De engelen — „Geesten voor openbare dienst”
„Zijn zij niet allen geesten voor openbare dienst, uitgezonden om te dienen ten behoeve van hen die redding zullen beërven?” — HEBREEËN 1:14.
1. Welke troost kunnen we uit Mattheüs 18:10 en Hebreeën 1:14 putten?
JEZUS CHRISTUS waarschuwde personen die zijn volgelingen misschien tot struikelen zouden brengen: „Ziet erop toe dat gij niet een van deze kleinen veracht, want ik zeg u dat hun engelen in de hemel altijd het aangezicht aanschouwen van mijn Vader, die in de hemel is” (Matth. 18:10). Over de getrouwe engelen schreef de apostel Paulus: „Zijn zij niet allen geesten voor openbare dienst, uitgezonden om te dienen ten behoeve van hen die redding zullen beërven?” (Hebr. 1:14) Die woorden zijn een bemoedigende verzekering dat God die hemelse schepselen gebruikt om mensen te helpen. Wat vertelt de Bijbel ons over engelen? Hoe staan ze ons bij? Wat kunnen we van hun voorbeeld leren?
2, 3. Wat zijn enkele taken van de hemelse geestelijke schepselen?
2 Er zijn miljoenen getrouwe engelen in de hemel, die allemaal ’geweldig in kracht zijn en zijn woord volbrengen’ (Ps. 103:20; lees Openbaring 5:11). Die geestenzonen van God hebben een eigen persoonlijkheid, goddelijke eigenschappen en een vrije wil. Ze zijn voortreffelijk georganiseerd en bekleden hoge posities in Gods regeling. Michaël (Jezus’ naam in de hemel) is de aartsengel (Dan. 10:13; Jud. 9). Die „eerstgeborene van heel de schepping” is „het Woord”, Gods woordvoerder. Jehovah gebruikte hem bij het maken van alle andere dingen (Kol. 1:15-17; Joh. 1:1-3).
3 Onder de aartsengel komen de serafs, die Jehovah’s heiligheid verkondigen en helpen bij het geestelijk rein houden van zijn volk. Er zijn ook cherubs, die Gods majesteit hooghouden (Gen. 3:24; Jes. 6:1-3, 6, 7). Andere engelen oftewel boodschappers volbrengen Gods wil op allerlei andere manieren (Hebr. 12:22, 23).
4. Hoe reageerden de engelen op het grondvesten van de aarde, en wat had het voor mensen kunnen betekenen als er een juist gebruik was gemaakt van de vrije wil?
4 Alle engelen verheugden zich over het ’grondvesten van de aarde’ en kweten zich vol vreugde van hun werktoewijzing terwijl dat unieke juweel in de ruimte zich ontwikkelde tot de woonplaats voor de mensheid (Job 38:4, 7). Jehovah schiep de mens „een weinig lager dan engelen” maar naar Zijn „beeld”, waardoor mensen in staat zijn de verheven eigenschappen van de Schepper te weerspiegelen (Hebr. 2:7; Gen. 1:26). Hadden Adam en Eva een juist gebruik gemaakt van de gave van de vrije wil, dan hadden zij en hun nakomelingen in een paradijs kunnen blijven leven, als leden van Jehovah’s universele gezin van met verstand begiftigde schepselen.
5, 6. Welke opstand vond er in de hemel plaats, en hoe reageerde God daarop?
5 De heilige engelen moeten wel ontzet zijn geweest toen ze getuige waren van het begin van opstand in Gods gezin. Iemand uit hun midden nam er niet langer genoegen mee Jehovah te loven maar wenste zelf aanbeden te worden. Hij maakte zich tot Satan (wat „Tegenstrever” betekent) door de rechtmatigheid van Jehovah’s heerschappij in twijfel te trekken en een ambitieuze poging te doen om een rivaliserende soevereiniteit in het leven te roepen. Met de eerste opgetekende leugen bracht Satan het eerste mensenpaar er sluw toe zich bij hem aan te sluiten in de opstand tegen hun liefdevolle Schepper (Gen. 3:4, 5; Joh. 8:44).
6 Jehovah’s snelle vonnis over Satan werd verwoord in de eerste Bijbelprofetie: „Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen” (Gen. 3:15). Er zou vijandschap blijven tussen Satan en Gods „vrouw”. Ja, Jehovah bezag de hemelse organisatie van trouwe geestelijke schepselen als een beminde vrouw met wie hij als Echtgenoot een hechte band had. Die profetie verschafte een deugdelijke basis voor hoop, hoewel de details een ’heilig geheim’ bleven dat geleidelijk onthuld zou worden. Het was Gods voornemen dat iemand die tot het hemelse deel van zijn organisatie behoorde alle opstandelingen zou verpletteren en dat via hem „de dingen in de hemelen en de dingen op de aarde” bijeengebracht zouden worden (Ef. 1:8-10).
