Wat is de christelijke zienswijze ten aanzien van alcohol?
„WIE heeft wee? Wie heeft ongemak? Wie heeft twisten? Wie heeft bezorgdheid? Wie heeft wonden zonder reden? Wie heeft dofheid van ogen? Zij die lange tijd bij de wijn verblijven” (Spreuken 23:29, 30). Ja, de bijbel erkent dat alcoholische dranken een zeer kwalijke uitwerking kunnen hebben: hallucinaties, schandelijk gedrag, psychotisch gedrag, gezondheidsstoornissen, gezinsproblemen en zelfs armoede.
Merk op dat in de hierboven aangehaalde bijbeltekst sprake is van personen die „lange tijd bij de wijn verblijven”, gewoontedrinkers! Voor zulke mensen is alcohol als een vergif dat dikwijls ongunstige fysieke en mentale gevolgen heeft (Spreuken 23:32-35). Zware drinkers kunnen hun zelfbeheersing verliezen en dingen gaan doen waarvoor zij zich onder normale omstandigheden zouden schamen. Daarom waarschuwt de bijbel: „Kom niet terecht onder hen die zich bedrinken aan wijn, onder hen die vraatzuchtige vleeseters zijn. Want een dronkaard en een veelvraat zullen tot armoede vervallen, en slaperigheid zal iemand met louter lompen bekleden” (Spreuken 23:20, 21). Dronkenschap wordt ook gerekend tot „de werken van het vlees”, die iemand de toegang tot Gods koninkrijk kunnen ontzeggen. — Galaten 5:19, 21; 1 Korinthiërs 6:10.
„Niet wijs” — voor wie geldt dat?
Betekent dit dat alcohol absoluut verboden is voor christenen? Wat moeten wij denken van de in het voorgaande artikel aangehaalde bewering van de geestelijke die aan Spreuken 20:1 zegt te ontlenen dat ’wijze mensen geen druppel wijn drinken’? De exacte tekst van dit vers luidt: „Wijn is een spotter, bedwelmende drank is onstuimig, en iedereen die daardoor afdwaalt, is niet wijs.” Ook hier laakt de bijbel niet degenen die wijn drinken, maar veeleer degenen die erdoor afdwalen! „Zij die lange tijd bij de wijn verblijven” en „hen die zich bedrinken aan wijn” — dat zijn degenen die „niet wijs” zijn.
Beschouw ook eens Jesaja 5:11, 22. Deze verzen luiden: „Wee hun die vroeg in de morgen opstaan alleen maar om bedwelmende drank te zoeken, die tot laat in de avondschemering blijven hangen zodat de wijn zelf hen verhit! Wee hun die sterk zijn in het drinken van wijn, en de mannen met vitale kracht om bedwelmende drank te mengen.” Wat veroordeelt Jesaja? Is het niet buitensporig drinken, dat wil zeggen drinken van „vroeg in de morgen” tot „laat in de avondschemering”?
Van trouwe dienstknechten van God — zoals Abraham, Isaäk en Jezus — wordt bericht dat zij wijn dronken, zij het met mate (Genesis 14:18; 27:25; Lukas 7:34). Volgens de bijbel valt wijn ook onder de zegeningen die van Jehovah afkomstig zijn (Genesis 27:37; Deuteronomium 11:14; Jesaja 25:6-8). De bijbel geeft zelfs te kennen dat een matige hoeveelheid wijn een heilzame uitwerking kan hebben. De psalmist zei dat wijn „het hart van de sterfelijke mens verheugt” (Psalm 104:15). De apostel Paulus raadde Timótheüs aan: „Drink niet langer [besmet] water, maar gebruik wat wijn ter wille van uw maag en uw veelvuldige ziektegevallen.” — 1 Timótheüs 5:23.
Wijn of druivesap?
