DORKAS
(Do̱rkas) [Gazelle].
Een christin die tot de gemeente in Joppe behoorde. „Zij was overvloedig in goede daden en gaven van barmhartigheid”, waartoe blijkbaar ook het maken van onder- en bovenklederen voor behoeftige weduwen behoorde (Han 9:36, 39). „Dorkas” komt overeen met de Aramese naam „Tabitha”; beide namen betekenen „gazelle”. Waarschijnlijk was Dorkas onder beide namen bekend, aangezien het destijds niet ongewoon was dat joden — vooral als zij in een havenstad zoals Joppe woonden, met een gemengde joods-heidense bevolking — een Hebreeuwse en een Griekse of Latijnse naam hadden. Het is echter ook mogelijk dat Lukas de naam in het belang van heidense lezers vertaald heeft. Dorkas is de enige in de Schrift genoemde vrouw die als een „discipelin” wordt aangeduid. Dit wil echter niet zeggen dat zij een bijzondere plaats in de gemeente innam, want in werkelijkheid waren alle christenen discipelen van Jezus Christus (Mt 28:19, 20). Hoewel haar dood in het jaar 36 G.T. groot verdriet veroorzaakte onder de weduwen, die klaarblijkelijk veel goeds van haar hadden ondervonden, doet het feit dat er geen gewag wordt gemaakt van een man die om haar treurde, vermoeden dat Dorkas toentertijd ongehuwd was.
Na haar dood maakten de discipelen in Joppe haar gereed voor de begrafenis. Toen zij echter vernamen dat Petrus in Lydda was, dat ongeveer 18 km ten ZO van Joppe lag, lieten zij hem halen. Ongetwijfeld hadden zij gehoord dat Petrus daar de verlamde Eneas had genezen, en op grond hiervan kunnen zij gedacht hebben dat de apostel dan Dorkas misschien wel uit de doden kon opwekken. Anderzijds kunnen zij zich enkel tot Petrus hebben gewend om door hem vertroost te worden. — Han 9:32-38.
Petrus ging op dezelfde wijze te werk als Jezus toen deze het dochtertje van Jaïrus opwekte (Mr 5:38-41; Lu 8:51-55). Nadat hij iedereen de bovenzaal uit had gestuurd, bad hij en zei toen: „Tabitha, sta op!” Dorkas opende haar ogen, ging overeind zitten, pakte de hand van Petrus vast en richtte zich op. Dit is de eerste door een apostel bewerkte opstanding waarover een bericht is opgetekend. Het voorval leidde ertoe dat in de hele stad Joppe velen gelovigen werden. — Han 9:39-42.