Wat de liefde tot God betekent
„Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden.” — 1 JOHANNES 5:3.
1. Hoe dienen wij liefde voor God te tonen, en wat zal dit tot resultaat hebben?
MET betrekking tot de verplichting die er op mensen rust om God te aanbidden, zei Jezus: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand” (Matthéüs 22:37). Hoe dienen wij deze liefde te tonen? De bijbel antwoordt: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden” (1 Johannes 5:3). Met welk schitterende resultaat voor degenen die dit doen? Johannes zei: „Wie in de liefde blijft, blijft in eendracht met God.” — 1 Johannes 4:16b.
2. Aan wie alleen dienen wij onze aanbidding te schenken?
2 Indien wij God liefhebben, zullen wij onze aanbidding aan geen enkel schepsel — of het nu een levend of reeds gestorven schepsel is — schenken, maar alleen aan God (Lukas 4:7, 8). De apostel Petrus en zelfs een engel weigerden zich door mensen te laten aanbidden (Handelingen 10:25, 26; Openbaring 22:8, 9). Ook toonde Jezus dat zijn moeder, Maria, geen enkele op aanbidding neerkomende eerbied geschonken dient te worden, want die komt alleen God toe (Lukas 11:27, 28; Johannes 2:3, 4; Openbaring 4:11). Verkeerd gerichte aanbidding zal tot gevolg hebben dat men in conflict komt met Gods geboden, want „niemand kan twee meesters als slaaf dienen”. — Matthéüs 6:24.
Het gebruik van het kruis als religieus symbool
3. Hoe beziet de christenheid het gebruik van het kruis?
3 Er zijn ook onbezielde voorwerpen die, indien ze vereerd worden, ertoe kunnen leiden dat men Gods geboden overtreedt. Het kruis is een van de belangrijkste voorwerpen van verering. Eeuwenlang hebben mensen in de christenheid het kruis bij hun aanbidding gebruikt. The New Encyclopædia Britannica noemt het kruis „het voornaamste symbool van de christelijke religie”. In een rechtszaak in Griekenland beweerde de Grieks-Orthodoxe Kerk zelfs dat degenen die het ’Heilige Kruis’ verwerpen, geen christenen zijn. Maar is het kruis werkelijk een christelijk symbool? Waar heeft het zijn oorsprong gevonden?
4, 5. (a) Wat zegt een woordenboek over het woord stauʹros, dat in verscheidene Nederlandse bijbels met „kruis” is vertaald? (b) Waar vindt het gebruik van het kruis zijn oorsprong?
4 Het werktuig waaraan Jezus terechtgesteld is, wordt in bijbelpassages als Matthéüs 27:32 en 40 vermeld. Daar wordt het Griekse woord stauʹros in verscheidene Nederlandse bijbels met „kruis” vertaald. Maar wat betekende stauʹros in de eerste eeuw, toen de Griekse Geschriften werden geschreven? An Expository Dictionary of New Testament Words, door W. E. Vine, zegt: „Stauros . . . betekent in de eerste plaats een rechtopstaande paal of staak. Daaraan werden boosdoeners genageld om terechtgesteld te worden. Zowel het zelfstandig naamwoord [stauʹros] als het werkwoord stauroō, aan een staak of paal vastmaken, zijn oorspronkelijk te onderscheiden van de kerkelijke vorm van een kruis dat uit twee balken bestaat. De vorm van het laatstgenoemde vond zijn oorsprong in het oude Chaldea, en werd in dat land en in aangrenzende landen, met inbegrip van Egypte, gebruikt als het symbool van de god Tammuz (omdat het kruis de vorm had van de mystieke Tau, de eerste letter van zijn naam).”
5 Vine zegt verder: „Tegen het midden van de 3de eeuw n. Chr. waren de kerken van bepaalde leerstellingen van het christelijke geloof afgeweken of hadden die verdraaid. Om het aanzien van het afvallige kerkelijke stelsel te vergroten, werden er heidenen in de kerken opgenomen die niet waren wedergeboren door geloof, en hun werd toegestaan grotendeels aan hun heidense tekens en symbolen vast te houden. Vandaar dat de Tau of de T, in de meest voorkomende vorm met de dwarsbalk wat verlaagd, werd overgenomen als symbool voor het kruis van Christus.”