Sommigen betogen dat de „wijn” waarover in dergelijke bijbelteksten wordt gesproken, gewoon druivesap was. Maar McClintock en Strongs Cyclopædia vestigt onze aandacht erop dat „de bijbel geen onderscheid maakt tussen bedwelmende en niet-bedwelmende wijnen — nooit op een dergelijk onderscheid doelt of zinspeelt”. In overeenstemming met deze uitspraak wordt „wijn” in de bijbel genoemd als een bedwelmende drank en in verband gebracht met „sterke drank”. — Genesis 9:21; Lukas 1:15; Deuteronomium 14:26; Spreuken 31:4, 6.
Het is interessant dat Jezus’ eerste wonder bestond in het veranderen van water in wijn. Het bijbelse verslag zegt: „Toen nu de feestleider . . . [de] wijn . . . proefde, maar niet wist waar [die] vandaan kwam, . . . riep [hij] de bruidegom en zei tot hem: ’Ieder ander mens zet eerst de voortreffelijke wijn voor, en wanneer men dronken is, de mindere. Gij hebt de voortreffelijke wijn tot nu bewaard’” (Johannes 2:9, 10). Ja, „de voortreffelijke wijn” waarin Jezus voorzag, was echte wijn.
De religieuze leiders in Jezus’ dagen, die in hun eigen ogen rechtvaardig waren, oefenden zelfs kritiek op hem uit omdat hij af en toe wijn dronk. Jezus zei hierover: „Johannes de Doper is gekomen en at geen brood en dronk geen wijn, maar gij zegt: ’Hij heeft een demon.’ De Zoon des mensen is gekomen en eet en drinkt wèl, maar gij zegt: ’Ziet! Een mens die een veelvraat is en verslaafd aan het drinken van wijn!’” (Lukas 7:33, 34) Wat voor verschil zou het hebben gemaakt dat Jezus wèl en Johannes niet dronk, als Jezus alleen maar alcoholvrij druivesap had gedronken? Bedenk dat over Johannes werd gezegd dat hij „volstrekt geen wijn en sterke drank [mocht] drinken”. — Lukas 1:15.
Het is duidelijk dat Jezus het met mate drinken van alcoholische dranken niet veroordeelde. In zijn tijd maakte het drinken van wijn deel uit van de paschaviering.a En echte wijn bleef deel uitmaken van het Avondmaal des Heren, dat voor het Pascha in de plaats kwam.
Onderscheidingsvermogen vereist
De bijbel verbiedt het gebruik van alcoholische dranken dus niet. In de meeste gevallen is het al of niet gebruiken van sterke drank een kwestie waarover iedereen zelf moet beslissen. Maar toch veroordeelt de bijbel dronkenschap, evenals vraatzucht, in krachtige bewoordingen: „Kom niet terecht onder hen die zich bedrinken aan wijn, onder hen die vraatzuchtige vleeseters zijn. Want een dronkaard en een veelvraat zullen tot armoede vervallen” (Spreuken 23:20, 21). Een ieder dient derhalve matigheid en zelfbeheersing aan de dag te leggen. „Bedrinkt u . . . niet aan wijn, waarin losbandigheid is, maar blijft vervuld worden met geest.” Bedenk dat zelfbeheersing een van de vruchten van Gods geest is. — Efeziërs 5:18; Galaten 5:19-23.
Men behoeft beslist niet dronken te worden om door alcohol in moeilijkheden te geraken. Een door het Amerikaanse National Institute on Drug Abuse uitgegeven brochure geeft ons te bedenken: „Wanneer iemand sterke drank gebruikt, wordt de alcohol via het spijsverteringsstelsel snel in de bloedbaan opgenomen en naar de hersenen gevoerd. Daar gaat het vertragend inwerken op de hersengedeelten die het denken en de emoties regeren. De persoon voelt zich minder geremd en vrijer.” Dit gevoel van „minder geremd” zijn, kan iemand aan morele gevaren blootstellen.
