HOOFDSTUK NEGENTIEN
Een zorgzame vader met een belangrijke taak
1, 2. (a) Voor welke veranderingen stonden Jozef en zijn gezin? (b) Welk slechte nieuws had Jozef aan zijn vrouw moeten vertellen?
JOZEF legde nog een lading op de ezel. Het was donker in Bethlehem. Hij keek om zich heen en klopte op de rug van het sterke lastdier. Hij dacht aan de lange reis die ze gingen maken. Egypte! Andere mensen, een andere taal, andere gewoonten — hoe zou zijn gezinnetje aan al die dingen kunnen wennen?
2 Het was voor Jozef niet makkelijk geweest om het slechte nieuws te vertellen aan zijn vrouw, Maria, maar hij had al zijn moed bij elkaar geraapt en haar over zijn droom verteld. Daarin had een engel een boodschap van God overgebracht: de koning, Herodes, wilde hun zoontje dood hebben! Ze moesten meteen vertrekken. (Lees Mattheüs 2:13, 14.) Maria was helemaal van streek. Waarom zou iemand haar onschuldige kind willen vermoorden? Maria en Jozef konden er met hun verstand niet bij. Maar ze vertrouwden op Jehovah en maakten zich klaar voor de reis.
3. Beschrijf het vertrek van Jozef en zijn gezin uit Bethlehem. (Zie ook het plaatje.)
3 Heel Bethlehem sliep nog terwijl Jozef en Maria in het donker met Jezus het dorp uit slopen. Terwijl ze richting het zuiden gingen en de lucht in het oosten al lichter begon te worden, vroeg Jozef zich waarschijnlijk af wat hun te wachten stond. Hoe zou een eenvoudige timmerman zijn vrouw en kind tegen zo’n machtige heerser kunnen beschermen? Zou hij wel voor zijn gezin kunnen zorgen? Zou hij de zware taak aankunnen die Jehovah hem had gegeven: het grootbrengen van dit unieke kind? Jozef stond voor enorme uitdagingen. Laten we eens kijken hoe hij dat allemaal voor elkaar kreeg. Dan zullen we zien waarom vaders in deze tijd, en eigenlijk wij allemaal, het geloof van Jozef moeten navolgen.
Jozef beschermt zijn gezin
4, 5. (a) Hoe was Jozefs leven helemaal veranderd? (b) Hoe had een engel Jozef gerustgesteld?
4 Jozefs leven was een tijd daarvoor helemaal veranderd. Hij woonde in Nazareth en was verloofd met Maria, de dochter van Eli. Hij kende haar als een fatsoenlijke, gelovige vrouw. Maar toen bleek ineens dat ze zwanger was! Hij was van plan in het geheim van haar te scheiden om haar een schandaal te besparen.a Maar een engel legde hem in een droom uit dat Maria zwanger was door Jehovah’s heilige geest. De engel zei ook dat de zoon die ze zou krijgen „zijn volk van hun zonden [zou] redden”. Hij stelde Jozef gerust met de woorden: „Wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, mee naar huis te nemen” (Matth. 1:18-21).
5 En dat deed Jozef, want hij was rechtvaardig en gehoorzaam. Hij aanvaardde de enorm zware taak om een zoon groot te brengen die niet van hem was maar die voor God heel kostbaar was. Later gingen Jozef en zijn zwangere vrouw naar Bethlehem vanwege een bevel van de keizer om zich te laten inschrijven. Daar werd de baby geboren.
6-8. (a) Wat veroorzaakte weer een verandering in het leven van Jozef en zijn gezin? (b) Waarom moet de ’ster’ door Satan zijn gestuurd? (Zie ook de voetnoot.)
6 Jozef ging met zijn gezin niet terug naar Nazareth. Ze bleven in Bethlehem wonen, slechts een paar kilometer bij Jeruzalem vandaan. Ze waren arm, maar Jozef deed zijn uiterste best om te voorkomen dat Maria en Jezus ook maar iets tekortkwamen. Na een tijdje gingen ze in een eenvoudig huis wonen. Toen Jezus geen baby’tje meer was maar misschien al een kind van ruim een jaar gebeurde er iets waardoor hun leven weer op z’n kop kwam te staan.
