-
’De doden in Christus zullen het eerst opstaan’De Wachttoren 1979 | 1 oktober
-
-
5, 6. Hoe blijkt uit 1 Thessalonicenzen 4:13-17 dat God volgorde en „rangorde” in acht zal nemen bij het oogsten van degenen die „in Adam” sterven?
5 Jehovah God zal met betrekking tot de opstanding van degenen die „in Adam” sterven en die als latere vruchten van de opstanding worden geoogst, volgorde en „rangorde” in aanmerking nemen. Vooral ter vertroosting van eerste-eeuwse christenen die beroofd waren van „hen die ontslapen zijn” door Christus, schreef de apostel Paulus:
-
-
’De doden in Christus zullen het eerst opstaan’De Wachttoren 1979 | 1 oktober
-
-
6 „Dit zeggen wij u door Jehovah’s woord, dat wij, de levenden [door de geest verwekte christenen], die in leven blijven tot de tegenwoordigheid van de Heer, de ontslapenen [door de geest verwekte christenen] in geen geval zullen vóórgaan, want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep [met een luid bevel, NIV],b met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en zij die dood zijn in eendracht met Christus zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden, die overblijven, te zamen met hen in wolken worden weggerukt, de Heer tegemoet in de lucht, en aldus zullen wij altijd met de Heer zijn.” — 1 Thess. 4:13-17.
7. Over welke gestorvenen in het bijzonder sprak Paulus daar, en hoe wordt in Openbaring 14:12, 13 te kennen gegeven dat zij op een speciale tijd opgewekt zullen worden?
7 Hier spreekt de apostel Paulus niet over de gestorvenen van de mensheid in het algemeen, maar over „hen die ontslapen zijn” door Christus, „zij die dood zijn in eendracht met Christus”. In het laatste bijbelboek heeft de apostel Johannes iets te zeggen over het tijdstip waarop zulke gestorven christenen uit hun doodsslaap opgewekt zullen worden. In Openbaring 14:12, 13 schrijft Johannes: „’Hier [in verband met de wereldorganisatie voor internationale vrede en veiligheid] komt het op volharding aan voor de heiligen, voor hen die de geboden van God en het geloof van Jezus onderhouden.’ En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ’Schrijf: Gelukkig zijn de doden die van nu af aan in eendracht met de Heer sterven. Ja, zegt de geest, laat hen rusten van hun moeizame arbeid, want de dingen die zij gedaan hebben, gaan tegelijk met hen.’” Nu dan, op welke speciale tijd wordt gedoeld met de woorden „van nu af aan”?
-