Wandel zoals door God onderricht
„Laten wij opgaan naar de berg van Jehovah . . .; en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen, en wij willen zijn paden bewandelen.” — MICHA 4:2.
1. Wat zou God volgens Micha in de laatste dagen voor zijn volk doen?
GODS profeet Micha voorzei dat in „het laatst der dagen”, onze tijd, veel mensen actief naar God zouden zoeken om hem te aanbidden. Deze mensen zouden elkaar aanmoedigen met de woorden: „Laten wij opgaan naar de berg van Jehovah . . .; en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen, en wij willen zijn paden bewandelen.” — Micha 4:1, 2.
2, 3. Hoe gaat Paulus’ voorzegging dat mensen het geld zouden liefhebben, in deze tijd in vervulling?
2 Onze studie van 2 Timotheüs 3:1-5 kan ons helpen de resultaten te zien van goddelijk onderricht in „de laatste dagen”. In het voorgaande artikel zijn wij de bespreking van deze passage begonnen met het opsommen van de voordelen die degenen te beurt vallen die Paulus’ waarschuwing om niet ’zichzelf lief te hebben’, ter harte nemen. Paulus voegde eraan toe dat mensen in onze tijd ook ’het geld zouden liefhebben’.
3 Niemand heeft een academische graad in de moderne geschiedenis nodig om te beseffen hoe goed deze woorden op onze tijd van toepassing zijn. Hebt u niet van financiers en directeuren van zakelijke ondernemingen gehoord die er niet tevreden mee zijn wanneer zij jaarlijks miljoenen verdienen? Deze liefhebbers van geld willen steeds meer, ook al moeten zij er op illegale wijze aan komen. Paulus’ woorden zijn ook van toepassing op velen in deze tijd die, al zijn zij niet rijk, even hebzuchtig zijn en nooit genoeg hebben. Wellicht kent u in uw omgeving wel veel van zulke mensen.
4-6. Hoe helpt de bijbel christenen om geen liefhebbers van geld te worden?
4 Is wat Paulus noemde gewoon een onvermijdelijk aspect van de menselijke aard? Niet volgens de Auteur van de bijbel, die lang geleden de volgende waarheid vermeldde: „De liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord.” Merk op dat God niet zei: ’Geld is de wortel van allerlei schadelijke dingen.’ Hij zei dat het „de liefde voor geld” is. — 1 Timotheüs 6:10.
5 Het is interessant dat in de context van Paulus’ woorden erkend wordt dat sommige voortreffelijke christenen in de eerste eeuw rijk waren in het toenmalige samenstel van dingen, of zij die rijkdom nu hadden geërfd of hadden verworven (1 Timotheüs 6:17). Het dient dus duidelijk te zijn dat de bijbel ons ongeacht onze financiële positie waarschuwt voor het gevaar een liefhebber van geld te worden. Biedt de bijbel nog meer nuttig onderricht over het vermijden van dit ernstige en veel voorkomende euvel? Ja, inderdaad, onder andere in Jezus’ Bergrede. De wijsheid ervan is wereldberoemd. Merk bijvoorbeeld op wat Jezus in Mattheüs 6:26-33 zei.
6 Zoals in Lukas 12:15-21 staat opgetekend, sprak Jezus over een rijke man die voortdurend trachtte meer rijkdom te vergaren maar plotseling zijn leven verloor. Wat wilde Jezus duidelijk maken? Hij zei: „Hoedt u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit.” Behalve dat de bijbel deze raad geeft, wordt daarin ook luiheid veroordeeld en de waarde van eerlijke arbeid beklemtoond (1 Thessalonicenzen 4:11, 12). O ja, sommigen zullen misschien tegenwerpen dat zulke leringen niet meer in onze tijd passen — maar dat doen ze wel, en ze zijn praktisch.
