-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1986 | 1 juli
-
-
◼ Hoe kon Jezus „een god” zijn die door Jehovah werd geschapen als Jehovah in Jesaja 43:10 zegt: „Vóór mij werd er geen God geformeerd, en na mij bleef het zo dat er geen was”?
Het is algemeen bekend dat Jehovah’s Getuigen op grond van de bijbel leren dat Jezus de geschapen en aan zijn Vader onderworpen Zoon van God is (Johannes 14:28; 1 Korinthiërs 11:3). Toch kan hij, daar hij een Machtige is die als Gods Woordvoerder, of Logos, optreedt, terecht „een god” worden genoemd. Volgens de weergave van Johannes 1:1 in een aantal bijbelvertalingen was de Logos „een god”. Das Evangelium nach Johannes (1979) door Jürgen Becker luidt bijvoorbeeld: „. . . und der Logos war bei dem Gott, und ein Gott war der Logos.” (Nederlandse vertaling: „. . . en de Logos was bij de God, en een god was de Logos.”)a
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1986 | 1 juli
-
-
[Voetnoot]
a „De titel ho theos [de God, of God], die nu de Vader als een persoonlijkheid bezittende realiteit aanduidt, wordt in het N[ieuwe] T[estament] niet op Jezus zelf toegepast; Jezus is de Zoon van God (van ho theos). . . . Joh. 1:1 dient strikt als volgt vertaald te worden: ’het woord was bij de God [=de Vader], en het woord was een goddelijk wezen.’” — Dictionary of the Bible (1965), door de jezuïet John L. McKenzie.
-