7 Er kwamen een paar astrologen uit het oosten, waarschijnlijk helemaal uit Babylon. Ze hadden een ’ster’ gevolgd tot aan het huis van Jozef en Maria en waren op zoek naar een kind dat koning van de Joden zou worden. De mannen waren heel respectvol.
8 Of de astrologen het nu wisten of niet, ze brachten Jezus in groot gevaar. De ster had ze namelijk niet rechtstreeks naar Bethlehem geleid, maar eerst naar Jeruzalem.b Daar hadden ze de slechte koning Herodes verteld dat ze op zoek waren naar een kind dat koning van de Joden zou worden. Dat maakte hem vreselijk jaloers.
9-11. (a) Hoe was er een sterkere macht aan het werk? (b) In welk opzicht was de reis naar Egypte anders dan het beeld dat apocriefe mythen schetsen?
9 Maar gelukkig was er een sterkere macht aan het werk, zoals we zullen zien. Toen de bezoekers bij het huis kwamen en Jezus en zijn moeder zagen, gaven ze hun allerlei cadeaus. Ineens bezaten Jozef en Maria „goud en geurige hars en mirre”, dingen die veel geld waard waren! De astrologen waren van plan terug te gaan naar koning Herodes en hem te vertellen waar ze het kind precies hadden gevonden. Maar Jehovah kwam tussenbeide! In een droom zei hij tegen de astrologen dat ze via een andere route naar huis moesten gaan. (Lees Mattheüs 2:1-12.)
10 Kort nadat de astrologen waren vertrokken, kreeg Jozef via een engel deze waarschuwing van Jehovah: „Sta op, neem het jonge kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat ik het u zeg, want Herodes staat op het punt het jonge kind te zoeken ten einde het om te brengen” (Matth. 2:13). Zoals we in het begin hebben gezien, gehoorzaamde Jozef meteen. De veiligheid van zijn kind was voor hem het belangrijkste. De kostbare cadeaus die de heidense astrologen hadden meegebracht, zouden Jozef kunnen helpen om het verblijf in Egypte te bekostigen.
11 Apocriefe mythen en legenden hebben deze reis naar Egypte later geromantiseerd: de kleine Jezus zou de reis door een wonder hebben verkort, rovers hebben uitgeschakeld en er zelfs voor hebben gezorgd dat dadelpalmen naar beneden bogen zodat zijn moeder bij de dadels kon.c Maar het was natuurlijk gewoon een lange, zware tocht naar het onbekende.
Jozef cijferde zich weg voor zijn gezin
12. Wat kunnen ouders in deze tijd van Jozef leren?
12 Ouders kunnen veel van Jozef leren. Hij was bereid zijn werk opzij te schuiven en zich weg te cijferen om zijn gezin te beschermen. Hij bezag zijn gezin duidelijk als iets heiligs dat Jehovah hem had toevertrouwd. Ouders in deze tijd moeten hun kinderen opvoeden in een gevaarlijke wereld vol schadelijke invloeden die zelfs hun leven kunnen verwoesten. Het is echt te prijzen als vaders en moeders net als Jozef resoluut optreden en veel moeite doen om hun kinderen tegen zulke invloeden te beschermen!
Jozef zorgt voor zijn gezin
13, 14. Waarom gingen Jozef en Maria uiteindelijk in Nazareth wonen?
13 Het lijkt erop dat het gezin niet lang in Egypte bleef, want al gauw liet de engel Jozef weten dat Herodes dood was. Jozef ging met zijn gezin terug naar hun vaderland. Hierdoor speelde hij een rol bij de vervulling van een oude profetie. Die had voorspeld dat Jehovah zijn Zoon „uit Egypte” zou roepen (Matth. 2:15). Maar waar zouden ze gaan wonen?
