-
Zul je verbeteringen blijven aanbrengen?De Wachttoren (studie-uitgave) 2020 | november
-
-
STUDIEARTIKEL 47
Zul je verbeteringen blijven aanbrengen?
‘Tot slot, broeders, behoud je vreugde, blijf verbeteringen aanbrengen.’ — 2 KOR. 13:11.
LIED 54 Dit is de weg!
VOORUITBLIKa
1. Wat voor reis maken we volgens Mattheüs 7:13, 14?
WE ZIJN allemaal op reis. Onze bestemming is leven in de nieuwe wereld onder Jehovah’s liefdevolle bestuur. Elke dag proberen we het pad te volgen dat naar het leven leidt. Maar zoals Jezus zei is de weg smal en soms moeilijk te volgen. (Lees Mattheüs 7:13, 14.) We zijn onvolmaakt en dwalen makkelijk van het pad af (Gal. 6:1).
2. Wat gaan we in dit artikel bespreken? (Zie ook het kader ‘Nederigheid helpt je koerscorrecties door te voeren’.)
2 Om op de smalle weg naar het leven te blijven, moet je bereid zijn je denken, houding en gedrag te verbeteren. Paulus moedigde de christenen in Korinthe aan: ‘Blijf verbeteringen aanbrengen’ (2 Kor. 13:11). Die raad geldt ook voor ons. In dit artikel gaan we bespreken hoe de Bijbel je kan helpen koerscorrecties aan te brengen en hoe evenwichtige vrienden je kunnen helpen op het pad naar het leven te blijven. We zullen ook zien wanneer het een uitdaging kan zijn instructies van Jehovah’s organisatie op te volgen. Bovendien komt aan bod hoe nederigheid je helpt je koers te veranderen zonder je vreugde in je dienst voor Jehovah te verliezen.
LAAT JE CORRIGEREN DOOR GODS WOORD
3. Wat heb je aan Gods Woord?
3 Als je probeert je eigen gedachten en gevoelens te onderzoeken, sta je voor een uitdaging. Je hart is namelijk verraderlijk, en dat maakt het soms moeilijk te weten waar het je naartoe leidt (Jer. 17:9). Je zou jezelf makkelijk kunnen bedriegen ‘met onjuiste redenaties’ (Jak. 1:22). Daarom moet je de Bijbel gebruiken om jezelf te onderzoeken. Gods Woord laat zien wie je vanbinnen bent, wat je diepste ‘gedachten en bedoelingen van het hart’ zijn (Hebr. 4:12, 13). In zekere zin is het als een röntgenapparaat waarmee je dingen kunt zien die niet zichtbaar zijn. Maar je moet nederig zijn om voordeel te trekken van de raad die je krijgt in de Bijbel of van Gods vertegenwoordigers.
4. Waaruit blijkt dat Saul trots werd?
4 Het voorbeeld van koning Saul laat zien wat er kan gebeuren als je niet nederig bent. Saul werd zo trots dat hij niet wilde toegeven dat hij zijn denken en gedrag moest veranderen (Ps. 36:1, 2; Hab. 2:4). Dat bleek duidelijk toen Jehovah Saul specifiek vertelde wat hij moest doen als hij de Amalekieten had verslagen. Saul luisterde niet naar Jehovah. En toen de profeet Samuël hem daarop aansprak, wilde hij zijn fout niet toegeven. Hij probeerde zijn daden goed te praten door de consequenties van zijn ongehoorzaamheid af te zwakken en de schuld op anderen af te schuiven (1 Sam. 15:13-24). Zoiets had Saul eerder ook al gedaan (1 Sam. 13:10-14). Helaas liet hij toe dat hij in zijn hart trots werd. Jehovah wees hem terecht en verwierp hem omdat hij zijn denken niet corrigeerde.
5. Wat kunnen we van Sauls voorbeeld leren?
5 Om niet als Saul te worden, moet je je afvragen: Heb ik de neiging de raad die ik in Gods Woord lees weg te redeneren? Zwak ik de consequenties van ongehoorzaamheid af? Ben ik geneigd de schuld op anderen af te schuiven? Als je antwoord op een van die vragen ja is, moet je je denken en houding veranderen. Anders kan je hart zo trots worden dat Jehovah je als zijn vriend verwerpt (Jak. 4:6).
6. Wat was het verschil tussen Saul en David?
6 Koning David, de opvolger van Saul, was heel anders. Hij hield van ‘de wet van Jehovah’ (Ps. 1:1-3). En hij wist dat Jehovah nederige mensen redt maar zich tegen trotse mensen keert (2 Sam. 22:28). Daarom liet hij zijn denken door Gods wet corrigeren. Hij schreef: ‘Ik loof Jehovah, die mij advies heeft gegeven. Zelfs ’s nachts word ik gecorrigeerd door mijn diepste gedachten’ (Ps. 16:7).
