-
„Geef ons meer geloof”De Wachttoren 1962 | 1 oktober
-
-
23. Wat kan geloof tot stand brengen?
23 Zoals Jezus zo krachtig illustreerde, kan zelfs een klein geloof, hoe zwak het in het begin ook mag zijn, grote dingen tot stand brengen. Hij zei: „Indien gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot dezen moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen.” Net zoals Jezus, door de kracht van Gods geest en door geloof te oefenen, in zijn dagen wonderbaarlijke genezingen en gezondmakingen van door demonen bezeten mensen tot stand bracht, kunnen wij thans de zelfs nog grotere zegen van geestelijke genezing ontvangen, hetgeen leven in Gods nieuwe wereld zal betekenen. Geloof is echter een onontbeerlijk vereiste. — Luk. 17:6, 19.
24. Welke verzekering voor ons geloof heeft Jezus gegeven?
24 Toen de Farizeeën aan Jezus vroegen wanneer Gods koninkrijk zou komen, gaf hij hun ten antwoord: „Het rijk Gods komt niet met uiterlijke vertooning.” Wanneer wij wachten totdat wij het zien, is het te laat; daarom is er nu geloof voor nodig om met het predikingswerk voorwaarts te gaan. Jezus geeft ons echter de verzekering: „Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.” Net zoals wij vertrouwen hebben in de bestendigheid van de hemelen en de aarde, kunnen wij vertrouwen hebben in de bestendigheid van Gods Woord en in de wonderbaarlijke vooruitzichten op toekomstig leven onder zijn Koninkrijksheerschappij van rechtvaardigheid. — Luk. 17:20, Lu; Matth. 24:34, 35.
-
-
De bedrieglijke macht van rijkdomDe Wachttoren 1962 | 1 oktober
-
-
De bedrieglijke macht van rijkdom
„Uw levenswijze zij vrij van liefde voor geld, tevreden zijnde met wat gij nu hebt. Want hij heeft gezegd: ’Ik zal u geenszins in de steek laten en u in geen geval verlaten.’ Zodat wij goede moed kunnen hebben en kunnen zeggen: ’Jehovah is mijn helper; ik zal niet bevreesd zijn.’” — Hebr. 13:5, 6, NW.
1. Wat is het resultaat van gebrek aan geloof?
ER ZIJN thans vele mensen die materiële rijkdom tot het eerste doel in hun leven maken, hetgeen gedeeltelijk te wijten is aan hun gebrek aan geloof dat God voor datgene wat zij dagelijks nodig hebben, zal zorgen. Een man liet zijn vriend een zilveren gulden zien en verklaarde: „Dit is mijn god.” Zulke mensen besteden hun tijd en energie aan het verwerven van een grotere zekerheid in dit samenstel van dingen in plaats dat zij geloof in de Levengever, Jehovah God, aan de dag leggen.
2. Wat trachten velen uit dit leven te halen, en waaraan blijkt het hun te ontbreken?
2 Het leven is een wedloop geworden, niet slechts om in leven te blijven, maar om een materiële voorsprong op andere mensen te verkrijgen, en hoe groter de voorsprong, des te beter het is. De meeste mensen proberen in deze wedloop op zijn minst gelijke tred met hun buren te houden. Wanneer de één zijn huis schildert, schildert de ander zijn huis ook. Wanneer iemands buurman een nieuwe auto koopt, heeft diens buurman er ook één nodig. Zij worden door grote, commerciële advertenties met geestdriftige beschrijvingen van materiële goederen, verleid. Op een cartoon stond een man afgebeeld die onder het gewicht van schulden voor een televisietoestel, een auto, kleren, sportartikelen en juwelen wankelde, maar desondanks zijn hand uitstrekte naar nog meer artikelen met gunstige betalingsvoorwaarden, zoals „afbetalingstermijn: 100 jaar”. Zulke mensen zijn niet evenwichtig ten aanzien van datgene wat dit samenstel van dingen te bieden heeft, maar zoals een vis die aan het lokaas knabbelt, blijven zij steeds grotere hapjes nemen, totdat zij zo door schuld vast komen te zitten, dat zij zich er niet meer van kunnen bevrijden.
3. Vermeld enkele dingen die grotere waarde bezitten. Wat dient op de eerste plaats te komen?
3 Bedenk eens hoe zulke bewijzen van rijkdom aan belangrijkheid inboeten vergeleken met het geluk van uw gezin, een goede gezondheid, het genieten van vrede, het bezitten van ware vrienden en de zegen van leven met Gods gunst. Deze dingen zijn veel belangrijker, en toch kan iedereen zich in het bezit ervan verheugen, of men nu rijk of arm, jong of oud is. Het is zelfs zo dat Jehovah zelf aan iedereen de uitnodiging doet toekomen: „O, alle dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan?” Ja, het belangrijke geestelijke voedsel is voor allen zonder prijs beschikbaar. Laten wij onze begeerte naar materiële bezittingen derhalve in toom houden en het evenwicht bewaren dat door geloof wordt verschaft, zodat de belangrijkere aanbidding en dienst van God niet een minder belangrijke plaats in ons leven innemen. — Jes. 55:1, 2.
-