6, 7. (a) Waar komt het woord „kruis” vandaan, en waarom is het niet gerechtvaardigd dit woord in Nederlandse bijbels te gebruiken? (b) Hoe wordt door de wijze waarop het woord xuʹlon in de bijbel wordt gebruikt, bevestigd dat stauʹros een rechtopstaande paal was?
6 The Companion Bible merkt onder het opschrift „Het kruis en de kruisiging” het volgende op: „Ons Engelse woord ’cross’ [kruis] is de vertaling van het Latijnse crux; maar het Griekse stauros betekent net zomin crux als het woord ’stok’ een ’kruk’ betekent. Homerus gebruikt het woord stauros om daar een gewone paal of staak, of een enkel stuk hout mee aan te duiden. En in alle Griekse klassieke geschriften is dit de betekenis van het woord en de wijze waarop het wordt gebruikt. Het betekent nooit twee stukken hout die onder een bepaalde hoek dwars over elkaar geplaatst zijn. . . . In het Grieks van het N[ieuwe] T[estament] wordt zelfs geen enkele zinspeling gemaakt op twee stukken hout.”
7 Een ander Grieks woord, xuʹlon, wordt in de bijbel gebruikt als aanduiding van het werktuig waaraan Jezus stierf. Dit woord draagt bij tot het begrip dat stauʹros een rechtopstaande paal zonder dwarsbalk was. The Companion Bible zegt hierover: „Het woord [xuʹlon] . . . duidt over het algemeen op een dode boomstronk, of een stuk hout, dat voor brandstof of voor welk ander doel maar ook wordt gebruikt. . . . Aangezien dit laatstgenoemde woord [xuʹlon] gebruikt wordt voor het vroegere stauros, blijkt hieruit dat ze beide precies hetzelfde betekenen. . . . Vandaar dat het woord [xuʹlon] . . . wordt gebruikt in verband met de wijze waarop onze Heer stierf, en in Handelingen 5:30; 10:39; 13:29; Galaten 3:13; 1 Petrus 2:24 [King James Version] met ’boom’ wordt weergegeven.”
8. Wat zeggen andere bronnen over het kruis en de oorsprong ervan?
8 De Franse Dictionnaire Encyclopédique Universel zegt: „Wij hebben lange tijd geloofd dat het kruis, dat als een religieus symbool wordt beschouwd, specifiek voor christenen was. Dit is niet het geval.” Het boek Dual Heritage — The Bible and the British Museum verklaart: „De wetenschap dat het woord ’kruis’ niet in het Grieks van het Nieuwe Testament voorkomt, is wellicht schokkend. Het woord ’kruis’ is altijd een vertaling van het Griekse woord [stauʹros], dat een ’staak’ of ’rechtopstaande paal’ betekent. Het kruis was oorspronkelijk geen christelijk symbool; het is ontleend aan Egypte en Constantijn.” De New Catholic Encyclopedia zegt: „De uitbeelding van Christus’ verlossingsdood op Golgotha komt niet in de symbolische kunst van de eerste christelijke eeuwen voor. Onder invloed van het oudtestamentische verbod op gesneden beelden, waren de vroege christenen er afkerig van zelfs het werktuig waaraan de Heer [gestorven is], af te beelden. . . . Afbeeldingen van het kruis verschijnen vanaf de tijd van Constantijn.”
Het kruis van Constantijn
9. Welk verband bestaat er tussen keizer Constantijn en het kruis?
9 Constantijn was de Romeinse keizer die in 325 G.T. het concilie van Nicea bijeenriep en aldaar zijn invloed aanwendde om de onschriftuurlijke leerstelling aan te nemen dat Christus God was. Hij deed dit om zijn uit heidenen en afvallige christenen bestaande rijk te verstevigen. Over hem zegt The New Encyclopædia Britannica: „Op de avond voor Constantijns overwinning op Maxentius in 312 zag hij in een visioen het ’hemelse teken’ van het kruis, dat naar hij geloofde een goddelijke belofte van zijn overwinning inhield.” In deze encyclopedie wordt ook gezegd dat Constantijn daarna de verering van het kruis bevorderde.
10. Waarom is het noch redelijk noch schriftuurlijk om te geloven dat God of Christus Constantijn een „teken” heeft gegeven dat met een kruis te maken heeft?
