-
Jehovah zal „recht doen wedervaren”De Wachttoren 2006 | 15 december
-
-
8 Nadat Jezus dat verteld had, gaf hij de toepassing: „Hoort wat de rechter, ofschoon hij onrechtvaardig was, zei! Zal God dan niet stellig recht doen wedervaren aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot hem roepen, ook al is hij lankmoedig jegens hen? Ik zeg u: Hij zal hen spoedig recht doen wedervaren. Maar wanneer de Zoon des mensen gekomen is, zal hij dan werkelijk het geloof op aarde vinden?” — Lukas 18:1-8.
-
-
Jehovah zal „recht doen wedervaren”De Wachttoren 2006 | 15 december
-
-
9. Wat is kennelijk het thema van de illustratie van de weduwe en de rechter?
9 We hoeven niet te vragen wat het centrale thema van deze treffende illustratie is. Beide karakters in de illustratie en ook Jezus zelf maken er melding van. De weduwe drong erop aan: „Zie erop toe dat mij recht wordt verschaft.” De rechter zei dat hij ’erop zou toezien dat haar recht werd verschaft’. Jezus vroeg: ’Zal God niet stellig recht doen wedervaren?’ En over Jehovah zei Jezus: „Hij zal hen spoedig recht doen wedervaren” (Lukas 18:3, 5, 7, 8). Wanneer in het bijzonder zal Jehovah „recht doen wedervaren”?
10. (a) Wanneer werd er in de eerste eeuw aan de gerechtigheid voldaan? (b) Wanneer en hoe zal Gods aanbidders in deze tijd recht worden verschaft?
10 In de eerste eeuw braken de „dagen waarin aan de gerechtigheid wordt voldaan” (of de „dagen van wraak”, vtn.) in het jaar 70 aan toen Jeruzalem en zijn tempel werden verwoest (Lukas 21:22). Gods volk in deze tijd zal recht gedaan worden op „de grote dag van Jehovah” (Zefanja 1:14; Mattheüs 24:21). Dan zal Jehovah ’verdrukking vergelden aan hen die voor zijn volk verdrukking veroorzaken’, wanneer Jezus Christus „wraak oefent over hen die God niet kennen en over hen die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen”. — 2 Thessalonicenzen 1:6-8; Romeinen 12:19.
-
-
Jehovah zal „recht doen wedervaren”De Wachttoren 2006 | 15 december
-
-
12, 13. (a) Wat leert Jezus’ illustratie van de weduwe en de rechter ons? (b) Waarom kunnen we er zeker van zijn dat Jehovah onze gebeden hoort en ons recht zal verschaffen?
12 Jezus’ illustratie van de weduwe en de rechter laat nog andere belangrijke waarheden uitkomen. In zijn toepassing van de illustratie zei Jezus: „Hoort wat de rechter, ofschoon hij onrechtvaardig was, zei! Zal God dan niet stellig recht doen wedervaren aan zijn uitverkorenen?” Natuurlijk wilde Jezus daarmee niet zeggen dat Jehovah gelovigen op dezelfde manier zou behandelen als die rechter mensen behandelde. Jezus leerde zijn volgelingen juist een les over Jehovah door het verschil tussen die rechter en God te laten uitkomen. Wat zijn enkele aspecten waarin ze van elkaar verschillen?
13 De rechter in Jezus’ illustratie was „onrechtvaardig”, terwijl God „een rechtvaardig Rechter” is (Psalm 7:11; 33:5). De rechter had absoluut geen belangstelling voor de weduwe als persoon, maar Jehovah is in ieder mens afzonderlijk geïnteresseerd (2 Kronieken 6:29, 30). De rechter had geen zin om de weduwe te helpen, terwijl Jehovah degenen die hem dienen maar al te graag te hulp komt (Jesaja 30:18, 19). Wat leert dat ons? Als de onrechtvaardige rechter al naar de verzoeken van de weduwe luisterde en haar recht verschafte, hoeveel te meer zal Jehovah dan naar de gebeden van zijn volk luisteren en ervoor zorgen dat hun recht geschiedt! — Spreuken 15:29.
14. Waarom moeten we niet ons geloof in de komst van Gods oordeelsdag verliezen?
14 Wie zijn geloof in de komst van Gods dag van oordeel verliest, begaat dan ook een ernstige fout. Waarom? Door er niet langer vast van overtuigd te zijn dat „de grote dag van Jehovah” nabij is, geeft zo iemand eigenlijk te kennen dat hij betwijfelt of we er wel van op aan kunnen dat Jehovah zijn beloften houdt. Maar niemand kan met recht Gods betrouwbaarheid in twijfel trekken (Job 9:12). We doen er goed aan ons af te vragen: Hoe staat het met mij? Blijf ik trouw? Dat is nu precies de kwestie die Jezus aan het eind van de illustratie over de weduwe en de rechter aan de orde stelde.
-