-
Een produktieve olijfboomDe Wachttoren 1983 | 15 november
-
-
13. Waarom bracht Paulus droefheid tot uitdrukking, en wat illustreerde hij door middel van een gekweekte olijfboom?
13 De apostel Paulus brengt droefheid tot uitdrukking over het feit dat ’niet allen die uit Israël voortspruiten, werkelijk „Israël” zijn’ en verklaart: „Evenmin zijn zij allen kinderen [een deel van Abrahams geestelijke zaad] omdat zij Abrahams zaad zijn.” Vervolgens illustreert hij hoe Jehovah ’kinderen voor Abraham verwekt’ (Rom. 9:1, 2, 6, 7). Ten einde te beschrijven hoe het Abrahamitische verbond het volledige aantal leden van het geestelijke zaad der belofte voortbrengt, gebruikt hij het symbool van een speciaal gekweekte olijfboom. — Gelieve Romeinen 11:13-26 te lezen.
14. Wie is de wortel van de symbolische olijfboom, en welke schriftplaatsen tonen dit aan?
14 Voordat Paulus over de boom zelf spreekt, maakt hij melding van de wortel en zegt dan dat „de wortel heilig is” (Rom. 11:16). Jehovah God is de „Allerheiligste” (Hos. 11:12). Hij wordt vaak „de Heilige Israëls” genoemd, vooral in het boek Jesaja (Jes. 10:20; 29:19; 60:9). De apostel Petrus geeft gezalfde christenen de volgende raad: „Wordt ook gij, in overeenstemming met de heilige die u geroepen heeft, zelf heilig in uw gehele gedrag” (1 Petr. 1:15, 16). Jehovah God, de Grotere Abraham, is de wortel van de symbolische olijfboom.
15. (a) In welke opzichten is Jehovah de wortel van het geestelijke Israël? (b) Wie is de stam van de symbolische olijfboom? Waarom?
15 Evenals de patriarch Abraham de wortel van de natie Israël was, geeft Jehovah leven aan het geestelijke Israël. En evenals de twaalf stammen van Israël uit Abraham voortsproten, via zijn zoon Isaäk en via Jakob en de twaalf patriarchen, spruiten de twaalf symbolische stammen van het geestelijke Israël uit Jehovah voort, via de Grotere Isaäk, Christus Jezus. Hij, als het primaire Zaad van Abraham, wordt gesymboliseerd door de stam van de olijfboom (Gal. 3:16). Via zijn Zoon, Christus Jezus, brengt Jehovah — de wortel — het volledige aantal leden van het secundaire zaad voort (Gal. 3:29). Maar hoe of op welke manier brengt Jehovah het vereiste aantal symbolische takken voort?
Sommige takken weggekapt, andere geënt
16. Wat is het door Paulus in Romeinen 11:25 en Efeziërs 3:3-6 genoemde „heilige geheim”?
16 Paulus legt deze schitterende regeling nog verder uit. Hij schrijft: „Want ik wil niet, broeders, dat gij onwetend zijt omtrent dit heilige geheim, opdat gij niet beleidvol zijt in uw eigen ogen: dat er over Israël gedeeltelijk een afstomping der zinnen is gekomen totdat het volledige aantal mensen der natiën is binnengekomen, en op deze wijze [Grieks: kai houtoosa] zal geheel Israël worden gered” (Rom. 11:25, 26; vergelijk Efeziërs 3:3-6). Jehovah zou ’kinderen voor Abraham verwekken’ door het vereiste of „volledige aantal mensen der natiën [heidenen]” tot het secundaire zaad van Abraham toe te laten. Door „het geloof van Abraham” aan de dag te leggen, zou dit beperkte aantal niet-joden er blijk van geven geestelijke joden te zijn en deel uit te maken van het geestelijke Israël, „het Israël Gods”. — Rom. 4:16; 2:28, 29; Gal. 6:15, 16.
17. (a) Welke ongebruikelijke procedure beschreef Paulus? (b) Wie werden door de weggekapte takken afgebeeld en wie door de geënte takken van een wilde olijfboom? (c) Hoe werden de trotse en hooghartige joden door deze illustratie aan de kaak gesteld?
