HOOFDSTUK 4
‘Kijk! De Leeuw uit de stam Juda’
1-3. Met wat voor gevaar wordt Jezus geconfronteerd, en hoe reageert hij?
JEZUS wordt achtervolgd door een grote groep mannen die niet veel goeds in de zin hebben. Ze hebben zwaarden en knuppels bij zich, en er zijn ook soldaten bij. Ze lopen door de donkere straten van Jeruzalem en steken het Kidrondal over naar de Olijfberg. Hoewel het volle maan is, dragen ze fakkels en lampen. Hebben ze die misschien nodig omdat wolken het licht van de maan tegenhouden? Of denken ze dat de man die ze zoeken zich verbergt in de schaduw? Eén ding is zeker: als iemand denkt dat Jezus bang is, dan kent hij hem duidelijk niet.
2 Jezus is zich bewust van het naderende gevaar. Toch blijft hij waar hij is, en hij wacht. De menigte komt dichterbij, aangevoerd door Judas, die ooit een goede vriend van hem was. Judas verraadt Jezus schaamteloos met een schijnheilige begroeting en een kus. Maar Jezus blijft kalm. Hij stapt naar voren en vraagt aan de menigte: ‘Wie zoeken jullie?’ Ze antwoorden: ‘Jezus de Nazarener.’
3 De meeste mensen zouden doodsangsten uitstaan als er zo’n woedende menigte voor hun neus stond. En misschien verwacht die menigte dat ook van Jezus. Maar Jezus is niet bang, slaat niet op de vlucht en probeert niet te verbergen wie hij is. Hij zegt gewoon: ‘Ik ben het.’ Hij is zo kalm en onverschrokken dat de mannen stomverbaasd zijn. Ze deinzen achteruit en vallen op de grond! (Johannes 18:1-6; Mattheüs 26:45-50; Markus 14:41-46)
4-6. (a) Waarmee wordt Jezus vergeleken, en waarom? (b) Op welke drie manieren toonde Jezus moed?
4 Hoe kon Jezus zo kalm en beheerst blijven in zo’n levensgevaarlijke situatie? Kort gezegd, vanwege zijn moed. Moed is een van de belangrijkste en meest bewonderde eigenschappen van een leider, en niemand heeft ooit zo veel moed getoond als Jezus. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat Jezus heel nederig en zachtmoedig was en daarom terecht ‘het Lam’ werd genoemd (Johannes 1:29). Maar vanwege Jezus’ moed wordt hij ook nog op een heel andere manier beschreven. De Bijbel zegt over hem: ‘Kijk! De Leeuw uit de stam Juda’ (Openbaring 5:5).
5 De leeuw wordt vaak met moed in verband gebracht. Heb je weleens oog in oog gestaan met een volwassen mannetjesleeuw? Dan was je waarschijnlijk veilig van het dier gescheiden, misschien door een hek in de dierentuin. Toch kan het een intimiderende ervaring zijn. Als je dat grote, sterke dier in de ogen kijkt en hij strak terugstaart, kun je je bijna niet voorstellen dat hij ooit voor iets op de vlucht zou slaan. De Bijbel spreekt over ‘de leeuw, de machtigste onder de dieren, die voor niemand terugdeinst’ (Spreuken 30:30). Zo moedig is ook Jezus.
6 We gaan drie manieren bespreken waarop Jezus leeuwenmoed toonde: door voor de waarheid op te komen, door gerechtigheid hoog te houden en door tegenstand te verduren. We zullen zien dat we allemaal, of we nu van nature moedig zijn of niet, Jezus kunnen navolgen in het tonen van moed.
Hij kwam moedig voor de waarheid op
7-9. (a) Wat gebeurde er toen Jezus 12 was, en waarom kan die situatie imponerend zijn geweest? (b) Hoe toonde Jezus moed tegenover de leraren in de tempel?
7 In een wereld die wordt geregeerd door Satan, ‘de vader van de leugen’, is er vaak moed nodig om voor de waarheid op te komen (Johannes 8:44; 14:30). Jezus wachtte daar niet mee tot hij volwassen was. Op 12-jarige leeftijd raakte hij na het paschafeest in Jeruzalem gescheiden van zijn ouders. Drie dagen lang zochten Jozef en Maria wanhopig naar hem. Uiteindelijk vonden ze hem in de tempel. Wat deed Jezus daar? ‘Hij zat tussen de leraren. Hij luisterde naar ze en stelde ze vragen’ (Lukas 2:41-50). Sta er eens bij stil hoe het geweest moet zijn om met zulke leraren te praten.