14 Jozef was voorzichtig. Hij was terecht bang voor Herodes’ opvolger, Archelaüs, die al net zo gemeen en moordlustig was. Onder leiding van God trok Jozef met zijn gezin naar het noorden, weg van Jeruzalem met al zijn intriges. Hij ging naar Nazareth in Galilea, waar hij vroeger had gewoond. Daar brachten hij en Maria hun gezin groot. (Lees Mattheüs 2:19-23.)
15, 16. Wat hield Jozefs werk in, en welk gereedschap kan hij hebben gebruikt?
15 Ze leidden een eenvoudig maar geen makkelijk leven. De Bijbel noemt Jozef de timmerman en gebruikt daarvoor een woord dat slaat op iemand die op veel manieren met hout werkte (Matth. 13:55). Het hout moest bijvoorbeeld gehakt, versleept en gedroogd worden zodat het gebruikt kon worden voor huizen, boten, bruggetjes, karren, wielen, jukken en allerlei landbouwwerktuigen. Het was zwaar werk. In die tijd werkte een timmerman vaak bij de ingang van zijn bescheiden huis of in een werkplaats ernaast.
16 Jozef gebruikte allerlei gereedschap, dat misschien nog van zijn vader was geweest. Hij kan gewerkt hebben met een winkelhaak, een schietlood, een smetlijn, een handbijl, een zaag, een dissel, hamers, beitels, een boor die hij aandreef door een boog heen en weer te bewegen, verschillende lijmsoorten en misschien wat spijkers, hoewel die duur waren.
17, 18. (a) Wat leerde Jezus van zijn adoptievader? (b) Waarom moest Jozef steeds harder werken?
17 We kunnen ons goed voorstellen hoe Jezus als kleine jongen stond te kijken terwijl zijn adoptievader aan het werk was. Met grote ogen volgde hij al zijn bewegingen; hij had vast bewondering voor de kracht in zijn brede schouders en gespierde armen, de vakkundigheid van zijn handen en de intelligentie in zijn ogen. Misschien begon Jozef hem toen al eenvoudige klusjes te leren, zoals hout gladschuren met gedroogde vissenhuid. Waarschijnlijk liet hij Jezus de verschillen zien tussen de houtsoorten die hij gebruikte, bijvoorbeeld sycomoren-, eiken- of olijfhout.
18 Jezus wist dat die sterke man die bomen omhakte, balken maakte en houtverbindingen aanklopte, ook heel lief kon zijn voor hem, zijn moeder en zijn broertjes en zusjes. Jozef en Maria hadden een groot gezin: ze kregen naast Jezus nog minstens zes kinderen (Matth. 13:55, 56). Jozef moest steeds harder werken om dat grote gezin te onderhouden.
Jozef wist dat de geestelijke behoeften van zijn gezin het belangrijkst waren
19. Hoe zorgde Jozef voor de geestelijke behoeften van zijn gezin?
19 Maar Jozef wist dat de geestelijke behoeften van zijn gezin veel belangrijker waren. Dus maakte hij tijd vrij om zijn kinderen over Jehovah God en Zijn wetten te leren. Hij en Maria namen ze geregeld mee naar de plaatselijke synagoge, waar de Wet werd voorgelezen en uitgelegd. Misschien zat Jezus daarna wel vol vragen, en dan deed Jozef zijn best om die te beantwoorden. Jozef nam zijn gezin ook mee naar religieuze feesten in Jeruzalem. Dat was een afstand van ongeveer 120 kilometer. Het jaarlijkse paschafeest bijvoorbeeld kan Jozef alles bij elkaar (de heen- en terugreis en het feest zelf) wel twee weken hebben gekost.
20. Hoe kunnen gezinshoofden het voorbeeld van Jozef volgen?
20 Christelijke gezinshoofden in deze tijd hebben ook zo’n routine. Ze cijferen zich weg voor hun kinderen en vinden hun geestelijke opleiding belangrijker dan materiële dingen of wat maar ook. Ze doen heel veel moeite om thuis de gezinsaanbidding te leiden en hun kinderen mee te nemen naar vergaderingen en congressen. Net als Jozef beseffen ze dat dit de beste investering is die ze voor hun kinderen kunnen doen.