Zij hebben profijt getrokken van het onderricht
7. Om welke reden kunnen wij erop vertrouwen dat wij de bijbelse raad inzake rijkdom met succes kunnen toepassen?
7 In de ene natie na de andere zult u werkelijk bestaande voorbeelden aantreffen van mannen en vrouwen uit alle rangen en standen, die goddelijke beginselen in verband met geld hebben toegepast. Als resultaat hiervan hebben zij zichzelf en hun gezin baat verschaft, zoals zelfs buitenstaanders kunnen zien. In het boek Religious Movements in Contemporary America, gepubliceerd door de uitgever voor de Princeton University, schreef een antropoloog: „In publikaties [van de Getuigen] en via lezingen in hun gemeenten worden zij eraan herinnerd dat zij voor hun status niet afhankelijk zijn van nieuwe auto’s, dure kleren of een weelderige levensstijl. Terzelfder tijd moet een Getuige een volle dagtaak voor zijn werkgever verrichten [en] angstvallig eerlijk zijn . . . Zulke eigenschappen maken zelfs iemand zonder veel vaardigheden tot een nuttige werknemer, en verscheidene Getuigen in Noord-Philadelphia [VS] zijn opgeklommen tot posities waarin zij een behoorlijke verantwoordelijkheid dragen.” Het is duidelijk dat mensen die onderricht uit Gods Woord hebben aanvaard, zijn gewaarschuwd voor houdingen die het moeilijker maken het hoofd te bieden aan de huidige toestanden. Hun ervaring toont aan dat bijbels onderricht tot een beter, gelukkiger leven leidt.
8. Welke samenhang kunnen wij zien in de begrippen „aanmatigend”, „hoogmoedig” en „lasteraars”, en wat betekenen deze drie uitdrukkingen?
8 In de volgende drie door Paulus opgesomde dingen kunnen wij samenhang zien. In de laatste dagen zouden de mensen „aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars”. Deze drie begrippen zijn niet identiek, maar ze houden alle verband met trots. Het eerste is „aanmatigend”. Volgens een woordenboek betekent het Griekse grondwoord hier: „’Iemand die zichzelf hoger aanslaat dan de werkelijkheid rechtvaardigt’ of die ’meer belooft dan hij kan waarmaken’.” U kunt begrijpen waarom sommige bijbels het woord „pochers” gebruiken. Dan volgt „hoogmoedig”, of letterlijk „hoger (superieur) schijnend”. En als laatste: „lasteraars”. De hieraan ten grondslag liggende Griekse term heeft niet alleen betrekking op godslastering of het oneerbiedig spreken over God, maar ook op beledigende, lasterlijke of schimpende taal gericht tegen mensen. Paulus doelt dus op lastering die hetzij tegen God of tegen de mens gericht is.
9. Tot het ontwikkelen van welke houdingen, in tegenstelling met de overheersende schadelijke houdingen, moedigt de bijbel mensen aan?
9 Hoe voelt u zich wanneer u onder mensen verkeert die aan Paulus’ beschrijving voldoen, of het nu collega’s, medescholieren of familieleden zijn? Maakt dit uw leven gemakkelijker? Of maken zulke mensen uw leven gecompliceerder, waardoor het voor u moeilijker wordt om aan de problemen van onze tijd het hoofd te bieden? Gods Woord leert ons echter deze houdingen te mijden, en biedt ons onderricht zoals dat in 1 Korinthiërs 4:7, Kolossenzen 3:12, 13 en Efeziërs 4:29 te vinden is.
10. Waaruit blijkt dat Jehovah’s volk profijt trekt van het aanvaarden van bijbels onderricht?
10 Hoewel christenen onvolmaakt zijn, vormt het toepassen van dit voortreffelijke onderricht een enorme hulp voor hen in deze kritieke tijd. In het Italiaanse tijdschrift La Civiltà Cattolica werd als een van de redenen waarom Jehovah’s Getuigen blijven groeien, vermeld „dat de beweging haar leden een nauwkeurig omschreven, sterke identiteit geeft”. Maar wilde de schrijver met de uitdrukking „sterke identiteit” zeggen dat zij ’aanmatigend, hoogmoedig, lasteraars’ zijn? Integendeel, het jezuïtische tijdschrift merkt op dat de beweging „haar leden een nauwkeurig omschreven, sterke identiteit geeft, en hun een plaats biedt waar zij worden verwelkomd met warmte en een gevoel van broederschap en solidariteit”. Is het niet duidelijk dat het onderwijs dat de Getuigen ontvangen, een hulp voor hen vormt?
Onderricht strekt gezinsleden tot voordeel
11, 12. Hoe gaf Paulus nauwkeurig aan welke situatie in veel gezinnen zou bestaan?
11 Wij zouden de volgende vier dingen, die enigszins verband met elkaar houden, kunnen samenvoegen. Paulus voorzei dat velen in de laatste dagen „ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, [en] zonder natuurlijke genegenheid” zouden zijn. U weet dat twee van deze euvelen — ondankbaarheid en deloyaliteit — overal om ons heen voorkomen. Toch is het niet moeilijk in te zien waarom Paulus ze tussen „ongehoorzaam aan ouders” en „zonder natuurlijke genegenheid” plaatste. De vier zijn met elkaar verweven.