17 Paulus illustreerde de wijze waarop dit „heilige geheim” zich ontwikkelde, door melding te maken van een ongebruikelijke tuinbouwkundige procedure. De normale procedure is, loten van een gekweekte boom op een wilde stam te enten om die produktief te maken, zoals Paulus heel goed wist. Hij zei tot de heidense christenen dat zij „tegen de natuur in, op de gekweekte olijfboom [werden] geënt” (Rom. 11:24). Aldus vergeleek hij de niet-joden die tot het Abrahamitische verbond toegelaten zouden worden, met spruiten of loten van een wilde olijfboom die op de stam van een „gekweekte olijfboom” zouden worden geënt. Zij zouden een vervanging vormen van de natuurlijke takken die waren weggekapt — een afbeelding van de joden naar het vlees die wegens hun gebrek aan geloof waren verworpen (Rom. 11:17, 19, 20, 24). Deze ongebruikelijke illustratie vormde een krachtige ontmaskering van de trotse en hooghartige ongelovige joden, die de heidenen even levenloos achtten als stenen of die hen beschouwden als personen die evenals wilde olijftakken niet in staat waren voortreffelijke vruchten voort te brengen. Er werd door bevestigd dat Jehovah ’de macht had om kinderen voor Abraham te verwekken’, zoals Johannes de Doper van tevoren bij wijze van waarschuwing had gezegd. — Luk. 3:8.
18. (a) Wat gebeurde er in 36 G.T., maar werden sommige weggekapte takken opnieuw op de Abrahamitische-verbondsboom geënt? (b) Hoe bevorderde Paulus eenheid in de christelijke gemeente?
18 Niettemin hadden niet-joodse christenen die „tegen de natuur in” als een deel van het geestelijke zaad op de Abrahamitische-verbondsboom werden geënt, geen reden zich superieur te voelen aan de joden. Paulus legde uit: „Wat hen [de joden] betreft, indien zij niet in hun ongeloof blijven, zullen ook zij worden geënt; want God kan hen opnieuw enten” (Rom. 11:23). Een klein overblijfsel van de natuurlijke joden aanvaardde het primaire Zaad en zij werden blijvende takken van de symbolische boom (Rom. 9:27; 11:5). Maar de meerderheid van de joden was in 36 G.T., aan het einde van de door Daniël voorzegde zeventigste jaarweek, van de Abrahamitische-verbondsboom weggebroken (Dan. 9:27).b Daarna werden sommige joden echter opnieuw „op hun eigen olijfboom” geënt doordat zij geloof stelden in de Messías, Jezus, het primaire Zaad van Abraham (Rom. 11:24; Hand. 13:5, 42, 43; 14:1). Door deze dingen uiteen te zetten, bevorderde Paulus eenheid onder de gezalfde christenen, want allen hadden door „Gods goedheid” ’deel gekregen aan de wortel der vetheid van de olijfboom’. — Rom. 11:17, 22.
Een volledig produktieve olijfboom
19. Hoe heeft het Abrahamitische verbond geleidelijk aan het geestelijke zaad tot redding van „geheel Israël” voortgebracht?
19 In de loop der eeuwen, en vooral in de gunstige periode van deze tijd van het einde, zijn nog meer joden en niet-joden op de symbolische olijfboom geënt. Aldus brengt het Abrahamitische verbond het „volledige aantal” joden en heidenen voort dat nodig is om het geestelijke zaad voltallig te maken. „Op deze wijze zal geheel Israël worden gered”, niet het Israël naar het vlees, maar degenen die „werkelijk ’Israël’” zijn, de 144.000 leden van het geestelijke Israël. — Rom. 11:12, 25, 26; 9:6-8; Openb. 7:4.
-
-
Een produktieve olijfboomDe Wachttoren 1983 | 15 november
-
-
a “καὶ οὕτως = en aldus; niet slechts temporeel” (The Expositor’s Greek Testament). Vergelijk Vertaling door prof. Brouwer („en op die wijze”), Leidse Vertaling, Willibrordvertaling („en zo”). Degenen die in de uiteindelijke bekering en redding van de gehele joodse natie geloven, geven aan kai houtoos de betekenis van „en dan” wat tijd betreft. (Zie Romeinen 11:26, Petrus-Canisiusvertaling, Groot Nieuws Bijbel.) Deze uitleg wordt in veel bijbelcommentaren van de christenheid gegeven, ook al druist ze in tegen Paulus’ gehele manier van redeneren en tegen de geschiedkundige feiten uit het verleden en in deze tijd. — Vergelijk Romeinen 2:28, 29; 9:1-6, 27; 10:1, 21; 11:5, 7-10, 14; Handelingen 13:45, 46.
-