Dien Jehovah, de God van vrijheid
‘Waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid.’ — 2 KOR. 3:17.
1, 2. (a) Waarom hielden slavernij en vrijheid de mensen in Paulus’ tijd bezig? (b) Wie is volgens Paulus de Bron van ware vrijheid?
DE MENSEN in de Romeinse wereld waarin de eerste christenen leefden, waren trotse voorvechters van de wet, gerechtigheid en vrijheid. Toch was de macht en roem van het Romeinse Rijk grotendeels gebouwd over de ruggen van slaven. Op een gegeven moment bestond zo’n 30 procent van de bevolking uit slaven. Ongetwijfeld waren slavernij en vrijheid onderwerpen die de gewone mensen, en ook de christenen, bezighielden.
2 Paulus had in zijn brieven veel over vrijheid te zeggen. Maar hij predikte geen sociale of politieke hervormingen, iets waar de mensen in zijn tijd op uit waren. Paulus verwachtte niet dat een menselijke heerser of instantie voor vrijheid zou zorgen. In plaats daarvan deden hij en andere christenen hun best om anderen het goede nieuws van Gods Koninkrijk en de onvergelijkelijke waarde van het loskoopoffer van Christus Jezus te onderwijzen. Paulus wees zijn geloofsgenoten op de Bron van ware vrijheid. In zijn tweede brief aan de Korinthiërs zei hij duidelijk: ‘Jehovah is de Geest, en waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid’ (2 Kor. 3:17).
3, 4. (a) Wat besprak Paulus in de verzen vóór 2 Korinthiërs 3:17? (b) Wat moeten we doen om de vrijheid te vinden die van Jehovah komt?
3 Eerder in zijn tweede brief aan de Korinthiërs had Paulus het over de stralende glans die van Mozes’ gezicht kwam toen hij van de berg Sinaï afdaalde nadat hij in de aanwezigheid van een engel van Jehovah was geweest. Het volk werd bang toen ze Mozes zagen, en daarom bedekte hij zijn gezicht met een sluier (Ex. 34:29, 30, 33; 2 Kor. 3:7, 13). ‘Maar’, legde Paulus uit, ‘als iemand zich tot Jehovah keert, wordt de sluier weggenomen’ (2 Kor. 3:16). Wat bedoelde hij?
4 Zoals we in het vorige artikel hebben geleerd, heeft alleen Jehovah, de Schepper van alle dingen, absolute en onbeperkte vrijheid. Het is dan ook logisch dat er vrijheid is in de aanwezigheid van Jehovah en ‘waar de geest van Jehovah is’. Maar om die vrijheid te vinden, moeten we ons ‘tot Jehovah keren’, oftewel een persoonlijke band met hem krijgen. De Israëlieten in de woestijn hadden geen geestelijke kijk op wat Jehovah voor hen had gedaan. Het was alsof er een sluier over hun hart en geest lag en ze verhard waren. Na hun bevrijding uit Egypte waren ze er alleen maar op gericht hun nieuwe vrijheid te gebruiken voor hun vleselijke verlangens (Hebr. 3:8-10).
5. (a) Wat voor vrijheid brengt Jehovah’s geest? (b) Hoe weten we dat iemand zelfs in gevangenschap de vrijheid kan hebben die Jehovah geeft? (c) Welke vragen moeten we beantwoorden?
5 De vrijheid die de geest van Jehovah geeft, is meer dan bevrijding van letterlijke slavernij en veel groter dan wat mensen ooit zouden kunnen bereiken. De geest kan ons bevrijden van slavernij aan de zonde en de dood en van slavernij aan valse aanbidding en de gebruiken ervan (Rom. 6:23; 8:2). Wat een glorieuze vrijheid! Het is een vrijheid die je zelfs kunt hebben als je gevangenzit of een slaaf bent (Gen. 39:20-23). Denk maar aan zuster Nancy Yuen en broeder Harold King, die beiden jarenlang voor hun geloof gevangen hebben gezeten. Op JW Broadcasting kun je zien wat ze over hun ervaringen vertellen. (Ga naar INTERVIEWS EN ERVARINGEN > BEPROEVINGEN DOORSTAAN.) Maar hoe kunnen we laten zien dat we onze vrijheid koesteren? En wat kunnen we doen om onze vrijheid verstandig te gebruiken?
SCHAT JE VRIJHEID NAAR WAARDE
6. Waaruit blijkt dat de Israëlieten geen waardering hadden voor de vrijheid die Jehovah ze had gegeven?
6 Als je beseft hoe waardevol een cadeau echt is, motiveert dat je om de gever je dankbaarheid te tonen. De Israëlieten hadden geen waardering voor de vrijheid die Jehovah ze gaf toen hij ze van slavernij in Egypte bevrijdde. Binnen een paar maanden begonnen ze te verlangen naar het eten en drinken dat ze in Egypte hadden. Ze gingen klagen over Jehovah’s voorzieningen en wilden zelfs teruggaan naar Egypte. Stel je voor, ze vonden ‘de vis’ en ‘de komkommers, de watermeloenen, de prei, de uien en de knoflook’ belangrijker dan de vrijheid die Jehovah ze had gegeven om hem te aanbidden. Geen wonder dat Jehovah heel kwaad werd op zijn volk (Num. 11:5, 6, 10; 14:3, 4). Dat is een belangrijke les voor ons.
