn gedachten te uiten. Zodra zijn openbare dienst vervuld is, keert hij naar huis terug. — Lukas 1:18-23.
Reden tot vreugde
Zoals was beloofd, heeft Elisabeth al gauw reden tot vreugde. Zij wordt zwanger, waardoor de smaad wegens onvruchtbaarheid wordt afgewenteld. Haar bloedverwante Maria verheugt zich ook, want dezelfde engel, Gabriël, zegt tegen haar: „Zie! gij zult in uw schoot ontvangen en een zoon baren, en gij moet hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd; en Jehovah God zal hem de troon van zijn vader David geven.” Maria is bereid de rol van „Jehovah’s slavin” te vervullen. — Lukas 1:24-38.
Maria spoedt zich naar het huis van Zacharias en Elisabeth in een stad in het Judese bergland. Op het geluid van Maria’s begroeting springt de baby in Elisabeths schoot op. Onder invloed van Gods heilige geest roept Elisabeth luid uit: „Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot! Hoe komt het dan dat mij dit voorrecht te beurt valt dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Want zie! toen het geluid van uw groet mij in de oren klonk, sprong de baby van grote blijdschap op in mijn schoot. Gelukkig is ook zij die heeft geloofd, want de dingen die vanwege Jehovah tot haar zijn gesproken, zullen volledig worden volbracht.” Maria reageert hier heel vreugdevol op. Zij blijft ongeveer drie maanden bij Elisabeth. — Lukas 1:39-56.
Johannes wordt geboren
Te zijner tijd krijgen de bejaarde Elisabeth en Zacharias een zoon. Op de achtste dag wordt de baby besneden. Familieleden willen de jongen Zacharias noemen, maar Elisabeth zegt: „Volstrekt niet, maar hij moet Johannes worden genoemd.” Is haar man, die nog steeds niet kan spreken, het hiermee eens? Op een schrijftafeltje schrijft hij: „Johannes is zijn naam.” Ogenblikkelijk wordt Zacharias’ tong losgemaakt en begint hij te spreken en Jehovah te zegenen. — Lukas 1:57-66.
Met heilige geest vervuld, profeteert de vreugdevolle priester. Hij spreekt alsof de beloofde Bevrijder — ’de hoorn van redding in het huis van David’ — al gekomen is, in harmonie met het Abrahamitische verbond omtrent een Zaad van zegening voor alle natiën (Genesis 22:15-18). Als voorloper van de Messias zal Zacharias’ op wonderbare wijze geboren zoon ’voor Jehovah uit gaan om zijn volk kennis te geven van redding’. Met het verstrijken van de jaren bleef Johannes opgroeien en werd hij sterk in de geest. — Lukas 1:67-80.
Rijkelijk beloond
Zacharias en Elisabeth waren voortreffelijke voorbeelden van geloof en geduld. Zij bleven Jehovah getrouw dienen, ook al moesten zij op God wachten, en hun grootste zegeningen kwamen pas toen zij al op gevorderde leeftijd waren.
Maar in wat een zegeningen hebben Elisabeth en Zacharias zich verheugd! Onder invloed van Gods geest hebben zij beiden geprofeteerd. Zij genoten het voorrecht de ouders en onderwijzers te worden van de voorloper van de Messias, namelijk Johannes de Doper. Bovendien bezag God hen als rechtvaardig. Evenzo kunnen degenen die in deze tijd een godvruchtige loopbaan nastreven, een rechtvaardige positie voor het aangezicht van God innemen en zullen zij vele gezegende beloningen ontvangen omdat zij onberispelijk in de geboden van Jehovah wandelen.