10 Maar zou God een teken geven aan een heidense leider die Gods wil niet deed, een heidens teken nog wel? Jezus bestrafte zijn eigen landgenoten omdat zij tekenen wilden zien (Matthéüs 12:38-40). Bovendien vergoot deze heidense heerser onschuldig bloed door met letterlijke wapens om de politieke opperheerschappij te strijden en legde hij het er door middel van politieke intriges op aan bloedverwanten en andere intieme vrienden te vermoorden. In tegenstelling hiermee zei Jezus: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld. Indien mijn koninkrijk een deel van deze wereld was, zouden mijn dienaren hebben gestreden” (Johannes 18:36). Daarom gebood hij Petrus: „Steek uw zwaard weer op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan.” — Matthéüs 26:52.
11. Wat bewoog Constantijn ertoe het gebruik van het kruis te bevorderen?
11 Het boek Strange Survivals zegt over Constantijn en zijn kruis: „Wij kunnen er nauwelijks aan twijfelen dat hij met zijn gedrag een bepaald beleid beoogde; het symbool waarmee hij voor de dag kwam, behaagde enerzijds de christenen in zijn leger en anderzijds de [heidense] Galliërs. . . . Voor de laatsten was het het teken dat de gunst van de [door hen aanbeden] zonnegod op hen rustte.” Nee, Constantijns ’hemelse teken’ had niets met God of Christus uit te staan, maar is in het heidendom geworteld.
Het terechtstellingswerktuig vereren?
12, 13. Om welke andere redenen dient het kruis niet vereerd te worden?
12 Zelfs indien wij het bewijsmateriaal negeren en aannemen dat Jezus aan een kruis gedood werd, moet het kruis dan vereerd worden? Nee, want Jezus werd terechtgesteld als een misdadiger, zoals de mannen die naast hem aan een paal hingen, en de manier waarop hij stierf, stelde hem in het slechtst mogelijke daglicht. Eerste-eeuwse christenen zouden het werktuig waaraan hij werd terechtgesteld niet als heilig hebben beschouwd. Het te vereren, zou hebben betekend de verkeerde daad die met behulp ervan was verricht, het vermoorden van Jezus, te verheerlijken.
13 Als uw meest geliefde vriend op valse beschuldigingen geëxecuteerd zou zijn, zou u dan een afbeelding maken van het terechtstellingswerktuig (zoals de lus van het touw waarmee de beul hem had opgehangen of een elektrische stoel of het geweer van een vuurpeloton waarmee het dodelijke schot was gelost) en die replica dan kussen, er kaarsen voor branden of ze om uw hals dragen als een heilig ornament? Dat zou ondenkbaar zijn. Zo is het ook gesteld met de verering van het kruis. Het feit dat het kruis van heidense oorsprong is, maakt de zaak alleen nog maar erger.
14. Tot welke conclusie betreffende het kruis moeten wij met het oog op het wereldlijke en bijbelse bewijsmateriaal komen?
14 De verering van het kruis is niet christelijk. Er wordt geen liefde jegens God en Christus door tentoongespreid, maar ze is een bespotting van datgene wat zij vertegenwoordigen. Ze is een schending van Gods geboden tegen afgoderij. Er wordt een heidens symbool dat voor christelijk doorgaat mee vereerd (Exodus 20:4, 5; Psalm 115:4-8; 1 Korinthiërs 10:14). Een heidens symbool als heilig beschouwen, is een schending van Gods gebod: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? . . . ’Raakt het onreine niet langer aan.’” — 2 Korinthiërs 6:14, 17.
Aan het geïnspireerde Woord vasthouden
15. Waarom moeten wij overleveringen die in strijd zijn met Gods Woord verwerpen?
15 De kerken zeggen dat gebruiken als het vereren van het kruis tot de „heilige overlevering” behoren. Maar wanneer de overlevering in strijd is met Gods Woord, verwerpen degenen die God liefhebben de overlevering. Wat wij werkelijk voor de ware aanbidding nodig hebben, staat reeds in Gods Woord. Paulus schreef dan ook aan Timótheüs: „Van kindsbeen af [hebt gij] de heilige geschriften . . . gekend, die u wijs kunnen maken tot redding door middel van het geloof in verband met Christus Jezus. De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk” (2 Timótheüs 3:15-17). Nergens zegt de bijbel dat overleveringen die in strijd zijn met Gods Woord onontbeerlijk zijn voor redding.