7. Hoe paste Paulus zijn raad in 2 Korinthiërs 6:1 zelf toe, en hoe kunnen wij dat doen?
7 Paulus drong er bij alle christenen op aan de vrijheid die Jehovah heeft gegeven via zijn Zoon, Jezus Christus, niet als vanzelfsprekend te bezien. (Lees 2 Korinthiërs 6:1.) Hij voelde zich ongelukkig en werd door zijn geweten gekweld omdat hij zich een slaaf van de zonde en de dood voelde. Toch zei hij heel dankbaar: ‘God zij gedankt door Jezus Christus, onze Heer!’ Waarom zei hij dat? Hij legde zijn broeders en zusters uit: ‘De wet van de geest die leven geeft in eendracht met Christus Jezus, heeft je namelijk bevrijd van de wet van de zonde en de dood’ (Rom. 7:24, 25; 8:2). Net als Paulus moeten wij nooit uit het oog verliezen hoe bijzonder het is dat Jehovah ons heeft bevrijd van slavernij aan de zonde en de dood. Dankzij de losprijs kunnen we onze God dienen met een rein geweten, en dat geeft ons echte vreugde (Ps. 40:8).
8, 9. (a) Welke waarschuwing gaf Petrus over het gebruik van onze vrijheid? (b) Met welke gevaren hebben wij te maken?
8 We moeten niet alleen onze dankbaarheid tonen, we moeten ook oppassen dat we onze kostbare vrijheid nooit misbruiken. Petrus waarschuwde dat we onze vrijheid niet moeten gebruiken als een excuus voor verkeerd gedrag. (Lees 1 Petrus 2:16.) Doet die waarschuwing je niet denken aan wat er gebeurde met de Israëlieten in de woestijn? En voor ons is het gevaar misschien nog wel groter. Satan en zijn wereld bieden steeds aanlokkelijker keuzes op het gebied van bijvoorbeeld kleding, eten, drinken en ontspanning. Slimme reclamemakers gebruiken vaak knappe mensen om ons te laten geloven dat we bepaalde dingen moeten hebben die we eigenlijk helemaal niet nodig hebben. Hierdoor kunnen we er makkelijk toe verleid worden onze vrijheid te misbruiken.
9 De raad van Petrus geldt ook voor serieuzere zaken in het leven, zoals de opleiding, baan of carrière die je kiest. Zo worden jongeren tegenwoordig zwaar onder druk gezet om te voldoen aan de toelatingseisen van gerenommeerde instellingen voor hoger onderwijs. Hun wordt wijsgemaakt dat een hogere opleiding de deur opent naar goedbetaalde, prestigieuze banen. Ze krijgen vaak statistieken te zien van het grote inkomensverschil tussen afgestudeerden van zulke instellingen en mensen met alleen een basisopleiding. Omdat ze een keuze moeten maken die veel invloed kan hebben op de rest van hun leven, kan dat allemaal heel verleidelijk voor ze zijn. Wat moeten zij en hun ouders in gedachte houden?
10. Wat moeten we in gedachte houden als we onze vrijheid gebruiken om persoonlijke keuzes te maken?
10 Sommigen redeneren misschien: dit soort zaken zijn een persoonlijke keus en dus heb ik de vrijheid om te kiezen wat ik wil zolang mijn geweten dat toelaat. Hoewel we inderdaad de vrijheid hebben om zelf een keus te maken op het gebied van opleiding en werk, moeten we bedenken dat onze vrijheid relatief is en dat elke beslissing consequenties heeft. Om die reden zei Paulus: ‘Alles is geoorloofd [of ‘toegestaan’, vtn.], maar niet alles leidt tot iets goeds. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op’ (1 Kor. 10:23). Dat helpt ons in te zien dat er veel belangrijkere dingen zijn om te overwegen dan onze eigen voorkeur als het gaat om onze persoonlijke keuzes.
GEBRUIK JE VRIJHEID VERSTANDIG DOOR GOD TE DIENEN
11. Met welk doel zijn we bevrijd?
11 Toen Petrus waarschuwde dat we onze vrijheid niet moeten misbruiken, zei hij ook wat we wél met onze vrijheid moeten doen. Hij spoorde ons aan die te gebruiken om ‘God als slaven te dienen’. De echte reden waarom Jehovah ons via Jezus van de wet van de zonde en de dood heeft bevrijd, is dus dat we ons hele leven kunnen gebruiken om God te dienen.
