-
Hoe zult u staan voor de oordeelstroon?De Wachttoren 1995 | 15 oktober
-
-
12 Dat Daniël God ’op een troon zag zitten’, betekende dus dat Hij was gekomen om recht te spreken. Al eerder had David gezongen: „Gij [Jehovah] hebt mijn rechtszaak en mijn pleit behartigd; gij hebt op de troon gezeten, rechtsprekend met rechtvaardigheid” (Psalm 9:4, 7). En Joël schreef: „Laten de natiën zich opmaken en optrekken naar de laagvlakte van Josafat; want daar zal ik [Jehovah] zitten ten einde alle natiën . . . te oordelen” (Joël 3:12; vergelijk Jesaja 16:5). Zowel Jezus als Paulus bevond zich in een rechterlijke situatie waarin een mens ’zat’ om een rechtszaak te behandelen en een oordeel uit te spreken.b — Johannes 19:12-16; Handelingen 23:3; 25:6.
-
-
Hoe zult u staan voor de oordeelstroon?De Wachttoren 1995 | 15 oktober
-
-
b Paulus vroeg met betrekking tot christenen die elkaar voor het gerecht daagden: „Stelt gij . . . degenen als rechters aan [letterlijk: „laat gij . . . zitten”] op wie in de gemeente wordt neergezien?” — 1 Korinthiërs 6:4.
-