12 Vrijwel ieder opmerkzaam persoon, jong of oud, zal moeten toegeven dat ongehoorzaamheid aan ouders algemeen voorkomt en erger wordt. Veel ouders uiten de klacht dat jonge mensen ondankbaar schijnen voor alles wat er voor hen wordt gedaan. Veel jongeren protesteren dat hun ouders niet werkelijk loyaal zijn jegens hen (of het gezin in het algemeen), maar helemaal opgaan in hun baan, in genoegens, of in zichzelf. Laten wij, in plaats van te proberen vast te stellen bij wie de schuld ligt, eens naar de gevolgen kijken. Vervreemding tussen volwassenen en jongeren brengt tieners er vaak toe hun eigen maatstaf op het gebied van moraliteit, of immoraliteit, vast te stellen. Het gevolg? Een omhoogvliegend aantal tienerzwangerschappen, abortussen en seksueel overdraagbare ziekten. Gebrek aan natuurlijke genegenheid thuis leidt maar al te vaak tot geweld. Waarschijnlijk kunt u voorbeelden uit uw omgeving aanhalen die aantonen dat natuurlijke genegenheid aan het verdwijnen is.
13, 14. (a) Waarom dienen wij, gezien de verslechterende verhouding in veel gezinnen, acht te slaan op de bijbel? (b) Wat voor wijze raad biedt God in verband met het gezinsleven?
13 Dit verklaart misschien waarom steeds meer mensen zich tegen degenen keren die eens deel schenen uit te maken van hun familie in uitgebreidere zin — personen van dezelfde clan, stam of groep. Houd echter in gedachte dat wij deze dingen niet ter sprake brengen om de negatieve aspecten van het huidige leven te beklemtonen. Onze belangstelling gaat uit naar de twee hoofdpunten: Kunnen bijbelse leringen ons helpen de nadelige gevolgen van de door Paulus genoemde fouten te vermijden, en zullen wij er profijt van trekken wanneer wij bijbelse leringen in ons leven toepassen? Beide vragen kunnen met „Ja” worden beantwoord, zoals duidelijk op de voorgrond treedt ten aanzien van die vier door Paulus opgesomde punten.
14 Een generaliserende uitspraak is hier gerechtvaardigd: Geen enkel onderwijs overtreft dat van de bijbel als het erom gaat een hartverwarmend en alleszins succesvol gezinsleven op te bouwen. Dat wordt bevestigd door slechts één voorbeeld te bespreken van de bijbelse raad die gezinsleden kan helpen niet alleen valkuilen te vermijden, maar ook succes te hebben. Kolossenzen 3:18-21 is daar een goede illustratie van, hoewel er nog vele andere prachtige en praktische passages zijn die tot echtgenoten, echtgenotes en kinderen zijn gericht. Dit onderricht is praktisch in onze tijd. Het is waar dat zelfs gezinnen van ware christenen voor onvoorziene moeilijkheden en uitdagingen komen te staan. Toch bewijzen de resultaten in het algemeen dat de bijbel bijzonder nuttig onderwijs verschaft voor gezinnen.
15, 16. Welke situatie trof een sociologe aan toen zij Jehovah’s Getuigen in Zambia bestudeerde?
15 Een sociologe van de Universiteit van Lethbridge (Canada) heeft anderhalf jaar lang het maatschappelijk leven in Zambia bestudeerd. Haar conclusie was: „Het lukt Jehovah’s Getuigen beter dan leden van andere denominaties om duurzame huwelijksverbintenissen te handhaven. . . . Hun succes ligt in een gewijzigde uitwisselingsrelatie tussen man en vrouw die, in hun pas ontdekte, niet-bedreigende, gemeenschappelijke streven, voortaan met betrekking tot de wijze waarop zij elkaar behandelen, verantwoording verschuldigd zijn aan een nieuw hoofd, God. . . . Bij Jehovah’s Getuigen leert de echtgenoot de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het welzijn van zijn vrouw en kinderen. . . . Man en vrouw krijgen de aanmoediging onkreukbaar te zijn . . . Dit overheersende vereiste van onkreukbaarheid smeedt het huwelijk hecht aaneen.”