7. Wat deden sommige engelen in de tijd van Noach, en wat was het gevolg voor hen?
7 In de tijd van Noach verlieten een aantal engelen hun „juiste woonplaats” en materialiseerden zich in een vleselijk lichaam om zelfzuchtige genoegens op aarde na te jagen (Jud. 6; Gen. 6:1-4). Jehovah wierp die opstandelingen in dikke duisternis en zo werden ze net als Satan „goddeloze geestenkrachten” en boosaardige vijanden van Gods aanbidders (Ef. 6:11-13; 2 Petr. 2:4).
Hoe staan engelen ons bij?
8, 9. Hoe heeft Jehovah engelen gebruikt om mensen bij te staan?
8 Abraham, Jakob, Mozes, Jozua, Jesaja, Daniël, Jezus, Petrus, Johannes en Paulus behoren tot degenen die door engelen werden gediend. Rechtvaardige engelen voltrokken Gods oordelen en brachten profetieën en instructies over, met inbegrip van de mozaïsche wet (2 Kon. 19:35; Dan. 10:5, 11, 14; Hand. 7:53; Openb. 1:1). Omdat we nu het complete Woord van God hebben, hoeven engelen misschien geen goddelijke boodschappen meer over te brengen (2 Tim. 3:16, 17). Maar achter de schermen hebben de engelen het heel druk met het volbrengen van Gods wil en het bijstaan van zijn aanbidders.
9 De Bijbel geeft ons de verzekering: „De engel van Jehovah legert zich rondom degenen die hem vrezen, en hij verlost hen” (Ps. 34:7; 91:11). Vanwege de strijdvraag inzake rechtschapenheid laat Jehovah toe dat Satan allerlei beproevingen over ons brengt (Luk. 21:16-19). God weet echter wanneer het punt is bereikt dat verdere beproeving niets zou toevoegen aan het bewijs dat we rechtschapen zullen blijven. (Lees 1 Korinthiërs 10:13.) Engelen staan steeds klaar om tussenbeide te komen als God dat wil. Ze hebben Sadrach, Mesach, Abednego, Daniël en Petrus gered, maar niet verhinderd dat vijanden Stefanus en Jakobus doodden (Dan. 3:17, 18, 28; 6:22; Hand. 7:59, 60; 12:1-3, 7, 11). De omstandigheden en strijdpunten verschilden. Zo werden ook sommigen van onze broeders en zusters in naziconcentratiekampen terechtgesteld, terwijl Jehovah ervoor zorgde dat de meesten van hen in leven bleven.
10. Welke hulp kunnen we naast die van engelen nog meer ontvangen?
10 De Bijbel leert niet dat ieder mens op aarde een beschermengel heeft. We bidden in het vertrouwen dat „ongeacht wat wij vragen overeenkomstig [Gods] wil, hij ons hoort” (1 Joh. 5:14). Natuurlijk zou Jehovah een engel kunnen sturen om ons te helpen, maar de hulp kan ook op een andere manier komen. Medechristenen kunnen gemotiveerd worden om hulp en troost te verschaffen. God kan ons de wijsheid en innerlijke kracht geven die nodig zijn om „een doorn in het vlees” te verduren die ons kwelt alsof we door „een engel van Satan” worden geslagen (2 Kor. 12:7-10; 1 Thess. 5:14).
Volg Jezus na
11. Hoe werden engelen gebruikt om Jezus te helpen, en wat werd er bereikt doordat hij trouw bleef aan God?
11 Bedenk eens hoe Jehovah in het geval van Jezus engelen heeft gebruikt. Ze kondigden zijn geboorte en opstanding aan en dienden hem toen hij op aarde was. De engelen hadden zijn arrestatie en wrede dood kunnen verhinderen. In plaats daarvan werd er een engel gezonden om hem te sterken (Matth. 28:5, 6; Luk. 2:8-11; 22:43). In overeenstemming met Jehovah’s voornemen stierf Jezus een offerandelijke dood en bewees hij dat een volmaakt mens rechtschapen kan blijven tegenover God ook al wordt hij tot het uiterste beproefd. Jehovah wekte Jezus daarom op tot onsterfelijk hemels leven; hij gaf hem „alle autoriteit” en onderwierp engelen aan hem (Matth. 28:18; Hand. 2:32; 1 Petr. 3:22). Jezus bleek het voornaamste deel van het „zaad” van Gods „vrouw” te zijn (Gen. 3:15; Gal. 3:16).