„In doodsangst”
21. (a) Hoe vierde Jozefs gezin altijd het paschafeest? (b) Wanneer kwamen Jozef en Maria erachter dat Jezus niet bij hen was?
21 Toen Jezus twaalf was, ging Jozef zoals altijd met zijn gezin naar Jeruzalem om het paschafeest te vieren. Het was lente en families trokken in grote groepen door het platteland, waar alles nu in bloei stond. Toen ze in de buurt kwamen van het ruigere gebied rond het hooggelegen Jeruzalem, zongen veel mensen de bekende psalmen der opgangen (Ps. 120-134). Het was druk in de stad: er waren misschien wel honderdduizenden mensen. Na het feest gingen de families weer op weg naar huis. Jozef en Maria, die natuurlijk op van alles moesten letten, dachten dat Jezus met anderen meereisde, met familieleden of zo. Pas toen ze al een hele dag op weg waren, drong de afschuwelijke waarheid tot ze door: Jezus was nergens te bekennen! — Luk. 2:41-44.
22, 23. Wat deden Jozef en Maria toen ze Jezus nergens zagen, en wat zei Maria toen ze hem eindelijk gevonden hadden?
22 In paniek gingen ze langs dezelfde weg terug, tot ze weer in Jeruzalem kwamen. De stad moet vreemd leeg geleken hebben toen ze door de straten liepen en Jezus’ naam riepen. Waar kon hij toch zijn? Op de derde dag hadden ze hem nog steeds niet gevonden. Begon Jozef zich af te vragen of hij verschrikkelijk had gefaald in de belangrijke taak die hij van Jehovah had gekregen? Uiteindelijk gingen ze in de tempel zoeken. Daar kwamen ze in een ruimte met veel geleerde mannen, die alles van de Wet af wisten — en Jezus zat daar ook! We kunnen ons wel voorstellen hoe opgelucht Jozef en Maria waren (Luk. 2:45, 46).
23 Jezus zat naar die mannen te luisteren en stelde nieuwsgierig allerlei vragen. De mannen waren onder de indruk van zijn begrip en van de antwoorden die hij gaf. Maar Maria en Jozef waren geschokt. In het Bijbelverslag zegt Jozef niets, maar Maria’s woorden zeggen genoeg: „Kind, waarom hebt gij ons dit aangedaan? Denk eens aan, uw vader en ik hebben in doodsangst naar u gezocht” (Luk. 2:47, 48).
24. Welk realistisch beeld schetst de Bijbel van het ouderschap?
24 Zo schetst Gods Woord in een paar zinnen een realistisch beeld van het ouderschap. Het kan veel stress veroorzaken, zelfs als het kind volmaakt is! Het opvoeden van kinderen in deze gevaarlijke wereld kan voor heel wat „doodsangst” zorgen, maar het besef dat de Bijbel erkent hoe moeilijk het is, kan voor ouders een grote troost zijn.
25, 26. Wat zei Jezus tegen zijn ouders, en wat kan Jozef daarvan gevonden hebben?
25 Jezus was al die tijd in de tempel geweest, de plek op aarde waar hij zich het dichtst bij zijn hemelse Vader Jehovah voelde en waar hij zo veel mogelijk probeerde te leren. Hij zei in alle oprechtheid tegen zijn ouders: „Waarom moest gij naar mij gaan zoeken? Wist gij niet dat ik in het huis van mijn Vader moet zijn?” — Luk. 2:49.
26 Jozef heeft vast nog vaak over die woorden nagedacht. Misschien gaven ze hem wel een trots gevoel. Hij had tenslotte zijn best gedaan om zijn pleegzoon te leren Jehovah God als zijn vader te zien. Jezus had toen al een warm gevoel bij het woord ’vader’, een gevoel dat voornamelijk gevormd was door hoe Jozef met hem omging.
