Water dat opborrelt als bron van eeuwig leven
„Al wie van het water drinkt dat ik hem zal geven, zal nimmermeer dorst krijgen, maar het water dat ik hem zal geven, zal in hem een bron van water worden dat opborrelt om eeuwig leven te schenken.” — JOHANNES 4:14.
„PLOTSELING, van achter de ronding van de maan, . . . komt een fonkelende blauw met witte edelsteen tevoorschijn, een lichte, aantrekkelijke hemelsblauwe bol versierd met traag wervelende sluiers van wit, langzaam opkomend als een kleine parel in een nachtzwarte mysterieuze zee.” — Edgar Mitchell, astronaut, in zijn beschrijving van de aarde gezien vanuit de ruimte.
Wat verleent onze planeet zo’n schitterende tint dat de astronaut er poëtisch van werd? Het is het water, dat bijna drie kwart van het aardoppervlak bedekt. Water maakt echter niet alleen dat onze planeet er prachtig uitziet; het houdt ook het leven op aarde in stand. Het menselijk lichaam bestaat zelfs voor ongeveer 65 procent uit water. De Encyclopædia Britannica verklaart dan ook over water: „Het is onmisbaar voor het leven, want het speelt mee bij nagenoeg elk proces dat zich in planten en dieren voltrekt.”
Dankzij een efficiënte kringloop hoeft de watervoorraad van de aarde nooit aangevuld te worden. „Bijna elke druppel water die we gebruiken, vindt zijn weg naar de oceanen”, legt The World Book Encyclopedia uit. „Daar verdampt het door de zon, waarna het als regen naar de aarde terugvalt. Water wordt steeds opnieuw gebruikt en hergebruikt. Het wordt nooit opgebruikt.” Zo’n drieduizend jaar geleden werd dit opmerkelijke proces in de Bijbel beschreven: „Alle winterstromen gaan uit naar de zee; toch is de zee zelf niet vol. Naar de plaats waar de winterstromen uitgaan, daarheen keren ze terug om uit te gaan.” De waterkringloop van de aarde is echt een wonder van schepping! — Prediker 1:7.
Met het oog op het belang van water voor het leven en de schitterende manier waarop er in water wordt voorzien, hoeft het ons niet te verbazen dat er in de Bijbel ruim zevenhonderd keer over wordt gesproken. Vaak gebruikt de Bijbel de unieke eigenschappen van water — en dan in het bijzonder het vermogen om te reinigen en het leven in stand te houden — om geestelijke waarden weer te geven. — Jesaja 58:11; Johannes 4:14.
Het reinigend vermogen van de Bijbel
Doordat de Israëlieten zichzelf en hun kleding geregeld wasten, was reinheid een kenmerk van dit volk. Het was gebruikelijk dat men zijn voeten waste als men een huis binnenging om er te eten (Lukas 7:44). De Israëlieten hielden niet alleen hun lichaam en bezittingen letterlijk schoon, maar ze gebruikten ook water om ceremonieel rein te blijven. De priesters die in de tabernakel dienden, moesten zichzelf en hun gewaden vaak wassen (Exodus 30:18-21). Voor de tempel in Jeruzalem maakte Salomo later een „gegoten zee” van koper die normaal ruim 44.000 liter water bevatte, voldoende om aan de reinigingsvoorschriften in Gods Wet te voldoen (2 Kronieken 4:2, 6). Welke betekenis heeft dat gebruik van water in onze tijd voor christenen?
De apostel Paulus legde uit dat Jezus de christelijke gemeente had gereinigd „met het bad des waters door middel van het woord”. Zoals water letterlijk reinigt, heeft de waarheid uit Gods Woord het vermogen om moreel en geestelijk te reinigen. Die reiniging maakt Christus’ discipelen ’heilig en zonder smet’ (Efeziërs 5:25-27). Iedereen die Gods goedkeuring wil ontvangen, moet dus zijn best doen om in moreel en geestelijk opzicht „onbevlekt en onbesmet” te blijven (2 Petrus 3:11, 14). Hoe helpt Gods Woord hen daarbij?
Mensen die Jehovah God willen behagen, drinken geestelijk water door geregelde Bijbelstudie. Als de kennis die ze opdoen hun geest en hart raakt, ontwikkelt zich in hen het sterke verlangen om te doen wat de Bijbel voorschrijft: „Wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is.” — Romeinen 12:2.
Nauwkeurige kennis van Gods wil stelt hen in staat vlekken en smetten in hun gedrag en denken op te merken. Door een tijdlang Bijbelse beginselen in hun leven toe te passen, zal Gods Woord, net als water, hen helpen zelfs van ernstige zonden „rein gewassen” te worden. — 1 Korinthiërs 6:9-11.
Een jonge man in Spanje onderging zo’n verandering. „Op mijn achttiende was ik niet blij met mijn leven”, vertelt Alfonso. Hij was verslaafd geraakt aan drugs en een verstokte misdadiger geworden. „Ik voelde me smerig door de manier waarop ik met m’n eigen lichaam omging en door de manier waarop ik andere mensen behandelde.