7. Wat zul je doen als je nederig bent?
7 Als je nederig bent, zul je verkeerde gedachten door Gods Woord laten corrigeren voordat ze tot verkeerde daden leiden. Gods Woord zal dan als een stem zijn die tegen je zegt: ‘Dit is de weg. Wandel daarop.’ Het zal je waarschuwen als je van het pad afwijkt, naar links of naar rechts (Jes. 30:21). Als je naar Jehovah luistert, zul je daar op verschillende manieren voordeel van hebben (Jes. 48:17). Je vermijdt dan bijvoorbeeld de schaamte die je voelt als je door iemand anders gecorrigeerd moet worden. En je krijgt een hechtere band met Jehovah omdat je erkent dat hij je behandelt als een geliefd kind (Hebr. 12:7).
8. Hoe kun je Gods Woord gebruiken als een spiegel, zoals blijkt uit Jakobus 1:22-25?
8 Gods Woord kan als een spiegel zijn. (Lees Jakobus 1:22-25.) Kijk je ’s ochtends in de spiegel voordat je vertrekt? Dan kun je zien of je nog iets moet corrigeren voordat anderen je zien. Hetzelfde geldt als je elke dag de Bijbel leest. Dan zie je dingen die je kunt aanpassen in je denken en je houding. Velen vinden het nuttig elke ochtend voordat ze vertrekken de dagtekst te lezen. Ze laten hun denken beïnvloeden door wat ze gelezen hebben. In de loop van de dag zoeken ze dan naar manieren om de raad uit Gods Woord toe te passen. Daarnaast moet het je dagelijkse routine zijn om in Gods Woord te lezen en erover na te denken. Dat klinkt misschien simpel, maar het is een van de belangrijkste dingen die je kunt doen om op de smalle weg naar het leven te blijven.
LUISTER NAAR EVENWICHTIGE VRIENDEN
9. Wanneer moet je misschien door een vriend gecorrigeerd worden?
9 Ben je weleens een weg ingeslagen die je van Jehovah weg leidde? (Ps. 73:2, 3) Misschien had een evenwichtige vriend de moed je te corrigeren. Maar heb je toen naar hem geluisterd en zijn raad toegepast? In dat geval heb je het juiste gedaan. Ongetwijfeld ben je je vriend dankbaar voor zijn waarschuwing (Spr. 1:5).
10. Hoe moet je reageren als een vriend je corrigeert?
10 Gods Woord zegt: ‘Uit trouw brengt een vriend wonden toe’ (Spr. 27:6). Wat wordt daarmee bedoeld? Stel dat je bij een drukke straat staat te wachten om over te steken. Dan word je afgeleid door je telefoon en zonder te kijken stap je de straat op. Plots trekt een vriend je met een ruk aan je arm terug naar de stoep. Bijna was je door een auto aangereden. Je vriend heeft je zo hard vastgepakt dat je nog een paar dagen last hebt van de blauwe plekken. Maar zou je kwaad op hem zijn omdat hij zo aan je arm trok? Natuurlijk niet! Je bent juist dankbaar voor zijn hulp. Zo moet het ook zijn als een vriend je waarschuwt dat wat je zegt of doet niet in lijn is met Gods rechtvaardige normen. Dat doet misschien eerst even pijn. Maar wees niet kwaad of geërgerd omdat hij je raad heeft gegeven. Dat zou dwaas zijn (Pred. 7:9). Wees juist dankbaar dat je vriend de moed had je erop aan te spreken.
11. Waardoor zou iemand goede raad van een vriend kunnen afwijzen?
11 Waardoor zou iemand wijze raad van een goede vriend kunnen afwijzen? Door trots. Trotse mensen horen alleen ‘wat ze graag willen horen’. Ze ‘luisteren niet meer naar de waarheid’ (2 Tim. 4:3, 4). Ze denken te veel van zichzelf en hun eigen mening. Maar Paulus schreef: ‘Als iemand denkt dat hij heel wat is terwijl hij niets voorstelt, dan houdt hij zichzelf voor de gek’ (Gal. 6:3). Koning Salomo sloeg de spijker op de kop toen hij schreef: ‘Beter is een arm maar wijs kind dan een oude maar dwaze koning die niet meer wil luisteren naar een waarschuwing’ (Pred. 4:13).
12. Wat leren we van Petrus’ voorbeeld in het voorval dat in Galaten 2:11-14 staat?
12 Petrus gaf een mooi voorbeeld toen hij publiekelijk gecorrigeerd werd door Paulus. (Lees Galaten 2:11-14.) Hij had zich kunnen ergeren aan Paulus’ woorden als hij zich had gefocust op hoe en waar het werd gezegd. Maar Petrus was verstandig. Hij accepteerde de raad en was niet haatdragend tegenover Paulus. Integendeel, hij noemde Paulus later een ‘geliefde broeder’ (2 Petr. 3:15).