12. Welk voorbeeld hebben Noach en zijn gezin ons gegeven?
12 De beste manier om te voorkomen dat we onze vrijheid misbruiken en opnieuw een slaaf worden van wereldse ambities en verlangens, is volledig op te gaan in geestelijke zaken (Gal. 5:16). Denk maar aan Noach en zijn gezin. Ze leefden in een gewelddadige, immorele wereld. Toch raakten ze niet verstrikt in de verlangens en activiteiten van de mensen om hen heen. Hoe slaagden ze erin daar vrij van te blijven? Ze kozen ervoor druk bezig te blijven met alles wat Jehovah ze had toegewezen: de ark bouwen, voedsel opslaan voor zichzelf en de dieren, en anderen waarschuwen. ‘Noach deed alles wat God hem had opgedragen. Precies zo deed hij het’ (Gen. 6:22). Het resultaat? Noach en zijn gezin overleefden het einde van die wereld (Hebr. 11:7).
13. Welke opdracht hebben we net als Jezus van Jehovah gekregen?
13 Wat heeft Jehovah ons opgedragen te doen? Als discipelen van Jezus kennen we die opdracht heel goed. (Lees Lukas 4:18, 19.) In deze tijd zijn de meeste mensen nog steeds verblind door de god van deze wereld. Ze zijn religieus, economisch en sociaal in slavernij (2 Kor. 4:4). Wij hebben het voorrecht om Jezus’ voorbeeld te volgen door mensen te helpen Jehovah, de God van vrijheid, te leren kennen en te aanbidden (Matth. 28:19, 20). Dat is geen makkelijk werk. In sommige landen zijn steeds minder mensen geïnteresseerd, en soms zijn ze zelfs vijandig. Het is goed je af te vragen: kan ik mijn vrijheid gebruiken om nog meer te doen in het Koninkrijkswerk?
14, 15. Wat hebben veel broeders en zusters besloten te doen als het gaat om de prediking? (Zie beginplaatje.)
14 Het is geweldig dat velen hun leven hebben vereenvoudigd om in de volletijddienst te kunnen staan omdat ze beseffen dat de tijd dringt (1 Kor. 9:19, 23). Sommigen pionieren in hun eigen gebied, anderen verhuizen naar waar de behoefte groter is. In de afgelopen vijf jaar zijn er wereldwijd meer dan een kwart miljoen volletijdpredikers bijgekomen, waardoor er nu ruim 1.100.000 gewone pioniers zijn. Wat is het mooi dat zo velen hun vrijheid gebruiken om Jehovah op die manier te dienen! — Ps. 110:3.
15 Wat heeft deze broeders en zusters geholpen hun vrijheid verstandig te gebruiken? Neem het voorbeeld van John en Judith, die de afgelopen 30 jaar in verschillende landen hebben gediend. Ze weten nog dat toen in 1977 de Pioniersschool van start ging, de nadruk werd gelegd op de bereidheid om te verhuizen en te dienen waar meer behoefte was. John zegt dat hij met dat doel voor ogen vaak van baan is veranderd zodat ze hun leven eenvoudig konden houden. Toen ze later in een ander land kwamen, werden ze door gebed en vertrouwen in Jehovah geholpen om obstakels te overwinnen zoals het leren van een nieuwe taal en het aanpassen aan een nieuwe cultuur en een ander klimaat. Welke uitwerking hadden die jaren van dienst op hen? ‘Het voelde alsof ik ondergedompeld werd in de beste activiteit die ik ooit heb gekend of ondernomen’, vertelt John. ‘Jehovah werd reëler voor me, als een lieve vader. Nu begrijp ik beter wat Jakobus 4:8 betekent: “Nader tot God, dan zal hij tot jou naderen.” Ik wist dat ik had gevonden wat ik zocht: een zinvol doel in het leven.’
16. Hoe hebben duizenden hun vrijheid verstandig gebruikt?
16 Sommigen kunnen net als John en Judith jarenlang in de volletijddienst staan. Anderen kunnen dat door omstandigheden maar een korte tijd. Maar velen grijpen de kans aan om mee te helpen bij bouwprojecten over de hele wereld. Toen bijvoorbeeld het internationale hoofdkantoor in Warwick (New York) werd gebouwd, hebben zo’n 27.000 broeders en zusters hun diensten aangeboden, voor een periode van twee weken tot een jaar of zelfs langer. Velen hebben hun leven in de wachtstand gezet om daar te kunnen dienen. Wat een schitterend voorbeeld van personen die hun vrijheid gebruiken om Jehovah, de God van vrijheid, te eren en te loven!
17. Welke schitterende toekomst wacht degenen die nu hun vrijheid verstandig gebruiken?
17 We zijn dankbaar dat we Jehovah hebben leren kennen en de vrijheid hebben die de ware aanbidding ons geeft. Laat bij de keuzes die je maakt zien dat je die vrijheid naar waarde schat. Misbruik of vergooi je vrijheid niet, maar gebruik die om zo veel mogelijk voor Jehovah te doen. Dan zul je de zegeningen kunnen ervaren die Jehovah heeft beloofd: ‘De schepping zelf zal bevrijd worden uit de slavernij van de vergankelijkheid en de glorieuze vrijheid van Gods kinderen hebben’ (Rom. 8:21).