Op school viel me een jonge vrouw van mijn leeftijd op die er netjes en schoon uitzag en een onschuld had waardoor ze zich van de andere leerlingen onderscheidde. Door haar voorbeeld kwam bij mij het verlangen op net zo’n rein leven te leiden. Ze gaf me de raad een bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen bij te wonen, en dat deed ik. Al gauw begon ik de Bijbel te bestuderen en een vriendschap met God op te bouwen. Binnen een jaar had ik mijn leven in het reine gebracht en was ik een gedoopte Getuige. Naar aanleiding van die spectaculaire verandering kwamen veel ouders uit mijn buurt me vragen hun kinderen in de tienerleeftijd die aan drugs verslaafd waren geraakt te helpen.”
Water dat eeuwig leven brengt
Op een keer vertelde Jezus een Samaritaanse vrouw die water bij de Jakobsbron kwam halen over „levend water”. Hij zei: „Al wie van het water drinkt dat ik hem zal geven, zal nimmermeer dorst krijgen, maar het water dat ik hem zal geven, zal in hem een bron van water worden dat opborrelt om eeuwig leven te schenken” (Johannes 4:10, 14). Uit Jezus’ woorden blijkt dat „levend water” een symbool is van Gods voorzieningen voor leven, die in zijn Woord, de Bijbel, worden uiteengezet. Die maken het mensen mogelijk eeuwig te leven. Een belangrijk bestanddeel van dat symbolische water is het loskoopoffer van Christus Jezus. „God heeft de wereld zozeer liefgehad”, legde Jezus uit, „dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.” — Johannes 3:16.
De eerder genoemde Alfonso is veel waarde gaan hechten aan het ’levende water’ van God. Over degenen die met hun leven van misdaad en drugs waren doorgegaan zegt hij: „Mijn broer is dood, net als al mijn oude vrienden. Doordat ik Gods Woord heb leren kennen, is mij een dergelijk lot bespaard gebleven. Dankzij Jehovah’s geestelijke voorzieningen leef ik nog.” Daar komt nog bij dat Alfonso door wat hij uit Gods Woord heeft geleerd, uitziet naar een leven waaraan geen einde komt in Gods beloofde nieuwe wereld. — 2 Petrus 3:13.
Een uitnodiging voor iedereen
In het laatste boek van de Bijbel treffen we de beschrijving aan van „een rivier van water des levens, helder als kristal, die vanuit de troon van God en van het Lam stroomde” (Openbaring 22:1). De rivier beeldt Gods voorzieningen af die het menselijk leven uiteindelijk terug zullen brengen in de volmaakte toestand waarin Adam en Eva aan het begin van de menselijke geschiedenis verkeerden.
Na die rivier beschreven te hebben, gaat het verslag verder met de uitnodiging: „Een ieder die dorst heeft, kome; een ieder die wil, neme het water des levens om niet” (Openbaring 22:17). Tegenwoordig klinkt die uitnodiging overal op aarde. Jaarlijks besteden Jehovah’s Getuigen in meer dan 235 landen er ruim een miljard uur aan, mensen te helpen levengevende kennis van de Bijbel te verwerven.
Dorst u naar het water des levens? Door het kristalheldere water te drinken, dat wil zeggen kennis te vergaren over de voorzieningen van onze Schepper en er gebruik van te maken, kunt ook u tot degenen behoren die ’een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggen, om het werkelijke leven stevig vast te kunnen grijpen’. — 1 Timotheüs 6:19.
[Inzet op blz. 14]
Zoals water letterlijk reinigt, kan de Bijbelse waarheid moreel en geestelijk reinigen
[Kader/Illustraties op blz. 15]
WATERVOORZIENING IN BIJBELSE TIJDEN
In Bijbelse tijden deden mensen buitengewoon veel moeite om betrouwbare waterbronnen te lokaliseren. Abraham en Isaäk groeven putten bij Berseba om ervoor te zorgen dat ze voldoende water voor hun gezin en hun kudden hadden. — Genesis 21:30, 31; 26:18.
Ondiepe putten droogden in de lange, warme zomers vaak op. Voor een betrouwbare watervoorziening moest een put diep zijn (Spreuken 20:5). In Lachis bevindt zich een put die 44 meter diep is. Een andere put, in Gibeon gelegen, heeft een doorsnede van 11 meter en is 25 meter diep. Voor het graven van die put moest er zo’n 3000 ton gesteente verwijderd worden. De Samaritaanse vrouw die water uit de Jakobsbron kwam putten, zei tegen Jezus dat de put diep was. Het is mogelijk dat het waterpeil daar 23 meter onder de oppervlakte lag. — Johannes 4:11.
Ook regenbakken waren in de oudheid een bron van water in het Midden-Oosten. In die ondergrondse ruimten werd het regenwater opgevangen dat van oktober tot april viel. In de heuvels werden kanalen aangelegd om ervoor te zorgen dat het in de regenbakken liep. De Israëlieten hebben grote regenbakken uitgehouwen om water op te slaan. — 2 Kronieken 26:10.
Het putten van water uit bronnen en regenbakken was, en is nog steeds, zwaar werk. Vrouwen als Rebekka en Jethro’s dochters kweten zich van een waardevolle taak door elke dag water voor het gezin en het vee te putten. — Genesis 24:15-20; Exodus 2:16.
[Illustratie op blz. 15]
Alfonso nu, terwijl hij over Gods Woord spreekt