27. Welke unieke gelegenheid hebben vaders, en hoe helpt Jozefs voorbeeld daarbij?
27 Als je een vader bent, besef je dan hoe bijzonder het is dat je je kinderen kunt helpen zich een beeld te vormen van wat een lieve, beschermende vader is? Ook als je stief- of pleegkinderen hebt, is het goed om aan Jozefs voorbeeld te denken en elk kind als uniek en kostbaar te behandelen. Help ze een hechte band te krijgen met hun hemelse Vader, Jehovah God. (Lees Efeziërs 6:4.)
Jozef blijft een goede vader
28, 29. (a) Wat leert Lukas 2:51, 52 ons over Jozef? (b) Hoe hielp Jozef zijn zoon in wijsheid te groeien?
28 De Bijbel zegt verder niet veel meer over Jozef. Toch kunnen we nog een paar dingen over hem te weten komen. Over Jezus wordt gezegd: „Hij bleef aan hen [zijn ouders] onderworpen.” Er staat ook dat „Jezus bleef toenemen in wijsheid en in fysieke groei en in gunst bij God en de mensen”. (Lees Lukas 2:51, 52.) Wat zegt dat over Jozef? Onder andere dat hij de leiding bleef nemen in zijn gezin, want zijn volmaakte zoon respecteerde zijn gezag.
29 Verder bleef Jezus groeien in wijsheid. Jozef moet een grote rol gespeeld hebben bij die groei. In een bekend Joods gezegde uit die tijd wordt beweerd dat alleen mannen met veel vrije tijd echt wijs kunnen worden, terwijl handwerkslieden zoals timmermannen, boeren en smeden „niet kunnen meepraten over gerechtigheid en oordeel; en ze horen niet te zijn waar gelijkenissen worden verteld.” Later liet Jezus zien wat een onzin dat was. Als kind heeft hij zijn adoptievader, een eenvoudige timmerman, ongetwijfeld heel vaak wijze dingen horen zeggen over Jehovah’s „gerechtigheid en oordeel”.
30. Welk voorbeeld gaf Jozef aan gezinshoofden in deze tijd?
30 Jozef speelde natuurlijk ook een rol bij de fysieke groei van Jezus. Omdat Jozef zo goed voor zijn gezin zorgde, groeide Jezus op tot een sterke, gezonde man. Jozef leerde zijn zoon ook een vak. Jezus stond niet alleen bekend als de zoon van de timmerman maar ook als „de timmerman” (Mark. 6:3). Jozef had hem dus goed opgeleid. Gezinshoofden in deze tijd moeten net als Jozef in de fysieke behoeften van hun kinderen voorzien en ervoor zorgen dat ze dat later zelf kunnen.
31. (a) Wanneer is Jozef gestorven? (Zie ook het kader.) (b) Waarin kunnen we Jozef navolgen?
31 Het volgende dat we in de Bijbel over Jezus lezen, is dat hij rond zijn dertigste wordt gedoopt. Jozef komt dan niet meer in het verslag voor. Het lijkt erop dat Maria weduwe was toen Jezus met zijn prediking begon. (Zie het kader „Wanneer stierf Jozef?”) Toch heeft Jozef iets moois nagelaten: een prachtig voorbeeld van een zorgzame vader die zijn taak serieus nam. Elke vader, elk gezinshoofd, eigenlijk elke christen, zou er goed aan doen het geloof van Jozef na te volgen.
a In die tijd werd een verloving bijna even serieus genomen als een huwelijk.
b Deze ster was geen natuurlijk astronomisch verschijnsel. Ook was de ster niet door God gestuurd. Het is duidelijk dat dit bovennatuurlijke verschijnsel een onderdeel was van Satans gemene plan om Jezus te doden.
c De Bijbel laat duidelijk zien dat Jezus pas na zijn doop zijn eerste wonder deed, „het begin van zijn tekenen” (Joh. 2:1-11).