16. Wat zei Jezus tot joodse religieuze leiders betreffende hun overleveringen?
16 Het conflict tussen de Schrift en menselijke overleveringen is niet nieuw. In de periode vanaf de voltooiing van de geïnspireerde Hebreeuwse Geschriften tot aan de komst van Jezus, voegden de joodse religieuze leiders vele mondelinge overleveringen toe, die zij later op schrift stelden zonder daartoe door God geïnspireerd te zijn. Deze overleveringen waren vaak in strijd met de Schrift. Daarom zei Jezus tot de religieuze leiders: ’Waarom overtreedt ook gij het gebod van God ter wille van uw overlevering? Gij hebt het woord van God krachteloos gemaakt ter wille van uw overlevering.’ Hij paste de volgende passage uit Gods Woord op hen toe: „Tevergeefs blijven zij mij aanbidden, omdat zij mensengeboden als leerstellingen onderwijzen” (Matthéüs 15:1-6, 9). In zijn onderwijs haalde Jezus nooit iets uit zulke overleveringen aan. Hij beriep zich op het geïnspireerde, geschreven Woord van God. — Matthéüs 4:4-10; Markus 12:10; Lukas 10:26.
17. Waarom kunnen wij ons op de bijbel verlaten als een betrouwbaar anker voor onze hoop?
17 God bracht het bewaren van „het woord des levens” niet in gevaar door dit over te laten aan mensen die vasthielden aan religieuze overleveringen (Filippenzen 2:16). In plaats daarvan liet hij de bijbel schrijven onder inspiratie van zijn machtige heilige geest, opdat „wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Te zeggen dat de bijbel onvolledig is en dat wij ons ook op de wispelturige denkwijze van onvolmaakte, niet-geïnspireerde mensen moeten verlaten, komt neer op het ontkennen van de macht van God. Stellig zou de almachtige, ontzag inboezemende Schepper van het universum de Auteur van een boek kunnen zijn! En hij heeft ook in een boek voorzien, opdat wij een betrouwbaar anker voor onze hoop zouden hebben en niet afhankelijk zouden hoeven te zijn van menselijke overleveringen die mensen ertoe brengen Gods geboden te overtreden. Derhalve zegt Gods Woord: „Gaat niet buiten de dingen die geschreven staan” (1 Korinthiërs 4:6). Zij die God werkelijk liefhebben, zullen die raad opvolgen. — Zie ook Spreuken 30:5, 6.
„Zijn geboden onderhouden”
18. Welk gebod moeten wij gehoorzamen als wij God werkelijk liefhebben?
18 „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden”, zegt 1 Johannes 5:3. Wanneer religieuze leiders deze geboden verwateren, ze negeren of ze vervangen door tegenstrijdige overleveringen van mensen, leiden zij hun volgelingen op een weg die tegen Gods wil indruist. Beschouw als voorbeeld hiervan een grondbeginsel van het christendom: liefde. Het vormde een uitermate belangrijk onderdeel van Jezus’ onderwijs. Hij zei: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.” — Matthéüs 22:39.
19. (a) Van welk buitengewoon groot belang is het dat ware christenen elkaar liefhebben? (b) In welk opzicht verschilde het door Jezus gegeven ’nieuwe gebod’ betreffende liefde van het oude gebod?
19 Hoe belangrijk is deze naastenliefde? Jezus leerde dat ware christenen herkend kunnen worden aan de liefde die zij onder elkaar hebben. Hij zei: „Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkaar liefhebt; net zoals ik u heb liefgehad, dat ook gij elkaar liefhebt. Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Johannes 13:34, 35). Het is waar dat in de Wet die aan het oude Israël werd gegeven, een gebod was opgenomen ’uw naaste lief te hebben als uzelf’ (Leviticus 19:18). Maar het nieuwe in het gebod van Jezus waren zijn woorden „net zoals ik u heb liefgehad”. Dit vergrootte de kracht van de christelijke liefde, want een christen moet zelfs bereid zijn om zijn leven voor medegelovigen af te leggen, net zoals Jezus dit had gedaan.