Een ander gevaar doet zich voor als het op autorijden aankomt. Volgens sommige schattingen komen er alleen al in de Verenigde Staten jaarlijks 25.000 mensen om bij ongelukken die door beschonken automobilisten worden veroorzaakt. Klaarblijkelijk onderschatten velen hoe ernstig alcohol hen in hun reflexen belemmert. Maar christenen beschouwen het leven als een geschenk van Jehovah (Psalm 36:9). Zou het met deze zienswijze stroken als iemand zijn eigen leven en dat van anderen op het spel zou zetten door een auto te besturen terwijl zijn reflexen door alcohol zijn vertraagd? Veel christenen hebben daarom het besluit genomen helemaal geen alcohol aan te raken als zij moeten autorijden.
Een christen bekommert zich ook om de uitwerking die het op anderen zal hebben als hij drinkt. Dat is ongetwijfeld de reden waarom christelijke opzieners, dienaren in de bediening en oudere vrouwen allen op het hart gedrukt wordt zich niet over te geven „aan veel wijn” (1 Timótheüs 3:2, 3, 8; Titus 2:2, 3). Hoewel het misschien lijkt alsof iemand veel bedwelmende drank kan verdragen, zal hij erop letten matig te zijn in zijn drinkgewoonten om geen verkeerde invloed op iemand anders te hebben; ook zal hij iemand die niet wil drinken, geen sterke drank opdringen. De bijbel zegt verder: „Het is goed geen vlees te eten noch wijn te drinken noch iets te doen waarover uw broeder struikelt.” — Romeinen 14:21.
Sommige omstandigheden zouden kunnen vereisen dat men zich helemaal van sterke drank onthoudt. Neem bijvoorbeeld zwangerschap. De International Herald Tribune (Parijse editie) haalde een aan de Universiteit van North Carolina (VS) gemaakte studie aan en berichtte dat „één enkele keer stevig drinken in het begin van de zwangerschap, aanleiding kan geven tot ernstige fysieke en mentale schade aan het kind in wording”. Vrouwen dienen zich ernstig rekenschap te geven van de risico’s die het drinken van alcohol tijdens de zwangerschap kan opleveren.
Ook voor personen die vroeger herhaaldelijk dronken zijn geweest of die een neiging tot onmatigheid hebben, is het wellicht het beste het drinken helemaal achterwege te laten.b Zo zou het eveneens het beste kunnen zijn niet te drinken in het bijzijn van een alcoholist of van iemand wiens geweten drinken veroordeelt. En alcoholische dranken gebruiken vóór een christelijke vergadering of wanneer men aan het openbare predikingswerk deelneemt, zou ongepast zijn. De levieten uit de oudheid hebben hierin een voorbeeld gegeven door zich van sterke drank te onthouden wanneer zij in de tempel dienst verrichtten. — Leviticus 10:8-10.
En ten slotte dienen de wetten van het land te worden geëerbiedigd. In sommige landen is alcohol absoluut verboden. In andere is het gebruik ervan slechts toegestaan voor volwassenen boven een bepaalde leeftijd. Een christen gehoorzaamt zo’n beleid van „de superieure autoriteiten”. — Romeinen 13:1.
Natuurlijk moet u persoonlijk beslissen of u al dan niet alcohol zult drinken en hoe veel of hoe weinig u zult drinken. Wanneer wij onderscheidingsvermogen tentoonspreiden en vrijwillig de weg van matigheid kiezen, wordt God verheerlijkt. Volg daarom deze verstandige handelwijze, zodat u, ’hetzij u eet of drinkt of iets anders doet, alle dingen tot Gods heerlijkheid’ zult doen. — 1 Korinthiërs 10:31.
[Voetnoten]
a In Palestina werden druiven in de nazomer geoogst. Het joodse Pascha en het Avondmaal des Heren werden echter pas in de lente gevierd — zes maanden later. Zonder conserveringsmiddelen zou druivesap van nature gaan gisten.
b Artsen bevelen volstrekte onthouding van alcohol aan voor personen die aan alcoholisme lijden. Zie Ontwaakt! van 8 november 1982.
[Illustratie op blz. 6]
Een christen kan besluiten ter wille van het geweten van iemand anders geen alcoholische dranken te gebruiken