8 Historici zeggen dat sommige vooraanstaande religieuze leiders de gewoonte hadden om na afloop van de feesten langer in de tempel te blijven en in een van de ruime voorhallen onderwijs te geven. Mensen zaten dan aan hun voeten te luisteren en stelden vragen. Die leraren waren ontwikkelde mannen. Ze wisten veel van de wet van Mozes en ook van de eindeloos ingewikkelde wetten en overleveringen die mensen er door de jaren heen aan hadden toegevoegd. Hoe zou jij je gevoeld hebben als je daar zat? Geïmponeerd? Dat zou begrijpelijk zijn. Maar wat als je nog maar 12 was? Veel jongeren zijn verlegen (Jeremia 1:6). Sommige jongeren proberen op school wanhopig te vermijden dat ze de aandacht van de leraar trekken. Ze zijn bang om iets te moeten zeggen, bang om op te vallen en bang dat ze in verlegenheid gebracht of uitgelachen zullen worden.
9 En toch zat Jezus daar tussen die geleerde mannen, en hij stelde ze onbevreesd indringende vragen. Maar hij deed meer dan alleen vragen stellen. Het verslag zegt: ‘Iedereen die hem hoorde, bleef zich verbazen over zijn inzicht en zijn antwoorden’ (Lukas 2:47). In de Bijbel staat niet wat hij bij die gelegenheid zei, maar we kunnen er zeker van zijn dat hij niet de onwaarheden napraatte die onder die religieuze leraren zo populair waren (1 Petrus 2:22). Nee, hij verdedigde de waarheid van Gods Woord, en iedereen die hem hoorde zal zich er vast over verwonderd hebben dat een 12-jarige jongen met zo veel inzicht en moed kon spreken.
10. Hoe volgen christelijke jongeren in deze tijd Jezus’ moed na?
10 In deze tijd volgen veel christelijke jongeren Jezus’ voorbeeld. Natuurlijk zijn ze niet volmaakt, terwijl Jezus dat wel was. Maar net als hij wachten ze niet tot ze volwassen zijn om voor de waarheid op te komen. Op school en in de buurt waar ze wonen, stellen ze mensen tactvolle vragen, luisteren ze naar hen en vertellen ze hun respectvol over de waarheid (1 Petrus 3:15). Veel van die jongeren hebben klasgenoten, leerkrachten en buren geholpen volgelingen van Christus te worden. Jehovah is ongetwijfeld heel blij met hun moed! Zijn Woord vergelijkt zulke jongeren met dauwdruppels: verfrissend, aangenaam en talrijk (Psalm 110:3).
11, 12. Hoe toonde Jezus als volwassene moed bij het verdedigen van de waarheid?
11 Als volwassen man toonde Jezus herhaaldelijk moed bij het verdedigen van de waarheid. Zijn bediening begon zelfs met een confrontatie die velen beangstigend zouden vinden. Jezus kwam tegenover Satan te staan, de sterkste en gevaarlijkste vijand van Jehovah, terwijl Jezus nu geen machtige aartsengel was maar gewoon een mens van vlees en bloed. Jezus wees Satan af en weerlegde zijn verkeerde toepassing van de geïnspireerde Schrift. Hij beëindigde de confrontatie door moedig te zeggen: ‘Ga weg, Satan!’ (Mattheüs 4:2-11)
12 Daarmee zette Jezus de toon voor zijn bediening: onverschrokken zou hij het Woord van zijn Vader verdedigen tegen pogingen het te verdraaien of te misbruiken. Ook in die tijd kwam het vaak voor dat religieuze leiders leugens onderwezen. Jezus zei tegen de religieuze leiders van zijn tijd: ‘Jullie ontkrachten het woord van God door de tradities die jullie doorgeven’ (Markus 7:13). Die mannen hadden bij de meeste mensen veel aanzien, maar Jezus stelde hen onbevreesd aan de kaak als blinde gidsen en huichelaars (Mattheüs 23:13, 16).a Hoe kun je Jezus’ moedige voorbeeld volgen?
13. Wat moeten we bij het navolgen van Jezus in gedachte houden, maar welk voorrecht hebben we?
13 Natuurlijk beseffen we dat we niet net als Jezus harten kunnen lezen en dat we ook geen autoriteit hebben om te oordelen. Maar we kunnen net als hij moedig de waarheid verdedigen. Als we bijvoorbeeld de religieuze leugens over God, zijn voornemens en zijn Woord aan de kaak stellen, brengen we licht in een wereld die door Satans propaganda is verduisterd (Mattheüs 5:14; Openbaring 12:9, 10). We helpen mensen bevrijd te worden van slavernij aan valse leringen die hen bang maken en hun band met God beschadigen. Wat een voorrecht is het om de vervulling te zien van Jezus’ belofte: ‘De waarheid zal je vrijmaken’! (Johannes 8:32)
Hij hield moedig gerechtigheid hoog
14, 15. (a) Wat is één manier waarop Jezus ‘duidelijk maakte wat gerechtigheid is’? (b) Welke vooroordelen negeerde Jezus door met een Samaritaanse vrouw te praten?