16 Die studie was gebaseerd op talloze waar gebeurde ervaringen. Zo zei deze sociologe dat „de mannelijke getuigen van Jehovah [in tegenstelling tot de norm] vaker hun vrouw in de tuin bleken te helpen, niet alleen bij de voorbereidende werkzaamheden, maar ook met planten en graven”. Het is dus duidelijk dat overal op aarde talrijke ervaringen aantonen dat bijbels onderricht het leven van mensen positief beïnvloedt.
17, 18. Welke verrassende resultaten kwamen naar voren in een onderzoek naar religieuze erfenis en voorechtelijke seks?
17 Het voorgaande artikel maakte melding van bevindingen in de Journal for the Scientific Study of Religion. In 1991 bevatte dit tijdschrift een artikel getiteld „Religieuze erfenis en voorechtelijke seks: Uitslag van een nationale steekproef onder jonge volwassenen”. U weet waarschijnlijk wel hoe veelvuldig voorechtelijke seks voorkomt. Velen geven op jonge leeftijd toe aan hartstocht, en veel tieners hebben verscheidene sekspartners. Kunnen bijbelse leringen verandering brengen in dit algemene leefpatroon?
18 Drie buitengewoon hoogleraren die deze kwestie hebben bestudeerd, hadden verwacht tot de bevinding te komen ’dat het minder waarschijnlijk zou zijn dat adolescenten en jonge volwassenen die in de meer conservatieve christelijke traditie waren opgevoed, zich aan voorechtelijke seks zouden overgeven’. Maar wat toonden de feiten aan? In het algemeen had tussen de 70 en 82 procent uit deze groep voorechtelijke seks beoefend. Voor sommigen „[verminderde] een fundamentalistische erfenis de waarschijnlijkheid van voorechtelijke seks, maar dit ging niet op bij ’voorechtelijke seks onder tieners’”. Met betrekking tot sommige jongeren uit schijnbaar vrome gezinnen merkten de onderzoekers op dat zij „een aanzienlijk hogere waarschijnlijkheid van voorechtelijke seks te zien gaven in vergelijking met leden van gevestigde protestantse kerken”. — Wij cursiveren.
19, 20. Hoe heeft Gods onderricht veel jongeren onder Jehovah’s Getuigen geholpen en beschermd?
19 De hoogleraren troffen precies het tegenovergestelde aan onder jongeren van Jehovah’s Getuigen, die deel uitmaakten van „de groep die zich het meest van anderen onderscheidde”. Hoe kwam dit? „De mate van verbondenheid en sociale integratie die voortspruit uit ervaringen, verwachtingen en betrokkenheid . . . schijnt in het algemeen hogere niveaus van trouw aan geloofsbeginselen te scheppen.” Zij voegden hieraan toe: „Van Getuigen wordt verwacht dat zij zich als adolescenten en jonge volwassenen van zendingsverantwoordelijkheden kwijten.”
20 Bijbels onderricht werpt voor Jehovah’s Getuigen dus voordeel af, doordat het hen helpt immoraliteit te vermijden. Dat resulteert in bescherming tegen seksueel overdraagbare ziekten, waarvan sommige ongeneeslijk en andere dodelijk zijn. Het betekent dat er geen druk bestaat om zich te laten aborteren, wat volgens de bijbelse leer overeenkomt met moord. Het betekent ook dat jonge volwassenen met een zuiver geweten het huwelijk kunnen ingaan. Dat resulteert in huwelijken die op een deugdelijker fundament gebouwd zijn. Zulke leringen kunnen ons helpen het hoofd te bieden aan problemen en een gezonder, gelukkiger leven te leiden.
Positief onderricht
21. Welke dingen heeft Paulus nauwkeurig voor onze tijd voorzegd?
21 Laten wij nu teruggaan naar 2 Timotheüs 3:3, 4 en opmerken welke verdere dingen volgens Paulus onze tijd voor velen — maar niet voor allen — moeilijk zouden maken om door te komen: De mensen zouden „niet ontvankelijk [zijn] voor enige overeenkomst”. Zij zouden „kwaadsprekers [zijn], zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God”. Wat een nauwkeurige beschrijving! Niettemin kan onderricht uit de bijbel ons beschermen en ons toerusten om met succes het hoofd te bieden aan de problemen.
22, 23. Met welke positieve aansporing eindigt Paulus zijn opsomming, en wat is de draagwijdte ervan?
