KOPEREN SLANG
De koperen figuur of voorstelling van een slang die door Mozes tijdens de tocht van Israël door de wildernis werd vervaardigd. Bij de grens van Edom gaf het volk blijk van een opstandige geest en beklaagde zich over het door een wonder verschafte manna en over gebrek aan water. Jehovah strafte hen daarom door giftige slangen onder hen te zenden, en velen stierven aan de slangebeten. Nadat het volk blijk had gegeven van berouw en Mozes voor hen had bemiddeld, gebood Jehovah hem een figuur in de vorm van een slang te maken en die aan een signaalmast te bevestigen. Mozes deed dit, en „het gebeurde inderdaad dat indien een slang een man had gebeten en deze zijn blik op de koperen slang richtte, dan bleef hij in leven”. — Nu 21:4-9; 1Kor 10:9.
Uit de Schrift blijkt niet wat voor giftige slangen Jehovah onder het volk zond. De in Numeri 21:6 gebruikte Hebreeuwse uitdrukking voor „giftige slangen” (han·necha·sjimʹ has·sera·fimʹ) kan op „vurige slangen” duiden, misschien vanwege de brandende of ontsteking veroorzakende uitwerking van hun gif.
De Israëlieten bewaarden de koperen slang en begonnen deze later ten onrechte te aanbidden door er offerrook voor te brengen. Derhalve liet de Judese koning Hizkia (745–717 v.G.T.) als onderdeel van zijn religieuze hervormingen de nu meer dan 700 jaar oude koperen slang aan stukken slaan omdat het volk die tot een afgod had gemaakt. Volgens de Hebreeuwse tekst luidt het verslag in 2 Koningen 18:4 letterlijk: „hij (men) noemde haar voorts Nehustan”. Veel Nederlandse vertalingen laten het woord „Nehustan” onvertaald (zie bijv. LV; NBG; SV). Volgens het lexicon van Koehler en Baumgartner kan de betekenis van de Hebreeuwse term nechoesj·tanʹ „bronzen slang” en „bronzen slang-afgod” zijn (Hebräisches und aramäisches Lexikon zum Alten Testament, Leiden, 1983, blz. 653). De Nieuwe-Wereldvertaling zegt passend dat men de koperen slang ’de koperen slang-afgod placht te noemen’.
Jezus Christus maakte de profetische betekenis van de gebeurtenis in de wildernis in verband met de koperen slang duidelijk toen hij tot Nikodemus zei: „Bovendien is geen mens tot in de hemel opgestegen, dan hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des mensen. En zoals Mozes in de wildernis de slang heeft omhooggeheven, zo moet ook de Zoon des mensen omhooggeheven worden, opdat een ieder die in hem gelooft, eeuwig leven zal hebben” (Jo 3:13-15). Evenals de koperen slang door Mozes in de wildernis aan een paal werd bevestigd, werd de Zoon van God aan een paal gehangen of bevestigd, waardoor hij in de ogen van velen een boosdoener en een zondaar leek, iemand die gelijk een slang als vervloekt werd beschouwd (De 21:22, 23; Ga 3:13; 1Pe 2:24). In de wildernis moest iemand die gebeten was door een van de giftige slangen die Jehovah onder de Israëlieten had gezonden, kennelijk vol geloof zijn blik op de koperen slang richten. Evenzo moet men om door bemiddeling van Christus eeuwig leven te verwerven, geloof in hem oefenen.