20. Wie worden door het historische bericht van deze eeuw geïdentificeerd als degenen die het gebod om ’elkaar lief te hebben’ gehoorzamen?
20 Ware dienstknechten van God in deze tijd kunnen dus herkend worden aan een onverbrekelijke, verenigende band van liefde op internationale schaal. Wie in onze tijd geven blijk van zo’n gehoorzaamheid aan Gods geboden betreffende liefde? Wie zijn vervolgd, gevangengezet, in concentratiekampen geworpen of terechtgesteld omdat zij weigerden de wapens op te nemen tegen medegelovigen — of zelfs tegen ongelovigen — uit andere natiën? Het historische bericht van deze eeuw antwoordt: alleen Jehovah’s Getuigen.
21. Welke reputatie hebben de kerken der christenheid verworven met betrekking tot het gebod medegelovigen lief te hebben?
21 De religies van de christenheid daarentegen hebben Gods geboden betreffende liefde geregeld overtreden. In alle oorlogen van deze eeuw hebben de geestelijken van de kerken der christenheid hun mensen ertoe aangezet elkaar aan weerszijden van het front op het slagveld te bestrijden en elkaar met miljoenen tegelijk af te slachten. Protestanten hebben medeprotestanten gedood en katholieken medekatholieken, en toch beweerden allen christenen te zijn. Maar Gods Woord verklaart: „Indien iemand de bewering uit: ’Ik heb God lief’ en toch zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben. En dit gebod hebben wij van hem, dat degene die God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.” — 1 Johannes 4:20, 21.
22. Wiens kinderen zijn de leden van de kerken der christenheid volgens de in 1 Johannes 3:10-12 opgetekende definitie, en waarom?
22 Gods Woord zegt ook: „Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de Duivel kenbaar: Een ieder die geen rechtvaardigheid betracht, spruit niet uit God voort, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. . . . Wij [moeten] liefde voor elkaar . . . hebben; niet zoals Kaïn, die uit de goddeloze voortsproot en zijn broer vermoordde” (1 Johannes 3:10-12). De leden van de kerken der christenheid beweren kinderen van God te zijn, maar zij kunnen dit niet zijn want zij overtreden Gods geboden met betrekking tot liefde op schandelijke wijze en ’vermoorden hun broeders’. Zij kunnen alleen maar kinderen van „de goddeloze” zijn. Derhalve dringt Gods Woord er bij oprechte personen die zich in zulke religies bevinden op aan: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen” (Openbaring 18:4). Binnenkort zal God zijn oordelen aan alle valse religies voltrekken. Zij die ze blijven aanhangen, zullen in hun lot delen (Openbaring 17:16). Wie daarentegen „de wil van God doet, blijft in eeuwigheid”. — 1 Johannes 2:17.
Wat zou u antwoorden?
◻ Waarom is het Nederlandse woord „kruis” een verkeerde vertaling van het Griekse woord stauʹros?
◻ Waar vond de verering van het kruis haar oorsprong, en waarom dienen wij deze verering te verwerpen?
◻ Welk voorbeeld gaf Jezus met betrekking tot religieuze overleveringen?
◻ Op grond van welke bewijzen kunnen degenen die de geboden met betrekking tot broederlijke liefde gehoorzamen, worden geïdentificeerd?
[Kader/Illustraties op blz. 25]
OORSPRONGEN VAN HET KRUIS
Lang voor het christelijke tijdperk werden in bijna elk deel van de aarde vormen van het kruis als religieuze symbolen gebruikt
De Crux ansata werd door de oude Egyptenaren als symbool van toekomstig leven gebruikt
De Crux quadrata symboliseerde de vier elementen waaruit naar men meende alle dingen geschapen waren
Men denkt dat de Crux gammata een symbool was van vuur of van de zon, en derhalve van het leven
Het Latijnse kruis, dat in de christenheid populair is
Dit kruis is een monogram van de eerste twee Griekse letters in het woord „Christus”
[Illustratie op blz. 24]
Christus stierf aan een rechtopstaande paal, niet aan een kruis
[Illustraties op blz. 26, 27]
„Zij maken in het openbaar bekend dat zij God kennen, maar zij verloochenen hem door hun werken.” — Titus 1:16