22 De apostel Paulus eindigt zijn opsomming met een positieve aanmoediging. Hij verandert het laatste punt in een goddelijk gebod dat eveneens bijzonder veel nut voor ons kan afwerpen. Paulus spreekt over mensen „die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten” en zegt: „keer u af van dezen”. U zult u herinneren dat voorechtelijke seks onder jongeren in sommige kerken in werkelijkheid vaker voorkomt dan gemiddeld het geval is. Maar ook al zou de immoraliteit van die kerkgangers alleen maar op het gemiddelde niveau liggen, zou dat dan niet reeds aantonen dat hun vorm van aanbidding krachteloos was? En bovendien: Brengen religieuze leringen verandering in de manier waarop mensen zaken doen, hoe zij met ondergeschikten omgaan, of hoe zij familieleden behandelen?
23 Uit Paulus’ woorden blijkt dat wij hetgeen wij uit Gods Woord leren, moeten toepassen. Onze aanbidding moet een levenswijze zijn waarin de werkelijke kracht van het christendom tot uiting komt. Paulus zegt ons met betrekking tot degenen wier vorm van aanbidding krachteloos is: „Keer u af van dezen.” Dat is een duidelijk gebod, een gebod dat beslist voordelen voor ons zal afwerpen.
24. Hoe komt de aansporing in Openbaring hoofdstuk 18 overeen met Paulus’ raad?
24 In welk opzicht? Welnu, in het laatste boek van de bijbel wordt een figuurlijke vrouw, een hoer, afgeschilderd die Babylon de Grote wordt genoemd. Bewijzen tonen aan dat Babylon de Grote een afbeelding vormt van het wereldomvattende rijk van valse religie, dat door Jehovah God getoetst en verworpen is. Toch hoeft ons dat lot niet te treffen. In Openbaring 18:4 krijgen wij de aansporing: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen.” Is dat niet dezelfde boodschap die Paulus overbracht: „Keer u af van dezen”? Daaraan gehoor geven, is nog een manier waarop wij profijt kunnen trekken van Gods onderricht.
25, 26. Welke toekomst is er weggelegd voor degenen die het van Jehovah God afkomstige onderricht nu aanvaarden en toepassen?
25 God zal binnenkort rechtstreeks in de menselijke aangelegenheden ingrijpen. Hij zal alle valse religie wegvagen, alsook de rest van het huidige goddeloze samenstel. Dat zal een reden tot vreugde vormen, zoals uit Openbaring 19:1, 2 blijkt. Op aarde zullen degenen die Gods onderricht aanvaarden en opvolgen, zijn leringen mogen blijven opvolgen, ook wanneer de belemmeringen van deze kritieke tijden niet meer bestaan. — Openbaring 21:3, 4.
26 Het zal beslist onvoorstelbaar heerlijk zijn in dat herstelde aardse paradijs te leven. God belooft dat het voor ons mogelijk is, en wij kunnen hem absoluut vertrouwen. Hij geeft ons aldus overvloedig veel redenen om zijn nuttige onderwijs te aanvaarden en op te volgen. Wanneer? Laten wij zijn onderwijzingen blijven opvolgen, niet alleen nu, in onze kritieke tijd, maar ook straks, in het Paradijs dat hij belooft. — Micha 4:3, 4.
Punten ter overdenking
◻ Hoe trekt Jehovah’s volk profijt van zijn raad inzake rijkdom?
◻ Hoe liet een jezuïtisch tijdschrift uitkomen welke goede resultaten Gods dienstknechten ondervinden door zijn Woord toe te passen?
◻ Welke voordelen heeft het toepassen van goddelijk onderricht voor gezinnen afgeworpen, zoals uit een onderzoek in Zambia bleek?
◻ Welke bescherming biedt goddelijk onderricht voor jonge mensen?
[Kader op blz. 15]
WAT EEN PRIJS BETALEN ZIJ!
„Tieners lopen een enorm risico aids te krijgen, omdat zij graag experimenteren met seks en drugs, risico’s nemen en voor het moment leven, en omdat zij zich onsterfelijk voelen en autoriteit trotseren”, aldus een rapport dat werd gepresenteerd op een conferentie over aids en tieners. — De Newyorkse Daily News, zondag 7 maart 1993.
„Seksueel actieve tienermeisjes beginnen de volgende ’voorhoede’ te vormen van de aidsepidemie, zo heeft een door de Verenigde Naties ingesteld onderzoek in Europa, Afrika en Zuidoost-Azië uitgewezen.” — The New York Times, vrijdag 30 juli 1993.
[Illustraties op blz. 16, 17]
Zowel in de gemeente als thuis trekken Jehovah’s Getuigen profijt van bijbels onderricht