-
Op een juist fundament bouwen met materialen die tegen vuur bestand zijnDe Wachttoren 1967 | 1 februari
-
-
24. Aangaande wie bleef Paulus voortgaan te prediken toen hij in het bolwerk van heidense filosofie, Korinthe, kwam?
24 Toen Paulus naar Korinthe kwam om het goede nieuws te prediken, werd hij niet geïntimideerd door de wereldse wijsheid van de heidense Grieken. Hij trachtte niet op een wereldse wijze grote intellectualiteit aan de dag te leggen ten einde met de Griekse filosofie te wedijveren en aan te tonen dat hij scherpzinniger was dan heidense filosofen en aldus volgelingen te winnen. Hij trachtte niet de oren van mensen die wereldse wijsheid, menselijke theorieën en filosofieën zochten, te kittelen. Hij kwam daar om Jezus Christus als fundament voor een christelijke gemeente te leggen. „En daarom,” zo zegt hij in 1 Korinthiërs 2:1-5, „broeders, ben ik, toen ik tot u kwam, niet met een overdaad van woorden of van wijsheid gekomen om het heilige geheim van God aan u bekend te maken. Want ik had besloten niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, de aan een paal gehangene. En ik kwam tot u in zwakheid en in vrees en met veel beving; en mijn spreken en wat ik predikte, was niet met overredende woorden van wijsheid, maar met een tentoonspreiding van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid van mensen, maar in Gods kracht.”
25. Hoe zou een christen die pioniert en zich in een soortgelijke situatie bevindt als Paulus in Korinthe, zich kunnen voelen, maar wat kan hij doen?
25 Zo kan het thans zijn dat een christen die pioniert, evenals de apostel Paulus beeft en zich erg zwak voelt wanneer hij in een burcht van wereldse filosofische wijsheid komt. Toch kan hij Gods geest en kracht ten toon spreiden en het geloof dat anderen in God hebben, bevestigen.
26. (a) Hoe werd Paulus in Korinthe door de Heer aangemoedigd, en wat deed hij derhalve? (b) Waarom bleek de gemeente te Korinthe jaren nadien nog steeds te bestaan?
26 Het is daarom ook niet te verwonderen dat de Heer Paulus in Korinthe moest aanmoedigen, zoals wij lezen: „Door middel van een visioen zei de Heer bovendien ’s nachts tot Paulus: ’Vrees niet, maar blijf spreken en zwijg niet, want ik ben met u en geen mens zal u aanvallen om u schade te berokkenen, want ik heb veel volk in deze stad.’ Hij bleef daar dan een jaar en zes maanden wonen, terwijl hij in hun midden het woord Gods onderwees” (Hand. 18:9-11). Gods Woord werd niet verjaagd door wereldwijze heidense filosofie. De gemeente die Paulus in Korinthe oprichtte, bestond jaren later, toen Paulus zijn eerste en tweede brief aan de Korinthische christenen schreef, nog steeds en verkeerde in een bloeiende toestand. Ze was op een juist fundament opgericht. Ze kon standhouden.
-
-
De noodzaak van onbrandbare materialenDe Wachttoren 1967 | 1 februari
-
-
De noodzaak van onbrandbare materialen
1. Wanneer werd de christelijke gemeente gesticht, en op welk fundament, en hoe bleek dit uit Petrus’ verklarende toespraak?
HET enige fundament dat voor „Gods gebouw” wordt toegestaan, is zijn Zoon Jezus Christus. De ware christelijke gemeente, niet de christenheid, werd negentien eeuwen geleden, op de dag van het pinksterfeest, op 6 Sivan van het jaar 33 G.T., te Jeruzalem op dat fundament opgericht. De apostel Petrus, die dienst deed als ’Gods medewerker’, maakte moedig Gods fundament voor Gods gebouw bekend en besloot zijn verklarende toespraak tot de daar bijeengekomen joden met de woorden: „Dat daarom het gehele huis Israëls met volle zekerheid wete, dat God deze Jezus, die gij aan een paal hebt gehangen, zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt.”
2. Op welk fundament vestigde de raad die Petrus aan de door hun geweten gekwelde joden gaf, de aandacht, en waar staan de leden van Gods gebouw in de ruimtevaarteeuw?
2 Toen de door hun geweten gekwelde joden vervolgens vroegen wat zij in overeenstemming met Gods voorziening moesten doen, hield Petrus nog steeds vast aan Gods ene fundament door hun de raad te geven: „Hebt berouw, en een ieder van u worde gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en gij zult de vrije gave, de heilige geest, ontvangen” (Hand. 2:1-38). Dat aldaar gelegde fundament heeft de woedende stormen van de eeuwen doorstaan. Thans, in deze materialistische, modernistische, de wetenschap verheerlijkende, nucleaire ruimtevaarteeuw, staan de leden van Gods gebouw onwrikbaar op datzelfde onvergankelijke fundament.
-