13. Wat moet je in gedachte houden als je raad geeft?
13 Wat moet je in gedachte houden als je het idee hebt dat je een vriend raad moet geven? Vraag je voordat je naar hem toe gaat af: ben ik niet ‘al te rechtvaardig’? (Pred. 7:16) Iemand die al te rechtvaardig is, oordeelt anderen niet naar Jehovah’s normen maar naar zijn eigen normen. En waarschijnlijk is hij niet zo barmhartig. Als je na een zelfonderzoek nog steeds denkt dat je op je vriend moet afstappen, stel dan voor jezelf vast wat het probleem precies is. Gebruik standpuntvragen om hem te helpen inzien wat zijn fout is. Zorg dat wat je zegt gebaseerd is op de Bijbel. En vergeet niet dat je vriend zich niet moet verantwoorden tegenover jou maar tegenover God (Rom. 14:10). Vertrouw op de wijsheid uit Gods Woord en heb net als Jezus medegevoel wanneer je iemand raad geeft (Spr. 3:5; Matth. 12:20). Jehovah zal ons namelijk behandelen zoals wij anderen behandelen (Jak. 2:13).
VOLG INSTRUCTIES VAN GODS ORGANISATIE OP
14. Waarin voorziet Gods organisatie?
14 Jehovah leidt ons op de weg naar het leven door middel van het aardse deel van zijn organisatie. De organisatie voorziet in video’s, publicaties en vergaderingen die ons helpen de raad uit Gods Woord toe te passen. Dat materiaal is stevig gefundeerd op de Bijbel. Als het Besturende Lichaam bepaalt hoe de prediking het best kan worden uitgevoerd, vertrouwen ze op de heilige geest. Toch evalueren ze geregeld hun eigen beslissingen over de organisatie van het werk. Waarom? Omdat ‘het toneel van deze wereld aan het veranderen is’ en Gods organisatie zich aan de nieuwe omstandigheden moet aanpassen (1 Kor. 7:31).
15. Voor welke uitdaging staan sommige verkondigers?
15 Ongetwijfeld volg je graag de Bijbelse leiding die we krijgen als het gaat om leerstellige of morele kwesties. Maar hoe reageer je als Gods organisatie een verandering doorvoert die van invloed is op andere aspecten van je leven? In de afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld de kosten voor het bouwen en onderhouden van plaatsen van aanbidding omhooggeschoten. Het Besturende Lichaam heeft daarom de instructie gegeven de capaciteit van Koninkrijkszalen optimaal te benutten. Om die reden zijn gemeenten samengevoegd en zijn er Koninkrijkszalen verkocht. Het geld wordt gebruikt om Koninkrijkszalen te bouwen in gebieden waar de grootste behoefte bestaat. Als je in een gebied woont waar Koninkrijkszalen worden verkocht en gemeenten worden samengevoegd, vind je het misschien een uitdaging je aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. Sommige verkondigers moeten verder reizen om naar de vergaderingen te gaan. Degenen die hard aan een Koninkrijkszaal hebben gewerkt, vragen zich misschien af waarom die nu wordt verkocht. Misschien denken ze dat het een verspilling was van alle tijd en energie. Toch werken ze met de nieuwe regeling mee en dat is te prijzen.
16. Hoe kan de raad uit Kolossenzen 3:23, 24 je helpen je vreugde te behouden?
16 Je zult je vreugde behouden als je bedenkt dat we voor Jehovah werken en dat hij zijn organisatie leidt. (Lees Kolossenzen 3:23, 24.) Koning David gaf het goede voorbeeld toen hij geld gaf voor de bouw van de tempel. Hij zei: ‘Wie ben ik en wat is mijn volk, dat we dit allemaal vrijwillig mogen geven? Want alles is van u afkomstig, en we geven u wat we uit uw eigen hand hebben gekregen’ (1 Kron. 29:14). Als je bijdragen geeft, geef jij ook aan Jehovah terug wat je uit zijn eigen hand hebt gekregen. Toch waardeert Jehovah het als je je tijd, energie en middelen geeft om zijn werk te ondersteunen (2 Kor. 9:7).
BLIJF OP DE SMALLE WEG
17. Waarom moet je niet ontmoedigd zijn als je je koers moet wijzigen?
17 Om op de smalle weg naar het leven te blijven moet je nauwkeurig in Jezus’ voetstappen treden (1 Petr. 2:21). Wees niet ontmoedigd als het erop lijkt dat je je koers moet wijzigen. Dat kan juist een teken zijn dat je gevoelig bent voor Jehovah’s leiding. Bedenk dat Jehovah van jou als onvolmaakt mens niet verwacht dat je Jezus’ voorbeeld volmaakt volgt.
18. Wat moet je doen om je bestemming te bereiken?
18 Richt je dus op de toekomst en wees bereid je denken, houding en gedrag te verbeteren (Spr. 4:25; Luk. 9:62). Blijf altijd nederig, ‘behoud je vreugde, blijf verbeteringen aanbrengen’ (2 Kor. 13:11). Als je dat doet, ‘zal de God van liefde en van vrede met [je] zijn’. En dan zul je niet alleen je bestemming bereiken maar zul je ook genieten van de reis.
-