14 De Bijbel voorspelde dat de Messias ‘de volken duidelijk zou maken wat gerechtigheid is’ (Mattheüs 12:18; Jesaja 42:1). Jezus is daar al mee begonnen toen hij op aarde was. Hij toonde moed door mensen altijd rechtvaardig en onpartijdig te behandelen. Hij weigerde bijvoorbeeld de on-Bijbelse vooroordelen en onverdraagzaamheid over te nemen die in de wereld om hem heen zo veel voorkwamen.
15 Toen Jezus bij de put van Sichar met een Samaritaanse vrouw praatte, waren zijn discipelen verbaasd. Waarom? In die tijd hadden de meeste Joden een afkeer van de Samaritanen. Die minachting voor hen bestond al eeuwenlang (Ezra 4:4). Daarnaast keken sommige rabbi’s neer op vrouwen. De rabbijnse regels, die later op schrift werden gesteld, ontmoedigden mannen om met vrouwen te praten. Het kwam er zelfs op neer dat vrouwen het niet waard waren om uit Gods wet onderwezen te worden. Vooral Samaritaanse vrouwen werden als onrein bezien. Jezus negeerde zulke onjuiste vooroordelen en gaf openlijk onderwijs aan de Samaritaanse vrouw, die een immoreel leven leidde. Hij vertelde haar zelfs dat hij de Messias was (Johannes 4:5-27).
16. Waarom hebben christenen moed nodig om in een wereld vol vooroordeel anders te zijn?
16 Ben je weleens omringd geweest door mensen die heel bevooroordeeld waren? Misschien maakten ze kleinerende grappen over mensen van een ander ras of uit een ander land, praatten ze neerbuigend over personen van het andere geslacht of keken ze neer op mensen met een andere financiële of maatschappelijke status. Volgelingen van Christus zijn het niet eens met zulke vijandige ideeën, en ze doen hun best om elk spoortje vooroordeel bij zichzelf uit te roeien (Handelingen 10:34). Elk van ons moet de moed ontwikkelen om in dit opzicht onpartijdig en rechtvaardig te zijn.
17. Wat voor actie ondernam Jezus in de tempel, en waarom?
17 Jezus’ moed motiveerde hem ook om op te komen voor de zuivere aanbidding en voor de reinheid van Gods volk. Aan het begin van zijn bediening was hij geschokt toen hij zag dat verkopers en geldwisselaars op het tempelterrein in Jeruzalem handeldreven. Jezus was terecht verontwaardigd en joeg die hebzuchtige mannen met hun koopwaar de tempel uit (Johannes 2:13-17). Later, tegen het einde van zijn bediening, deed hij dat nog een keer (Markus 11:15-18). Daarmee maakte hij ongetwijfeld een paar machtige vijanden, maar daar liet hij zich niet door afschrikken. Waarom niet? Van kleins af aan had hij die tempel het huis van zijn Vader genoemd — en dat meende hij (Lukas 2:49). Dat de aanbidding van Jehovah in de tempel werd verontreinigd, was een onrecht dat hij niet door de vingers kon zien. Zijn ijver gaf hem de moed om te doen wat nodig was.
18. Hoe kunnen christenen in deze tijd moed tonen als het om de reinheid van de gemeente gaat?
18 Christus’ volgelingen in deze tijd vinden net als Jezus de zuivere aanbidding en de reinheid van Gods volk heel belangrijk. Als ze zien dat een geloofsgenoot een ernstige zonde begaat, zullen ze dat niet gewoon negeren. Moedig spreken ze die persoon erover aan. Ze zien erop toe dat de gemeenteouderlingen ingelicht worden (1 Korinthiërs 1:11). De ouderlingen kunnen iemand die in geestelijk opzicht ziek is helpen en kunnen ook in actie komen om de gemeente rein te houden (Jakobus 5:14, 15).
19, 20. (a) Welke vormen van onrecht waren er in Jezus’ tijd, en met welke druk kreeg Jezus te maken? (b) Waarom weigeren Christus’ volgelingen zich met politiek en geweld in te laten, en wat is een van de beloningen voor hun standpunt?
19 Maar dat betekent niet dat Jezus tegen al het onrecht in de wereld vocht. Er was veel onrecht om hem heen. Zijn land was bezet door de Romeinen. Ze onderdrukten de Joden met een sterke militaire aanwezigheid, legden hun zware belastingen op en bemoeiden zich zelfs met hun religieuze gebruiken. Het is dus niet vreemd dat veel mensen wilden dat Jezus zich actief met de politiek zou bezighouden (Johannes 6:14, 15). Opnieuw moest hij zijn moed tonen.