12. Hoe kunnen we Jezus’ evenwichtige voorbeeld navolgen?
12 Jezus wist dat het verkeerd was Jehovah op de proef te stellen door te verwachten dat engelen hem zouden redden als hij zich roekeloos zou gedragen. (Lees Mattheüs 4:5-7.) Laten we dus Jezus’ voorbeeld navolgen door met „gezond verstand” te leven, geen onnodige risico’s te nemen maar wel vol vertrouwen vervolging onder ogen te zien (Tit. 2:12).
Wat we van de getrouwe engelen kunnen leren
13. Wat kunnen we leren van het voorbeeld van de rechtvaardige engelen die in 2 Petrus 2:9-11 worden genoemd?
13 Als Petrus degenen berispt die ’schimpend spreken’ over Jehovah’s gezalfde aanbidders, wijst hij op het voortreffelijke voorbeeld van de rechtvaardige engelen. Hoewel de engelen veel kracht bezitten, zijn ze zo nederig zich „uit achting voor Jehovah” niet beschuldigend uit te laten alsof zij de rechters zijn. (Lees 2 Petrus 2:9-11.) Laten ook wij ons geen ongepast oordeel aanmatigen, maar respect tonen voor degenen aan wie het toezicht in de gemeente is toevertrouwd en verder alles aan Jehovah, de Opperrechter, overlaten (Rom. 12:18, 19; Hebr. 13:17).
14. Welke voorbeelden van nederige dienst geven de engelen?
14 Jehovah’s engelen geven ons prachtige voorbeelden van nederige dienst. Bepaalde engelen weigerden hun naam aan mensen te onthullen (Gen. 32:29; Recht. 13:17, 18). Hoewel er miljoenen geestelijke schepselen in de hemel zijn, onthult de Bijbel alleen de namen van Michaël en Gabriël. Dat kan dienen als een bescherming tegen het schenken van onterechte eer aan engelen (Luk. 1:26; Openb. 12:7). Toen de apostel Johannes neerviel om te aanbidden voor de voeten van een engel, kreeg hij de vermaning: „Pas op! Doe dat niet! Ik ben slechts een medeslaaf van u en van uw broeders” (Openb. 22:8, 9). Onze aanbidding, onze gebeden inbegrepen, mag alleen naar God gaan. (Lees Mattheüs 4:8-10.)
15. Hoe zijn de engelen voor ons een voorbeeld van geduld?
15 De engelen zijn ook een voorbeeld van geduld. Hoewel het hun intens interesseert Gods heilige geheimen te kennen, zijn ze niet van al die geheimen op de hoogte. „In diezelfde dingen zijn engelen begerig te turen”, zegt de Bijbel (1 Petr. 1:12). Wat doen ze dus? Ze wachten geduldig tot Gods bestemde tijd is gekomen om „door middel van de gemeente” zijn „rijkgevarieerde wijsheid” bekend te maken (Ef. 3:10, 11).
16. Hoe kan ons gedrag van invloed zijn op de engelen?
16 Christenen die beproevingen doormaken, zijn ’een theaterschouwspel voor engelen’ (1 Kor. 4:9). Met grote voldoening slaan de engelen onze daden van getrouwheid gade en ze verheugen zich zelfs over het berouw van een zondaar (Luk. 15:10). Het godvruchtige gedrag van christelijke vrouwen wordt door de engelen opgemerkt. De Bijbel maakt duidelijk dat „de vrouw een teken van gezag op haar hoofd [behoort] te hebben ter wille van de engelen” (1 Kor. 11:3, 10). Engelen zijn blij als ze zien dat christelijke vrouwen en alle andere aardse dienaren van God zich houden aan de theocratische orde en het gezagsbeginsel. Die gehoorzaamheid is een passende herinnering voor die hemelse zonen van God.
Engelen steunen het predikingswerk
17, 18. Waarom kunnen we zeggen dat engelen onze prediking ondersteunen?