20 Jezus legde uit dat zijn Koninkrijk geen deel van de wereld was. Door zijn voorbeeld leerde hij zijn volgelingen dat ze niet betrokken moesten raken bij de politieke conflicten van die tijd maar zich moesten concentreren op de prediking van het goede nieuws van Gods Koninkrijk (Johannes 17:16; 18:36). Jezus gaf een krachtige les in neutraliteit toen de menigte hem kwam arresteren. Petrus kwam meteen in actie, zwaaide impulsief met zijn zwaard en verwondde een man. Je kunt je Petrus’ reactie waarschijnlijk heel goed voorstellen. Als het ooit gerechtvaardigd leek geweld te gebruiken, dan was het wel die nacht, toen de onschuldige Zoon van God werd aangevallen. Maar hoe reageerde Jezus? Hij gaf een richtlijn die geldt voor al zijn volgelingen op aarde, helemaal tot in deze tijd: ‘Steek je zwaard terug, want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen’ (Mattheüs 26:51-54). Christus’ volgelingen hadden toen echt moed nodig om zo’n standpunt in te nemen, en dat is nog steeds zo. Vanwege hun christelijke neutraliteit hebben Gods aanbidders zich nooit ingelaten met oorlogen, genocide, rellen en andere uitingen van geweld. Die mooie reputatie is een van de beloningen voor hun moed.
Hij verduurde moedig tegenstand
21, 22. (a) Welke hulp kreeg Jezus voordat hij de zwaarste beproeving onderging? (b) Hoe toonde Jezus tot het einde toe moed?
21 Jehovah’s Zoon wist lang van tevoren dat hij op aarde met hevige tegenstand te maken zou krijgen (Jesaja 50:4-7). Vaak werd hij met de dood bedreigd, wat uiteindelijk leidde tot de situatie die aan het begin van dit hoofdstuk werd beschreven. Hoe bleef Jezus ondanks die gevaren moedig? Denk eens aan wat Jezus deed voordat die menigte hem kwam arresteren. Hij bad vurig tot Jehovah. En wat deed Jehovah? De Bijbel zegt dat Jezus’ gebed ‘werd verhoord’ (Hebreeën 5:7). Jehovah stuurde een engel uit de hemel om zijn moedige Zoon te sterken (Lukas 22:42, 43).
22 Nadat Jezus was gesterkt, zei hij tegen zijn apostelen: ‘Sta op, laten we gaan’ (Mattheüs 26:46). Denk er eens over na wat een moed uit die woorden bleek. ‘Laten we gaan’, zei hij, terwijl hij wist dat hij de menigte zou vragen zijn vrienden te sparen, dat zijn vrienden hem allemaal in de steek zouden laten en zouden vluchten, en dat hij alleen verder zou moeten om de zwaarste beproeving van zijn leven door te maken. Helemaal alleen onderging hij een onwettig en onrechtvaardig verhoor, spot, marteling en een uiterst pijnlijke dood. Bij al die beproevingen heeft hij veel moed getoond.
23. Leg uit waarom Jezus niet roekeloos was.
23 Was Jezus roekeloos? Nee, roekeloosheid heeft weinig met echte moed te maken. Jezus leerde zijn volgelingen juist dat ze voorzichtig moesten zijn en gevaar moesten vermijden om Gods wil te kunnen blijven doen (Mattheüs 4:12; 10:16). Maar in dit geval wist Jezus dat hij zich hier niet aan kon onttrekken. Hij wist wat Gods wil inhield. Hij was vastbesloten God trouw te blijven, dus hij had geen andere keus dan de beproeving te ondergaan.
24. Waarom kun je er zeker van zijn dat je moed kunt tonen, wat voor beproevingen je ook meemaakt?
24 Veel volgelingen van Jezus hebben zijn voorbeeld moedig gevolgd! Velen zijn Jehovah trouw gebleven ondanks spot, vervolging, arrestatie, gevangenzetting, marteling en zelfs de dood. Waar halen onvolmaakte mensen die moed vandaan? Die hebben ze niet gewoon van nature. Net als Jezus krijgen zijn volgelingen hulp van boven (Filippenzen 4:13). Wees dus nooit bang voor wat er in de toekomst kan gebeuren. Wees vastbesloten Jehovah trouw te blijven, dan zal hij je de moed geven die je nodig hebt. Blijf kracht halen uit het voorbeeld van onze Leider, Jezus, die zei: ‘Houd moed! Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33).
a Historici hebben opgemerkt dat de graven van de rabbi’s met net zo veel eerbied werden behandeld als de graven van profeten en patriarchen.