17 Engelen zijn betrokken bij sommige van de opmerkelijke dingen die er in „de dag des Heren” gebeuren. Daartoe behoren de geboorte van het Koninkrijk in 1914 en het uit de hemel slingeren van Satan en zijn demonen door „Michaël en zijn engelen” (Openb. 1:10; 11:15; 12:5-9). De apostel Johannes zag een „engel in het midden van de hemel vliegen, en hij had eeuwig goed nieuws, om dat als blijde tijdingen bekend te maken aan hen die op de aarde wonen”. De engel verkondigde: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van het oordeel door hem is gekomen, en aanbidt daarom Degene die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft” (Openb. 14:6, 7). Jehovah’s aanbidders kunnen dus verzekerd zijn van de steun van engelen als ze ondanks de boosaardige tegenstand van de Duivel het goede nieuws van het opgerichte Koninkrijk prediken (Openb. 12:13, 17).
18 In deze tijd leiden engelen ons niet naar oprechte mensen door tot ons te spreken, zoals een engel tegen Filippus sprak om hem naar de Ethiopische eunuch te sturen (Hand. 8:26-29). Uit veel hedendaagse ervaringen blijkt echter dat engelen achter de schermen onze Koninkrijksprediking ondersteunen en ons naar mensen met „de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” leiden (Hand. 13:48).a Wat is het belangrijk dat we geregeld aan de bediening deelnemen zodat we beschikbaar zijn om ons deel te doen bij het zoeken van degenen die ’de Vader met geest en waarheid willen aanbidden’! — Joh. 4:23, 24.
19, 20. Welk aandeel hebben engelen aan de gebeurtenissen die „het besluit van het samenstel van dingen” markeren?
19 Doelend op onze tijd zei Jezus dat „in het besluit van het samenstel van dingen” de engelen „de goddelozen uit het midden der rechtvaardigen [zouden] afscheiden” (Matth. 13:37-43, 49). Engelen spelen een rol bij de definitieve bijeenbrenging en verzegeling van gezalfden. (Lees Mattheüs 24:31; Openb. 7:1-3.) Bovendien wordt Jezus door engelen vergezeld als hij „de schapen van de bokken scheidt” (Matth. 25:31-33, 46).
20 „Bij de openbaring van de Heer Jezus vanuit de hemel met zijn krachtige engelen” zullen allen „die God niet kennen en (...) die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen”, vernietigd worden (2 Thess. 1:6-10). Toen Johannes diezelfde gebeurtenis in een visioen zag, beschreef hij Jezus en de hemelse engelenlegers als rijdend op witte paarden om in rechtvaardigheid oorlog te voeren (Openb. 19:11-14).
21. Welke actie zal de engel „met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand” tegen Satan en zijn demonen ondernemen?
21 Johannes zag ook „een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand”. Dat is niemand minder dan de aartsengel Michaël, die de Duivel zal binden en hem — en kennelijk ook de demonen — in de afgrond zal slingeren. Aan het eind van Christus’ duizendjarige regering zullen ze even worden vrijgelaten en zal de volmaakte mensheid een laatste beproeving ondergaan. Daarna zullen Satan en alle andere opstandelingen vernietigd worden (Openb. 20:1-3, 7-10; 1 Joh. 3:8). Dan zal het met alle rebellie tegen Gods wil gedaan zijn.
22. Hoe zijn de engelen betrokken bij wat er vlak voor de deur staat, en hoe moeten we over hun rol denken?
22 De algehele bevrijding van Satans goddeloze samenstel van dingen staat vlak voor de deur. Engelen zullen een belangrijke rol spelen bij deze betekenisvolle gebeurtenissen waardoor Jehovah’s soevereiniteit wordt gerechtvaardigd en zijn voornemen met de aarde en de mensheid ten volle wordt verwezenlijkt. De rechtvaardige engelen zijn inderdaad „geesten voor openbare dienst, uitgezonden om te dienen ten behoeve van hen die redding zullen beërven”. Laten we Jehovah God daarom dankbaar zijn voor de manier waarop hij de engelen gebruikt om ons te helpen zijn wil te doen en eeuwig leven te verwerven.
[Voetnoot]
Wat zou je antwoorden?
• Hoe zijn de hemelse geestelijke schepselen georganiseerd?
• Wat deden sommige engelen in de tijd van Noach?
• Hoe heeft God engelen gebruikt om ons bij te staan?
• Welke rol spelen getrouwe engelen in onze tijd?
[Illustratie op blz. 21]
Engelen vinden het fijn Gods wil te doen
[Illustratie op blz. 23]
Zoals in Daniëls geval staan engelen altijd klaar om tussenbeide te komen als God dat wil
[Illustraties op blz. 24]
Wees moedig, want engelen ondersteunen de Koninkrijksprediking!
[Verantwoording]
Globe: NASA photo